Mijn ontdekking van het decennium: Danny Brown, de rapper die de grenzen van hiphop opzocht (en er zelf bijna aan onderdoor ging)

Vera Mulder
Correspondent Gezelligheid
3D render van een vallend met ducktape beplakt doosje waar licht uit komt.
Illustratie: redactioneel ontwerper Luka van Diepen

Correspondenten blikken terug op 2019, maar voor de artiest die mij het meest bijbleef, moest ik een heel decennium terug in de tijd. Danny Brown gaf ons vijf fenomenale, hilarische en bij vlagen schokkende albums, maar joeg zichzelf tegelijkertijd bijna de dood in.

‘This is the musical equivalent of putting "lmao" at the end of a large paragraph about your mental illness.’

Op YouTube, onder de videoclip bij het nummer Ain’t It Funny van rapper Danny Brown, wordt gespeculeerd over de betekenis ervan. Het zou een noodkreet zijn. Een commentaar op hoe het lijden van artiesten wordt beschouwd als onderdeel van het entertainment. 

De clip is een horrorfilm van drie minuten, gepresenteerd als Married With Children-achtige sitcom inclusief lachband, geregisseerd door acteur en vriend-van-de-hiphop Jonah Hill. De show draait om ‘uncle Danny’, die (letterlijk) vecht met drugs, fantaseert over moord en zijn glazig kijkende familie om hulp smeekt. Cue de lachband. 

Klinkt intens? De bijbehorende muziek – hoorns die als een lasso boven je hoofd zwaaien en een stompe beat die je vanaf de eerste seconde maniakaal lachend in elkaar butst – is nog gekker, maar zorgt ook voor kippenvel. Danny’s frases zijn dubbelzinnig, onverwacht en steeds maar drie of vier woorden lang, waardoor je constant wordt gedwongen te verzitten om erbij te kunnen blijven. Alsof je offroad meerijdt in zijn auto, zonder riem om. Met het dak eraf en de deuren open.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Bekijk hier de clip bij Danny Brown's Ain't it funny

Van paniekerige dertigjarige tot zelfbewuste veertiger

Oh, uncle Danny (1980, Detroit, Michigan, Verenigde Staten). Zijn moeder was zeventien jaar oud toen ze hem kreeg en las hem Dr. Seuss voor in een poging om het geweld op de straten van Detroit te overstemmen. Zijn vader was zestien en house-dj. Toen Danny begon te praten, zo gaat het verhaal, deed hij dat op rijm.

Alle correspondenten werd gevraagd hun ontdekking van het jaar te beschrijven, dus dit artikel is eigenlijk een leugen: Danny en ik zijn al intiem sinds de release van The Hybrid (2010). Toch laat dit verhaal zich pas nu, aan het einde van het decennium, volledig schrijven. 

Want hoe Danny zich ontwikkelde van paniekerige dertigjarige tot zelfbewuste veertigjarige, legde hij in de laatste tien jaar minutieus vast op vijf fenomenale, zonderlinge, hilarische, bij vlagen schokkende albums. Zijn nieuwste plaat kwam dit jaar uit.

Danny maakte muziek sinds de basisschool en kwam via de route straat-drugs-gevangenis uiteindelijk in de studio terecht, maar merkte dat zijn kijk op hiphop lange tijd geen plaats had in de mainstream. Platenlabel G-Unit wilde hem niet tekenen omdat zijn broek niet laag genoeg hing, elders werd hij beschimpt om zijn vaak bizarre maar gevoelige, introspectieve teksten. In 2014 tweette hij: "All the rappers I look up to think I suck or think I’m a weirdo or some shit…’’

Danny’s albums gaan over de wanhoop die hij voelde toen hij ‘al’ dertig was, maar het muzikale succes uitbleef en zijn demonen aan zijn enkels begonnen te knauwen (XXX, 2012, Over het succes waar hij zo naar had gehunkerd en dat kwam, maar hem alleen maar verder verwarde (Old, 2013, Over de duikvlucht die hij nam naar de zeven poorten van de hel (Atrocity Exhibition, 2016,

Het eerste wat ik deed na het beluisteren van dat album, was googelen of Danny dood was.

En toen gebeurde er iets wonderlijks. Danny werd vrienden met zijn kwelgeesten, kickte af en bracht afgelopen november het elegante uknowwhatimsayin? uit. Met dat album lijkt de onbestuurbare raket van Danny na tien jaar te zijn geland, zijn talent en ambitie lijken eindelijk met elkaar uitgelijnd, zijn verslavingen aan Xanax, Adderall, drank en coke de mond gesnoerd – maar de gekte gelukkig niet.

Ongemakkelijke eerlijkheid is de rode draad in zijn oeuvre

De titel van zijn debuutalbum uit 2010, het virtuoos geschreven The Hybrid (7.6 op Pitchfork), was goed gekozen, want Danny’s werk overstijgt genres: van warme boombap tot experimentele postpunk en lastig te plaatsen elektronische muziek. Zelfs zijn stem verandert per track. Er is de gevaarlijk snakkende Danny, onderkoelde reflectieve Danny, traditionele punchline-Danny, van de werkelijkheid losgezongen krijsende Danny en – mijn persoonlijke favoriet – befgekke Danny (hierover later meer). 

De rode draad: Danny is ongemakkelijk eerlijk. Hij gebruikt stereotype rapmanieren als pochen over seksualiteit, geld en status vooral om een absurdistisch punt te maken over de maatschappij en de muziekindustrie. Hij is open over zijn wankele mentale gezondheid en worsteling met drugs, zonder die te verheerlijken. Hij is een curieuze maar in de eerste plaats klassieke rapper – schotel hem welke beat dan ook voor en hij zal er moeiteloos overheen, tussendoor of onderlangs spitten.

Pitchfork noemt hem ‘een van de meest inventieve en originele rappers die er is’. Complex: ‘Een gebroken man met een aanstekelijke lach en een stem als een luchtalarm.’ Insomniac: ‘As profane as he is profound.’

Danny’s decennium schetst het verhaal van een artiest die zo intelligent, onrustig en getergd was, dat hij zichzelf bijna de dood in joeg. Hij is iemand die mijn idee van wat hiphop kan zijn steeds verder uitdaagde, oprekte en verrijkte, maar ook iemand waar ik me diepe zorgen om maakte. Want Danny speelde tien jaar lang met vuur. Of, zoals hij het zelf verwoordde in

Staring in the devil face
But ya can’t stop laughing

Denk ik aan dit decennium, dan denk ik aan Danny en aan het monumentale, eindeloos interpretabele oeuvre dat hij ons gaf. Een tipje van de sluier.

XXX (2012)

Laten we bij het einde beginnen: bij het nummer 30, de afsluiter van XXX. De productie klinkt als een carnavalsband op carnavalsdinsdag; schelle, afbuigende, bezopen trompetten die een cartoonesk deuntje spelen, maar wonderlijk genoeg ook een groot, melodieus drama oproepen. De muziek wordt geleidelijk aan grimmiger, bombastisch, bijna oorverdovend, maar verbleekt alsnog naast wat Danny vocaal voor elkaar krijgt.

Het einde van het nummer is namelijk het tegenovergestelde van het begin, zonder dat je het meteen doorhebt: van luchtig grappen naar een doodswens.

Hij begint het nummer met het dubbelzinnige, plagerig gerapte: ‘Sent ya bitch a dick pic and now she need glasses’.

Zegt hij hier nou dat zijn pik zo groot is dat zelfs een foto ervan voor oogbeschadiging zou zorgen? Of bedoelt hij juist dat je een bril nodig hebt om het ding te kunnen waarnemen? Waar je er bij de meeste rappers blind vanuit mag gaan dat ze op dat eerste doelen, lenen de lyrics van Danny Brown zich niet voor

In het derde seizoen van de Netflix-docureeks Hiphop Evolution wordt de opkomst van alternatieve hiphop, waar ook het werk van Brown onder geschaard wordt, uit de doeken gedaan. Busta Rhymes vertelt over de eerste keer dat hij hoorde en zich verslikte bij de regel: ‘I tie a rope around my penis and jump from a tree’. Busta: ‘Ik dacht: welke zwarte durft zoiets te zeggen?’

Het is duidelijk dat Danny, met zijn lyrics over onder meer pinguïnkutjes, wasverzachter en wortels, die absurdistische Detroitse raptraditie heeft voortgezet.

Op XXX bezingt hij meermaals zijn liefde voor beffen, waaronder op I Will, een nummer dat er volledig aan gewijd is: 

If it’s smelling sweet, I’mma lick it for an hour
And even it’s sour I might lick it in the shower
I go dumb and ignorant when I’m on that clitoris
Lick your ass delirious, my tongue game so damn serious

Die humor, kenmerkend voor Danny, wordt halverwege 30 ruw opzij gebeukt door de existentiële stress die heel het album latent aanwezig is. Zijn stem gaat van plaaggeest naar duivel,

In de documentaire die onder meer gaat over de zwarte periode waarin Danny de plaat opnam, vertelt de producer van dienst hoe hij een paar minuten verstijfd in de studio had gezeten om te verwerken wat er gebeurd was toen Danny, plots en in één take, de tekst van 30 had uitgespuugd.

Het einde van de track had namelijk goed het einde kunnen zijn van Danny. De laatste regels klinken als de laatste die hij ooit zou spitten, gekweld en resoluut: 

Ever since a nigga 8, knew what I would do now
When I turned 28, they like, ‘What you gon’ do now?’
And now a nigga 30, so I don’t think it hurt me
That the last ten years, I been so fucking stressed
Tears in my eyes, let me get this off my chest
The thoughts of no success got a nigga chasing death
Doing all these drugs, hope for OD’ing next,
Triple X

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Het nummer 30, met lyrics

Old (2013)

Het album over zijn wanhoop bracht Danny ironisch genoeg de bekendheid waarnaar hij zo had gehunkerd, en na XXX volgde het meer toegankelijke, festivalklare Old. Het werd de eerste plaat die hij niet in eigen beheer uitbracht en zijn grootste commerciële succes tot op heden. De concertzalen belden. De grote namen wilden met hem samenwerken. Danny was rijk en gevierd.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Danny in 2013, op de piek van zijn succes – en van zijn verslaving (vergelijk dit filmpje eens met het laatste filmpje in dit verhaal, opgenomen in 2019)

Maar zoals het album een A- en een B-kant kent (op kant A spuwt hij twijfel, op kant B is hij positiever en spreekt hij zijn dankbaarheid uit), zo was ook het succes zelf. Wat als al je wensen al uitgekomen zijn, maar je paniek niet kwam door het uitblijven van succes, maar door je eigen existentiële angsten? 

En wat doet je verslaving, die met geld en succes makkelijker te onderhouden en glorificeren is?

Op het eerste gehoor lijkt Old een feestje, een ingeloste ambitie op trefzekere beats. Maar naderhand, als je kunt zien tussen welke twee albums het zit gesandwicht, klinkt de plaat vooral als een waarschuwing. Danny stond op de drempel van zijn afdaling in de waanzin. 

Hoe depressief en verward hij was na Old leren we op de volgende plaat. Hij sloot zich maandenlang op in huis, zette zijn telefoon alleen aan om dealers en prostituees te bellen. In die staat sloeg hij de handen ineen met de excentrieke producer Paul White, schreef elke nacht, de hele nacht, stapte over naar het experimentele technolabel Warp en liet zichzelf volledig afglijden. Het leverde zijn beste werk ooit op.

Atrocity Exhibition (2016)

Asylums with doors open wide,
Where people had paid to see inside,
For entertainment they watch his body twist
Behind his eyes he says, ‘I still exist’
This is the way, step inside

Dit zijn regels uit het nummer Atrocity Exhibition van Joy Division, waar Danny’s derde album naar is vernoemd. Na de eerste seconden van het eerste nummer op de plaat snap je waarom. Dissonante gitaar, drums waarop niet wordt geslagen maar geveegd en de krassende stem van Danny, gekwelder dan ooit, die de richting van de muziek volledig negeert en rapt:

I’m sweatin’ like I’m in a rave
Been in this room for three days
Think I’m hearing voices
Paranoid I think I’m seeing ghosts-es
Oh shit

Het album is dubbel vernoemd: ook naar het boek The Atrocity Exhibition van de Britse schrijver J.G. Ballard, waarin de lijn tussen waanzin en realiteit nooit helemaal duidelijk wordt. In het boek heeft hetzelfde hoofdpersonage in elk hoofdstuk een andere naam, worden lichamen en landschappen constant met elkaar verward en is het doel van het hoofdpersonage om de Derde Wereldoorlog te starten en te winnen – in zijn eigen hoofd. 

Je zou denken dat zo’n plaat, geframed door zulke verwijzingen, te bizar zou worden om naar te luisteren. Maar het lijkt wel alsof het (door hem zo beleefde) falen dat Danny beschrijft op zijn eerdere platen hem voldoende rust en ruimte hebben gegeven om nu écht te doen wat hij wil. Op Atrocity Exhibition is hij op zijn kwetsbaarst, maar ook meer dan ooit bevrijd van conventies, genres, verwachtingen en onzekerheden. 

En dan krijg je nummers zoals Ain’t It Funny, uit het begin van dit verhaal. Het is Danny Brown op zijn best: klassiek rijmspel, flauwe grappen, claustrofobische beeldtaal over hoe hij zich verhoudt tot zijn kunst en de

Verbal couture
Parkour
With the metaphors
The flow house of horror
Dead bolted with metal doors

Ook onvergetelijk: het gevaarlijke Pneumonia, over zijn verleden als dealer (waar hij wonderlijk genoeg de regel ‘Licked that clit and she did the Macarena’ in weet te passen). Het nummer samplet een elektronisch muziekproject dat gebaseerd is op Haïtiaanse voodoo, maar zelfs dat klinkt in de context van deze wonderlijke plaat wel logisch. 

En je weet toch hoe je, als je écht kwaad bent, je stem niet langer verheft, maar juist eng gedempt begint te klinken? Tel dat erbij op: Danny Brown in topvorm.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Pneumonia door Danny Brown

Uknowwhatimsayin? (2019)

Nu eindigt het decennium. Danny was de gastheer en XXX was het nerveuze indrinken. Old was het feestje en de afterparty, Atrocity Exhibition was de kater. Wat komt er na een kater? 

Atrocity werd alom bejubeld door critici, maar was commercieel geen groot succes. Door de 70.000 dollar die hij uit eigen zak betaalde bleef Danny zelfs achter met schulden. Dieper in de put dan ooit te voren, wellicht uit nood, vond hij ergens de kracht zijn verslaving aan te pakken en alle zeven poorten van de hel te sluiten.

Na een jaar, nuchter maar inspiratieloos, zocht hij contact met raplegende Nas, een van die helden over wie Danny eerder tweette dat ze hem een weirdo zouden vinden. Nas vertelde hem dat hij moest stoppen met nadenken en gewoon moest rappen. Dan was het maar even kut, het zou vanzelf weer lukken.

En toen: zijn nieuwste plaat. Het fenomenale uknowwhatimsayin?, dat afgelopen november uitkwam. Geproduceerd door wiens muziek klinkt als een knisperend haardvuur, als kippensoep voor de ziel, lijkt Danny hier zijn nieuwste vorm te vinden.

Geruststellende producties, waar hij vocaal rondjes omheen rent. Overduidelijk plezierige samenwerkingen met andere alternatieve hiphopgrootheden als Run The Jewels en JPEGMafia. Danny heeft zichzelf totaal laten gaan om tot de kern te komen van wat hem zo goed maakt – de humor, de gekte, de maatschappijkritiek – en gebruikte dat vervolgens als asfalt voor een landingsbaan na zijn dollemansrit. 

Toch zou het me niet verbazen als deze veilige landing van de zelfverklaard in het volgende shot opeens iets totaal anders blijkt te zijn. Dat de camera langzaam steeds verder uitzoomt, tot je ziet dat deze raket helemaal niet op een landingsbaan staat, maar op een bedrieglijk klein stukje asfalt met witte strepen, zwevend in de ruimte. Cue de lachband.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Danny in 2019, aan het woord over tien dingen waar hij niet zonder kan. 'Gotta have a leaf.'