De belangrijkste technologiecriticus ter wereld bouwt een anti-Google
Evgeny Morozov was al jaren voordat het in de mode raakte kritisch op Big Tech. Maar altijd vanaf de zijlijn. Toen bedacht en bouwde deze briljante denker een systeem dat breekt met de dominante wetten van de aandachtseconomie. Ik was erbij, toen hij vorige maand vanuit Zuid-Italië The Syllabus met de wereld deelde. (Dit artikel is ook te beluisteren.)
In de lente van 2018 staat Evgeny Morozov op een rubbermat in een hotelkamer in Cambridge, Massachusetts. De belangrijkste technologiecriticus ter wereld is bang. Bang om dood te gaan en te weten dat er belangrijke boeken bestaan die hij niet kent.
Verspreid over zijn kamer liggen boeken. Het zijn er honderden, duizenden misschien. Op de grond, op de stoel, in het bed, onder het bed, naast het bed. Overal boeken.
Voor hem, op een bureau, ligt er één opengeslagen. Een iPad filmt de pagina’s, die hij met twee vingers in straf tempo omslaat. Op goede dagen scant hij zo honderd bladzijden per minuut, twaalf boeken in een uur, honderd op een dag.
Hij luncht, hij sport, hij slaapt en hij scant. Dagen achter elkaar.
Evgeny Morozov scant de boeken waarvan hij vindt dat hij ze ooit moet lezen. Dat weet hij, omdat hij een systeem heeft bedacht waarmee hij van alle boeken ter wereld kan bepalen hoe relevant ze zijn. En dat werkt niet alleen voor boeken, maar voor álle informatie en kennis.
Op die rubbermat in Massachusetts wordt het idee van The Syllabus geboren: een site die wekelijks de allerbeste en relevantste boeken, podcasts, wetenschappelijke artikelen, video’s en journalistiek aanbeveelt aan iedereen die de wereld beter wil begrijpen.
Maar The Syllabus is meer dan dat. Morozov wil mensen aan het denken zetten. Met The Syllabus levert hij kritiek op de manier waarop online informatie en kennis ontdekt en verspreid worden, op basis van clicks, likes & shares – op basis van populariteit. Met The Syllabus bouwt Morozov een systeem dat op een nieuwe manier de relevantie van informatie bepaalt – een manier die misschien wel beter is dan Google.
Juist: Evgeny Morozov, de belangrijkste criticus van de ideologie van Silicon Valley, begon een online dienst met een even megalomane missie als menig techbedrijf.
En ik was erbij, toen hij vorige maand vanuit Zuid-Italië The Syllabus met de wereld deelde.
We zijn een halfuur onderweg, wanneer chauffeur Antonio naar een kluitje witte huizen in de verte wijst. Daar gaan we heen: Rose, een dorpje met vierduizend inwoners, gebouwd op een steile heuvel dicht bij de kust van Calabrië, op de wreef van de Italiaanse laars.
Het is het huis van de familie van Morozovs vrouw. Hij nodigde me hier uit om bij de lancering van The Syllabus te zijn.
‘Waar ken je hem van?’ vraagt Antonio terwijl hij zijn auto de Calabrische heuvels instuurt.
Ja, waar ken ik Evgeny Morozov van? Voor mij, als journalist die de invloed van technologie probeert te begrijpen, is de Wit-Russische schrijver al meer dan tien jaar onmisbaar.
Ik hoorde voor het eerst van hem toen hij in 2008 als blogger schreef voor een paar Amerikaanse sites. Zijn artikelen maakten hem als jonge twintiger berucht: hij liet geen spaan heel van entrepreneurs, trendwatchers en andere figuren die de digitale heilstaat predikten. Met zichtbaar genoegen ontleedde hij hun utopische vergezichten totdat er niets meer van overbleef. ‘This is a book that should have stayed a tweet’, schreef hij over het nieuwe boek van techgoeroe Jeff Jarvis.
Ik ken hem ook van die allereerste keer dat ik hem interviewde, in 2013, een interview dat uitliep op een debacle.
Ik: ‘In je nieuwste boek uit je stevige kritiek op journalisten die over technologie schrijven. Zij begrijpen niet wat technologie is en zijn totaal niet kritisch. Welke lessen kunnen journalisten trekken uit jouw ideeën?’
Hij: ‘Waarom vraag je dat aan mij? Jij bent hier toch de journalist?’
Ik ken Morozov óók van de twee fenomenale boeken die hij schreef: The Net Delusion* uit 2011 en To Save Everything, Click Here* uit 2013, waarmee hij al fundamentele kritiek op Silicon Valleys Big Tech leverde, * jaren voordat dat in de mode raakte.
Morozov bestrijdt in zijn werk de mythe dat ‘het internet’ en ‘het digitale’ unieke, nog nooit vertoonde fenomenen zijn, en dat deze technologieën de aanjagers zijn van revolutionaire tijden. Dat de iPhone, Google, Uber uitvindingen zijn – nee, innovaties! – die hun gelijke niet kennen, historische uitzonderingen, mogelijk gemaakt door de uitzonderlijke genialiteit van technerds in Silicon Valley.
Morozov laat juist consequent zien dat digitale technologie onderdeel uitmaakt van bestaande systemen en niet losstaat van de geschiedenis en de politiek-economische werkelijkheid.
Zo kon Silicon Valley ontstaan doordat de Amerikaanse overheid investeerde in technologieën om de Koude Oorlog te winnen. Werden de algoritmes van Googles zoekmachine gefinancierd door meerdere Amerikaanse ministeries. Versoepelden westerse steden tijdens de financiële crisis van 2008 de regels om je huis te kunnen verhuren, waardoor inwoners wat bij konden verdienen en waardoor Airbnb enorm kon expanderen.
Morozov bestrijdt in zijn werk de mythe dat ‘het internet’ en ‘het digitale’ unieke, nog nooit vertoonde fenomenen zijn
Morozov toont hoe de mythe van het uitzonderlijke Silicon Valley ons verblindde voor de werkelijkheid. Politici en journalisten geloofden dat het internet de wereld zou democratiseren, en bedachten daardoor niet dat vijf grote bedrijven de dienst uit zouden gaan maken. Google en Facebook werden gezien als idealistische bewegingen, niet als beursgenoteerde bedrijven die hun aandeelhouders ieder kwartaal betere cijfers moeten laten zien. De Verenigde Staten predikten jarenlang het internetvrijheidsevangelie, terwijl ze tegelijkertijd met de geheime dienst NSA een zeer geavanceerd online surveillancesysteem optuigden.
De mythe was krachtig en invloedrijk. Google, Facebook en Amazon kregen juridische en fiscale uitzonderingsposities, omdat politici heel lang geloofden dat het uitzonderlijke bedrijven waren. En steden rolden blind de rode loper uit voor Uber en Airbnb.
Nu, in 2019, is kritiek op Big Tech een populair gezelschapsspel, maar ik vraag me weleens af: wat als we iets eerder naar Evgeny Morozov hadden geluisterd?
Dat wil ik chauffeur Antonio antwoorden, maar mijn Italiaans is er te belabberd voor. En Antonio’s Engels bestaat niet.
Wanneer hij de auto parkeert voor het groene hek van de Calabrische villa, komt Evgeny Morozov al aangelopen. In korte broek, wijd T-shirt en sandalen. Hij opent het hek, schudt mij de hand en begint in vloeiend Italiaans met Antonio te praten. Hij legt uit dat ik over vier dagen opgehaald kan worden, en samen lopen we naar het grote huis.
Daar moet het gebeuren. Daar werkt Evgeny Morozov met vier kompanen aan de launch van The Syllabus. Over drie dagen zal het project waar Morozov de afgelopen zes jaar zijn denkkracht in stopte live gaan. Als alles tenminste volgens plan verloopt.
Morozov leidt me kort rond, geeft me een pruim uit een van de pruimenbomen, plukt druiven van een tros en wijst me op de olijfgaard en de geiten. In de villa tref ik geen dampend datacenter of hysterisch rennende stagiairs. Wel een paar computers en zijn team van vier. Ik ben de enige journalist, de enige pottenkijker.
Het is vrijdag, de launch is maandag, ik vertrek dinsdagochtend, en er moet nog heel veel gebeuren.
Het is duidelijk dat ik hier in huis niet de enige bewonderaar van de Wit-Russische denker ben.
‘Ik ben kennelijk de CTO’, zegt Nikolai Maximchuk van 22, als ik hem naar zijn rol vraag. Hij is een volle neef van Morozov. Nikolai is geen techneut – hij studeerde Liberal Arts in Berlijn – maar de jonge Wit-Rus ‘begrijpt het allemaal wel een beetje’, die technologie die nodig is voor The Syllabus. Hij zit vrijwel onafgebroken achter zijn scherm. Net als de anderen.
De dagen zullen er min of meer hetzelfde uitzien. Eat, sleep, code, repeat. Iedereen heeft een werkplek in de ruime woonkamer. Alleen Morozov heeft een eigen werkkamer, op de eerste verdieping.
Iedere dag kent twee hoogtepunten, om half twee ’s middags en acht uur ’s avonds. Dan loopt de eigenaar van het plaatselijke restaurant met dampende, heerlijke, vettige pastaschotels het huis binnen en schuiven we aan tafel. Twee keer per dag wordt er drie kwartier gepraat en gelachen, om daarna weer aan het werk te gaan.
Pauzes zijn er nauwelijks. Het is nog onduidelijk of Morozovs systeem wel tijdig op volle kracht zal draaien.
Maandag moet er een site staan waar bezoekers zich kunnen abonneren op negen verschillende nieuwsbrieven,* die linken naar de relevantste informatie van de zestig belangrijkste thema’s van deze tijd, en waar bezoekers hun eigen, gepersonaliseerde nieuwsbrief* kunnen samenstellen.
De dagen zullen er min of meer hetzelfde uitzien. Eat, sleep, code, repeat
Nikolai leert hier vreselijk veel, vertelt hij me. Door met technologieën en databases te werken, maar vooral van zijn grote voorbeeld, zijn neef Evgeny Morozov. ‘Alleen al in zijn omgeving zijn is leerzaam.’
Dan is er Giovanni Scala, een stille Italiaan van 23 die allerlei klusjes voor het team doet.
De Spaanse Ekaitz Cancela (26) is een jonge schrijver en de inhoudelijke rechterhand van Morozov. ‘Mijn taak is om Evgeny’s denken zo te vertalen dat een machine het begrijpt.’ Cancela is een apart figuur – overduidelijk zeer intelligent, maar niet altijd even makkelijk verstaanbaar in het Engels. ‘Hij weet alles, hij heeft alles in zijn hoofd’, zegt-ie over Morozov. ‘Alle research die hij doet, hij leest het ook allemaal echt. Ongelooflijk.’
‘Maar’, zegt hij, ‘het is niet zozeer de hoeveelheid die hij leest, het is wát hij leest. Hij leest góéd en gericht. Dat leerde ik van hem: geen bullshit meer lezen.’
Cancela is een uitgesproken idealist, een gesprek met hem gaat al snel over in een bezeten bespiegeling op het kapitalisme. ‘Stel je voor dat Karl Marx hetzelfde systeem zou hebben als Evgeny!’ The Syllabus kan de wereld beter maken, denkt hij. ‘Zó kan het internet óók werken. En dat bouwen wij!’
Morozovs partner in The Syllabus is Edward ‘Eddy’ Tomordy (36). De Schots-Oostenrijkse Tomordy zegde een paar maanden geleden zijn baan op als partner van een New Yorks hedgefonds dat honderden miljoenen beheerde. ‘Na de wereld naar de kloten te hebben geholpen, wil ik nu iets moois maken’, zegt Tomordy half ironisch, half gemeend. Samen met Morozov financiert hij The Syllabus.
Morozov en Tomordy studeerden samen in Berlijn en zijn al ruim vijftien jaar bevriend. ‘Ik ken heel veel hele slimme mensen, maar Evgeny is echt van een ander niveau’, vertelt Tomordy me. ‘Toen we twintig waren, was al duidelijk dat hij een different mind had en daar blijf ik me over verbazen. Hij denkt zo anders, een superhuman. Het mooie is dat met The Syllabus een deel van Evgeny voor een groter publiek beschikbaar zal zijn.’
Bestaande informatiebronnen schieten tekort
Evgeny Morozov snijdt courgette en wortel voor een groentesoep. Het is zaterdagmiddag 12 uur en we zitten samen aan de keukentafel. Hij snijdt en praat, ik luister en let op. Gesneden groenten gooit hij in de Total Control Soup Maker van Morphy Richards.
‘Ik heb tot één uur’, zegt hij. ‘Dan begint mijn Chinese les.’
‘Chinese les?’
‘Ja, drie dagen per week een uur. Kom zo maar kijken.’
En hij vertelt me over het systeem dat hij ontwikkelde om de relevantie van boeken te bepalen.
Het begon in 2013, toen Morozov aan Harvard aan zijn nieuwe boek begon te werken. Zijn boek To Save Everything, Click Here was net verschenen en maakte de toen pas 28-jarige Morozov wereldberoemd.
Al was hij daar zelf niet zo van onder de indruk, of liever: hij was niet zo onder de indruk van zichzelf. ‘Oppervlakkig’, noemde het ‘wonderkind’ zijn eigen werk. ‘Ik heb meer invloed dan ik zou moeten hebben’, zei hij tegen een interviewer van The New York Times.
Hij wilde een intellectuele geschiedenis van het internet schrijven, maar vond zijn eigen boeken te simpel, te mainstream, en begon over andere onderwerpen te lezen. Over informatietheorie, cybernetica, counterculture, lsd, architectuur, design, psychoanalyse, neoliberalisme, en wat niet meer. Zijn boek moest een boek over alles worden. (Het is nog niet af. Uiteindelijk zullen er drie boeken verschijnen, vermoedt Morozov nu.)
Tegelijkertijd leerde hij nieuwe talen. Spaans, Italiaans, Portugees. Een beetje Pools, een beetje Nederlands, een beetje Noors, Zweeds en Roemeens. Hij wist: ik moet nóg veel meer boeken lezen.
Maar wie uit zo veel boeken kan kiezen, moet extreem selectief zijn. Hoe bepaal je dan wat je leest? Of belangrijker: hoe bepaal je wat je níét leest?
En dus dacht Morozov na over een methode om de relevantie van boeken te berekenen. ‘Ik moest een manier bedenken om alle tien miljoen boeken in Harvard Library te beoordelen zonder ze te lezen. Ik moest ze ordenen, ranken, gebaseerd op mijn interesses.’
Hij kreeg een ingeving: wat als ik bij het einde begin? Bij de hypothetische index van het boek dat ik nog niet heb geschreven? Daar moeten immers alle belangrijke concepten, mensen en instanties in staan. Als hij die zou kunnen vergelijken met de inhoud van alle boeken die verschijnen en een manier vond om te berekenen hoe goed ze matchen, dan wist hij welke boeken relevant zijn, en welke hij dus moet lezen.
De man die zichzelf ooit een ‘digitale ketter’ noemde, begon te experimenteren met online zoekmethoden en scrapingtools. Hij bouwde appjes, programmeerde code, schreef scripts. Met hulp van zijn neefje Nikolai en bijgestaan door Wit-Russische developers bouwde hij een eerste, rudimentair systeem. Een systeem dat werkte.
‘Shit. Ik heb er te veel groenten in gedaan.’ Morozov haalt wat stukken courgette uit de Total Control Soup Maker en drukt op de aanknop van het apparaat.
Hij woonde inmiddels in Barcelona, vertelt hij, waar zijn vrouw Francesca Bria was aangesteld als Chief Technology Officer van de stad. Als gevolg daarvan kon hij niet meer in de buurt van de Harvardbibliotheek en al die belangrijke boeken zijn.
Dus begon hij reisjes in te plannen naar Cambridge, Massachusetts om in hotelkamers al die boeken in te scannen. In een paar jaar maakte hij twaalf van dit soort tripjes en digitaliseerde hij meer dan tienduizend boeken.
Tegen de tijd dat ik aankwam, had de bibliotheek al een paar honderd boeken voor me klaarliggen
Morozov: ‘Twee weken voor elke trip paste ik mijn methode toe om te weten welke boeken ik moest reserveren. Ik schreef verschillende scripts om te controleren of de boeken beschikbaar waren op Harvard, of dat ze besteld moesten worden bij andere bibliotheken. Tegen de tijd dat ik aankwam, had de bibliotheek al een paar honderd boeken voor me klaarliggen. Ik nam veel handbagage en IKEA-tassen mee, laadde ze op een karretje en bracht ze naar mijn hotel. Ik plande mijn reizen zo dat ik elke avond naar de bibliotheek kon om nieuwe boeken te halen. Zo verspilde ik geen tijd.’
Soms maakte hij het wel erg bont. Dan nam hij boeken uit Harvard mee naar Barcelona en scande hij ze daar. De 90 kilo boeken vloog hij later weer mee terug naar de VS.
Waarom?!
‘Ik heb genoeg over psychoanalyse gelezen om te weten dat daar iets diepers bij mij zit’, zegt hij. ‘Maar ik hoef niet te weten wát.’ Hij excuseert zich en rent naar boven. Tijd voor de Chinese les.
Na de Chinese les vertelt Morozov me dat hij al steeds beter zinnen kan lezen.
We staan aan zijn hoge bureau in zijn werkkamer. Morozov heeft zijn koptelefoon nog op van de les die hij online volgde. Zijn iPad ligt binnen handbereik. Iedere vijf minuten checkt hij chatprogramma Slack om te kijken waar zijn team beneden mee bezig is.
‘Deze week las ik in het Chinees een verhaal over een familie die een intelligente hond in huis had’, vertelt hij. ‘Als ze zeggen: “drink water”, dan doet die hond dat. Op dat niveau kan ik de taal goed aan. Artikelen over geopolitiek nog niet.’
Juist nu, zegt-ie, heeft hij de afleiding van de Chinese les nodig: ‘Ik moet dit doen.’ Zijn andere lessen zette hij in de week van de launch wel tijdelijk stop. Duits (‘ik spreek het goed’), Portugees (‘ik spreek het vrij goed’), Frans (‘ook goed, nog niet vloeiend’), Italiaans (‘vloeiend, ik neem alleen les als ik op tv moet’), Spaans (‘vloeiend’).
Als hij tijd over zou hebben, zegt hij, dan bouwde hij met de hulp van een paar techneuten zo een app om talen veel sneller te leren. ‘Ik heb zo veel talen geleerd met zo veel verschillende apps en tools, dat ik een eigen methode heb bedacht – een betere methode, durf ik wel te zeggen – om het leren van talen te optimaliseren.’
‘Optimaliseren.’ Het woord is gevallen. Sinds ik hier ben zoemt het door mijn hoofd. Ik associeer het met Silicon Valley, algoritmes van Google, zelfhulpboeken. Op maat gesneden informatie. Amerikaans efficiëntiefanatisme.
Ik associeer het níét met Evgeny Morozov. De man die in zijn boeken tekeergaat tegen technologische oplossingen voor ingewikkelde problemen en het streven naar perfectie, die pleit voor niet-geoptimaliseerde politiek, het maken van fouten, het omarmen van het toeval. Juist die man blijkt zelf een geoptimaliseerde informatieverwerkingsmachine te zijn.
‘Ik heb een goed leven’, zegt hij wanneer ik hem dat voorleg. ‘Ik was deze zomer een paar weken aan het Italiaanse strand, waar wij diners hadden met 25 mensen.’ Hij bedoelt maar: niet iedere minuut hoeft efficiënt te zijn. ‘Maar als ik werk, dan wil ik mijn tijd besteden op een manier die alles wat ik doe maximaliseert.’
Ik kan niet lezen wat toevallig de weg naar mijn inbox of mijn Twitter heeft gevonden
Dus bestelde hij een speciale rubberen werkmat waar je pijnloos twaalf uur op kunt staan. Kocht hij twee soepgadgets om snel soep te kunnen koken. Brengt een kok uit het dorp iedere dag exact om half twee dampende pastaschotels als lunch.
‘Veel dingen in mijn leven komen uiteindelijk neer op: niet te veel tijd verliezen.’
Dat geldt ook voor The Syllabus, vertelt hij. ‘Alles begon met de realisatie dat ik mijn leestijd zoveel efficiënter in moest richten. Ik kan niet lezen wat toevallig de weg naar mijn inbox of mijn Twitter heeft gevonden. Ik had een efficiënt en zelfvoorzienend systeem nodig. En ik wist dat niemand anders dat voor mij zou gaan maken.’
Wat Morozov met zijn systeem wil bereiken
Morozov zit inmiddels op een grote oranjerode zitzak in zijn werkkamer. Op de zitzak ligt een zwangerschapskussen, omdat hij daarmee langer zonder pijntjes op de zitzak kan zitten. We hebben ongeveer een halfuur, zegt hij, veertig minuten misschien. Dan ligt de volgende to-do op hem te wachten.
Ik vraag hem: maar je bouwt The Syllabus niet alleen voor jezelf, wat wil je ermee bereiken? Wat bekritiseert de grote criticus met dit project?
Hij benadrukt dat hij geen grootse revolutie nastreeft – ‘we proberen hier geen planeconomie als alternatief voor de markteconomie te bouwen’ – maar dat hij wel, grofweg, twee doelen heeft.
Er is iets fundamenteel problematisch aan de manier waarop informatie wordt ontdekt en verspreid, legt Morozov uit. De grootste informatiebedrijven zijn volledig afhankelijk van advertenties: Google, Facebook, Instagram, Twitter. Het gevolg is dat er online een bepaald type informatie wordt beloond. Informatie waar advertenties naast verkocht kunnen worden, informatie die klikt, die makkelijk te verpakken is, die gestandaardiseerd kan worden.
Zo verdwijnt belangrijke, relevante informatie naar de achtergrond. Die laat zich niet makkelijk verpakken, wordt niet veel geretweet en krijgt geen duimpjes omhoog.
‘Die informatie voldoet niet aan de dominante criteria van succes’, zegt hij. Morozov wil laten zien dat het ook anders kan. Bij The Syllabus wordt relevantie niet bepaald door populariteit en spelen ‘clicks’ geen rol.
Belangrijke, relevante informatie verdwijnt naar de achtergrond op platforms die afhankelijk zijn van advertenties en 'clicks'
Binnenkort, vertelt Morozov, gaat hij werken met gastredacteuren, ‘zeer interessante eclectische intellectuelen, artiesten en journalisten’. Zij zullen Morozovs systeem gebruiken om informatie te ontdekken en die te delen met de gebruikers van The Syllabus. De eerste gastredacteur is Brian Eno, de wereldberoemde muzikant en producer.
‘Dit zie ik ook als het kapen van de manier waarop de aandachtseconomie werkt. In plaats van al die beroemdheden die dingen posten op Instagram, hopen wij dat intellectuelen de aandacht van hun achterban op de meer serieuze content weten te richten.’
Daarnaast beschouwt Morozov The Syllabus ook als een soort ‘guerrilla-actie’. ‘Het is absurd dat de informatie waar het meeste onderzoek in zit en die van de hoogste kwaliteit is, totaal niet toegankelijk is. Grote, wetenschappelijke uitgeverijen zijn daar helemaal niet in geïnteresseerd, terwijl dat onderzoek met belastinggeld is betaald! Stel je voor dat mensen zouden zien welk onderzoek er met hun belastinggeld is gedaan. Dan zouden ze misschien wel eisen dat die kennis openbaar en gratis wordt. Het zou een mooi neveneffect zijn als de manier waarop wetenschappelijke uitgeverijen werken, verandert.’
Terwijl hij met mij praat, handelt hij een paar lopende zaken af op zijn iPad.
Ik wil van hem weten hoe zijn systeem precies werkt, maar dat wil hij me niet tot in detail uit de doeken doen, zegt hij. Dit is het geheime recept van The Syllabus.
Globaal werkt het als volgt.
De kern is dat The Syllabus op grote schaal informatie van bronnen die er volgens Morozov toe doen (wetenschappelijke uitgeverijen, universiteiten, et cetera) automatisch een score geeft en kan categoriseren.
The Syllabus werkt daarbij met zestig thema’s.* Van Energy & Extractivism tot Post-fascism & Far-right Populism en van Geopolitics of Tech & Cybersecurity tot Finance en Migration & Demography – je zou kunnen zeggen: de belangrijkste thema’s van deze tijd. Dit zijn ook de thema’s die een rol spelen in het boek dat Morozov wil schrijven, legt hij uit. ‘Het zijn mijn onderzoeksinteresses, aangevuld met vijf tot tien thema’s die ik belangrijk vind om de wereld te begrijpen.’
Alle boeken, artikelen, video’s en podcasts die binnenkomen krijgen een score op al die zestig thema’s. Morozov: ‘Stel dat er een wetenschappelijk artikel verschijnt dat over architectuur, de geschiedenis van drugs, neoliberalisme én klimaatverandering gaat. Dan geeft het systeem dit artikel hoge scores op die vier onderwerpen, en lage scores op de 56 andere onderwerpen.’
Cruciaal daarbij zijn de ‘taxonomieën’ van Morozov en zijn team. Dit zijn de belangrijkste woorden, concepten, namen en instituten van de zestig thema’s. In de taxonomie van, bijvoorbeeld, het neoliberalisme staan vanzelfsprekend Hayek en Friedman, Davos en de Wereldbank, Thatcher en Reagan. Als er een overlap is tussen de inhoud van een stuk informatie en de taxonomieën, dan valt de score hoog uit op dat thema.
Het zijn mijn onderzoeksinteresses, aangevuld met vijf tot tien thema’s die ik belangrijk vind om de wereld te begrijpen
Die taxonomieën – sommige bestaan uit wel duizend begrippen – worden zowel automatisch als handmatig bepaald. Bijvoorbeeld: het team kiest veertig belangrijke boeken en artikelen over klimaatverandering. Daar maakt het met speciale software een inhoudsanalyse van, en zo ontstaat een lijst met de meest voorkomende inhoudelijke termen. Die taxonomieën worden vervolgens handmatig verfijnd. Morozov of een van teamleden doet online onderzoek naar de gegenereerde woorden en namen, en bepaalt of ze echt belangrijk zijn en in de lijst passen.
‘Je kunt die taxonomieën wel beschouwen als onze sensoren’, zegt Morozov, ‘die aangeven hoe goed nieuwe content overeenkomt met de thema’s.’
Hoe Morozov die informatie binnenhaalt en analyseert, is het geheim van de smid, zegt hij. Hij wil niet vertellen hoe hij zijn taxonomieën vergelijkt met de daadwerkelijke inhoud van video’s, podcasts, boeken en artikelen. ‘Daar zit onze cutting edge innovation.’
En dit is nog maar de eerste fase. Het categoriseren en scoren van alle informatie is de grove schifting. Vervolgens wordt alles door Morozov en zijn adjudanten beoordeeld, meerdere keren, waardoor uiteindelijk een selectie ontstaat van de allerbeste en relevantste informatie die in een week verschijnt, gerangschikt naar thema.
Dat is intensief werk. Tijdens mijn verblijf luistert de Spaanse schrijver Ekaitz Cancela uren per dag naar podcasts en besteedt Morozov dagelijks een paar uur aan het reviewen van wetenschappelijke papers.
Tegelijkertijd draait er een ander systeem dat de bronnen van informatie monitort. Dit zijn podcastmakers, twitteraars, videokanalen die Morozovs team vertrouwt omdat zij bewezen afzenders van kwaliteitsinformatie zijn. Ook daar past Morozov allerlei ‘trucjes, algoritmes en technieken’ toe om nieuwe informatie te vinden en de lijst van bronnen continu te verversen.
Deze twee methoden – het vergelijken van de content met de taxonomieën en het monitoren van afzenders – worden door The Syllabus gecombineerd. Als het systeem een boeiend artikel boven laat drijven omdat het matcht met het ‘neoliberalisme’, dan worden de auteur en de uitgeverij ook opgenomen in de lijst van interessante bronnen. Of: als tientallen mensen dat artikel vervolgens op Twitter delen, detecteert het systeem dat en bekijkt het automatisch wat die twitteraars nog meer voor content deelden.
‘Het is een levend systeem’, zegt Morozov, ‘het is nooit af.’ Er is een constante feedback loop, waardoor de taxonomieën, informatiebronnen en de belangrijke content continu verversen en veranderen.
‘Zo werkt mijn brein ook’, zegt Morozov.
Ik vraag mij ondertussen af of The Syllabus niet te véél op Morozov lijkt, een te goede kopie van het bizarre brein van dit supermens. Dit is een man die wij stervelingen niet bij kunnen benen. Verwacht hij niet te veel van ons? Kunnen wij dit wel gebruiken? Is The Syllabus niet té veel, té eclectisch, té diepgaand?
Morozov: ‘Ik weet niet hoe het gebruikt moet worden en door wie. We zien wel.’
De veertig minuten zijn om. Hij moet door.
De dagen daarop neemt het stressniveau in het huis toe. Er wordt nog harder gewerkt en nog minder live met elkaar gepraat. Er zijn wat irritaties hier en daar, er wordt gezucht en gesteund.
Op maandagochtend, launch day, word ik wakker van een ritmisch geratel. Ik loop naar het balkon en zie een opgewekte Morozov op zijn hometrainer, in de weer met zijn iPad in een houder. Het uitzicht is schitterend, de zon zweeft laag boven de heuvels.
‘Kijk’, wijst Morozov vanaf zijn hometrainer. ‘Dit is toch net Silicon Valley? But without all the bullshit.’
Vannacht, toen ik al sliep, besloot het team voor een totaal ander design voor The Syllabus te kiezen. Een paar dagen werk is daarmee verloren gegaan, waardoor het nog moeilijker zal worden om vandaag te launchen.
De koppies beneden zien bleek en verbeten. Niet Morozov. Morozov is relaxed, brengt rust en maakt continu grappen.
Ekaitz, de Spaanse schrijver, pakt een doos met overgebleven pizzapunten van gisteravond.
‘Nee, Ekaitz!’ lacht Morozov. ‘Neem een wortel! We zijn toch geen Silicon Valley-start-up?’
Wanneer Ekaitz later – niet voor de eerste keer – een glas laat vallen: ‘Ekaitz! Silicon Valley start-ups move fast and break things. Here things move slow and still get broken.’
Hoe later het wordt, hoe duidelijker het ook wordt dat het niet gaat lukken vandaag. Om half acht deelt Morozov mee dat we niet uit eten zullen gaan om de launch te vieren. ‘We vieren het hier, ook als er niets te vieren is.’ Hij kijkt in de koelkast of er nog eten is.
‘We doen net als Greta’, zegt hij dan. ‘We eten alleen de restjes.’
Wanneer ik op het punt sta naar bed te gaan, komt hij lachend naar me toe. ‘Maakt het voor je verhaal iets uit als we morgen pas launchen? Ik verwacht dat het morgenochtend wordt, half negen, zodat jij het nog mee kan maken.’ Want om kwart voor negen komt chauffeur Antonio mij weer ophalen.
Een paar dagen voor mijn vertrek vertelde ik een collega over mijn aanstaande bezoek aan Evgeny Morozov. ‘Je gaat dus een aantal dagen doorbrengen met een soort persoonlijke godheid’, zei hij. ‘Fan bezoekt idool, dat betekent meestal dat je fan-dom op de proef gesteld wordt.’
Ik ben Evgeny Morozov de afgelopen dagen alleen maar meer gaan bewonderen.
Op dinsdagochtend sta ik om zeven uur op. Op de gang kom ik een opgewekte Morozov tegen. Nee, The Syllabus zal voorlopig niet lanceren, zegt hij, door ‘een paar kleine technische issues’. Vanmiddag, misschien. Waarschijnlijk. ‘Om een uur of één’, denkt hij.
Dan drukt hij een stapeltje A4’tjes in mijn handen. ‘Ze zijn amazing’, zegt hij. Het zijn printjes van de gecureerde nieuwsbrieven die The Syllabus aanbiedt. Een heet ‘The Intellectual’ en gaat over ‘kunst en ideeën’. ‘The Machinist’ is voor geïnteresseerden in technologie, in ‘The Progressive’ staat content over ‘politieke economie’, ‘The Activist’ over ‘sociale rechtvaardigheid’ en ‘The Cosmopolitan’ over ‘internationale studies’. En dan zijn er ook nog vier ‘best of’-nieuwsbrieven: de beste video’s, podcasts, journalistiek en wetenschappelijke artikelen.
Ik blader door de geprinte velletjes en zie titels van boeken die ik meteen wil lezen, podcasts die ik zelf nooit zou vinden, video’s die ik op weg terug naar Nederland zal bekijken.
Evgeny Morozov knikt tevreden. Hier gaat het hem om. De informatie is er, de syllabi zijn gevuld.
Ik vind het mooi om hem zo te zien. Dat het design van The Syllabus nog niet werkt, dat de nieuwsbrieven pdf’jes zijn die hij uit moet printen en dat de launch later komt dan gepland: het doet er allemaal niet zoveel toe.
‘Het systeem werkt’, zegt Morozov.
Beneden drink ik een espresso en neem ik afscheid van het team.
We lopen naar buiten. Antonio staat al klaar. Morozov escorteert me naar de auto. ‘I don’t know about the launch’, zegt hij dan, ‘but the lunch will be great.’
The Syllabus werd uiteindelijk op woensdag gelanceerd.