Iemand vertelde me laatst dat als je een kommetje van je hand maakt en dat achter de balzak van een hond houdt, je kunt voelen of het beest vruchtbaar is. Hoe warmer het scrotum, hoe potenter de reu. Ik heb het gegoogeld maar het blijkt niet waar te zijn; de temperatuur van hondentestikels ligt juist lager dan die van de rest van hun lichaam. Bevordert de spermakwaliteit.

Eigenlijk wilde ik dit stuk beginnen met: ‘Zijn wangen stralen als fertiele hondenballen,’ maar dat kan dus niet meer.

Hij staat in elk geval zo dicht op me dat ik de haartjes op zijn neus kan tellen, en zijn pafferige wangen geven zoveel warmte af dat het voelt alsof ik met mijn gezicht in de zon sta. Er is geen zon op dit treinbalkon. De smalle ruiten in de treindeuren worden geblindeerd door treinreizigers die klemzitten tussen meer treinreizigers. Nog twaalf minuten tot Den Bosch Centraal.

Het enige vermaak is een streepje plas dat richting de schoen van mijn buurman kruipt

Het enige vermaak op deze paar vierkante meter is een streepje plas dat onder de toiletdeur uitbiggelt en steeds verder richting de schoen van mijn gloeiendhete buurman komt gekropen.

Hij merkt het niet, is druk in de weer een broodje kebab uit zijn tas te trekken. Hij trekt te hard en zijn elleboog landt in mijn ribben. Hij zegt sorry met de eerste hap vlees al in zijn mond. Ik verbeeld mijn hand achter zijn hoofd en zijn gezicht vol in zijn broodje.

Saus drupt op zijn kin, zijn tong is net lang genoeg om erbij te kunnen. Dan kijkt Kebab moeilijk naar beneden. Het servetje dat hij om zijn broodje heen had gevouwen is gaan smelten op de plaatsen waar knoflooksaus zit. Hij probeert het zompige papier tussen het aangebrande vlees uit te plukken, maar het is te zacht geworden. Met twee vingers tussen het vlees begint hij kleine papierrolletjes te draaien. Met wat van die rolletjes op zijn vingertop, glanzend en oranje van het vet, kijkt hij om zich heen. Het balkon is te vol om ze onopgemerkt weg te kunnen schieten. Hij likt ze op en slikt ze door.

Hij komt nog wat dichter op me staan om het urinespoor, dat hij klaarblijkelijk toch in de gaten heeft gekregen, te ontwijken. In zijn shirt groeien donkere vlekken. In dit tempo zal het over vijf minuten doordrenkt zijn, en voordat we de trein uit kunnen zal een druppel langs zijn shirt over mijn arm naar beneden kruipen, even aan het puntje van mijn nagel blijven hangen en dan uiteenspatten op mijn schoen.

Om te ontkomen aan dat visioen, en aan het gegorchel van de schrokkende Kebab, zet ik mijn iPod op vol volume en doe ik mijn ogen dicht. Het achtergrondkoor van Kendrick Lamar zingt dat alle mensen die geen fuck geven hun handen in de lucht moeten gooien. Ik bid dat Kebab het niet gehoord heeft.

Twee minuten voor Den Bosch Centraal raken we een wissel en gaan mijn ogen weer open. Kebab is bijna klaar met eten. In een poging een laatste goeie hap te maken van restanten vlees en sla vouwt Kebab zijn vingers onhandig weg onder het folie dat om het broodje heen zat. Zijn pink blijft haken, het folie springt open. Een druppel knoflooksaus spat van het folie omhoog. In mijn gapende mond.

Dan lachen we allebei. Hij verontschuldigend. Ik omdat ik niet wil janken in de trein.