Een genocide op poëtische wijze verfilmen? The Missing Picture laat zien dat het kan
In de indrukwekkende film The Missing Picture vertelt regisseur Rithy Panh over zijn ervaringen tijdens de Cambodjaanse genocide. Panh laat zien dat je bij het verfilmen van een traumatische geschiedenis best creatief mag zijn. Zijn documentaire zou een voorbeeld voor Nederlandse historici moeten zijn.
In het begin van The Missing Picture wordt een klein kleipoppetje gemaakt. Het stelt een man voor in wit maatpak. Terwijl zijn stropdas zwart wordt geverfd, vertelt Panh wie deze man is: ‘Ik wil hem dicht tegen me aandrukken. Het is mijn vader.’
Deze openingsscène maakt meteen duidelijk wat voor film The Missing Picture is: poëtisch, aangrijpend en onconventioneel. Want in maar weinig genocidedocumentaires wordt gebruikgemaakt van animatie - laat staan van kleipoppetjes.
In de film is te zien hoe Panh, destijds dertien jaar, met zijn familie wordt weggevoerd vanuit Phnom-Penh naar het platteland, waar ze te werk worden gesteld. Het ontruimen van de Cambodjaanse steden was volgens de communistische machthebbers nodig om van Cambodja een zelfvoorzienende agrarische samenleving te maken. Daarnaast werden geld en lonen afgeschaft, iedere vorm van religie verbannen en kennis en ideeën bestempeld als ‘slecht.’ Scholen werden gesloten en boeken, foto’s en films vernietigd. Het land veranderde in één groot werkkamp.
Honger als daad van verzet
Op de collectieve boerderij waar de familie terechtkomt, wordt honger door de Rode Khmer ingezet als wapen. En échte honger is onverbiddelijk. In een scène wordt het zusje van Panh betrapt op het stelen van maïskolven. Ze krijgt geen straf maar heeft nog altijd niets gegeten en in de nacht slaat de honger genadeloos toe: er is alleen zout in de hut en Panh hoort hoe de korrels knarsen tussen de tanden van zijn wanhopige zus. Dan gaat ze uitgeput naast hem liggen, om nooit meer op te staan.
Zijn vaders hongerstaking was juist een daad van verzet. Hij wilde zijn kinderen iets bijbrengen over vrije wil
Panhs vader, die zich uit een lagere sociale klasse omhoog heeft gewerkt, sterft in een andere scène omdat hij weigert nog langer te eten. Panh legt bij monde van de Frans-Cambodjaanse acteur Randal Douc, die de rol van verteller vervult in de film, uit dat hij niet begreep waarom zijn vader dit deed. Hij nam hem zijn weigering om te eten bijzonder kwalijk, maar de filmmaker snapt nu dat zijn vader hem niet in de steek liet.
Zijn vaders hongerstaking was juist een daad van verzet. Hij wilde zijn kinderen iets bijbrengen over vrije wil. Want die is er, ook in de moeilijkste omstandigheden. In een interview noemde Panh dit handelen onlangs een voorbeeld van de ‘banaliteit van het goede,’ een omkering van het concept van Hanna Arendt. ‘Slechtheid is er altijd geweest en daarom nooit een verrassing. Maar hoe zit het met de personen die in de meest extreme situaties opkwamen voor de menselijke waardigheid? Die waren er ook.’
Een genocide kun je wél verbeelden
Vóór het maken van The Missing Picture werd Panh geconfronteerd met een andere problematische vraag: hoe moest hij deze gebeurtenissen verbeelden? Dat was zowel een praktische kwestie, want er was nauwelijks foto- of filmmateriaal voorhanden, maar de vraag raakte ook een meer essentieel thema: hoe verfilm je een gebeurtenis die in meerdere opzichten onvoorstelbaar is?
In het verleden zijn heftige debatten gevoerd over deze vragen. Filmmaker Claude Lanzmann maakte de monumentale documentaire Shoah (1985), die een productietijd van elf jaar had en negenenhalf uur duurt en geheel bestaat uit gefilmde getuigenissen van slachtoffers, omstanders en daders van de Holocaust. Daarbij gebruikte hij muziek noch voice-over. Shoah is zo ook een statement: Lanzmann verwerpt de mogelijkheid de Holocaust direct te verbeelden. Elke poging daartoe – door middel van archiefbeelden of fictie - doet volgens hem afbreuk aan deze onvoorstelbare gebeurtenis.
Lanzmann was dan ook een van de felste critici van Schindler’s List (1993), een film die door middel van fictie het verhaal van de Holocaust vertelt. Lanzmann beschuldigde maker Steven Spielberg van het bedrijven van ‘Shoah-Business,’ het oneigenlijk exploiteren van het leed van de slachtoffers van de Holocaust. Ondanks de kritiek van Lanzmann is de film van Spielberg zonder twijfel van grote betekenis geweest voor het onder de aandacht brengen van de Holocaust bij een groot publiek.
Het moet verteld worden
Schindler’s List is de wegbereider geweest voor andere fictiefilms over de holocaust en andere genociden. In dit genre verschenen de afgelopen jaren films als Ararat (Atom Egoyan, 2002), Hotel Rwanda (Terry George, 2004) en The Boy in the Striped Pyjamas (John Boyne, 2006). De kritiek, zoals Lanzmann die verwoordde bij het verschijnen van Schindler’s List, is verstomd.
Maar mocht iemand dit soort dingen wel te zien krijgen of te weten komen, dan moet hij leven om dit na te vertellen
Het lijkt erop dat het taboe op het verbeelden van onvoorstelbare gebeurtenissen uit het verleden langzaamaan aan het verdwijnen is. Rithy Panh koos ervoor bij gebrek aan beeldmateriaal zijn ervaringen te verbeelden door middel van kleipoppetjes en miniatuurlandschappen. Met deze geheel eigen en onconventionele vorm oogstte de film van Panh louter lof. Ook in Nederland schreven de recensenten de film unaniem de hemel in.
Op die andere, fundamentelere vraag - hoe verfilm je een gebeurtenis die in meerdere opzichten onvoorstelbaar is? – geeft Pahn eveneens antwoord in zijn film. Aan het einde van The Missing Picture wordt er gezegd: ‘Er zijn veel dingen die een mens niet zou moeten zien of weten. Doet hij dat wel, dan is hij dood beter af. Maar mocht iemand dit soort dingen wel te zien krijgen of te weten komen, dan moet hij leven om dit na te vertellen.’
Met andere woorden: de geschiedenis – hoe onvoorstelbaar ze ook mag zijn - moet hoe dan ook verteld worden.
Wat vereist is
De onconventionele film van Panh vormt een absolute inspiratiebron voor historici, ook in ons land. Ook de Nederlandse geschiedenis kent nog genoeg complexe verhalen waarover het laatste woord nog niet gezegd is. De door Nederlandse militairen gepleegde oorlogsmisdaden tijdens Nederlands-Indonesische dekolonisatieoorlog bijvoorbeeld.
Van deze periode bestaat wel film- en fotomateriaal, maar er ontbreekt een duidelijk beeld van de omvang van het excessieve geweld omdat er nooit gedegen en diepgravend onderzoek gedaan is naar dit conflict. Zo’n onderzoek zal er op korte termijn ook niet komen, zo besloot de Nederlandse regering in 2012. Door het ontbreken van een duidelijk beeld kan deze oorlog ook gezien worden als een ‘missing picture.’
De film van Panh toont aan dat dit geen reden is om de vele verhalen die verweven zijn met dit conflict niet te vertellen. In welke vorm dan ook, dit deel van de geschiedenis moet hoe dan verteld worden. Creativiteit is hierbij geen bezwaar. Sterker nog, ze is een vereiste.