Verhuizen in tijden van corona (en waarom afstand houden een luxe is)
Wat is er veel veranderd sinds ik voor het laatst schreef. Ik denk niet dat gedachten, gesprekken, gebeden over de hele wereld ooit zó hetzelfde zijn geweest. Of ik nu aan de telefoon zit met mijn moeder in Amsterdam, klets met een supermarktmedewerker in Gaborone, of Houseparty met mijn vrienden in Lagos – het is corona wat de klok slaat.
En terecht natuurlijk. Want er is niemand op de wereld die niet geraakt wordt door deze pandemie. Voor mijzelf viel de uitbraak samen met een vakantie én een verhuizing. Een maand geleden gingen mijn man en ik nog nietsvermoedend op vakantie naar het onwerkelijk mooie Namibië, maar eenmaal daar kwamen we al snel volop in de knel door gesloten grenzen, gesloten hotels en gesloten vliegvelden.
Lang verhaal kort: we eindigden in Botswana, ons nieuwe thuisland. Voor de oplettende lezer is dat misschien een verrassing: we woonden al twee jaar met veel plezier in Lagos, Nigeria. Maar onlangs kreeg mijn man de kans om in een nationaal park in de buurt van de Botswaanse hoofdstad Gaborone te werken – en die wilden we niet laten gaan.
Dus zijn we nu terechtgekomen in een nieuw land, en in een full lockdown. Gister deden we nog flinke boodschappen – net als de rest van dit land...

... want sinds vannacht mogen we alleen met een vergunning de straat op. Niet echt de beste manier om een nieuw land te leren kennen...
Maar gedeelde smart is halve smart: ook al mijn vrienden in Nigeria zitten in een volledige lockdown. En mijn collega’s in Nederland zitten natuurlijk ook veelal thuis. En dus zien de vergaderingen er nu zo uit. Er valt weinig te lachen, zoals je ziet.

Afstand houden is een luxe
Nu is dit natuurlijk allemaal uiterst vervelend voor ons – maar ook nogal een luxeprobleem. Wij hebben een huis om ons in te verschansen, wij hebben een baan die we op afstand kunnen doen, wij hebben geld voor zeep en een voorraadje eten.
Maar ontzettend veel mensen, zeker op het continent waar ik woon, hebben dat niet. Ze wonen met grote gezinnen op piepkleine oppervlaktes, kunnen geen geld verdienen als ze niet naar buiten mogen, en hebben geen spaarcenten om op terug te vallen. Voor arme mensen, en arme economieën, gaat de coronaramp nog veel en veel grotere gevolgen hebben.
Over dit alles sprak ik, via Skype uiteraard, met collega’s Rutger en Jesse, in deze aflevering van De Rudi & Freddie Show.

Volgende week publiceer ik over deze vraag – wat zullen de coronamaatregelen betekenen voor lage-inkomenslanden – ook een artikel. Ik sprak daarvoor al met een expert van de WHO, met een (probeer dit maar eens snel te zeggen) epidemiologiefilosoof en met een ontwikkelingseconoom – stay tuned dus, dit komt eraan in een volgende mail!
Het beste wat ik las en beluisterde over corona
Wil je in de tussentijd alvast meer lezen over de pandemie in Afrika en de relatie tussen corona en ontwikkeling? Dat kan natuurlijk; ik stelde deze lees- en luisterlijst voor jullie samen.
- De epidemie komt in Afrika – vergeleken met andere delen van de wereld – behoorlijk traag op gang. Dat komt, zo lees je in deze blogpost van het Afrika-Studiecentrum, omdat Afrika veel minder verbonden is dan de rest van de wereld. Zo legt de pandemie pijnlijk bloot hoe het Afrikaanse continent nog veelal buiten de geglobaliseerde economie bungelt.
- Niet zo heel lang geleden, in 2014, maakte Afrika al een andere doodenge virusuitbraak mee: ebola. W. Gyude Moore werkte destijds direct onder de president van Liberia – een van de landen die het hardst geraakt werden. In deze aflevering van Talking Africa trekt hij vijf belangrijke lessen uit de ebola-uitbraak, die nu kunnen helpen bij het bestrijden van corona.
- Dat Afrikaanse landen dit virus zonder hulp van het Westen gaan bestrijden, is wishful thinking. Er zullen gigantische hulppakketten nodig zijn – en dat is niet alleen liefdadigheid, maar ook absoluut in het belang van het Westen, betoogt Larry Elliott in The Guardian.
- Over wat deze pandemie betekent voor lage-inkomenslanden is nog veel onduidelijk. Wat we wél met zekerheid kunnen zeggen, zet Amanda Glassman, vice-voorzitter van het Center for Global Development, in deze aflevering van Global Dispatches voor ons op een rijtje.
- Wat als het coronavirus een kans is voor Afrikaanse economieën, in plaats van een ramp? De Togolese econoom en voormalig minister Kako Nubukpo schrijft een interessant betoog over de veranderingen die nodig zijn in Afrikaanse economieën, en hoe covid-19 daar een kans voor kan bieden.
- Tot slot vond ik dit stuk over corona en migratie, van het European Centre for Development Policy Management, erg boeiend: wat betekent corona voor migratie tussen Afrika en Europa? Deze cartoon van de Oegandese cartoonist Katofm vat het vrij mooi samen.

Zelf maakten we op De Correspondent ook wat prachtige journalistiek over corona. Dit zijn mijn favorieten van collega’s.
- Mijn collega OluTimehin Adegbeye schreef vanuit Lagos, Nigeria een geweldig stuk over wat social distancing betekent in een stad die eigenlijk een grote sloppenwijk is. (Ook in het Engels te lezen.)
- Collega Lennart Hofman maakte een mooie analyse van hoe de pandemie oorlog en vrede beïnvloedt.
- Collega Nesrine Malik werkte tijdens de economische crisis van 2008 nog in private equity. Nu, tijdens de volgende wereldwijde crisis, is ze onze Better Politics-correspondent, en trekt ze lessen uit de crisis van 2008 die we nu meer dan ooit nodig hebben.
- En we houden een coronagids bij, met de beste journalistiek die antwoord geeft op al jullie vragen over de pandemie. (Ook in het Engels te lezen.)
Een Nigeriaanse, Namibische én Botswaanse roman
En voor wie even géén zin heeft in corona: tijdens mijn vakantie las ik uit elk land waar ik de afgelopen maanden was een boek. En ja, je zit toch thuis, dus waarom niet een leuke Afrikaanse roman lezen?

Nigeria: The Girl with the Louding Voice, van Abi Daré (2020)
Geschreven vanuit het perspectief van de 14-jarige Adunni, een meisje dat opgroeit in een kleine Nigeriaanse stad waar tradities belangrijker zijn dan moderniteit, vertelt deze roman ontzettend veel verhalen: over polygamie, over vrouwenrechten, over kindbruiden, over moderne slavernij. Het is even wennen aan het gebroken Engels waarin Adunni denkt, maar het maakt haar stem heel geloofwaardig. En hoewel het einde van het boek wat al te zoetsappig is naar mijn smaak, vond ik het een bijzonder inkijkje in het leven van tienduizenden Nigeriaanse meisjes.
Namibië: Born of the Sun, van Joseph Diescho (1988)
Dit boek is de meest gevierde Namibische roman, en ik snap waarom. Diescho vertelt het verhaal van Muronga, een Namibische man die vanuit zijn afgelegen dorp ziet hoe zijn land verandert door de komst van de Duitse kolonisten. Hij laat zich dopen voor de vorm – wie mee wil doen in de nieuwe maatschappij moet christen zijn – en als de kolonisten belasting gaan heffen vertrekt hij naar de mijnen, om daar voor het dorp geld te verdienen. Daar leert hij onder woorden te brengen wat hij voelt: de witten stelen hun land. Het is een roman over verzet, die me steeds meer bij de keel greep.
Botswana: Whites, van Norman Rush (1986)
Deze korte verhalenbundel is in één woord geniaal. In bizar weinig woorden weet Rush werelden te scheppen, karakters te bouwen die je raken, en de idiote relaties tussen de witte gemeenschap in Botswana en de lokale bevolking neer te zetten. Het eerste verhaal, Bruns, over een jonge Nederlandse vrijwilliger die de dood vindt in een absurde strijd met de witte Afrikanergemeenschap, wilde ik het liefst direct nog een keer lezen.
Tot slot...
... ziet thuiswerken in Botswana er zo uit. Nog even en ik hoef zelf niets meer te tikken.

Tot de volgende!