Haar verhaal stuurde Stephanie in na de deadline, maar wat ben ik dankbaar dat ik het alsnog ontving. Haar indringende portret leidde ze als volgt in: ‘Deze inzending is te laat, ik weet het. Dat geeft ook niet. Ik zie het als gratis therapie. Toen ik over deze oproep las, kwam er geen inspiratie, gelukkig. Helaas klopte die inspiratie gisteren als Magere Hein aan mijn deur.’

‘Harder, harder, harder!’ roep je vanaf de schommel. En heus, ik wil wel harder, maar ik ben bang dat je vooroverkukelt en dat die eerste grotemensentand door je lip gaat, of érger: dat je alle bolletjes ijs met discodip die je net at eruit kotst.

‘Tante doet haar best, schatje!’ roep ik terug terwijl ik glimlach naar de achterkant van je hoofd vol blonde lokken. Met deze stoerheid heb je vanaf je geboorte al de wereld tegemoet getreden. Voor niets en niemand bang maar toch zo vreselijk lief. 

Je houdt van alle dieren, je trouwt later met de poes

Die ogenschijnlijke stoerheid heb je van je vader en je onuitputtelijke zachtheid van je moeder. Zelfs muggen wil jij niet doodslaan, al bezorgen ze je duizend bulten en nachtenlang jeuk. ‘Muggen hebben ook gevoel’, houd jij steevast vol. Je houdt van alle dieren en later trouw je dan ook met onze poes, heb je beloofd. ‘Jij bent zo zacht, ik wil voor altijd bij je zijn en later gaan wij trouwen!’ zei je laatst tegen haar. 

Die bruiloft had jij maar al te graag willen delen met je kleine broertje. Híj had dan mogen trouwen met het achterste gedeelte van de poes en jij met haar voorkant. Die onderverdeling zou wel wat gekibbel kunnen opleveren. Niet meer dan logisch, vind ik, want een trouwring schuif je nu eenmaal liever om een voorpoot dan om een staart. En een zacht kopje kussen is fijner dan een staart kussen die eindigt bij... oké, je snapt wat ik bedoel. 

Jaloers was ik op voorhand, op de kinderlijke ruzies die jullie zouden hebben. Ruzies waarin jullie onbezorgdheid zich zo prachtig zou uiten. Soebatten over dit soort onbenulligheden lost helaas op in het niets als je ouder wordt. Als ‘volwassene’ had ik liever gebakkeleid over trouwen met een kat dan over wat er moest gebeuren met het veel te kleine lichaam van je broertje toen hij geboren werd.

‘Dag lief broertje’, zeg je lachend en je zwaait naar het gat waar het kleine mandje met zijn lichaam in staat

‘Dag lief broertje’, zeg je lachend en je zwaait naar het gat waar het kleine mandje met zijn lichaam in staat. Een mandje gevuld met onuitspreekbaar verdriet en ontelbaar veel tranen, maar vervuld van zo veel liefde voor jou, voor je ouders en voor het leven. Je broertje zette tijdens zijn korte leventje in je moeders buik alles in perspectief. 

Als ik mocht kiezen, koos ik voor een leven zonder dat perspectief, maar met je broertje erin. Dan koos ik een leven waarin discussies over huishoudelijke taken en harige trouwerijen er nog toe deden. 

Dag lieve Mika. Het is voor altijd een gemis jou niet te mogen zien opgroeien.