Zijn we in oorlog met Iran?
Hier is-ie weer, mijn nieuwsbrief. Terug van iets te lang weggeweest.
Twee dagen geleden schreef ik over het boek van Volkskrant-journalist Huib Modderkolk, Het is oorlog maar niemand die het ziet. Modderkolk rijgt hierin onthullingen over de internationale spionagewereld aaneen. Hij laat knap zien dat de Nederlandse geheime diensten vooroplopen in een internationale, digitale wapenwedloop.
De klapper uit het boek is de onthulling dat de AIVD een cruciale rol speelde bij Stuxnet – het eerste serieuze cyberwapen dat in 2010 is ontdekt. Stuxnet was een zeer geavanceerde computerworm die via allerlei hoogstaande trucjes de uraniumproductie in een Iraanse nucleaire fabriek wist te frustreren. Bekend was dat de worm van Israëlische en Amerikaanse makelij was. De vraag waar menig journalist zich op stukbeet was: hoe kwam die worm die fabriek binnen?
Nou, via die dekselse Hollanders dus, zo ontdekte Modderkolk. De AIVD wist een Iraanse ingenieur te rekruteren. Deze mol bracht uiteindelijk een besmette USB-stick de goed beveiligde fabriek in.
Het is een van de vele lekkere verhalen uit Het is oorlog maar niemand die het ziet. Het boek is een aanrader. Tegelijkertijd bleef er bij mij ook iets wringen en dat zit ’m in het woord ‘oorlog’ dat Modderkolk gebruikt. Ik schrijf:
‘In essentie schrijft Modderkolk over moderne spionage. Hoe tappen staten elkaar af? Hoe krijgen zij toegang tot informatie? Daarnaast laat hij zien wat de consequenties kunnen zijn van al die infiltraties en dat gehack. Het kan tot grote schade en ontwrichting van een maatschappij leiden, er kunnen zelfs slachtoffers vallen.
Gebruikt hij het woord niet te lichtzinnig? Waar eindigt spionage en begint oorlog? En over wat voor type oorlog hebben we het eigenlijk?
Maar is dat ‘oorlog’? Modderkolk suggereert van wel, door amper op deze vraag in te gaan. Maar gebruikt hij het woord niet te lichtzinnig? Waar eindigt spionage en begint oorlog? En over wat voor type oorlog hebben we het eigenlijk? Een warme, een koude, een nieuwe?
Dit is geen semantisch geneuzel, woorden doen ertoe. Als de Britse dienst een Belgische telecomprovider hackt, is dat dan een oorlogsverklaring? Was Stuxnet een oorlogshandeling? Voeren we nu dan oorlog met Iran? Wat betekent het als de Nederlandse minister van Defensie zegt dat we in oorlog zijn met Rusland? Treedt dan het oorlogsrecht in werking? Is Ank Bijleveld nu onze minister van Oorlog?
En, abstracter: als alle landen elkaar continu bestoken, heeft het dan nog wel zin om deze status quo oorlog te noemen? En als het dan nu oorlog is, hoe wordt het dan weer vrede? Of is vrede onmogelijk te bereiken in een oorlog die niemand ziet?’
Ik ben benieuwd hoe jullie hierover denken. Huib Modderkolk reageerde onder het stuk op De Correspondent. Leuk als je je daar mengt in de discussie (daar moet je wel lid voor zijn!).
Lees- en kijktips:
Collega Jesse Frederik schreef een puntige column over ‘de hype van deze tijd: de mens als willoze slaaf van techbedrijf en marketeer.’ Ik besteedde er in deze nieuwsbrief al vaak aandacht aan. Het idee dat wij mensen online kneedbaar en manipuleerbaar zijn, is op drijfzand gebaseerd, meer complottheorie dan werkelijkheid. Goed om dat te blijven benoemen, want mensen met invloed – zoals NRC-columnist Tom-Jan Meeus – blijven vatbaar voor dit misverstand.
Er is een ander internet mogelijk, schrijft April Glaser in een mooie reconstructie over ‘Indymedia’, een alternatief ‘antikapitalistisch’ online medianetwerk van eind jaren negentig, dat was opgezet in reactie op ‘de mainstream media’. Wat voor mij een inzicht was in dit stuk, was hoe Indymedia ideologisch verschilde van het libertarische denken achter het internet zoals we dat nu kennen. Glaser: ‘Indymedia activists would agree with the techno-libertarians that politicians and police couldn’t be trusted in their networks. But they didn’t see cyberspace as an open frontier of individuals unhindered by governments. Rather, the activists saw cyberspace as a place for communities.’ Echt de moeite waard.
The Handmaid’s Tale seizoen drie. Karamba. Cliché: succesvolle series worden per seizoen slechter. Mening: The Handmaid’s Tale wordt steeds beter. Over het vorige seizoen schreef ik, in vergelijking met het eerste: ‘Het seizoen is donkerder, het lot van de personages beroerder. In iedere verhaallijn hebben de makers een sprankje hoop verwerkt dat altijd weer een deceptie blijkt. Dit weet je, als kijker, en toch blijf je kijken omdat het zo vreselijk goed is.’ Dit is nog steeds waar, behalve dat dit keer niet ieder sprankje hoop een deceptie blijkt.
Dit gebeurt er als de grappigste schrijver ter wereld over Trump schrijft. De weergaloze Matt Taibbi is in topvorm in dit stuk. Hij is hilarisch maar niet zo dat de ernst van de zaak-Trump verloren gaat, integendeel. ‘The astonishing thing about Trump is that he wasn’t foisted on us by a council of Bourbons, or by succession law. We elected the man, and are poised to do it again. History will judge us harshly for this, and will look with particular venom at Trump’s political opponents in both parties, who over the years were unable to win popularity contests against a man most people would not leave alone with a decent wristwatch, let alone their children.’
Rutger Bregman deugt. Fijne collega Rutger Bregman schreef een boek, een dik boek, De meeste mensen deugen. Sara Berkeljon van de Volkskrant interviewde hem en dat levert echt een heel leuk stuk op. Je krijgt als lezer een goed beeld van Rutger, zijn ideeën en motivatie. Heel eerlijk, heel erg Rutger. Knap werk van de interviewer.