De Correspondent leest voor
Hizir Cengiz - Deze zuster vindt het niet eens zo erg dat steeds minder mensen geloven
SoundCloud
Luister hier naar het voorgelezen verhaal

Door mijn vraag of ze weleens twijfelt aan het bestaan van God schiet zuster Lúcia in de lach. Ze drukt uit gêne haar twee handen tegen haar mond. ‘Excuus, excuus.’

God was mijn hele jeugd een vanzelfsprekendheid, maar mijn twijfels over Zijn bestaan groeien. Ik spreek met andere gelovigen over hún twijfels en hoe zij daarmee omgaan.

In haar kleine woonkamer op een boerderij in Harmelen spreek ik zuster Lúcia Schnekemberg (55). Haar habijt bestaat uit een grijs, eendelig jurkje, een zwarte sluier en zilveren kruis om haar nek. Op haar kraag heeft ze een draagspeld met daarop een afbeelding van Het huisje huurt ze met de 84-jarige zuster Rita. Het is lang geleden dat ze nog in een kolossaal klooster woonde, met meerdere zusters en een moeder-overste: de tijden zijn veranderd.

Zuster Lúcia werd een zuster zonder klooster

Vijfentwintig jaar geleden kwam zuster Lúcia vanuit Brazilië naar Nederland. De opdracht die ze kreeg was om hier nieuwe zusters te werven. Maar eenvoudig was het niet, die opdracht is mislukt: er kwamen geen nieuwe zusters bij. Sterker nog: Klooster Spes Nostra – vertaald: ‘Onze Hoop’ – waar ze vanaf 1995 zat, werd in 2011 verkocht. Nu is het een ‘zorgvilla’ met zo’n dertig kamers.

Samen met haar medezusters ging zuster Lúcia wonen in Kloosterweide, in Utrecht. Daarna verhuisde de groep naar Huize Alenvelt, een klooster, zo’n honderd meter verderop. Maar ook dat moest sluiten, in september 2018. Daarop verhuisden vijf zusters, allemaal tachtigplussers, naar een rusthuis in Boxmeer, vlak bij de grens met Duitsland. Zuster Lúcia bleef over met zuster Rita.

Zuster Lúcia werd een zuster zonder klooster. Ik ben benieuwd wat dit met haar godsbeleving doet.

Zuster Lúcia en zuster Rita

Verhuizen is moeilijk

‘Dit is een huis van gebed’, zegt ze. Aan de muren hangen kruizen waaraan Jezus is vastgenageld. De ene boekenkast, van dik donkerbruin hout, is gevuld met encyclopedieën, twintig delen van In het andere kastje staan religieuze boekjes. En op die kast een gouden kroon, verwijzend naar God de Koning.

Verspreid door het huis staan beelden, vooral van Maria met het kindeke Jezus in haar schoot. Het meubilair en de andere attributen zijn grotendeels overgenomen uit het laatste klooster waar zuster Lúcia verbleef, of ze zijn geërfd van wijlen zuster Maria Elisabeth en pastor Kouijzer – haar ‘engeltjes in de hemel’.

Ze heeft een vitrinekast die gevuld is met potjes, vaasjes, beeldjes, klokjes en een harlekijn, een pop met een rood-gouden pakje, die allemaal eens van zuster Maria Elisabeth waren. Ze kan nu moeilijk verhuizen, zegt ze, want ze zou alle tierelantijntjes en meubels niet mee kunnen nemen en dat zou ze zuster Maria Elisabeth en pastor Kouijzer niet aan kunnen doen.

Het verdriet over de drie kloosters die moesten sluiten is weggezakt, zegt ze. Uiteraard, ze was er kapot van. Klooster Spes Nostra had een grote moestuin. Gods vruchten groeiden in grote aantallen aan de achterkant van het klooster, het was ‘een bloeiend bedrijf’. Haar voornaamste taak in het klooster was het verzorgen van de

Nu reist ze samen met zuster Rita haast dagelijks naar de kerk. ‘Ik sta volledig in dienst van onze rooms-katholieke kerk en parochie. De hele dag, met hart en ziel, met gehele toewijding, ben ik bezig om de kerk toegankelijk en gastvrij te maken. Promotie, de gasten ontvangen, ondersteunend werk voor zowel de pastoor als de hele parochie, het onderhoud en herstel van de kerkgewaden met de naaimachine, pannenkoekenmiddag voor ouderen en zieken, voedselinzameling voor de armen.’

Omdat ze niet zo’n groot klooster meer hoeft te onderhouden, heeft ze tijd om zich meer in te zetten voor de gemeenschap.

Een goed mens is gewoon goed

Het feit dat God maakt haar niet al te mistroostig. Ondanks dat ze er zo van overtuigd is dat God de redding is en in het Hiernamaals ‘eeuwig en sereen leven’ zal zijn.

Uiteraard, het liefst wil ze dat zoveel mogelijk mensen bij God komen. Maar ze ziet dat de wereld barst van mensen die zich inzetten voor anderen. ‘Een goed mens is gewoon goed. Ik twijfel er niet aan dat een goed mens die niet gelooft bij onze lieve Heer komt.’ Je hoeft dus geen pastor of zuster te zijn, dezelfde levenskeuze als zij te maken.

Lúcia werd zuster omdat ze die roeping wel voelde. Ze vindt dat er geen al te groot verschil is tussen haar en de mensen die niet geloven maar zich wel gedragen naar de waarden van religie, zoals ‘anderen naar vermogen helpen’. De hoofdzaak van het leven is niet met een habijt aan rondlopen en op verschillende manieren bidden, zegt ze.

Of ze weleens twijfels heeft over haar ‘lieve Heer in de Hemel’? ‘Nee’, zegt de zuster, ‘ik ben zelfverzekerd, ik twijfel nooit’. En ze noemt zichzelf radicaal, omdat ze perfectionistisch is in het belijden – zoals haar is bijgebracht toen ze opgeleid werd tot zuster.

Ze is ‘woordeloos’, ze kan niet meepraten over mijn twijfel. God verlangt van haar dat ze mij verder helpt, want eenieder die op haar levenspad komt, komt met een reden. Ze is daarom een beetje teleurgesteld in zichzelf, omdat ze me niet verder kan helpen. Omdat het voor haar allemaal zo duidelijk is, is het voor haar lastig om het over te brengen, zegt ze.

God hoeft niet allesomvattend te zijn

Als ik u zo hoor en naar uw muren kijk, lijkt het alsof u uzelf wegcijfert. Bent u niet te veel anderen aan het dienen?

‘Nee, ik denk dat ik eigenlijk te sterk ben. Ik heb de kracht en nog steeds het gevoel dat ik anderen moet helpen. Ik ben heel blij als anderen mij dankbaar zijn. De dankbaarheid van de mens is voor nu mijn streven.’

Bent u niet gewoon bang voor twijfel? Als u overtuigd zou raken van een andere waarheid, stort uw leven als een kaartenhuis in elkaar.

‘Nee, nee, het is voor mij duidelijk genoeg dat er een Vader, een Schepper bestaat. Ik voel het, ik heb dromen over Hem gehad. Zelfs een soort visioen: ik was een jonge zuster en zag Jezus staan op een berg, op een landerij in Brazilië. Hij straalde, het licht kwam vanuit zijn binnenste’, antwoordt ze.

Ik moet me niet zo druk maken om mijn twijfels rondom Gods bestaan, zegt zuster Lúcia. Ik vind haar advies iets te makkelijk. En het draagt niet veel bij aan mijn zoektocht. Maar tegelijkertijd vind ik die nuchtere kijk van de zuster op geloven mooi: voor haar is God allesomvattend, maar dat hoeft niet voor iedereen.

Bovendien, zegt zuster Lúcia, is het zonde om je tijd überhaupt te verdoen aan verdriet, twijfelen aan wat dan ook, jezelf op die manier vast te roesten aan de wereld. Er zijn genoeg jeugdigen, armen, zieken, machteloze mensen die hulp kunnen gebruiken. Ze vindt dat je gewoon een goed mens moet zijn, zodat je bij die lieve Heer komt, daar in het Hiernamaals, waar al het geluk is en haar twee engeltjes op haar wachten.

Zuster Lucia in de Mariakerk in De Meern
Diepgelovig zijn maakt de wereld geen stap beter, zegt deze liberale rabbijn Omdat ik wil weten hoe gelovigen moeten omgaan met hun twijfel aan het bestaan van God, ging ik praten met Joram Rookmaaker, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam. ‘Wij vragen niet of iemand in God gelooft. Wat we wel vragen: hoe geef jij je leven betekenis?’ Lees het artikel hier