Ze pakt haar mooiste My Little Pony’s en vliegt ermee naar het griezelbos. Een rode draak briest naar haar. Ze likt zijn huid eraf. Soms is ze Aphrodite, de godin van de liefde. Of vergeet ze ’s ochtends haar pil te nemen en speelt later in de supermarkt met de gedachte om alle klanten uit te nodigen voor een feestje bij haar thuis. ‘Dan vond ik iedereen ineens zó aardig.’

In de korte documentaire Gioia, over haar en het schemergebied tussen realiteit en waanzin, haalt de Amsterdamse Gioia Norina Melody Fiorito (35) herinneringen op aan haar twee psychoses. We zien haar op bed zitten in een feestjurk. Op het moment van filmen is het relatief rustig in haar hoofd, dankzij medicijnen en therapie. Geen angst, geen voet op haar keel, geen inktzwart. 

‘In manische periodes ontplof ik van geluk en liefde, alsof ik MDMA heb gebruikt’

Maar er zijn ook geen Little Pony’s. Er is geen Aphrodite. En dat is saai. Gioia: ‘In tijden van depressie wordt het echt eng. Dan komt niks goed. Maar vóór het zover is, in de manische periode, ontplof ik van geluk en liefde. Alsof ik MDMA heb gebruikt. De dalen zijn even weg nu, maar ik ben ook nooit meer zo uitzinnig van vreugde als ik kan zijn.’

De film, die komende zondag zijn première beleeft op NPO3, is afwisselend dans en verhaal: soms zie je de steeds sneller trappelende voeten van voormalig Scapino-danseres Mara Hulspas, plotselinge stoten, desoriënterende sprongen en draaien. Bewegingen die je alleen snapt als je de muziek kunt horen: een visualisatie van de wanen van Gioia.

In de verhaalscènes zien we hoe Gioia een ‘normaal’ leven probeert te leiden, een leven van kijken welk wasmiddel in de aanbieding is. We horen haar praten over hoe het was toen ze was losgezongen van de realiteit. Ze bladert door plakboeken waar ze aan knutselde tijdens haar manische psychoses: vol ansichtkaarten met apen en krantenknipsels over Henny Huisman. Een briefje met woorden die ze altijd omdraaide: devil is lived. Isis is sisi. Een ballon, van die keer dat ze dacht dat ze kon vliegen.

Een hondje is een wandelend vloerkleedje

Gioia kreeg op haar 27ste haar eerste psychose. Ze belandde op de gesloten afdeling van de Valeriuskliniek in Amsterdam. Een middelbareschoolgenoot, radiomaker Laura Stek, maakte daar toevallig net een verhaal over het honderdjarig bestaan van de psychiatrische kliniek. Ze herkenden elkaar. Toen ze samen een rondje door het nabijgelegen Vondelpark liepen, viel het Laura op hoe snel en origineel Gioia dacht, vertelt ze in haar kantoor, waar ik de twee vrouwen spreek. 

‘Gioia zag een hondje en zei: “Een wandelend vloerkleedje.” Door haar ogen ging ik ineens anders kijken naar een park dat ik al sinds mijn jeugd ken. Ik wilde iets over haar maken. Dus stuurde ik haar een berichtje via Facebook.’ 

Ze draait zich naar Gioia. ‘En toen reageerde je… vier jaar later?’

Gioia: ‘Facebook had mijn account tijdelijk geblokkeerd omdat ik te veel had gepost.’

Ze begonnen te praten, hielden nooit meer op en maakten samen de korte film, waarin ze ook hun gedeelde passie voor dans uiten. En, zegt Gioia, ‘dansen is iets wat in essentie fijn is, maar waar ik me niet meer in mag verliezen. Want mezelf verliezen is gevaarlijk geworden. Wat als je de weg terug niet meer vindt?’

Ze sliep een nacht niet. Toen drie. Toen tien

Laura en Gioia zaten allebei op het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam. Gioia: ‘Frits Bolkestein. Els Borst. Die schrijver van Alleen maar nette mensen. Allemaal van die school.’ Om die reden voelt ze de behoefte gerespecteerd te worden door wat ze ‘de linkse intelligentsia’ noemt. ‘Kijk, ik kom nu ook in de media. Maar niet omdat ik een mooi boek heb geschreven of een Kamervraag heb gesteld. Ik kom op tv vanwege mijn geestesziekte. De wereld gaat zien dat ik ziek ben geworden door datgene waar ik juist goed in was: denken.’

Een ambitieuze gymnasiast en een wereldverbeteraar, dat was Gioia naar eigen zeggen voordat haar stoornis begon te overheersen. Na de middelbare school ging ze Vrouwenstudies doen aan de Universiteit van Amsterdam. Ze vertrok als stagiair naar Guatemala om daar mishandelde vrouwen te helpen.

‘Wat had ik die vrouwen te bieden? Ik kon mezelf niet eens helpen’

Gioia: ‘Dat kun je achteraf zien als de eerste voortekenen van mijn Godinnen-complex. Wat had ik die vrouwen te bieden? Ik kon mezelf niet eens helpen. Tijdens je manie zit je vol goede ideeën, je hebt onuitputtelijke energie – dan denk je al snel dat je de wereld moet en kan redden. Maar met het ongeduld van een hypomaan kun je de bureaucratie die komt kijken bij het oplossen van ingewikkelde problemen helemaal niet aan.’

Terug in Nederland veranderde alles tegelijk. ‘Mijn opleiding liep af. Mijn studiefinanciering hield op. Mijn studentenkamer was opgezegd. Ik zou binnen afzienbare tijd geen daginvulling meer hebben, geen geld en geen dak boven mijn hoofd. Ik had geld nodig maar kreeg een oogontsteking, waardoor ik niet kon solliciteren. Zonder huis ben je overgeleverd aan de gastvrijheid van anderen. De meeste mensen zullen je na een paar dagen van de bank schoppen. Dat vooruitzicht leverde zo veel onrust en stress op, zoveel cortisol, zoveel adrenaline, dopamine, dat ik niet meer kon slapen. En dan sluipt die psychose erin. Je slaapt minder maar hebt meer energie.’

Ze sliep een nacht niet. Toen drie. Toen tien. ‘Mijn familie kon me op een gegeven moment ook niet meer redden en was ten einde raad.’

De wereld redden én je aan de regels houden

In plaats van werk vinden of een huis regelen, ging Gioia de hele wereld redden. Die reflex was niet nieuw – ook voor haar eerste manie voelde Gioia al vaak dat ze zich moest mengen in elke misstand die ze zag. ‘Stond er een zwangere vrouw in de tram en bood niemand zijn stoel aan, dan ging ík dat regelen. Werd er een donkere jongen weggestuurd bij de club, zogenaamd vanwege zijn sportschoenen, dan vocht ik met de racistische uitsmijter. Heel nobel allemaal, maar eigenlijk vooral een excuus om niet met mijn eigen problemen aan de gang te hoeven. Intussen raakte ik het contact met de realiteit kwijt. Je kunt niet voorzien in je basisbehoeftes en dan sta je open voor alles – voor waanzin.’

Die eerste psychose – ze omschrijft het als oorlog, als een strijd om te overleven. Gioia: ‘En in die oorlog moet je vechten. Maar je mag niet letterlijk vechten, want geweld is crimineel. Je kan niet iemand uit z’n huis gooien, de sleutel afpakken en daar gaan wonen. Maar in die manie heb je het geduld niet voor de wachtlijsten en de inschrijvingen en de formulieren die een normale gang van zaken vereisen. Je moet vechten voor je plekje, maar je moet je wél aan de regels houden.’

Je bent supergoddelijk óf je bent een ellendig hoopje mens

Er zit volgens Gioia iets onhebbelijks in de bipolaire stoornis. ‘Je wordt er bazig van, als een majoor die geen tegenspraak duldt. Je wordt gemeen, onderdrukkend, je gaat over grenzen van anderen heen. Maar dat voelt prima! Want jíj hebt gelijk, de rest snapt het niet, jij bent stralend, je bent Christus en Mohammed, jij hebt geen slaap nodig…’

In de jaren die volgden werd ze meerdere keren manisch-psychotisch. Tot twee keer toe werd ze opgenomen in de Valeriuskliniek. Op momenten van relatieve rust begon het schuldgevoel te knagen. ‘Als je uit die manie komt, moet je niet alleen jezelf weer in balans zien te brengen, je moet ook onder ogen komen wat je allemaal kapot hebt gemaakt. Dan zie je ineens dat je je moeder hebt beledigd, je beste vriend hebt weggejaagd, je laptop hebt weggegeven, geld hebt uitgeleend aan een wildvreemde.’

Die fouten moet je rechtzetten, én je moet afscheid nemen van die grootse, onaantastbare persona. Gioia: ‘Je bent supergoddelijk óf je bent een ellendig hoopje mens. Een alternatief vinden tussen die twee uitersten: daar ga ik de rest van mijn leven mee bezig zijn. Het is een constante strijd met mijn ego. Het is nou eenmaal leuker om een profeet te zijn dan een imperfecte mens. Een mens die andere mensen soms ook pijn doet.’

De regels van ‘normaal’ leven

Gioia legt zichzelf tegenwoordig regels op om stabiel te blijven. ‘Ik ga minder drinken. Ik ga gezond eten. Ik ga vroeg naar bed. Ik durf nee te zeggen tegen mensen die me slecht behandelen. Ik durf dingen te doen waarbij ik me egoïstisch voel. Hoe leer je om rust te nemen? Hoe leer je alleen te zijn? Hoe leer je stress te herkennen? Hoe leer je nee zeggen als je niet aangeraakt wil worden? Hoe ga je om met mensen die je willen vernederen? Met mensen die verkeerd omgaan met je liefde?’

Het is nou eenmaal leuker om een profeet te zijn dan een imperfecte mens

Vragen waar iedereen weleens antwoorden op zoekt. ‘Maar ik moet dat letterlijk doen’, zegt Gioia’, ‘anders word ik weer ziek. Ik vind dat ik een liefdevol mens moet zijn, die goed is voor de mensen om zich heen. Maar wat is liefdevol? Want in de naam der liefde gebeuren heel nare dingen. Elke vraag werpt tien nieuwe vragen op.’ 

Omdat Gioia tijdelijk een andere realiteit heeft gekend, is ze nu bewust bezig met de fundamenten van de algemeen gedeelde realiteit. Een last die al zwaar zou zijn zónder dat constante besef dat jouw realiteit anders is dan die van anderen. 

Gioia: ‘Het bipolaire is een chemische reactie op het niet aankunnen van een situatie. Maar in plaats van toegeven dat ik iets niet kan, ga ik groot en sterk doen om alles op te lossen, want het alternatief is dat ik breek. Maar de wereld breekt je vroeg of laat, hoe dan ook. Het enige wat je kunt doen is beter worden in rust nemen en genezen wanneer het gebeurt. Ik wil me niet meer schamen voor mijn bipolariteit, want die betekent simpelweg dat ik sneller breek dan een ander.’

Alles wat ik had tegengehouden, mocht er ineens weer zijn

In Guatemala was haar bijnaam onder de locals ‘Alegria’ – blijdschap, net zoals ‘Gioia’ in het Italiaans betekent. En dus besloot ze niet meer te proberen te helpen, maar samen met de vrouwen te dansen. ‘Dat kon ik. Dat wist ik.’ Ze danste zoals ze danst in het indrukwekkende slot van de documentaire. Daarin staat ze in een lege, betegelde zaal en beweegt. Eerst voorzichtig, dan flirterig, dan sensueel, dan betoverd.

‘Mijn moeder was in die zaal, Laura was daar, er stonden twee vreemde mannen met een rijdende camera voor mijn neus. En dan moet je ineens gaan dansen. Alles wat ik probeerde tegen te houden, mocht er ineens weer zijn: het ego, de verleiding, het loslaten. Ik gaf me voor het eerst sinds lange tijd weer over, zodat ik weg kon uit die betegelde ruimte, weg uit die ongemakkelijke situatie. Daarom zie je mijn handen ook richting de hemel gaan tijdens dat lied. Vanbinnen vroeg ik aan iets of iemand: “Verhef dit.”’

De documentaire Gioia is zondag om 23.30 uur te zien op NPO3.

Meer lezen?

Hoe overleef je een zware psychose? Dit Correspondentlid vertelt over zijn lijden én herstel Jan Gerrit Schuurman is psycholoog, en kreeg in 2013 een zware psychose. Hij had geen idee wat hem overkwam. Met hulp van vrienden en een psychiater herstelde hij. In dit audioverhaal vertelt hij met veel inzicht over wat hem overkwam, en hoe dat nog steeds zijn leven beïnvloedt. Luister het verhaal hier