Wat als je vrienden een crowdfundingactie beginnen?

Vanmorgen verscheen op De Correspondent een persoonlijk verhaal over mijn ervaringen met de participatiesamenleving. De strekking: mijn vrouw belandde in het ziekenhuis en wij waren aangewezen op de hulp van vrienden en familie. Kunnen we - zoals premier Mark Rutte onlangs bepleitte - op sociale netwerken vertrouwen als we door het noodlot worden getroffen?

Het antwoord? Wij redden ons wel, maar voor veel anderen in een vergelijkbare situatie zónder netwerk blijft noodzakelijke steun vaak uit.

Toen een aantal vrienden met het idee van een crowdfundingactie kwam, wist ik dan ook niet zo goed wat te zeggen. Ze willen ons helpen om deze lastige periode financieel te overbruggen. Dat is natuurlijk hartverwarmend. En - eerlijk is eerlijk - gewoon broodnodig.

Maar het zou op een ironische manier juist het centrale punt van het stuk onderstrepen: de participatiesamenleving werkt alleen voor de have’s en niet voor de have not’s van sociaal kapitaal.

Ik vond het dus nog niet zo makkelijk om in te gaan op hun genereuze voorstel.

Uiteindelijk ging ik alleen akkoord met een crowdfundingactie als de helft van al het binnengebrachte geld ten goede zou komen aan mensen zonder netwerk, of te weinig netwerk om op te kunnen bouwen.

Nu is er in de stad waar ik woon een netwerk dat precies dat beoogt te doen: het Burennetwerk. Zij willen verbindingen leggen tussen mensen die iets te geven hebben en mensen die iets nodig hebben. Deze sympathieke club ontvangt nu 50 procent van elke donatie aan ons en kan zo bijvoorbeeld eenzame stadgenoten aan een maatje helpen die hun helpt bij een praktische noodsituatie.

Onder het stuk is nu een link te lezen naar hun actie.

Lees hier het stuk: ‘Is de participatiesamenleving er ook voor wie geen whatsappgroepje heeft?’ Hier gaat 50 procent van elke donatie naar toe: het Burennetwerk