Vergeet vooral mensen met psychische klachten niet. Ook zij behoren nu tot de kwetsbaarsten
De coronacrisis zal duidelijk maken hoezeer psychiatrische patiënten óók fysiek zeer kwetsbaar zijn, volgens experts. Hopelijk beklijven dat soort inzichten, net als de steun die patiënten elkaar afgelopen week boden. (Dit verhaal is ook te beluisteren.)
Het is al moeilijk genoeg om mensen sociale onthouding te laten accepteren, zo schreef Vox-journalist Ezra Klein vorige week, laat staan dat je ook nog eens gaat benadrukken hoe verontrustend al die isolatie is.
En toch, aldus Klein, zullen we nu moeten erkennen dat sociaal isolement grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. De mens is een sociaal dier en het coronavirus bedreigt onze verbondenheid. ‘Menselijk contact is bijna net zo essentieel als water of voedsel’, zei ook een sociaal psycholoog in de Volkskrant. ‘Vooral in tijden van onzekerheid, angst en stress is de interactie met mensen onontbeerlijk.’
Iedereen die thuiszit zal het beginnen te ondervinden: corona gaat een enorme tol eisen van de geestelijke volksgezondheid. De eerste onderzoeken * wijzen erop dat dit ook in China het geval was. En ja, alleenstaanden, ouderen, zieken en zzp’ers treft dit extra hard, zo wordt overal benadrukt. Maar voor mensen die al angstig, gestrest, achterdochtig of eenzaam waren, door psychische problemen, is de duisternis compleet, kan ik me zo voorstellen.
De afgelopen week vroeg ik daarom contacten die werken in de geestelijke gezondheidszorg of ervan afhankelijk zijn, hoe zij zich schrap zetten voor wat komen gaat, wat ze al merken van de crisis en waar de risico’s liggen. En ook: wat we wél kunnen doen.
Uit hun berichten van het front kwamen een paar opmerkelijke dingen naar voren.
Ernstige psychiatrische patiënten zijn fysiek heel kwetsbaar
Van de ernstige psychiatrische patiënten (EPA) heeft bijna 70 procent ook lichamelijke klachten. Ongeveer een kwart van hen heeft al een longaandoening, vertelt Wiepke Cahn, hoogleraar lichamelijke gezondheid bij psychiatrische aandoeningen in het UMC Utrecht. Ook hart- en vaatziekten komen bovengemiddeld vaak voor. De levensduur van deze groep is gemiddeld twintig jaar korter, zegt Cahn, onder meer door leefstijl en de bijwerkingen van medicijnen.
De afgelopen week werkte Cahn net als haar collega’s de helft van de tijd thuis en de andere helft op de psychiatrische afdeling in het ziekenhuis, om de risico’s voor het personeel te spreiden – zoals dat op veel plekken gebeurt. ‘Wat wij al langer wisten wordt nu extra duidelijk: er is te weinig aandacht voor somatiek in de ggz en te weinig personeel voor het echt medische handelen.’
Dat is alleen al te merken, zo hoor ik ook van anderen, aan het feit dat er heel weinig beschermende materialen beschikbaar zijn voor de ggz. Terwijl ook deze zorg nu cruciaal is en blijft en mensen gewoon zullen moeten doorwerken. Patiënten, ook als ze niet zijn opgenomen, hebben hun medicatie nodig en als ze in crisis raken moeten ze bezocht worden.
Naar beschermende kleding en mondkapjes werd afgelopen week naarstig gezocht. In psychiatrische ziekenhuizen, zo hoor ik van andere psychiaters uit het UMC, werden de eerste maatregelen getroffen om patiënten zo nodig te isoleren. Het aantal opnames zal bovendien worden verminderd en mensen die kunnen, worden naar huis gestuurd.
Videotherapie is een goede tweede keus, maar het vervangt echt contact niet
Voor ambulante patiënten en mensen met lichtere klachten veranderde er de afgelopen week ineens veel. Van therapeuten uit verschillende instellingen begrijp ik dat behandelingen waar mogelijk worden stilgezet of alleen nog doorgaan per video of telefoon. In huiskamers door heel Nederland zullen de komende tijd online therapiesessies plaatsvinden.
‘E-health’, iets wat al jaren als grote belofte geldt volgens zorgverzekeraars, maar nooit echt helemaal is doorgevoerd, wordt nu onder druk ineens werkelijkheid, zegt psycholoog en onderzoeker David van den Berg, die als therapeut werkt bij een grote ggz-instelling, met enige ironie. Heel soepel verloopt het alleen nog niet, volgens Van den Berg. ‘Het is nog een beetje paniekstand. Het management is met man en macht in de weer om te zorgen dat iedereen de juiste bevoegdheden en tokens heeft om te kunnen videobellen met patiënten.’
Even bellen is toch echt iets anders dan therapie
Patiënten zelf merkten ook dat het nog niet lekker loopt, vertelt Charlotte Bouwman me aan de telefoon. Zij onderhoudt als patiënt-activist veel contact met lotgenoten die getroffen zijn door de crisis en hoort van velen dat behandelaren, hoewel ze enorm hun best doen, nu niet de hulp kunnen bieden die nodig is. ‘Even bellen is toch echt iets anders dan therapie’, zegt ze. ‘Veel mensen zijn bovendien hun hele dagbesteding kwijt.’
Gespecialiseerde therapieën, zoals EMDR bij trauma, kunnen ook niet goed worden uitgevoerd via een scherm. Voor groepstherapie geldt hetzelfde. Van veel mensen die begonnen zijn aan dit soort trajecten, kwamen ontredderde berichten op sociale media voorbij, verbaasd dat therapie niet als noodzakelijke ontmoeting wordt gezien.
De ggz was al in crisis, toen kwam corona
Louis de Mast, die werkt als woonbegeleider voor jongvolwassenen met autisme, vertelt me vanuit zijn eigen woonkamer, waar hij met griepklachten geïsoleerd zit, dat de crisis voor paniek en onrust zorgt bij deze groep.
‘Jongeren met autisme kunnen moeilijk omgaan met de tegenstrijdige berichten die ze in de media horen’, zegt De Mast. ‘Alle groepsmomenten en uitjes gaan niet door, maar de jongeren blijven afhankelijk van hun individuele begeleiding. Voor boodschappen en huishouden, maar ook voor geruststelling. Deze mensen hebben fysieke nabijheid nodig.’
De Mast maakt zich, net als Charlotte Bouwman, grote zorgen over mensen die thuis in een isolement belanden, nu ook personeel door ziekte onder druk staat. Samen zetten zij zich eerder dit jaar al in voor een betere ggz en een einde aan de wachtlijsten, met de actie #lijmdezorg. Afgelopen week startten ze een petitie waarin ze het ministerie van Volksgezondheid oproepen om een ggz-noodplan te maken met duidelijke richtlijnen voor de hele ggz.
Mede naar aanleiding daarvan dienden Partij voor de Dieren en SP op woensdag 18 maart een motie in voor zo’n noodplan, die breed werd ondersteund. Daarop stuurde staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Paul Blokhuis (ChristenUnie) een Kamerbrief,* waarin hij stelt dat de ggz ‘nadrukkelijk onderdeel’ moet uitmaken van de crisisaanpak.
Blokhuis, zo schrijft hij in zijn brief, houdt intensief contact met beroepsverenigingen en cliëntenorganisaties, stelt wekelijks een ‘overstijgend coördinerend overleg corona & ggz’ in met partijen uit het veld en hij installeert een aantal werkgroepen om samen tot een ‘daadkrachtige aanpak’ te komen.
Maar volgens Bouwman en De Mast is het nog niet genoeg – te veel overleg, te weinig actie. Zij hopen dat er deze week, tijdens het plenaire Kamerdebat over corona, meer concrete maatregelen worden geëist. Heldere richtlijnen, zegt De Mast, bijvoorbeeld over welke software geschikt en veilig is om online te behandelen, inzicht in wanneer fysiek contact wel echt noodzakelijk is en duidelijkheid over de beschikbaarheid van opnameplekken in de acute ggz.
Er is veel welwillendheid, ook bij mensen die het moeilijk hebben
Bouwman, die zich realiseert dat ze de komende tijd waarschijnlijk niet voor opname in de kliniek terecht kan als ze suïcidaal is, wil tegelijk benadrukken dat de situatie ook mogelijkheden biedt voor vernieuwing en hernieuwde solidariteit. Zo stampte ze vorige week binnen een paar dagen een besloten online lotgenotenplatform uit de grond, waar inmiddels meer dan honderd patiënten elkaar ontmoeten voor steun en afleiding.
Ook patiëntenorganisatie MIND lanceerde een coronawebsite met tips en adviezen om psychisch in balans te blijven en steun te vinden bij allerlei initiatieven. Om mensen in isolement te helpen, startten ze bovendien de livestream ‘Huiskamer van MIND’, waar mensen dagelijks van elf tot vier uur hun ervaringen kunnen delen.
Voor mensen die zonder dagbesteding zitten is het nu al heel verdrietig
Zoals het onderwijs volgens sommigen ineens een revolutie lijkt door te maken, zo hoorde ik, naast alle zorgen, ook in de ggz de hoop klinken dat de crisis positieve bijeffecten heeft. ‘Het valt mij eigenlijk nog mee’, zegt David van den Berg, ‘hoe welwillend en begripvol veel cliënten zich opstellen. Zowel bij hen als bij het personeel leeft sterk het idee van: we moeten dit samen doen. Zelfs mensen die heel erg in de war zijn, lijken het te snappen. Maar de vraag is natuurlijk wat er gebeurt als dit lang gaat duren. En voor mensen die zonder dagbesteding zitten is het nu al heel verdrietig.’
‘Wellicht’, hoopt Van den Berg, ‘leidt alle creativiteit die nu nodig is wel tot interessante spin-offs. In het gunstigste geval leren mensen de komende tijd waar mogelijk ook wat te vertrouwen op hun zelfredzaamheid.’
Dat is ook vaak de boodschap van psychiater Jim van Os, die ik afgelopen week per livestream een huiskamercollege zag geven, op de Facebooksite van Socialrun. Hij hamerde er in deze tijden nog eens op dat de belangrijkste succesfactor bij therapie de inzet van de patiënt zelf is. Je hebt het voor een belangrijk deel zelf in de hand, is zijn aanmoediging. Dat betekent niet dat je van je hart een moordkuil moet maken, integendeel. Op de vraag wat hij mensen aanraadt in deze tijd antwoordde hij juist: zoek contact, vraag elkaar om hulp, wees niet bang om je gevoel te delen.
Mij stuurde Van Os daarnaast per mail richtlijnen en tips, die onder collega’s circuleren om coronastress bij jezelf en patiënten te reguleren. Samengevat lijken ze op wat ook Wiepke Cahn haar ernstige patiënten meegeeft de komende tijd: rust, reinheid, regelmaat. Gezond eten, genoeg bewegen, op tijd naar bed en praten over je emoties.
Wat je in deze tijd beter kunt laten, volgens de experts: alcohol en drugs, overmatige nieuwsconsumptie, piekeren en voortdurend praten over corona. Tsja. Het lijken gigantische open deuren, maar ze gelden momenteel voor iedereen.