Beste,

Omdat u deze nieuwsbrief al een tijdje niet meer krijgt, leek het me nuttig u te laten weten wat ik de afgelopen maanden zoal heb uitgespookt. Naast een aantal heb ik me vooral verdiept in de derde staatsmacht in de de rechterlijke macht.

Daarom heb ik rechters gesproken in oost en west, in strafrecht en burgerlijk recht, bij rechtbanken en gerechtshoven. Ik wilde een beeld krijgen van hun dagelijks werk. Om beter te begrijpen waar de regelmatig klinkende noodkreten van binnen en buiten de rechterlijke macht over gaan.

Tot nu toe heb ik in drie stukken verslag gedaan van wat ik tegenkwam. Niet alleen de rechters zijn overbelast, met 40 tot 50 procent overwerk als normaal onderdeel van hun werkweek.

Ook hun juridische medewerkers voelen zich overvraagd en ondergewaardeerd. Zij krijgen betaald als klerken en doen vaak het werk van de rechter. Omdat zij met vier keer zo veel zijn als de rechters zou het veel geld kosten hen beter te betalen, dus dat gesprek wordt procedureel weggetreuzeld.

De rechtspraak in Nederland is in nood

In het heb ik het brede beeld geschetst van een rechterlijke macht die financieel (krap) wordt aangestuurd door een ministerie dat in de greep is geraakt van oude managementideeën uit het bedrijfsleven. Die poging tot centraal leiden heeft geleid tot teleurstellingen bij de automatisering. Het gevolg is: lange wachttijden en klachten bij de rechtzoekenden.

Stelling: rechtspraak die relevantie en aanzien verliest is een gevaar voor de democratische rechtsstaat, die mede afhankelijk is van een sterke, onafhankelijke rechterlijke macht die tegenwicht kan bieden tegen bestuurlijke zelfoverschatting.

Ondanks het al jaren teruglopen van het aantal zaken, blijven rechters standaard overbelast

In het werk ik de overbelasting van de rechtspraak uit. Ondanks het al jaren teruglopen van het aantal zaken, blijven rechters standaard overbelast. Dat komt onder meer door de gestaag toegenomen ingewikkeldheid van zaken, meer techniek, een grotere rol voor slachtoffers in het strafproces en hogere eisen aan bewijsvoering en motivatie door nieuwe (Europese) wetgeving.

Zoals een politierechter uit Haarlem vertelt: ‘Er wordt onvoldoende erkend dat strafzaken verharden. Er zitten grote advocaten op die de halve dag op tv zijn. Dat legt ook veel druk op ons. Onze indruk is dat er te weinig zittingsruimte is om grote zaken tijdig af te doen. We kunnen dat aankaarten maar er gebeurt niet veel mee.’

Het management antwoordt dat de spreadsheet zegt dat de sectie een halve fte over heeft. Dan maar weer naar de volgende (te) vol geplande zitting.

Deze week werd het gepubliceerd, over de toegankelijkheid van de rechtspraak. Onderzoek van onze dataredacteuren Reinier Tromp en Heleen Emanuel en redactioneel ontwerper Leon de Korte illustreert hoe de sluiting en samenvoeging van rechterlijke locaties de afstand van de burger tot het recht heeft vergroot.

Een ervaren rechter uit Rotterdam zegt er dit over: ‘Ik heb twintig jaar in de sociale advocatuur gewerkt en de man in de straat bijgestaan. Ik weet hoe belangrijk nabijheid van de rechtspraak is. Helaas is het fijnmazige kantongerechtennetwerk afgebroken.’

Ook de systematische en chronische onderbetaling van de sociale advocatuur remt de toegang tot de rechtspraak van mensen met een smalle beurs. Daarnaast wordt een toenemend percentage strafzaken administratief afgedaan (door een overheidsdienst of het Openbaar Ministerie) zonder dat er een rechter aan te pas komt.

Het beleid gaat door

Het zijn allemaal aantastingen van het recht op recht. Maar het beleid gaat door. De minister voor rechtspleging, Sander Dekker, stuurt aan op minder rechtspraak en meer probleemoplossing via sociale of bemiddelingsroutes. Mediation groeit, maar biedt niet de zelfde garanties als rechtspraak, en draagt niet bij aan vorming van het recht.

Dekker lijkt steun te krijgen van een aantal juristen die in een vorige week verschenen bundel (Naar vernieuwing van de (civiele) rechtspleging) mogelijkheden verkennen om eenvoudige en routinezaken te scheiden van meer ingewikkelde juridische zaken. In volgende stukken hoop ik nader in te gaan op alternatieven.

Ook hoop ik in de volgende stukken in de serie nog wat meer te schrijven over de sociale advocatuur en de rechtspraak, over de tijd die verstrijkt sinds het begin van een rechtszaak en uitspraak (de doorlooptijden) en de manier waarop men probeert de rechtspraak te besturen. En hoe het beter kan.

Heeft u kennis van zaken of markante ervaring met de rechtspraak, laat het me weten. Anders, goede dagen gewenst. Volgend jaar gaan we verder.

En ten slotte..

.. kreeg de klimaatactiegroep Urgenda ook in hoogste instantie gelijk dat de staat meer moet doen om in 2020 een beperking van de CO2-uitstoot met minstens 25 procent te bereiken. De volgde de eerdere vonnissen van de Rechtbank en het Gerechtshof in Den Haag. legde uit waarom de rechter die uitspraak kan doen, zonder op de stoel van de regering te zitten.