Op cruise gaan terwijl het klimaat kapseist: ik voel het verlangen ook

Arjen van Veelen
Correspondent Natuur
Foto: Arjen van Veelen

Ik bezocht het grootste cruisevaartfestival ter wereld. Misschien wel de foutste show op aarde, een omgekeerde klimaatmars, een optocht van middelvingers naar de planeet. Toch? Een essay vanaf de walkant.

Het loeien begint als de avond valt. Het diepe geluid van de scheepshoornen galmt over de Elbe, golft over de kades van Hamburg, de straten in, onder de deur van mijn hotelkamer door. Tuuuuuum. Tuuuuuum. Tuuuuuum.

Ik schiet mijn jas in, de eredienst begint.

Over de kades vlieg ik, zigzaggend tussen de mensen door. Ik adem een walm in van wafels, suikerspin en houtskoolgrill. Dan via de oude voetgangerstunnel, onder de rivier door, naar de overzijde, waar een uitkijkpunt zou moeten zijn.

Ook hier wacht al een menigte. Ik wurm me tussen de mensenlijven door tot ik de rivier kan zien glinsteren. Er staat een grote maan laag boven water: oogstmaan. Nogmaals trilt de lucht van de scheepshoornen. Tuuuuuum. Tuuuuuum. Tuuuuuum. Een merkwaardige stilte daalt neer, eerbiedig, gespannen, zelfs de kinderen op de hoofden van de papa’s zwijgen.

Foto's: Arjen van Veelen

De Olympische Spelen van de cruisewereld

De Hamburg Cruise Days vinden eens in de twee jaar plaats. Het festival is een soort Olympische Spelen van de cruisewereld. Deze editie is groter dan alle voorgaande: in de haven hebben zich twaalf reuzenschepen verzameld. Over enkele minuten begint het sluitstuk: de grote parade. Nog één keer zullen de schepen door de haven varen, onder begeleiding van een licht- en geluidspel en met groots vuurwerk als afsluiting. Hamburg zwaait de reuzen uit.

Ik heb me geposteerd naast twee dametjes die een fles sekt hebben meegenomen. Ze proosten in de menigte zonder morsen.

Dan doemt in de nacht een lichtgevende boeg op. Langzaam schuift de kolos dichterbij, hoger dan een flatgebouw, helwit en soeverein als een ijsschots – en dan wordt het wit afwisselend fel roze, dan geel, dan blauw. Om me heen klinken oh’s en ah’s, geklik van camera’s. Nogmaals de scheepshoorn, het geluid trilt tot in m’n botten.

Een nevel van kruitdamp hangt tussen de schepen, we beleven een betoverende, nachtelijke zeeslag

Even is het donker. Dan komt het volgende schip, nog groter. En nog één, tot ze allemaal zijn gepasseerd, van de 126 meter lange World Explorer tot de 300 meter lange Aida Perla. Een suikerzoete processie. Er klinken al oh’s en ah’s als het vuurwerk knetterend uiteenspat, rood en geel op inktzwart. De maan schuilt achter wolkenflarden, een nevel van kruitdamp hangt tussen de schepen, we beleven een betoverende, nachtelijke zeeslag.

Ik stuur wat foto’s naar vrienden, ze snappen niet wat ik hier doe en waarom dit een half miljoen mensen trekt.

‘Waarom vinden mensen dit zo spectaculair?’ schrijft eentje.

‘Hunker jij nooit naar iets dat groter is dan jezelf?’ tik ik terug.

‘Ja, maar niet als dat een grote, lelijke boot is.’

Een andere vriend appt: ‘Cruiseschepen zijn verschrikkelijke, hyperkapitalistische vaartuigen met moderne slavernij aan boord.’

Foto: Arjen van Veelen

Dé metafoor voor wat mis is met het kapitalisme

Ik had hetzelfde kunnen zeggen. Als je één metafoor zou mogen kiezen voor alles wat er mis is met het kapitalisme, is het cruiseschip de perfecte kandidaat. Cruiseschepen zijn ‘te groot voor de rivier’, zoals een vriendin zei. Ze koloniseren de antieke steden die ze aandoen, het zijn bakbeesten, gemaximaliseerd met zoveel mogelijk scheepshutten om de winst op te krikken.

Foto: Arjen van Veelen

Aan boord heerst bovendien een fnuikende, negentiende-eeuwse ongelijkheid, met als laagste in de pikorde de Aziaten die tegen hongerloontjes werken van zonsopkomst tot zonsondergang, die slapen in hutten zonder daglicht, benedendeks, net iets beter af dan de ratten in de magazijnen. Enzovoorts.

En dan zijn die schepen, tenslotte, ook nog eens een ramp voor de aarde omdat ze stookolie gebruiken, de smerigste van de fossiele brandstoffen. Eén zo’n schip, las ik in braakt evenveel fijnstof uit als een miljoen auto’s.

Eén zo’n schip is smeriger dan een hele stad. En hier varen er twaalf.

‘Precies’, app ik dus een vriend terug, terwijl de dametjes naast me nog eens bijschenken, ‘dit is het carnaval van het kapitalisme.’

En toch – het schouwspel raakt me. Misschien zijn mijn ogen betoverd. Misschien is de schaal van de schepen gewoon te immens, niet in appjes te vatten.

Hoe zouden volgende generaties hiernaar kijken? Twaalf van de smerigste schepen ooit, een verrotte optocht?

Het vuurwerk spettert nu aan een stuk. Grande finale. Stelletjes grijpen elkaar stevig beet. De dametjes zijn gestopt met keuvelen. Eentje strekt haar arm met mobieltje richting hemel, ik zie pasfoto’s van kleinkinderen in het mapje van haar telefoon. Hoe zouden nieuwe generaties deze filmpjes later bekijken? Twaalf van de smerigste schepen ooit, een verrotte optocht, op ramkoers richting de laatste ijsberg? Een decadente optocht, een dansen op de vulkaan?

Een omgekeerde klimaatmars, zoiets.

Toen de Costa Concordia op een klip liep, bijna acht jaar terug, zagen sommigen dat als een metafoor voor het kapseizen van het kapitalisme. ‘Een metafoor van 115.000 ton’, schreef ‘Een ironischer eeuwfeest voor de ondergang van de Titanic is nauwelijks denkbaar.’

Het beeld is sterk, maar sindsdien groeide de cruisesector juist flink. Sterker, hoewel we steeds meer weten over de catastrofale uitstoot van CO2, is de cruisesector juist vorm van toerisme. Het aantal passagiers is wereldwijd ongeveer verdubbeld, tot bijna sinds het kapseizen van de Costa Concordia.

Of moet het zijn: dankzij al die negatieve publiciteit?

Foto's: Arjen van Veelen

De show stopt niet om wat azijnpissers

Want zelfs tijdens de Cruise Days ontkom je er niet aan. Wildplakposters als protest tegen de schepen. Posters met oproepen tot een klimaatstaking. Kleine steekjes, maar ze haken zich vast. En een dag eerder hebben klimaatactivisten emmers met nepbloed over de kades leeggegooid, als protest tegen de Cruise Days.

Nu is het bloed allang weg geboend en de prullenbakken op de kade puilen alweer uit van één dag vreten – business as usual – maar toch kun je niet meer, zoals bij eerdere edities, de cruiseshow aanschouwen zonder in elk geval een vage notie van iets fouts te hebben. Zoals over alles inmiddels de roetaanslag is neergedaald van de schaamte.

Misschien ben je alleen aan boord van zo’n schip veilig?

Om me heen zie ik mensen met gelukzalige, bijna postcoïtale gelaatsuitdrukkingen kijken naar een show die de ondergang van de planeet versnelt. Hier aan de kade zie je waarom het systeem gedoemd is te klappen – en tegelijk waarom het nog springlevend is: de show is gewoon te mooi. Lion King.

Foto’s: Arjen van Veelen

Dubbelzinnige tijden, ook in Hamburg

Tegelijk zijn het schizofrene tijden. Op Hamburg Centraal zag ik reusachtige posters voor veganistische maaltijden; even verder een nog grotere banner met ‘BEEF!’. Op straat stonden overal elektrische stepjes, zodat je gratis en milieuvriendelijk naar de extreem vervuilende Cruise Days kon.

Dezelfde spagaat in de kranten. Op de ene pagina kritische beschouwingen over de cruisevaart, op de andere een advertentie voor precies zo’n reis, georganiseerd door de krant zelf. Je moet een steeds leniger geest hebben om beide te kunnen verenigen – of zijn het misschien geen tegenstrijdigheden, maar roept het een het ander op? Hoe meer vega, hoe harder de roep om vlees? Hoe meer schaamte over het klimaat, hoe sterker de behoefte groeit te ontsnappen?

Foto: Arjen van Veelen

Ontsnapping is precies wat cruisemaatschappijen verkopen.

Eerder die dag had ik wat over de kades gezworven, langs de schepen. Tussen de vreettentjes en de muziekpodia stonden de paviljoens van de grote cruisemaatschappijen. Ook Aida was present.

Ik kende deze Duitse maatschappij van het cruiseschip dat elke week met grommende generatoren aan de Wilhelminakade ligt in Rotterdam. Alle Aida-schepen hebben een groot, Bambi-achtig oog op de boeg geschilderd en een volle ‘mond’ van grote rode lippen. Alsof dat grote schip eigenlijk een lief dier is, of een tekenfilmfiguurtje. Onschuld!

Bij het Aida-paviljoen hadden ze het paradijs gereconstrueerd met fijn zand en wat palmbomen. Ook kon je er replica’s bezoeken van luxueuze scheepshutten. Ik maakte een praatje met een hostess in een wit uniform, veinsde interesse (‘met mijn gezin, twee weken, komend voorjaar, misschien’). Ze overhandigde me een zware, glanzend witte brochure.

Ik voelde me vrij letterlijk bezwaard, nam voor de vorm nog een kijkje in de scheepshutten. Een lege suite met een luxueus tweepersoonsbed. Alles was zo wit hier, de muren, de brochures, het beddengoed – zelfs de mensen. Sneeuwblind werd je ervan.

Ik bladerde door het witte boek. Ik kon kiezen tussen 7, 14, 21 dagen op zo’n verwenschip. Met een Finse sauna of ayurvedische massage. De goedkoopste cruise, door Noord-Europa, kostte maar een paar honderd euro per persoon. Het paradijs lag tegenwoordig echt binnen ieders bereik.

Foto: Arjen van Veelen

Cruisevaart als geperfectioneerd escapisme

Toevallig las ik die week een essay van de Chinese schrijver (1000-1072), hij zegt dat elke boot in feite een reddingsboot is. Alle boten zijn bedoeld om te ontkomen. Arken van Noach. En cruisevaart? Geperfectioneerd escapisme.

De smetteloos witte interieurs, de lege zandstranden, de wellness, de massages, de alomtegenwoordige glimlach: niemand zal je hier shamen. Je moet cruiseschepen zien als safe spaces.

Je moet cruisereizigers zien als mensen op de vlucht, bedenk ik nu, voor het knagende besef dat de wereld vergaat en dat zij dat gedaan hebben.

Logisch dat de markt voor onschuld groeit in tijden van opgelegde schaamte.

Schepen benauwen me doorgaans (ik houd van uitgangen), maar ook ik zou weleens vrij willen zijn van het voortdurende besef dat elke hap, aanschaf – elke ademteug, lijkt wel – fout is.

Het raakt een existentieel gevoel: ik heb zelf nooit gevraagd om dit leven, waarom zou ik er dan wel de verantwoordelijkheid voor moeten nemen, waarom moet ik me druk maken om een planeet?

Je komt op aarde in naakte onschuldige staat, niemand had jou iets gevraagd, maar voor je het weet tors je het gewicht van de wereld met je mee.

Hoe vaker je hoort dat je je leven grondig moet veranderen, hoe sterker de behoefte groeit de zware last van je schouders te smijten

Hoe vaker je de apocalyps krijgt aangekondigd, hoe vaker je hoort dat jij je leven moet aanpassen, hoe sterker de behoefte groeit om de zware last van je schouders te smijten en te ontsnappen naar een tekenfilmwereld waar al je zonden, all inclusive, zijn afgekocht.

Terug naar de moederschoot... Kun je het een mens kwalijk nemen?

De laatste vuurpijl dooft uit. Nog even staren de mensen omhoog. De hemel nu extra zwart, pupillen worden weer langzaamaan groter. De laatste schepen varen weg met een laatste groet. Tuuuuuum. Tuuuuuum.

We’ll meet again – nietwaar? Maar voor het eerst in tijden durft niemand te zeggen hoe de wereld over twee jaar zal zijn. Een melancholie daalt over de rivier, het is de herfst die al in de lucht knispert, een sterk besef dat we niet alleen afscheid nemen van een zomer, maar van een zorgeloze tijd.

Dus we zwaaien naar de boten – als drenkelingen zwaaien we: neem ons mee.

Meer lezen?