Over zeelieden, kamerplanten en een kapotte wc
De haven van Rotterdam houdt dit weekend open dag. Maar zelfs dan zul je ze nauwelijks zien: zeelieden. De meesten zitten namelijk vast op hun schepen.
Begin deze zomer ging ik op zoek naar zeelieden. Elk jaar doen honderdduizenden bemanningsleden Rotterdam aan. Filipijnen. Roemenen. Sri Lankanen. Myanmarezen. Russen. Indiërs. Ze brengen alles wat we nodig hebben. (90 procent van onze spullen komt per boot.) Maar waarom zie je ze zelden?
Dankzij een zeedominee vond ik er een paar. In een dorpje in de duinen vlak onder Rotterdam, Oostvoorne, blijken dagelijks zeelieden te komen. Hun haastige tred zegt iets over hun werk, vond ik. Lees hier m’n zeeliedenstuk.

Het schoot in het verkeerde keelgat van een Rotterdamse reder. Ik was véél te negatief over het leven van matrozen, vond hij. Ze hebben een topsalaris, thuis in de Filipijnen zijn ze helemaal het mannetje.
Misschien had hij een punt, dacht ik. Dus ging ik aan boord van de chemicaliëntanker Coolwater. Waar het leven best aangenaam leek. Mede dankzij kamerplant Igor en dromen over een vechthanenbusiness.
Misschien moet je matrozen zien als koningen in ballingschap: rijk, vol heimwee soms, maar zeker niet zielig. Hier lees je het stuk terug.
De rest van de zomer fietste ik veel lukraak door de haven. Ik zag wonderlijke dingen, zoals de inmiddels wereldberoemde drijvende koeien . Of gewoon paardjes tussen de industrie in Pernis. En een nieuw Chinees oorlogsschip (waar helaas alleen Rotterdammers met Chinees paspoort aan boord mochten).

Maar wat me het meest verbaasde: hoeveel ouderwets handwerk er nog nodig is in de haven. Want je hoort al een kwarteeuw over die zelfrijdende containerwagens en er zijn inmiddels ook hypermoderne robotkranen bij gekomen; maar intussen geschiedt het vastzetten van een container, bijvoorbeeld, gewoon nog met de hand. Sjorren, heet dat. En er is veel vraag naar sjorders. Diploma niet nodig.
Dit weekend ga ik eens kijken of dat iets voor me is, werken in de haven als sjorder.
De wederafbraak van Rotterdam door de ogen van een postbode
Tot slot iets over de woningcrisis. De Tweebosbuurt in Rotterdam begint intussen landelijk bekend te worden. Woningcorporatie Vestia wil er huizen slopen waar arme mensen wonen om er huizen neer te zetten voor mensen met geld. Deze vrijdag doet de rechter uitspraak: mag het wel wat hier gebeurt?

Ik sprak een postbezorger die er woont. Voor hem staat er veel meer op het spel dan zijn huis, hij trok het veel breder: dit gaat over de vraag in wat voor samenleving we ons thuis voelen.
En wat te zeggen van de toiletpot op zijn werk? Lees het stuk hier .
Tot de volgende,
Arjen