Rechts-extremisme is een groeiend probleem. Toch is deze onderzoeker ook optimistisch

Dimitri Tokmetzis
Correspondent Surveillance & Technologie
Foto: Henk Braam / Hollandse Hoogte

Sinds enkele jaren groeit overal ter wereld het rechts-extremisme. Ook is er steeds meer geweld. Maar voor Nederland ziet onderzoeker Willem Wagenaar een positieve uitzondering.

Als je bang bent voor de terugkeer en groei van rechts-extremisme, dan bieden de afgelopen jaren genoeg redenen om bezorgd te zijn.

Met de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten van 2016 stak een ogenschijnlijk nieuwe beweging ineens de kop op: de alt-right. Vooral online wist deze vergaarbak van nationalisten, antisemieten, antifeministen en racisten flinke onrust

In kwam het afgelopen decennium de identitaire beweging op, die vooral bestaat uit activistische, hippe jongeren die zichzelf presenteren als een alternatief voor links en neoliberaal rechts. De identitairen zetten zich af tegen economische en culturele globalisering en moeten daarom weinig hebben van culturele diversiteit, maar ook van

En er zijn de laatste jaren een paar grote aanslagen gepleegd door rechts-extremisten, meestal jonge mannen die vaak op internet radicaliseerden, daar hun terroristische daad aankondigden en soms zelfs live uitzonden:

  • In februari 2018 schoot een 28-jarige Italiaanse man zes Afrikaanse immigranten dood.
  • In maart vorig jaar vermoordde een 28-jarige Australiër 51 mensen in een
  • In juni werd de Duitse politicus Walter Lübcke doodgeschoten door een neonazi.
  • In augustus vorig jaar werden 21 mensen in El Paso, Texas vermoord door een 21-jarige witte nationalist.
  • Ook in augustus probeerde een 22-jarige Noor een aanslag te plegen op een moskee in Oslo.
  • En in oktober 2019 probeerde een 27-jarige Duitser een slachting aan te richten in een synagoge in Halle, Duitsland. Uiteindelijk werden twee mensen gedood en raakten er twee gewond.

Dit zijn de meest in het oog springende terroristische aanvallen, maar zowel in de Verenigde Staten als in Europa zijn er tientallen aanslagen geweest, vaak op islamitische en joodse doelwitten.

Toch is er niet alleen reden tot zorg en pessimisme. Die opvatting komt uit – voor mij – onverwachte hoek, namelijk van Willem Wagenaar. Hij is al bijna twintig jaar onderzoeker van extreemrechts. Voor de Anne Frank Stichting houdt hij minutieus bij hoe rechts-extremistische groepen en personen in Nederland en volgt hij de groei van extreemrechts van nabij.

Ja, er is een opleving van extreemrechts, maar, zegt hij als ik hem spreek, in Nederland gaat het eigenlijk niet eens zo slecht. Er is zelfs reden tot enig optimisme.

Leg uit.

‘Als je kijkt naar de ons omringende landen, dan zie je grote verschillen tussen het rechts-extremisme daar en dat bij ons. Dan kun je eigenlijk alleen maar constateren dat Nederland het goed doet. We hebben maar weinig extremistische organisaties en weinig activisten. En we hebben maar een klein aantal extremistische geweldsincidenten per jaar.’

Over welke orde van grootte praten we dan?

‘Enkele tientallen incidenten per jaar. De laatste cijfers die ik heb zijn van maar ik heb geen reden om aan te nemen dat het aantal incidenten de afgelopen twee jaar enorm is toegenomen.’

Zijn dat dan vooral vechtpartijen en mishandelingen?

‘Vaak zijn het heel lichte geweldsvormen. Ik weet het, ieder incident is er één te veel, maar meestal blijft het beperkt tot gedreig en geklad bij moskeeën en synagoges. Het zware geweld, zoals mishandelingen en brandstichtingen, is jaarlijks op één of twee handen te tellen.

In vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland is dat echt heel weinig. Daar heb je het over duizenden incidenten en duizenden aanhangers van extreemrechts en neonazigroeperingen. Die organisaties zijn ook nog eens goed georganiseerd, beschikken over financieringsnetwerken en zijn vaak tot geweld bereid. Het geweld dat ze plegen is vaak veel ernstiger.

Die groepen zijn veel nadrukkelijker in de samenleving aanwezig dan in Nederland. Ze infiltreren in voetbal- en vechtsportclubs. Je vindt ze terug in politieke organisaties, zoals Alternative für Deutschland, maar ook in eigen politieke bewegingen zoals de Ook op straat vormen deze groepen een veel grotere dreiging. In Nederland zie je niets van dit alles. Niet in de aantallen. Niet in de structuren. Niet in de financiering en niet in de dreigingen.’

En andere landen naast Duitsland dan?

‘Daar zie je ook veel meer rechts-extremistische dreiging en geweld. Frankrijk, Italië, Vlaanderen, Engeland – daar zijn grote groepen actief die een serieuzere dreiging vormen. En ook daar zie je meer extremistisch en terroristisch geweld dat in Nederland zo goed als afwezig is, hoewel het publieke debat hier de laatste jaren ook behoorlijk verhit is geraakt.’

Hier heb je toch ook rechts-extremistische groepen?

‘Je hebt hier wel groepen die geweld als politiek middel legitimeren, maar die zijn vaak klein en slecht georganiseerd. Je moet dan denken aan skinheadgroepen zoals Combat 18 en de Racial Volunteer Force. De leden daarvan zijn ook nog eens allemaal met naam en toenaam bekend en ze voelen zich om die reden vaak ook vrij kwetsbaar. Al zouden die politiek geweld willen plegen, dan kunnen of durven ze dat waarschijnlijk niet eens.

Dan heb je nog een relatieve nieuwe groep zoals Sommige leden hebben zich in het verleden positief uitgelaten over politiek geweld, maar lijken zich toch echt met andere dingen bezig te houden dan de gewapende strijd. Ze willen vooral het sociaal-culturele klimaat in Nederland veranderen, het denken in de samenleving over belangrijke onderwerpen op zijn kop zetten en infiltreren in culturele en maatschappelijke instituties.’

Ik wil daar toch iets tegen inbrengen, namelijk de terroristische aanslag in Enschede in 2016. Daar gooiden vijf lokale extremisten molotovcocktails naar een moskee, waar ze voor

‘Dat is een heftige zaak inderdaad, maar het was ook de eerste aanslag sinds jaren, eigenlijk sinds enkele extreemrechtse aanslagen en pogingen daartoe in 2004 en 2005, als reactie op de dood van Theo van Gogh. Dat is weinig, zeker in vergelijking met de ons omringende landen.’

Wat te denken van de eenlingen die online zijn geradicaliseerd? De afgelopen twee jaar gaat daar juist veel dreiging van uit. In mei 2018 werd bijvoorbeeld een 43-jarige man in Gelderland opgepakt omdat hij een gewapende aanslag zou willen plegen op

‘Het is moeilijk optreden tegen geïsoleerde mensen die zo radicaliseren. Maar deze man komt het niveau van enorme sukkel niet ver te boven. Hij was heel publiek in zijn gewelddadige fantasieën en zijn zoektocht naar wapens en maakte het de inlichtingendiensten wel erg makkelijk.

Er zijn best veel voorbeelden van extremisten die stappen zetten om tot geweld over te gaan, maar dan eigenlijk altijd opgepakt worden. Die grote pakkans schrikt anderen af, denk ik, om hetzelfde te doen.

Het is heel moeilijk optreden tegen geïsoleerde mensen die radicaliseren

Mijn indruk is dat dit soort eenlingen vaak gedreven worden door het idee “nu of nooit”. Bij die aanslagen van vorig jaar werd er vaak een verband gelegd met de omvolkingsgedachte, het idee dat de Europese, witte bevolking verdwijnt door Dat zou zelfs tot een burgeroorlog leiden. Een aantal van die daders besluit om dan zelf maar de eerste klap uit te delen.

Maar daarbij hebben ze wel de verwachting dat ze een voorhoede zijn. Ook deze eenlingen zitten uiteindelijk vaak in een netwerk van gelijkdenkenden, al dan niet online, door wie ze zich gesteund voelen om een geweldsdaad te plegen. In Nederland is dit netwerk echter heel klein. En als je als dader tegen de lamp loopt, wat tot nu toe steevast gebeurt, blijkt hier dat het extreemrechtse veld, hoe bescheiden dat ook is, je toch laat vallen.’

Maar wat maakt dat Nederland dan zo’n buitenbeentje is?

‘Dat is moeilijk te zeggen. De veronderstelling die ik erbij heb, is dat rechts-extremisme in Nederland, meer dan in andere landen, lange tijd maatschappelijk zeer geïsoleerd is geweest. Het was hier lange tijd gewoon not done om je bij dit soort organisaties aan te sluiten.

Het was hier lange tijd not done om je bij extreemrechts aan te sluiten

In andere landen rust daar minder een taboe op. In Vlaanderen heb je van oudsher vanuit het Vlaams nationalisme een aanwas van rechts-extremisten. In Frankrijk is er een lange fascistische en rechts-extremistische politieke traditie. In Duitsland zijn met name in het oosten de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust op een heel andere manier verwerkt.

Ik kan het niet hardmaken, maar volgens mij is de omgang met de geschiedenis, met de Tweede Wereldoorlog, van groot belang geweest voor de mate van tolerantie voor rechts-extremisme in de samenleving. In Nederland bestond lang het idee dat wij goed waren in de oorlog – en goed daarna.’

Kan het er ook mee te maken hebben dat Nederland van oudsher vrij weinig politiek geweld kent?

‘Nee en ja. We hebben wel degelijk politiek geweld gehad. Denk aan de acties van de of aan links geweld van de en Dat was niet misselijk. Maar als je dat vergelijkt met wat er in landen als Frankrijk, Duitsland en Italië is gebeurd, valt het politieke geweld in Nederland inderdaad erg mee.

Daarmee is niet gezegd dat dit soort geweld niet in Nederland kan plaatsvinden. In Nieuw-Zeeland was het er ook niet, totdat die Australiër in Christchurch een aanslag pleegde. Maar vooralsnog hebben we hier geen heftige geweldsincidenten, zichtbare structuren of concrete scenario’s die erop duiden dat dergelijk geweld er op korte termijn aankomt.’

Meer lezen?