Groetjes uit... Nederland!
Leuk nieuws: ik ben genomineerd voor een Tegel! Zeg maar, de Pulitzer van Nederland. Het grootste journalistieke prijzencircus dat ons land kent.
Aan het genomineerde verhaal werkte ik meer dan een jaar.
Dat begon toen ik in de zomer van 2018 een kort nieuwsbericht las – weggestopt ergens onderaan pagina tien: zeventien Nigeriaanse bootmigranten sleepten Italië voor de rechter vanwege mensenrechtenschendingen. Zoiets had ik nog nooit gehoord.

Eind 2017, was het verhaal, zonk op de Middellandse Zee een bootje met 150 Afrikaanse migranten aan boord. Sommigen verdronken, sommigen werden naar Italië gebracht door hulporganisatie Sea-Watch, anderen werden opgepikt door de Libische kustwacht en verdwenen in een hels detentiecentrum. Zeventien overlevenden stelden Italië verantwoordelijk voor wat er was gebeurd. Want: Italië financiert die Libische kustwacht.
Dit soort samenwerkingen met dubieuze regimes zijn een belangrijk deel van het Europees migratiebeleid. En precies dát staat op het spel in deze rechtszaak. Want mocht het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Italië veroordelen, dan komen daarmee allerlei samenwerkingen aan onze zuidgrenzen op losse schroeven te staan.
Ik was er meteen van overtuigd dat dit een extreem hoopvol verhaal kon worden. En tegelijk een gruwelijk verhaal.

Maandenlang interviewde ik iedereen die maar betrokken was bij de rechtszaak: de advocaten, de onderzoekers, de kapiteins van Sea-Watch en natuurlijk, de migranten zelf. Zo verzamelde ik alle puzzelstukken voor een reconstructie door de ogen van de hoofdrolspelers. Een reconstructie die je aan de hand van iets heel kleins – één incident – iets heel groots – het EU-migratiebeleid – beter leert begrijpen.
Omdat het verhaal qua tijd en locaties nogal versprong, ontwierp onze redactioneel vormgever Leon de Korte een prachtige tijdlijn met wereldbol, die dankzij het programmeerwerk van Heleen Emanuel meeloopt wanneer je door het verhaal scrolt. Vandaar dat het verhaal genomineerd is in de categorie Online.
Hetzelfde verhaal viel overigens eerder dit jaar ook al in de prijzen: het werd geselecteerd als een van de tien beste verhalen van het jaar, door de Stichting Verhalende Journalistiek.
Door corona is het meer dan ooit tijd voor... cash!
Dan is er nóg een verhaal uit de oude doos dat ik nog eens bij jullie onder de aandacht wilde brengen. Want hoe langer de coronacrisis duurt, hoe duidelijker het wordt dat dit virus niet alleen honderdduizenden doden gaat veroorzaken, maar ook massale werkloosheid en sociale ontwrichting. Zéker in arme landen. Oxfam waarschuwde dat de virusuitbraak een half miljard mensen onder de armoedegrens kan doen vallen – in Afrika zou de helft van alle banen verloren kunnen gaan.
En nu het geven van ontwikkelingshulp bemoeilijkt wordt door lockdowns, reisverboden en social distancing – maar de nood hoger is dan ooit – is de tijd volgens mij rijp om massaal over te gaan op cash transfers. Daarmee bedoel ik: geef arme mensen geen melkkoeien, muggennetten of microkrediet, maar gewoon geld. Zonder voorwaarden, zodat mensen zelf kunnen bedenken wat ze het meeste nodig hebben.

De coronacrisis laat nu al een gigantische groei in cashprogramma’s van overheden zien. De econoom Ugo Gentilini houdt er een prachtige ‘living paper’ over bij. Tot nu toe zijn in 151 landen als reactie op de pandemie nieuwe socialezekerheidsprogramma’s ingevoerd – 78 landen kozen daarbij al voor cash transfers. Daar kunnen hulporganisaties een voorbeeld aan nemen.
Je kunt mijn betoog voor cash transfers, dat ik twee jaar geleden schreef, hier teruglezen. Of, als je liever luistert, kun je deze aflevering van De Rudi & Freddie Show nog eens opzetten.
Tot slot...
...schrijf ik deze nieuwsbrief met uitzicht op een molen. Jawel, ik ben weer in Nederland. Omdat Botswana aankondigde zijn grenzen voor zes (!) maanden te sluiten, hebben mijn man en ik tóch besloten deze vreemde periode in Nederland af te wachten. We zijn op de allerlaatste repatriëringsvlucht uit zuidelijk Afrika gestapt.
Dat betekende een vrij helse tocht van bijna 48 uur, vol checkpoints, stapels papierwerk, politie-escortes en thermometers.

Maar het betekende ook: een vleugje nationalisme. Want ik vond het stiekem hartverwarmend dat onze overheid zó veel tijd, geld en moeite stopt in een handjevol gekke Nederlanders naar huis halen.

Tot de volgende!