Begin dit jaar de Amerikaanse hoogleraar rechtsgeschiedenis Eben Moglen op De Correspondent uit waarom de Amerikaanse geschiedenis van de slavernij zo’n belangrijke rol speelt in zijn werk en zijn lezingen. ‘Iedere Amerikaan kent de geschiedenis van de slavernij,’ zei Moglen. ‘Dat zit ín ons. Elke fundamentele discussie over vrijheid in de VS komt uiteindelijk neer op de erkenning dat er een tijd was waarin miljoenen mensen geketend als eigendom werden gehouden.’

Volgens Moglen is het noodzakelijk hedendaagse discussies over vrijheid, privacy, burgerrechten en de verhouding tussen staat en individu te voeden met verhalen uit die tijd. Op die manier worden de abstracte waarden concreet.

De hoogleraar, die enkele maanden per jaar in Amsterdam woont, verbaast zich erover dat het verleden in Nederlandse discussies haast geen rol lijkt te spelen. Waarom, vraagt Moglen zich af, wordt de Tweede Wereldoorlog niet aangedragen als analogie voor het heden? ‘De Nederlandse overheid heeft enorm veel databases vol persoonsgegevens,’ zegt Moglen. ‘Wanneer gaat de Nederlandse jeugd eens luisteren naar de mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt?’

Het is een rake observatie. Wie het hier aandurft in discussies een vergelijking met de Tweede Wereldoorlog te maken, krijgt algauw een ‘Godwin’ naar zijn hoofd, een verwijzing naar ‘de wet van Godwin,’ de internetwijsheid die stelt dat iedere online discussie uiteindelijk uitmondt in een discussie over de Tweede Wereldoorlog. Er rust een taboe op iedere vergelijking met de Tweede Wereldoorlog.

Dat is jammer, het verleden kan ons vele lessen leren, zoals Eben Moglen zo overtuigend laat zien.

Dus toen Hans de Zwart, directeur van de digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom, een paar maanden geleden een jaarlijkse ‘Godwinlezing’ te willen organiseren, om het taboe te doorbreken en de discussies over staatssurveillance en privacy vérder te brengen, besloot ik om mij aan te sluiten bij dit initiatief. ‘Een abstract begrip als privacy is makkelijker te begrijpen als je kijkt naar wat er met mensen gebeurt als ze in een extreme situatie terechtkomen zónder privacy,’ zegt De Zwart. ‘Volgens Primo Levi, een overlever van Auschwitz, was alleen kunnen zijn in het kamp, schaarser en kostbaarder dan brood. Als je dit uitlegt, kunnen mensen hopelijk beter inzien welke vrijheden ze op dit moment langzaam aan het opgeven zijn.’

Aanstaande maandag 5 mei, op Bevrijdingsdag, vindt de eerste Godwin-lezing plaats. De locatie: het Verzetsmuseum in Amsterdam op de Plantage Kerklaan, niet ver verwijderd van het oude Amsterdamse bevolkingsregister, waar in 1943 een aanslag werd gepleegd door het verzet. Het doelwit: de zeer gedetailleerde persoonsdossiers van Amsterdammers die daar lagen opgeslagen, waaronder die van de 70.000 Amsterdamse Joden.

Hans de Zwart geeft zelf de eerste lezing, waarin hij de moderne datahonger van overheden in historisch perspectief zal plaatsen. Zijn verhaal zal na de lezing op De Correspondent worden gepubliceerd. Wees welkom op 5 mei!

Praktische informatie over de Godwin-lezing Locatie: Verzetsmuseum Amsterdam, Plantage Kerklaan 61A. Zaal open: 19:30, aanvang: 20:00. Toegangsprijs: 10 euro (gratis voor personen die vóór 6 mei 1945 zijn geboren). Hier kun je kaarten reserveren voor de lezing

De Godwin-lezing is een samenwerking tussen Bits of Freedom, Verzetsmuseum Amsterdam en De Correspondent.