Bedrijven en burgers willen best verduurzamen als de overheid een beetje helpt, denkt Urgenda-baas Marjan Minnesma
Er moet sneller iets gebeuren om klimaatverandering tegen te gaan en daar is de overheid voor nodig. Veel bedrijven en burgers zijn er al mee bezig en kunnen veel harder lopen als de overheid dat mogelijk maakt. Daar is Marjan Minnesma, directeur van Urgenda, van overtuigd.
Marjan Minnesma was niet altijd van het procederen. ‘Maak van Nederland een duurzame proeftuin’ – met die oproep in NRC Handelsblad startte zij in 2007 de actie-organisatie Urgenda, afkorting voor ‘urgente agenda’. Als directeur maakte ze al snel naam: ze forceerde met collectieve inkoopacties doorbraken op de markten van zonnepanelen en elektrische auto’s.
Na het eerste vonnis was het overduidelijk dat ze dachten dat het een foutje van de rechtbank was
Maar het ging allemaal niet snel genoeg en toen het kabinet-Rutte I in 2011 besloot om de klimaatambities voor 2020 terug te schroeven, was de maat vol. In 2013 stapte Urgenda naar de rechter om te eisen dat de staat ten minste zou doen wat nodig was om Nederlandse burgers tegen gevaarlijke klimaatverandering te beschermen. Tot veler verbazing kreeg Urgenda driemaal gelijk: in 2015 bij de rechtbank, in 2018 na hoger beroep, en op 20 december 2019 bij de Hoge Raad.
Ik sprak Urgenda-baas Marjan Minnesma.
De gevolgen van Urgenda's overwinning
Wat voelde je toen de rechter zei dat Urgenda definitief had gewonnen?
‘Ontlading. Ik was al zeven jaar met deze zaak bezig. We hadden inmiddels wel iets meer kans om te winnen, maar als je weet hoeveel ervan afhangt, dan blijft het heel spannend. Er werd in de hele wereld meegekeken door mensen die zelf bezig zijn met rechtszaken of erover denken. Het helpt hen dat deze zaak op basis van mensenrechten is besloten.’
Wat viel je op in het arrest?
‘Dat de rechters heel erg hun best hebben gedaan om het goed uit te leggen voor mensen die geen jurist zijn. Ze hebben ook rekening gehouden met de lezer die het Nederlandse rechtssysteem niet kent.’
Gaan er nu meer klimaatprocessen komen?
‘Zeker. Daar waar er nog een rechtsstaat is en waar rechters objectief kunnen oordelen, daar zal men dit gaan proberen.’
Je zei in een interview:* ‘Ik ga ervan uit dat we nog steeds in een rechtsstaat leven waarin een overheid doet wat de rechter heeft bevolen.’ Daar klinkt ook angst in door dat het op een dag zo zou kunnen zijn dat de regering zo’n bevel niet uitvoert.
‘Wij hadden in 2015 al gewonnen met een vonnis dat “bij voorraad uitvoerbaar” was. Dat betekent dat de overheid meteen had moeten beginnen, ongeacht de uitkomst van het hoger beroep. Maar dat deed ze niet. Na het eerste vonnis was het overduidelijk dat ze dachten dat het een foutje van de rechtbank was. Na het tweede vonnis zag je wel wat beweging, maar nog steeds de hoop dat de Hoge Raad het zou keren.’
Zie je nu wel beweging?
‘Nou, het kwam op vrijdag voor het kerstreces, hè? Dus ik denk dat iedereen even op z’n rug is gaan liggen. En wij hebben ook iedereen even met rust gelaten. Maar er is beloofd dat er uiterlijk in april een extra plan komt. Alleen dat zal echt sneller moeten, in april is eenderde van het jaar alweer zo’n beetje voorbij.’
‘Wij hebben inmiddels van ons 40-puntenplan een 50-puntenplan gemaakt, en we krijgen nog steeds ideeën aangereikt. Wij staan klaar met bijna 800 organisaties om te helpen. Als de overheid nu budget vrijmaakt en nog een kolencentrale sluit, dan komen we wel tot de 25 procent vermindering van de CO2-uitstoot voor eind 2020 die de rechter heeft bevolen.’
Veertig maatregelen om Nederland te verduurzamen
Dat 40-puntenplan uit juni 2019, moest je daarvoor sprokkelen of was er keus genoeg?
‘We hebben dingen gekozen die voor eind 2020, dus binnen anderhalf jaar, uitgevoerd kunnen worden en minstens 0,1 megaton CO2-uitstoot reduceren. Daardoor valt heel veel af, want dan kun je bijvoorbeeld geen extra windparken bouwen bovenop wat er al in de planning zat. Maar alsnog blijft er heel veel over.’
‘Wij hebben gekozen voor oplossingen die goed te doen zijn, niet veel weerstand oproepen, en waarvan we weten dat er partijen klaarstaan om ze te helpen uitvoeren. Zoals het plaatsen van zonnepanelen op overheidsgebouwen en extra budget voor woningisolatie. We hadden binnen een paar weken 170 woningcorporaties en vele tientallen energiecoöperaties aan boord.’
Dat moet hoopvol stemmen.
‘Ja, in principe kan het. Met die woningcorporaties hebben wij nu inmiddels tientallen woningen energieneutraal gemaakt, en die bewoners gaan er vanaf maand één minstens 70 euro op vooruit. Dat geldt voor meer dingen: het wordt te moeilijk voorgesteld. En de overheid heeft zelf niet genoeg verbeeldingskracht om het anders te organiseren dan met subsidies en belastingen.’
Waar zie je dat aan?
‘Wij organiseren bijvoorbeeld al jaren de ‘zorgstrijd’. Waar we in één winter zonder investeringen tien tot twintig procent energie besparen in een zorginstelling, door alleen maar door zo’n huis heen te lopen en te kijken. “Hier staat de elektrische vloerverwarming in de douche de hele dag aan, maar jullie gebruiken de douche maar een uur per dag, toch? Dan kan die de rest van de dag wel uit.”’
Er wordt alleen niet gehandhaafd. Daar zou de regering de komende jaren prioriteit aan kunnen geven
‘Allemaal van die kleine dingen die optellen tot twintig procent besparing in een winterseizoen. Die zorghuizen houden nu 10.000 tot 20.000 euro over. Wij hebben voorgesteld aan de regering; geef alle zorghuizen een voucher zodat ze zo’n expert door hun pand heen kunnen jagen.’
‘Er kan gewoon heel veel meer. Bedrijven zijn nu verplicht om die energiebesparende maatregelen te nemen die ze binnen vijf jaar kunnen terugverdienen. Er wordt alleen niet gehandhaafd. Daar zou de regering de komende jaren prioriteit aan kunnen geven. Die bedrijven hebben daar alleen maar baat bij, want die hebben daarna veel lagere energiekosten.’
Het klimaatdebat is veranderd
Je geeft veel lezingen. Welke vraag die je vroeger vaak kreeg, hoef je nu niet meer te beantwoorden?
‘Eigenlijk zijn er nog maar zelden mensen in de zaal die denken dat er geen probleem is met klimaatverandering. Dat de mens daar de hand in heeft, is inmiddels wel geland. Wat mensen niet weten is hoe ze het moeten oplossen en wat zij zelf kunnen doen. Dat moet je iedere keer uitleggen. En dan vinden mensen het wel heel leuk om aan de slag te gaan.’
Zijn er wat dat betreft ontwikkelingen die sneller gaan dan jij had verwacht?
‘Nou ik had sowieso al best veel ontwikkelingen voorzien, haha. Maar ik ben blij dat eigenlijk van links tot rechts, op een klein groepje na, heel veel mensen doorhebben dat er wat moet gebeuren.’
In de partijpolitiek zie je nog wel polarisatie over het klimaat. Zie jij dat terug als je het land in gaat? Mijn indruk, als ik naar een inspraakavond over lokaal energiebeleid ga bijvoorbeeld, is dat mensen heel eensgezind en positief zijn.
‘In de praktijk valt het inderdaad erg mee. Ik heb een paar weken geleden voor een VVD-avond gesproken in Heemstede, daar was eigenlijk helemaal niet een anti-klimaatstemming. Het was veel eerder: “Als het kan, en we kunnen er geld mee verdienen, waarom doen we het dan niet? Hoppa!”’
Bedrijven en overheden moeten samenwerken
Is dat ook waar de meeste energie in dit land zit? Bij mensen die denken: ik ga ondernemen en geld verdienen? Of bij de klimaatbeweging die meer uit sociaal oogpunt actief is?
Veel bedrijven willen best wel, maar de overgang vergt nu nog investeringen die niet altijd uit kunnen
‘Het is een samenspel. Maar als de bedrijven willen, dan gaat dat het hardste. Die stellen doelen en die gaan erachteraan. Die klimaatbeweging, dat zijn mensen die anderen vertellen dat ze iets moeten gaan doen. Dat zijn niet zelf de grootste veranderaars. Wel privé, de meesten zijn vegetariër en noem het allemaal maar op. Maar de grote stappen moeten nu van de overheid komen, en van bedrijven die veel uitstoten.’
Is het voor die bedrijven al mainstream om duurzaam te willen zijn?
‘Ja, in hun beleidsdocumenten en jaarlijkse dagen gaat het al heel vaak over duurzaamheid. Veel bedrijven willen best wel, maar de overgang vergt nu nog investeringen die niet altijd uit kunnen. Als je nu bijvoorbeeld staal of kunstmest zonder uitstoot wilt maken, dan zorgt dat voor een hogere prijs per product. En in het kapitalistische systeem hou je het niet lang vol als je duurder bent dan je concurrent. Dus de overheid moet het verschil met de onduurzame concurrent wegnemen of vergoeden.’
Met de Europese Green Deal wordt gezegd: we gaan dit op Europees niveau aanpakken. Ben je daar hoopvol over?
‘Op papier is dat mooi. Het staat of valt altijd met wat er concreet achteraan gaat komen. Zijn er middelen, gaan er dingen afgedwongen worden? Je gaat het niet alleen maar redden met Green Deals, daar kun je in Nederland ook de sloot mee dempen. Ik heb al zo vaak foto’s voorbij zien komen van twintig topmensen met een bordje; "Green Deal zorg", "Green Deal dit", "Green Deal dat". Maar dat wil niet zeggen dat het gebeurt.’
Dus er is ontzettend veel mogelijk, mensen willen wel, alleen het komt steeds terug bij de overheid die van een papieren ambitie echt werk moet maken. Dat is ook een kwestie van geld.
‘Ja, we moeten een enorme versnelling nu doormaken, en daar heb je de overheid voor nodig. Veel bedrijven en burgers zijn al bezig, en ze kunnen veel harder lopen als de overheid helpt. Dan kan het heel hard gaan.’
Dat wij ons ergens op een terp kunnen terugtrekken, is wel heel erg armzalig als je de hele natuurlijke wereld aan gort hebt geholpen
‘De batterijprijzen gaan nog verder omlaag en zonnepanelen zijn al heel erg goedkoop geworden. Wind op zee wordt steeds betaalbaarder en er komt nog een heel aantal innovaties aan. Het is een soort race tegen de klok, maar het [de klimaatdoelen halen, red.] kan nog steeds. De meeste veranderingen die zo snel gaan, zien mensen ook niet aankomen. Toen ik in 1998 een mobiele telefoon moest van m’n werk, wilde ik hem niet eens. Nu is het bij wijze van spreken het laatste ding wat ik afgeef.’
Ondernemers zijn alvast begonnen
Kun jij eigenlijk ook hoopvol zijn over ons vermogen ons aan te passen aan de klimaatopwarming?
‘Ik niet, nee. Wij kunnen ons een beetje aanpassen. Maar de dieren niet snel genoeg, en de natuur ook niet. Dus we verliezen gewoon nog eens vijftig procent van de soortenrijkdom.* Dat zie je nu met die bosbranden in Australië. Een miljard dieren getroffen. Ik vind het vreselijk. En dat gaat nog vele malen meer gebeuren.’
‘Dat wij ons ergens op een terp kunnen terugtrekken, is wel heel erg armzalig als je de hele natuurlijke wereld aan gort hebt geholpen. Dus over ‘adaptatie’ ben ik niet zo positief. We moeten heel snel fossiele energie uitbannen en heel veel bomen bijplanten en kijken of we tot een nieuw evenwicht kunnen komen waarbij we niet te veel soorten verliezen.’
Is er iets aan de reactie op de bosbranden in Australië dat je hoopvol stemt?
‘De Australiërs zelf beginnen een beetje wakker te worden. Je merkt dat steeds meer mensen zien; klimaatverandering is nu. Het is al begonnen. Als je door zo’n inferno loopt, dan denk je wel “was ik maar eerder iets gaan doen”.’
‘De roep om verandering wordt steeds sterker, dat stemt mij wel hoopvol. Je ziet dat steeds meer groepen tieners, grootouders en vrouwen de machthebbers ter verantwoording roepen. En je ziet steeds meer ondernemers die alvast zijn begonnen. Ik ontmoette laatst een paar pioniers die bezig zijn met het kweken van algen. Die nemen CO2 op als ze groeien, ze leveren zuurstof en kunnen als veevoer worden gebruikt in plaats van soja. Dubbele winst. De oplossingen zijn er. Het kan, als je het wilt.’