Maak kennis met de mensen achter de ‘migratiestroom’

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie
De Nigeriaanse illustrator Toby Emmanuel tekende voor deze serie portretten door Maite alle hoofdpersonen.

Afgelopen jaar sprak ik tientallen, misschien wel honderden Nigerianen over hun – al dan niet mislukte – zoektocht naar een beter leven. Ik leerde steeds beter begrijpen van de kant waarover we in Europa zo weinig horen: die van de vertrekkers.

Afrikaanse migranten die in Europa een beter leven zoeken zijn dagelijks in het nieuws. Niet als mens, maar als ‘stroom’ of ‘crisis’. Anderhalf jaar geleden verhuisde ik naar Nigeria om daar, in het grootste Afrikaanse vertrekland, op zoek te gaan naar de menselijke verhalen achter dat nieuws. Naar drijfveren, oorzaken, en ja, naar oplossingen. 

Ik ben de tel al maanden terug kwijtgeraakt. Ik sprak er tientallen, honderden misschien wel? Mensen wiens leven wordt bepaald door migratie naar Europa. Door de wens om te migreren, of het trauma van een mislukte reis. Door het geld dat gemigreerde gezinsleden naar huis sturen, of het gat dat zij achterlieten. Door het misbruik dat van hun dromen werd gemaakt, of de keuzes waartoe ze gedwongen werden.

Elk levensverhaal is anders, maar ik zag in al die gesprekken ook gelijkenissen. Hoe belangrijk de druk van familie is bijvoorbeeld, hoe blind de hoop dat het in Europa beter zal zijn, hoe kwetsbaar blinde hoop is voor uitbuiting. 

In dit eindejaarsstuk zet ik mijn gesprekken met negen migranten voor jullie op een rij. Ze gaven mij een kijkje in hun leven, en zo leerde ik steeds meer begrijpen van de kant van migratie waarover we in Europa maar zo weinig horen: de kant van de vertrekkers. 

Wil je tijdens de kerstvakantie hun hele verhaal lezen, in hun eigen woorden? Klik dan verder via de linkblokken. Daar zijn de migranten ook met leden van De Correspondent in gesprek gegaan in de bijdragensectie.  

Waarom je zou willen gaan, leerde ik van David

Zoals elke nieuwe buitenlandcorrespondent die een land nog niet kent, praatte ik de eerste weken in Lagos fanatiek met taxichauffeurs. Het is nu eenmaal de makkelijkste manier om ‘gewone’ mensen en hun blik op de wereld Maar al snel ontdekte ik dat die gesprekken vaak in omgekeerde interviews veranderden: de chauffeurs wilde vooral van mij dingen te weten komen. Hoe koud het in Nederland is bijvoorbeeld (heel koud), of hier ook zwarte mensen wonen (ja), en of die wel eens met Nederlanders trouwen (ja). 

David (34) was zo’n taxichauffeur die mij het hemd van het lijf vroeg. Hij bleek wat veel Europeanen een gelukszoeker zouden noemen: een migrant in spe die geen enkele kans maakt op asiel, en die via illegale wegen Europa wil bereiken. 

Ik nam David mee uit lunchen. En ik hoorde wat ik later nog heel vaak zou horen: een slimme man, in de bloei van zijn leven, die niet vooruitkomt. Die 22 uur per dag werkt, die zijn ouders moet onderhouden, en droomt van een beter leven voor zijn kind. Die al zijn hoop heeft gevestigd op Europa.

‘Denk je dat ik zou willen reizen als er hier mogelijkheden waren? Nee! Maar de overheid biedt ons geen kansen. Ik ben nu 34 en in dit land gaat het niet om wat je kunt, maar om wie je kent. Je moet iemand kennen aan de top, die je een baantje gunt. Een politicus, een godfather. Iemand die zegt: Don’t intervene with my boy. Die ken ik niet. Mijn enige godfather is daarboven…’

Hoe makkelijk je opgelicht wordt, leerde ik van John

Als je zo wanhopig graag naar Europa wil, ben je een makkelijke prooi. Dat leerde John (47) mij. Hij gaf al het geld dat hij van zijn oom had gekregen om te studeren aan een reisagent, die beloofde een visum voor Europa te regelen. Samen met een vriend zou John vertrekken.

‘We gingen naar Lagos met al onze bagage – zodra we ons paspoort zouden krijgen, konden we vliegen. Ze stopten ons in een hotel, en kwamen niet meer terug. Drie dagen wachtten we daar. We belden hun nummers, maar die waren niet meer in gebruik. Zo ontdekten we dat deze mensen – deze mensen die ik volledig vertrouwde – ons bedrogen hadden.’

Ik spreek ontzettend veel mensen die het equivalent van honderden, soms duizenden euro’s zijn kwijtgeraakt aan oplichters die slim inspelen op hun droom te vertrekken. En stuk voor stuk was het na zo’n mislukte poging ontzettend moeilijk om terug te keren naar hun familie. Sommigen verkochten familiegrond zonder het te vertellen, of stalen geld van hun broers. In de volle overtuiging dat ze, eenmaal in Europa, toch wel vergeven zouden worden. 

Ook Johns ouders waren woest over het verspilde geld. Ze noemden hem een mislukkeling. ‘Ik dacht bij mezelf: jullie hadden wel anders gekraaid als het wél was gelukt. En bovendien: er is nooit iemand geslaagd in het leven zonder eerst te falen.’

Dat je wel moét geloven dat het jou wél lukt, leerde ik van Faith 

Oplichting van migranten kan ook uitbuiting worden – daarover vertelde Faith (28) me. Er werd haar een baan als babysitter in Italië beloofd. Het werd sekswerk op een matras in een bosje langs de kant van de weg. 

‘Ik had wel verhalen gehoord over meisjes die in de prostitutie moesten werken, maar ik geloofde die niet. Ik dacht dat mijn ervaring anders zou zijn.’ Ik ben over die uitspraak gaan nadenken als de overlevingstactiek van veel Nigerianen. That is not my portion – een diepgeworteld geloof dat, hoewel de kansen niet in je voordeel zijn, jouw leven wél een succes zal worden. Want als je dat niet gelooft, wat heeft het leven dan voor zin?

Faith vertelde haar verhaal met horten en stoten. Midden in een zin begon ze soms met haar dochtertje te spelen, of legde ze ineens haar hoofd op tafel. Een jonge vrouw met een groot trauma.

‘De madame gaf me een kort jurkje. Ik moest gaan werken. Ik voelde me totaal niet op mijn gemak. Maar als ik niet werkte, sloeg ze me. Ze zei: ik geef je eten, je moet me betalen. Ze sloeg me vaak, soms trok ze alle kleren van mijn lijf. Als er witte mannen voorbijreden, moest je ze stoppen en meenemen het bos in. Het was de hel. Werken, werken, werken, werken, werken. Alleen maar werken, zeven dagen per week.’

Uiteindelijk wist Faith te ontsnappen en terug te keren naar Lagos. Ze heeft nu een klein naaiatelier. En de vader van haar kind? Die spaart nu om naar Europa te gaan. 

Hoe groot de sociale druk kan zijn om te vertrekken, leerde ik van Chylian 

Chylian (28) wilde helemaal niet vertrekken. Ze was basisschooljuf en had een klein handeltje in fruit en fruitsapjes. ‘Rijk was ik niet, maar ik vond het leuk wat ik deed. Ik was gelukkig.’

Haar nichten kwamen met het voorstel: kom je ook naar Europa? Zij waren daar al, in Frankrijk en Italië. Chylian had geen interesse. Maar haar moeder werd kwaad. ‘Je krijgt deze kans en je pakt hem niet? Wat is dit voor onzin!’ Ze wees Chylian erop dat haar nichten nu huizen hadden gebouwd in Nigeria, dat ze veel beter af waren dan voorheen. "Dat wil jij toch ook?" zei haar moeder.

Wat volgde was een horrorreis door de Sahara, een ijskoud tentenkamp aan de Libische kust, een Libische gevangenis, uithongering, een vlucht terug naar huis, betaald door de Europese Unie, een diepe depressie. Langzaam pakt Chylian nu in Nigeria haar leven weer op.

‘Wat me het meest dwarszit, zijn de leugens. De leugens! Waarom liegen onze Afrikaanse broeders en zusters in Europa tegen ons? Zelfs mijn eigen familie! Mijn nichten zeiden dat ze ons wilden helpen. Maar nu ben ik erachter gekomen dat ze wilden dat we als prostituees zouden gaan werken! Er zijn veel dagen dat ik denk: gelukkig heb ik het niet gehaald. Dan was het nog erger geweest – dan had ik nu sekswerk moeten doen.’ 

Chylians verhaal laat goed zien dat sociale netwerken, familienetwerken en mensenhandelnetwerken vaak een en dezelfde zijn. Dat mensenhandelaars vaak geen anonieme criminelen zijn, maar vrienden en bekenden van hun slachtoffers. En dat het daarom ook zo moeilijk is om dit soort uitbuiting te voorkomen en berechten.

‘Mijn moeder realiseert zich nu ook dat mijn nichten mensenhandelaars zijn. Ze zei dat het hun verdiende loon was dat ze zoveel geld hadden verloren – en dat ze hoopte dat ze een volgende keer twee keer zouden nadenken voor ze mensen misleiden.’

Dat Libië voor migranten een hel op aarde is, leerde ik van Cyril

Cyrils reis strandde, net als die van Chylian, in Libië. Hij was daar een stuk minder blij om. Ik ontmoette hem toen hij van de vliegtuigtrap stapte in Lagos – moe, smerig, in een gedoneerd trainingspak kwam hij verslagen terug naar zijn thuisland. 

‘Om nu weer vanaf nul te beginnen is moeilijk. Voor mijn reis heb ik alles verkocht: mijn stoelen, mijn tv, mijn bureau, mijn telefoon, alles. Ik wil niet terug naar mijn oude gemeenschap of naar mijn kerk. Ik heb niets meer. Zo wil ik niet terugkomen.’

Ook zijn vlucht was betaald door de Europese Unie, die migranten uit Libische gevangenissen redt door hen een retourvlucht naar huis aan te bieden. Dat is een humanitaire daad, want die gevangenissen zijn de hel op aarde – maar het is ook een manier om zo min mogelijk Afrikaanse migranten in Europa te laten aankomen. En daarmee is Cyril (44) het levende bewijs van Europa’s pogingen om migranten op afstand te houden.

Hij vertelde me de meest schokkende verhalen over onderdrukking, intimidatie en vernedering tijdens zijn reis. Maar nog altijd, zei Cyril toen ik hem later opnieuw opzocht, is terugkeren erger. ‘Vorige week heb ik mijn moeder opgezocht. Ze was blij om me te zien. Ze bad tot God dat mijn poging de volgende keer wel zou slagen.’

Dat een leven in Europa ook een hel kan zijn, leerde ik van Blessing

Cyril kwam ‘vrijwillig’ terug naar Nigeria. Blessing (33) daarentegen, werd uitgezet. Maar ze wilde ook wel terug, zegt ze nu. Het leven daar was zwaar. Ze bracht twaalf jaar door in de illegaliteit in Spanje (‘Mijn Spaans is zo goed als dat van een Spanjaard.’) 

Ook bij haar was het familie die haar naar Europa stuurde. ‘Mijn vader zei: in Nigeria ben je alleen maar tot last. In Europa kun je veel geld verdienen in de prostitutie.’ Ze was toen 17.

Hoeveel ellende er in één mensenleven past, vroeg ik me af toen ik Blessing sprak. Ze vertelde haar verhaal zonder veel emotie. De madame aan wie ze al haar geld moest afstaan, de ‘vriendjes’ die haar sloegen, de financiële crisis die alles nog moeilijker maakte. 

‘Toen werd ik ziek. Het zat in mijn hoofd. Het voelde als een wond in mijn hersenen. Later hoorde ik dat ze de ziekte in Spanje schizofrenie noemen.’ Ze had in Nigeria geen geld voor de medicijnen – dat de ziekte terug zou komen, was haar grootste angst. 

‘Ik hoor hier veel meisjes die ook naar Europa willen. Vaak geloven ze me niet als ik zeg dat ik daar zoveel heb geleden.’ Want hoe kan het in Europa nu zo erg zijn, als ze geld heeft verdiend? ‘Mijn moeder bouwde een huis met het geld dat ik al die jaren stuurde.’ Dat huis is het bewijs dat ze het in Europa prima had, denkt iedereen om haar heen.

Dat niet iedereen op een boot naar Europa wil, leerde ik van Leonard  

Lang niet elke Afrikaanse migrant wil naar Europa. Sterker nog: er vindt veel meer migratie binnen Afrika plaats, En zelfs de migranten die in Europa belanden zijn daar niet altijd naar op weg. Van Leonard (34) leerde ik hoezeer de levens van honderdduizenden migranten beïnvloedde.

Als elektriciën vond Leonard tien jaar geleden werk in Libië. ‘Kadhafi accepteerde ons zwarten. Ik had een baan, papieren.’ Hij verdiende veel meer dan in Nigeria. 

Maar toen in begon was niks meer hetzelfde. ‘De kogels vlogen me letterlijk om de oren. Ik zag er echte oorlog.’

Hij besloot naar Europa te vluchten. ‘Ik had nooit de droom om naar Europa te gaan, zoals veel van mijn landgenoten die door Libië reizen – de reis over de zee leek me veel te gevaarlijk. Maar ik kon niet anders: ik was mijn leven in die oorlog niet zeker.’ Hoewel Leonard in Europa nooit in aanmerking zou komen voor een vluchtelingenstatus, laat zijn verhaal zien hoe grijs het gebied tussen ‘economische migrant’ en ‘vluchteling’ eigenlijk is. 

Leonards boot zonk. ‘Dat is hoe ik mijn vrienden verloor – vrienden met wie ik in Libië werkte en van wie ik heel veel hield. Ik overleefde omdat ik kon zwemmen.’ 

Terug in Libië probeerde hij te overleven. ‘Na de revolutie was er plotseling veel racisme. Het werd onveilig voor me. Ik verloor mijn baan, ik kon niet meer op eigen benen staan. Ik bleef zoveel mogelijk binnen. Het was vreselijk.’ Hoe vaak hij in de gevangenis heeft gezeten, weet hij niet, hij is de tel kwijt geraakt. Hij werd ontvoerd door ISIS, ontsnapte. Toen hij hoorde dat de Europese Unie tickets naar huis betaalde zag hij het als een teken. ‘Het was genoeg.’

Dat een migrant ook gewoon een soort backpacker is, leerde ik van Austen

Een van de vragen die ik het afgelopen anderhalf jaar zó vaak heb gesteld dat ik het antwoord kan dromen is: waarom wilde je naar Europa? Het standaard antwoord: to look for greener pastures. Maar Austens antwoord schudde me wakker. ‘Omdat ik iets van de wereld wilde zien!’ riep hij met een diepe lach. ‘Van reizen leer je.’

Zijn antwoord liet me op een andere manier kijken naar de drijfveren van Afrikaanse migranten om naar Europa te willen gaan. Als jonge twintiger reisde ik zelf ook maandenlang de wereld rond – alleen, en krap bij kas. Austen had als twintiger diezelfde droom. Maar hij bezat niet zo’n gunstig paspoort, en nog geen fractie van mijn ‘krappe’ budget. En dus zag Austens ‘backpackreis’ er nogal anders uit dan de mijne.

‘De greener pastures heb ik niet gekregen, maar wel avontuur. Ik heb geweldige dingen gezien. De bron van de rivier de Niger bijvoorbeeld, in een berg in Gao, Mali. Prachtig!’

Hij vertrok met acht vrienden uit Nigeria. Twee van hen zijn nu in Europa. Als hij daarover spreekt klinkt er toch iets door van de drijfveer waar ik zo vaak over hoor. ‘Allebei hebben ze jaren en jaren gewacht om over te steken. Dat was niet aan mij besteed. Ik was ongeduldig, wilde mijn talenten niet verspillen. Ik weet niet of ik het spijt zou noemen, maar ik denk veel aan mijn vrienden die het wél gehaald hebben. Dat zij meer doorzettingsvermogen hadden, dat zij nu beter af zijn.’ 

Bovenal is Austen een harde werker, iemand die altijd overal kansen ziet. Maar tot nu toe hebben de tientallen baantjes, bedrijfjes en handeltjes die hij opzette hem weinig opgeleverd. Zijn huidige plan? Via internet een Europese vrouw vinden die met hem wil trouwen. ‘Mijn vrouw zou het begrijpen. Het gaat over een betere toekomst voor onze kinderen.’

Wat vertrekken betekent voor achterblijvers, leerde ik van Edwin

Edwin (35) weet veel, verbazingwekkend veel, over Italiaanse politiek. En over het Europese asielsysteem. ‘Kijk, er zijn natuurlijk regels. Als je Italië binnenkomt, moet je in Italië blijven tot je papieren hebt. Als je naar Duitsland of Frankrijk gaat en ze pakken je, word je teruggebracht naar Italië. Heb je eenmaal een verblijfsvergunning, dan kun je vrij door Europa reizen, om een baan te zoeken. Want er zijn geen banen in Italië.’

Dat hij zoveel weet, komt omdat zijn broertjes twee jaar geleden naar Italië vertrokken. Natuurlijk wist Edwin wat de risico’s van de reis waren. Maar hij heeft als oudste zoon een zware last op zijn schouders. ‘Ik kon niet voor ze zorgen, dus ik moest ze wel hun vrijheid geven. Hoe kan ik ze tegenhouden als ik hier niet genoeg eten op tafel kan krijgen?’

Zelf reizen vond Edwin geen optie, omdat hij voor mijn moeder moet zorgen. ‘Mijn broertjes zijn gegaan namens ons hele gezin, om ons allemaal vooruit te helpen.’

Ze zitten nu in een asielzoekerscentrum. Het wachten op papieren kan jaren duren, dat weten ze. En ondertussen zien ze de macht van de anti-immigratiepartijen in Italië groeien. Toch geeft hun vertrek Edwin nu al lucht. ‘Aan het eind van elke maand krijgen ze vijftig euro. Mijn broertjes sturen dat geld naar ons. Hier kunnen we er veel van betalen: eten, kleding, schoolgeld voor mijn neefjes.’

Dat je van een mislukte reis ook een verdienmodel kan maken, leerde ik van Osita

Osita was een ‘economische migrant’ avant la lettre. In 2004, jaren voor de vluchtelingencrisis, en voordat Europa miljarden ging besteden om migratie tegen te gaan, trok hij door de Sahara naar Libië, op weg naar Europa. 

Maar hij keerde onverrichterzake terug naar Nigeria. Zijn reis mislukte. 

Op zijn WhatsApp-profielfoto kijkt hij, in een felroze blazer, fronsend in de camera. ‘DO NOT BE DECEIVED!’ staat er in witte kapitalen naast zijn opgeheven wijsvinger. ‘The GRASS is NOT as GREEN out there as they always say.’

Osita runt een succesvolle organisatie die werkt met teruggekeerde migranten en met wat hij potentials noemt: Nigeriaanse jongeren die niets liever willen dan naar Europa komen.

Hij kan, door zijn ervaringen onderweg, met autoriteit tegen hen spreken. Niet neerbuigend, want hij snapt hun drijfveren. Armoede heeft daar niks mee te maken, zegt hij. ‘Zijn er niet ook arme mensen in Duitsland, bedelaars zelfs? Die reizen toch ook niet massaal naar andere landen? De oorzaak is dat onze overheid geen omgeving creëert waarin mensen vooruit kunnen komen. Geen goede elektriciteit, geen goede wegen, geen veiligheid. Dat frustreert mensen.’

Het belangrijkste onderdeel van zijn training voor terugkeerders noemt hij ‘mindset re-engineering’: veranderen hoe de migranten naar hun mislukte tocht naar Europa kijken. ‘Voor veel terugkeerders is deze reis een bron van schaamte. Ik probeer ze te zeggen: deze ervaring heeft mij juist geholpen. Deze ervaring moet je fundering zijn, niet je stigma. Je moet geloven in je land. Ik wil terugkeerders aanmoedigen om hun wortels hier weer te planten en te zeggen: ik kan het ook hier maken.’

Lees verder