Zo tekent Cléa Dieudonné al zes jaar mensen die ze niet kent

Vera Mulder
Correspondent Gezelligheid
Illustraties door de vaste illustrator van deze serie, Cléa Dieudonné.

Elke maand maakt Cléa Dieudonné een illustratie bij de serie ‘Iemand die ik niet ken’. Ter gelegenheid van de honderdste aflevering: een kijkje in de keuken bij de illustrator die mijn ontmoetingen met onbekenden in beeld brengt.

Het is de langstlopende samenwerking met een illustrator op De Correspondent. Een met een artiest die je waarschijnlijk al kent: Cléa Dieudonné (1988). Onder meer bekend van én van alle op De Correspondent. Elke maand maken we samen de serie ‘Iemand die ik niet ken’.

Cléa Dieudonné aan het werk in haar studio

Omdat die vandaag haar honderdste editie beleeft: een kijkje in de keuken bij mijn partner in crime, die de ontmoetingen al zes jaar visueel tot leven brengt. Cléa zelf zegt erover: ‘Een nieuwe ontmoeting is als een kerstcadeau van mijn rare tante; ik weet nooit wat ik kan verwachten en de inhoud is vaak bevreemdend. Soms dwalen mijn gedachten af tijdens het tekenen, naar de mooie, gekke, ongemakkelijke mensen die ik zelf heb ontmoet en hoe die momenten het hele leven interessant maken. Zelfs als ze fucking irritant zijn – stiekem ben ik dankbaar voor ze.’

Cléa is Frans en woont afwisselend in Berlijn en Athene. Ik schrijf mijn verhalen in Den Bosch en stuur haar de Nederlandse tekst, plus een samenvatting in het Engels. Cléa haalt de Nederlandse tekst vervolgens door Google Translate (van het Nederlands naar het Engels naar het Frans bleek na wat uitproberen de volgorde waarin het minste lost in translation raakte). 

Uitwerken van een schets met potlood.

Dan maakt ze een aantal schetsen. Nooit een letterlijke weergave van mijn verhaal, maar haar interpretatie ervan. Dat is vanwege de taalbarrière en het feit dat de ontmoetingen soms wat aan de impliciete of dichterlijke kant zijn weleens misgegaan. Stond de man die zijn vrouw de liefde verklaarde haar op de schets opeens uit te schelden. Deze week nog, toen we mailden over de coupé van een trein (ik dacht: Frans woord, zal wel loslopen) had ik Cléa onbedoeld een cabrio-trein omschreven. ‘Funny you say "coupé" in Dutch, it just means "cut" in French, or a sports car with no roof. For a second I imagined fancy "coupé" Dutch trains…’

Vanwege onze gedeelde liefde voor luipaardprint (we delen ook een liefde voor kaas, daar gaat vijftig procent van ons contact over) tekende ze me de eerste vijf jaar met vlekken. Soms vol in beeld, dan weer op de achtergrond, afhankelijk van hoe ik me verhield tot de gebeurtenis. (Fun fact: alle correspondenten hebben een zwart T-shirt aan op hun avatars, maar als je goed kijkt zie je op de mijne ook luipaardvlekken zitten). Een paar maanden geleden, na was het en schakelde Cléa over van tekenstijl. Zonder luipaard en zonder harde lijnen.

Terug naar de schetsen. Die bespreken we, we kiezen er een uit en Cléa gaat daarmee verder. Naar aanleiding van over vier jongens die ik in de trein ontmoette – ik noem ze in het stuk ‘hyena’s’ vanwege hun laffe groepsgedrag – stuurde Cléa deze schetsen: 

Twee close-ups met verschillende personages, een trein met hyenavlekken, een trein met veel beweging erin en het zijaanzicht van de trein dat ik in mijn verhaal beschrijf. We gingen voor de middelste onderaan. Beeldredacteur Rob Wetzer zag in de lijnen boven de trein de contouren van hyena’s. Cléa maakte er vervolgens dit beeld van.

Ze trekt haar potloodschets over met inkt, scant die in, bewerkt hem en kleurt hem in met Photoshop. ‘Precies zoals ik tekende toen ik vijftien was, alleen deed ik het toen in Paint op Windows 98. Ik mag alleen hopen dat het resultaat nu beter is. P.S. de kaas in Mexico is niet om over naar huis te schrijven, maar gesmolten in een taco gaat het wel.’