Mini-docu: In deze Griekse mijnen begint de crisis nu pas echt

Jos de Putter
Correspondent Webdocumentaires
Still uit de film "De Griekse rekening" van Nikolia Apostolou en Nikos Pilos

Griekenland kruipt langzaam uit de crisis en slaagt er eindelijk in nieuwe financieringen aan te trekken. Volgens de beleidsmakers is dat het succes van de privatiseringen en bezuinigingen. Maar in de bruinkoolmijnen van Noord-Griekenland, verantwoordelijk voor meer dan de helft van alle Griekse elektriciteit, wordt de keerzijde ervan zichtbaar.

Vimeo plaatst cookies bij het bekijken van deze video Vimeo

Griekenland heeft - als het de rentebetalingen op de staatsschuld niet meerekent - voor het eerst sinds jaren weer geboekt. Daardoor betaalt het ook een lagere rente op de kapitaalmarkt. Al met al goed nieuws uit het land dat zo zwaar door de financiële crisis is getroffen, stelt de Europese Commissie.

Maar de bezuinigingen en privatiseringen die dit overschot teweeg hebben gebracht, zijn niet voor alle Grieken een onverdeeld succes. De Griekse journalist en filmmaker ging voor De Correspondent naar West-Macedonië, een noordelijke provincie van Griekenland, waar enorme bruinkoolmijnen de grondstoffen leveren voor de grootste energiecentrale van Griekenland. Als gevolg van de privatiserings- en bezuinigingspolitiek die de Europese Griekenland oplegt, wordt de fabriek daar nu ontmanteld en in stukjes verkocht.

De mensen die hier hun leven lang hebben gewerkt, zijn onzeker over hun toekomst. Dertig jaar geleden werden ze door de fabriek onteigend, dus hun akkers bestaan niet meer. Zij staan model voor de Griekse werkende bevolking die getroffen wordt door de Europese diktaten. Apostolou maakte er deze indringende film en dito verslag over.

Op een winteravond, rond elf uur ’s avonds, pauzeren Giorgos Papavasiliou en zijn broer Takis. Ze zitten in een kleine cabine op een acht verdiepingen tellende machine die aarde verstrooit na de opgraving van bruinkool. De mannen, allebei vaders van in de vijftig, werken al sinds hun twintigste in de bruinkoolgroeves van het Griekse staatsbedrijf Public Power Corporation (PPC).

Krijgen we dan nog een pensioen?’ ‘Met hoeveel meer zal de nieuwe eigenaar ons salaris verlagen?

Terwijl ze om op te warmen wat slokken nemen, bespreken de twee hun zorgen: vanwege de afspraken die Griekenland met internationale crediteuren heeft gemaakt, is de overheid van plan het bedrijf aan private partijen te verkopen. ‘Krijgen we dan nog een pensioen?’ ‘Met hoeveel meer zal de nieuwe eigenaar ons salaris verlagen?’ ‘En hoe gaat het nu met Kostas, die een paar maanden na zijn pensioen gediagnosticeerd werd met longkanker?"

Het TL-licht van de cabine belicht het vuil op hun gezichten en handen, afkomstig van de aarde en de bruinkool. Na dertig jaar werken, is het dragen van een helm of masker hen te veel geworden, ondanks het feit dat een maand geleden nog een collega overleed nadat een stuk metaal op zijn hoofd was gevallen. De grond onder hun voeten trilt, het water trilt, en de machine produceert een constante zoem. Iedere dag ademen ze acht uur lang bruinkoolstof in. Maar ook wanneer ze naar huis gaan, minder dan tien kilometer verderop, blijven ze de vervuilde lucht inademen die de PPC produceert.

De vragen blijven onbeantwoord, en na een moment van stilte haalt Takis een kolouri tevoorschijn, een traditioneel brood. Hij geeft de helft aan de magere hond die de machine op geklommen is, en deelt de rest met de anderen.

De late industrialisatie van Griekenland

Griekenland is voor haar elektriciteitsvoorziening al meer dan zestig jaar afhankelijk van bruinkool. Akkerbouw, veeteelt en levendige dorpen hebben plaatsgemaakt voor een van de grootste bruinkoolgroeves van de Balkan. Het landschap is afgevlakt en gevuld met meer dan duizend vrachtwagens en een 225-kilometer lange lopende band die vierentwintig uur per dag, 365 dagen per jaar, bruinkool naar de nabijgelegen energiecentrales transporteert. Hiermee is West-Macedonië, de regio in het noordwesten van Griekenland, het "energiehart" van het land.

West-Macedonië heeft acht energiecentrales die gezamenlijk bijna 56 procent van de elektriciteit van het land genereren, en vier mijnen die in totaal ruim 60.000 hectare beslaan. In het verleden voorzag bruinkoolverbranding in 90 procent van Griekenlands elektriciteitsbehoefte; sinds de introductie van duurzame energie is dat nog 50 procent.

Een 225-kilometer lange lopende band brengt vierentwintig uur per dag, 365 dagen per jaar, bruinkool naar de nabijgelegen energiecentrales

Industrialisering in Griekenland begon pas in de jaren vijftig van de vorige eeuw en werd mede mogelijk gemaakt door bruinkool, dat lokaal, goedkoop, en in grote mate voorradig was. Er werden honderden fabrieken opgericht en er kwam een einde aan de uitstroom van Griekse mannen die naar Duitsland en andere Europese landen emigreerden.

Tot op de dag van vandaag zijn veel Grieken ervan overtuigd dat goedkope energie en energie-onafhankelijkheid noodzakelijk zijn om uit de economische ellende te geraken. Ze staan afwijzend tegenover duurzame energiebronnen, en zeggen dat groene stroom te duur is.

‘Mensen zien de PPC slechts als de balie waar ze hun rekening betalen,’ zei Yannis Ioakim, de directeur van de grootste mijn in West-Macedonië. ‘Maar niet iedereen doet hetzelfde werk. Mijnwerkers hebben de zwaarste baan van het land. De grootste en zwaarste industrie van het land bevindt zich hier.’

De prijs van privatiseren

Als Griekenland het beloofde geld van de trojka (het IMF, de EU en de Europese Centrale Bank) wil ontvangen, zal het bepaalde beloftes moeten nakomen. Eén daarvan is het privatiseren van openbare nutsbedrijven in water, elektriciteit en gas.

Vorig jaar was de PCC het op een na grootste bedrijf, gemeten naar omzet, en het grootste bedrijf gemeten naar aantal werknemers: er werken maar liefst 21.800 mensen. 49 procent van de PCC-aandelen zijn al verhandeld op de beurs van Athene. Dit jaar zou de PCC moeten opsplitsen in drie bedrijven, die elk afzonderlijk verkocht zouden worden aan private aandeelhouders.

‘Voor zover ik weet, gaan ze de beste onderdelen van het bedrijf wegdoen,’ zegt Ioakim. ‘Het zou beter zijn als privaat geld in het huidige bedrijf gestopt werd, in plaats van het bedrijf op te knippen in stukken.’

Consumenten zijn bezorgd dat de privatisering opnieuw prijsstijgingen met zich meebrengt, zoals eerder dit jaar gebeurde: de prijzen van elektriciteit gingen toen met zo’n 40 procent omhoog. Nog altijd leven meer dan 350.000 huishoudens zonder elektriciteit.

De ongezondste baan van de mijnstreek

Op een paar kilometer van de mijn werken twee mannen op de elektriciteitscentrale. Hoewel ze slechts twee meter van elkaar zitten, kunnen ze elkaar door de stofwolken amper zien. ‘Ik kan niet zeggen dat ik hier de baas ben,’ zegt Thodoris Papadopoulos droogjes, terwijl hij zijn witte masker afdoet. Hij leunt op een bezem, waarmee hij de as wegveegt die van de lopende band afvalt. ‘Ik doe dit werk al vijftien jaar,’ zegt Thodoris. Zijn baan moet een van de meest ongezonde van het hele bruinkooldistrict zijn.

Jaarlijks sterven 1.200 Grieken als direct gevolg van de bruinkoolindustrie

Al meer dan zestig jaar delft en verbrandt het westen van Macedonië bruinkool. Daarmee betaalt het gebied een hoge prijs voor de elektriciteitsvoorziening van de rest van het land. Bruinkool staat bekend als goedkope brandstof, maar meerdere studies hebben uitgewezen dat de werkelijke kosten hoog zijn. Onderzoek van de Universiteit van Stuttgart dat jaarlijks 1.200 Grieken sterven als direct gevolg van de bruinkoolindustrie.

De hoge schoorstenen van de elektriciteitscentrales in het westen van Macedonië stoten rook uit die door de mijnwerkers ‘kanker’ wordt genoemd. Ook bij het mijnen en transporteren van bruinkool komen tonnen stof vrij, die ingeademd worden door de werknemers. Bovendien zijn de machines en transportmiddelen zeer vervuilend. De PCC heeft al vele boetes van het ministerie van Milieu gehad, omdat het de EU-limieten voor de concentratie van overschrijdt met 20 tot 43 procent.

Ondertussen lijdt meer dan 40 procent van de kinderen in de nabijgelegen stad Ptolemaida aan rhinitis: een allergische reactie van de neus. Een onderzoek in de dorpen Krokos, Aiani en Tranovalto, door het AHEPA ziekenhuis in Thessaloniki, vond tussen 1992 en 2007 een toename van respectievelijk 50, 43 en 55 procent in het aantal doden door

Een groene Duitse bank financiert een nieuwe centrale

Bruinkool is de meest koolstofintensieve energiebron van de Europese Unie, die zo’n 20 procent van van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen uitmaakt. De World Meteorological Organization (WMO) verklaarde dat in 2012 een record broeikasgassen uitgestoten werd: ‘Het CO2-gehalte steeg het afgelopen jaar harder dan het afgelopen decennium.’

Toch is in West-Macedonië is een nieuwe energiecentrale gepland. Kosten: 1,4 miljard. De helft van de kosten wordt gedekt door de Duitse investeringsbank KfW Bankengruppe, die bekendstaat als groene investeerder. Tegelijkertijd heeft de Europese Investeringsbank verschillende projecten afgeblazen omdat de CO2-uitstoot te hoog zou zijn.

‘Je vraagt je misschien af waarom de KfW milieuproblemen negeert terwijl ze die in Duitsland zo aankaart,’ zegt Michalis Prodromou van de Griekse afdeling van de WWF (World Wildlife Fund), die een petitie tegen de bouw is gestart. ‘Duitsland en Frankrijk creëren een machtsblok door energiecentrales van kleinere landen te kopen.’ Volgens Prodromou zal de centrale Griekenland tot 2020 zo’n 90 miljoen euro aan emissierechten kosten.

PPC had, afgezet tegen haar productie, de hoogste uitstoot van de EU. In 2007 was dat bijvoorbeeld zo’n 984 kilo CO2/MWh, terwijl een gemiddeld bedrijf zo’n 373 kilo CO2/MWh uitstoot.

Gedwongen vertrek naar een onaf huis

Giorgos Papavasiliou, een vijftig jaar oude monteur bij PPC, is trots op Charavgi. Zijn stad is de grootste van de regio. Charavgi bleek gebouwd te zijn op een enorme voorraad bruinkool; het enige dat er nog van over is, zijn ingestorte gebouwen. De stilte die er heerst wordt enkel nog doorbroken door de lopende band waarmee de bruinkool door het stadje wordt vervoerd.

‘Dit is mijn oude buurt,’ zegt Papavasiliou, terwijl hij door Charavgi rijdt. Het is alweer 35 jaar geleden dat hij en zijn familie noodgedwongen uit het stadje verhuisden. En ook al is hij een typische macho-Griek, bij het zien van de ruïnes kan hij zijn tranen niet onderdrukken. ‘Hier,’ zegt hij, ‘had ik als voor het eerste bloedende knieën van het spelen. Dáár is mijn ouderlijke huis. En daar, op dat veldje, speelde ik voor het eerste voetbal.’

Op een dag, in de jaren zeventig, kwamen ambtenaren met een ontruimingsbevel in Charavgi; de dorpsbewoners probeerden hen nog tegen te houden met een wegblokkade van brandende autobanden. ‘Ik kan het me nog goed herinneren: ik was 16 of 17 jaar, toen de oproerpolitie kwam,’ vertelt Papavasiliou. ‘We hebben dapper verzet getoond. Er werd traangas verspreid en er vloeide veel bloed. Uiteindelijk zegevierde de politie. De staat wint altijd.’

Op soortgelijke wijze sommeerde eerder deze maand het management van de PPC de bewoners van Mavropigi, een dorpje ten zuidwesten van de mijn, binnen tien dagen te vertrekken. Ook al hebben ze nog geen vergoeding voor hun huizen ontvangen en is het nieuwe dorp nog niet bewoonbaar, toch dwingen het bedrijf en de staat de bewoners te verhuizen, blind voor de consequenties die de verhuizing op de lokale bevolking zal hebben.

Papavisiliou’s familie is maar al te bekend met de problemen. ‘Het nieuwe dorp dat de PPC verplicht was aan te leggen was nog niet af,’ zegt hij. ‘En het duurde een eeuwigheid voor we financiële compensatie kregen. Dus gingen mensen weg door geld te lenen. Niet zo verwonderlijk: naast het dorp lag een mijn waar drie tot vier explosies per dag plaatsvonden. Niemand kon daar leven. De muren van de huizen begonnen te scheuren en mensen werden bang. Uit pure frustratie vertrokken ze naar nabijgelegen steden en kochten daar een appartement.’

Was het de opoffering waard?

Voor de meeste mensen die hier wonen is er geen werk buiten de PPC. De PPC heeft al het andere werk in West-Macedonië onmogelijk gemaakt. Als gevolg daarvan heeft West-Macedonië het hoogste jeugdwerkloosheidspercentage van heel Europa: 72,5 procent.

Zelfs wanneer ze ons mogen ontslaan is het ergste dat ze jonge mannen zullen aannemen tegen een salaris van 500 in plaats van de 1800 euro die ik nu krijg

Terwijl de arbeiders eerst hun gezondheid en hun land hebben opgeofferd aan de PPC maken ze zich nu zorgen om hun baan. ‘We wonen in een uithoek van het land en we werken voor een nutsbedrijf,’ zegt Ioakim, ‘maar voor de buitenwereld is Griekenland alleen maar Athene. Zij weten niet dat ze dankzij ons alleen maar een knop hoeven om te draaien om elektriciteit te hebben.’

Yannis Ioakim werkt in een klein kantoortje op de grootste mijn van de Balkan. Hij heeft goede en slechte tijden meegemaakt. ‘De toestand gaat nu hard achteruit,’ zegt hij. Ioakim is sceptisch over de toekomst. ‘Er is hier nog een hele voorraad grondstoffen, maar het hangt nu van de politiek af of we ze nog zullen delven. De politiek stuurt nu aan op duurzame energie, die veel duurder is, en op gas, dat moet worden geïmporteerd. De financiële belangen van de spelers in de energiesector zijn enorm.’

De werknemers van de energiemaatschappij bekijken nu de gevolgen van privatisering. Het algemene vermoeden is dat een nieuwe eigenaar iedereen zal ontslaan en dan een deel weer zal aannemen tegen lagere lonen.

‘Zelfs wanneer ze ons mogen ontslaan is het ergste dat ze jonge mannen zullen aannemen tegen een salaris van 500 in plaats van de 1800 euro die ik nu krijg,’ zegt Papavasiliou.

‘Maar wat kan je eraan doen? Je moet melk kopen voor je kinderen. Er is geen andere werk, dus je komt naar de mijn voor 500 euro en zal hier aan je einde komen omdat het hier zo gevaarlijk is.’

Dit artikel is geschreven door de Griekse journaliste en gastcorrespondent Nikolia Apostolou. Vertaling: De Correspondent.