De corona-pandemie slaat een grote krater in onze economie. Deze ongekende maatregel kan de overheid nu nemen
Als correspondent Economie staar ik in deze dagen vol ongeloof naar de grafieken en tabellen op mijn scherm.
Om maar een voorbeeld te noemen: tijdens de laatste crisis, die begon in 2008, maakten in drie jaar tijd ongeveer 77.000 werknemers gebruik van de werktijdverkorting. Maar afgelopen week alleen al waren er meer dan 20.000 aanvragen voor bijna 300.000 werknemers. En die aantallen lopen alleen maar op: op het moment van schrijven zijn het al 48.000 aanvragen voor een onbekend aantal werknemers.
Geen wonder, want hele sectoren liggen plat: kroegen, theaters, sporthallen, noem maar op. Veel zzp’ers verkeren in grote moeilijkheden. Hun inkomen valt volledig weg. Vrijwel geen enkele sector zal de coronadans ontspringen. Ga maar na: wie koopt er op dit moment een wasmachine? Een auto? Een huis? Welk bedrijf gaat nu investeren in nieuw materieel?
In China, dat al sinds januari in quarantaine zit, vlogen alle economische indicatoren in het dieprood. Zakenbank Goldman Sachs verwacht dat China in het eerste kwartaal van 2020 een economische krimp van 9 procent tegemoet gaat. Ter indicatie: sinds het einde van de rampzalige Culturele Revolutie van Mao Zedong (1966-1976) heeft China geen economische krimp meer meegemaakt.
Corona zal een enorme krater in de wereldwijde economie slaan.
De financiële klok stilzetten
De grote vraag is nu natuurlijk: wat te doen?
De kern van het probleem is eenvoudig als volgt samen te vatten: de economische tijd staat stil, de financiële tijd loopt door. Treinen zijn leeg, kroegen onbezocht, fabrieken werken op halve kracht. Maar tegelijkertijd is er personeel om te betalen, huur om over te maken, schuld om af te lossen. Geen klandizie, wel kosten.
De maatregelen die de regering vooralsnog neemt zijn volstrekt onvoldoende. De overheid zal borg staan voor ondernemerskredieten. Leuk, maar als elk bedrijf dat nu in de problemen zit zich eerst langs de kredietprocedures van banken moet worstelen, zijn we alweer maanden verder (voorzover ze dat überhaupt lukt). Ondernemers die een lagere winst verwachten kunnen een schriftelijk verzoek indienen voor een verlaging van de belastingaanslag, zodat ze minder belasting gaan betalen – een bureaucratisch gedrocht dat te klein en te traag is.
De realiteit is dat ondernemingen nu op omvallen staan. Ze verkeren in acute nood. Van de KLM tot de Citroëngarage, van de freelance fotograaf tot de fysiotherapeut. Als we de economische schade willen beperken, dan moeten we deze ondernemingen overeind houden, en de financiële tijd stilzetten.
Een kanon van een maatregel: de overheid als algemene voorschotbank
Gelukkig hebben bronnen binnen het kabinet al tegen de NOS gezegd deze week met een ‘kanon aan maatregelen’ te komen. Laat mij daarom zo’n kanon van een maatregel suggereren: de overheid als algemene voorschotbank.
Iedere onderneming doet iedere drie maanden btw-aangifte: we weten dus hun toegevoegde waarde (dat is hun omzet minus de inkoopkosten van goederen en diensten bij andere bedrijven). Het idee: keer aan alle bedrijven – ja, alle, de KLM, de bakker op de hoek, zzp’ers! – elke maand een bedrag uit ter hoogte van 80 procent van de in het verleden behaalde toegevoegde waarde. Het mag ook hoger of lager, daar gaat het nu even niet om.
Stel je hebt normaal 1.000 euro toegevoegde waarde per maand. Dan keert de overheid je deze maand ineens 800 euro uit, no questions asked. Aan het einde van het kwartaal doe je btw-aangifte, en ga je die 800 euro verrekenen met je daadwerkelijke toegevoegde waarde. Stel je hebt 200 euro toegevoegde waarde omgezet. Dan strepen we die weer weg tegen de 800 euro die je als voorschot hebt gekregen. Er blijft dan dus een belastingschuld over aan de overheid van 600 euro.
Maar wat doen we dan met die belastingschuld? Voorlopig helemaal niets
Maar wat doen we dan met die belastingschuld? Voorlopig helemaal niets. Misschien wel nooit meer wat, dat is een latere politieke zorg. We noteren voor nu de vorderingen, en we kijken hoe het gaat lopen. In de toekomst – als we tijd hebben – kunnen we goed nadenken over hoe we omgaan met deze belastingschulden, maar niet nu.
Als je nu wel omzet draait, dan betaal je bij deze maatregel het voorschot wel gewoon terug. Voorbeeld: bij Albert Heijn zijn de schappen leeggekocht (behalve dan dat ene schap met de chocohummus, die zelfs tijdens een pandemie nog onverkoopbaar blijkt), dus de supermarkt blijft omzet draaien. Albert Heijn betaalt de voorschotten dan ook gelijk terug. Bij de gemiddelde freelance fotograaf gebeurt er momenteel helemaal niks, dus die ontvangt wel financiële steun.
Is dit uitvoerbaar? Tot in detail is dat moeilijk te beoordelen, maar het lijkt mij in essentie vrij eenvoudig. Het is in ieder geval eenvoudiger dan de wildgroei aan loketten waar zzp’ers en ondernemers straks heen worden gestuurd: de gemeentelijke bijstandsbalie, de banken, de Belastingdienst.
Dit is niet het moment om in te zitten over perverse prikkels
Een vraag die rest is wel: hoe zou deze regeling zich verhouden tot de werktijdsverkorting, de deeltijd-ww? Momenteel vloeien werkgevers hun personeel op grote schaal af. Als we hun omzet garanderen, dan ontvangen ze geld als soort-van-lening, maar hebben ze geen kosten. Hiervoor moeten we later mogelijk iets bedenken: we willen natuurlijk niet gratis geld weggeven aan ondernemers die geen kosten hebben gemaakt.
Tegelijkertijd: dit is niet het moment om al te lang in te zitten over perverse prikkels. We leven niet in normale economische tijden. En misbruik maken van regelingen in een dergelijke crisis zal enorme imagoschade teweegbrengen, dus het risico daarop lijkt mij relatief klein.
De corona-pandemie gaat heel veel geld kosten. Het begrotingstekort zal oplopen, en afhankelijk van wat we uiteindelijk met de belastingschulden gaan doen, zal ook de staatsschuld toenemen. Daar moeten we ons vooral niet druk over maken. De Nederlandse overheid kan nu tien jaar lenen voor negatieve rentes. En te weinig doen zal de economische schade alleen maar groter maken.
Waar het kabinet ook mee komt, één ding staat in ieder geval vast: er zijn nu ongekende maatregelen nodig.
In een eerdere versie pleitte ik om bedrijven en zzp’ers ‘80 procent van de omzet’ uit te keren in plaats van ‘80 procent van de toegevoegde waarde’. In de commentaren schreef iemand terecht dat dit een slecht idee zou zijn, omdat je dan dubbeltelling krijgt (zowel de verkoper als koper van goederen en diensten ontvangt een uitkering).