Wat is het verschil tussen noodhulp en ontwikkelingshulp?

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie

Weinig politici zijn tegen noodhulp, kritiek op ontwikkelingshulp is er des te meer. Maar de termen worden regelmatig door elkaar gehaald. Wat is nu precies het verschil tussen deze twee vormen van hulp? Een explainer, met een illustratie die het verschil in één oogopslag duidelijk maakt.

Wat is nu precies het verschil tussen noodhulp en ontwikkelingshulp? Dat is een vraag die geregeld voorbijkomt in de waar ik nu mee bezig ben. Ik merk het om me heen en in de bijdragen van lezers: er bestaat verwarring over de term noodhulp. Over welke ‘hulp’ hebben we het dan precies?

Het is niet gek dat die verwarring er is. Zowel noodhulp als ontwikkelingshulp gaat vaak naar lage inkomenslanden in het zuiden van de wereld. Er zijn tal van organisaties die zowel noodhulp als ontwikkelingshulp bieden (Unicef, Cordaid, WorldVision, Oxfam, om maar een paar grote te noemen).

En politici die willen korten op ontwikkelingshulp verdoezelen het onderscheid tussen de hulpsoorten maar al te graag voor politiek gewin. Zo twitterde Geert Wilders in april bijvoorbeeld: ‘Hier hogere belastingen/accijnzen en verzorgingshuizen dicht, maar kabinet heeft wel nog wat extra euro’s voor Afrika.’ De link bij de tweet verwees naar een artikel in over de twee miljoen euro die Nederland had toegezegd voor de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR).

De PVV is inderdaad voor het afschaffen van alle ontwikkelingshulp, maar maakt in haar standpunten expliciet een uitzondering op noodhulp. Voor het gemak laat Wilders dat onderscheid hier even achterwege: deze twee miljoen euro betreft namelijk noodhulp, waar Wilders juist een voorstander van zegt te zijn.

Levens redden versus levens verbeteren

Om al deze verwarring tegen te gaan, even een korte uitleg: wat is nu precies het verschil tussen nood- en ontwikkelingshulp? Kort gezegd gaat het bij noodhulp − ook wel humanitaire hulp genoemd − direct om het redden van levens. Bij ontwikkelingshulp gaat het om het verbeteren van die levens.

Noodhulp kan dus geboden worden bij acute rampen (in de sector beter bekend als sudden onset disasters) zoals aardbevingen, overstromingen of bosbranden. Maar noodhulp kan ook geboden worden bij langdurige crises (slow onset disasters) zoals hongersnood of vluchtelingencrises door oorlogen, waarbij eveneens mensenlevens in gevaar zijn.

Ontwikkelingshulp is daarentegen bedoeld om de levensstandaarden van mensen te verhogen. Deze vorm richt zich bijvoorbeeld op de ontwikkeling van rechtssystemen, onderwijs en gezondheidszorg.

De Nederlandse overheidsbudgetten voor noodhulp en ontwikkelingshulp zijn dan ook strikt gescheiden. Onze ontwikkelingshulp focust op dit moment op Onze noodhulp richt zich steeds op andere gebieden, namelijk waar de nood het hoogst is.

Overlappende cirkels

Dit is de simpele, theoretische uitleg. Maar in de praktijk zijn nood- en ontwikkelingshulp niet zo strikt van elkaar te scheiden. Om te beginnen gaat het geld regelmatig naar dezelfde landen. Zo gaf Nederland dit jaar zowel ontwikkelingshulp als noodhulp aan Zuid-Soedan.

Maar de hoofdreden voor de verwarring is dat de taken van de twee hulpstromen soms overlappen. Dat is goed te zien in deze illustratie.

Illustratie: Momkai

Noodhulp is hier voorgesteld als een cirkel, met verschillende fasen. Wanneer ergens een ramp gebeurt (bijvoorbeeld een aardbeving), begint de eerste fase van hulp: het redden van levens. Vervolgens vindt vroeg herstel plaats. Mensen moeten weer onderdak krijgen en in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Dat vroege herstel gaat dan weer over in wederopbouw.

En daar komt de overlappende cirkel van ontwikkelingshulp om de hoek kijken. Want in de wederopbouw van een land zitten vaak dezelfde doelen verscholen als in die van ontwikkelingshulp: mensen een beter leven geven dan voorheen.

De noodhulporganisaties richten zich daarbij op risicoreductie (disaster risk reduction) en het voorbereiden op een nieuwe ramp (disaster preparedness). Dat wil zeggen: als huizen bij de aardbeving zijn ingestort, moeten stevigere huizen worden gebouwd, zodat een volgende aardbeving minder impact zal hebben. Als de bevolking niet wist hoe ze zichzelf moest evacueren, moeten mensen onderwezen worden. Als er wetteloosheid heerst na de ramp, moet het politiewezen verbeterd worden. Als er te weinig gezondheidszorg was na de ramp, moet die uitgebreid worden. Allemaal doelen die overlappen met ontwikkelingshulp.

Met andere woorden: noodhulporganisaties ruimen eerst de rommel op en zorgen er daarna voor dat er de volgende keer minder rommel is. En dat laatste doen ontwikkelingsorganisaties ook.

Noodhulporganisaties ruimen eerst de rommel op, en zorgen er daarna voor dat er de volgende keer minder rommel is

Er zijn organisaties die zich richten op één specifieke schakel van de noodhulpcirkel, maar er zijn ook grote organisaties die in alle schakels meespelen. En sommige zijn dan ook nog actief in de ontwikkelingscirkel. Geen wonder dus dat het onderscheid soms vervaagt.

En misschien is dat helemaal niet erg. Want de landen waar rampen de grootste impact hebben, zijn vaak (maar niet uitsluitend) landen die veel ontwikkelingshulp ontvangen. De samenwerking tussen de twee soorten hulp − en het coördineren en overdragen van taken tussen de hulporganisaties − zou in veel landen dus tot efficiëntere besteding van geld kunnen leiden.

Dit is niet voor niets een van de onderwerpen waarover wordt gesproken in de ‘post-2015 discussie’ over wat er moet gebeuren na het aflopen van de Millenium Ontwikkelingsdoelen. Mogelijk wordt disaster risk reduction een van de nieuwe ontwikkelingsdoelen: een gebied waar nood- en ontwikkelingshulp overlappen.

Zo gek is het dus niet dat de termen in het publieke debat soms door elkaar lopen: op sommige gebieden komen de geldstromen nu eenmaal samen en is het onderscheid wellicht overbodig.

Deze serie wordt mede mogelijk gemaakt door het en het