Sorry vreemdeling, uw verhaal is wel sneu maar niet schrijnend

Karel Smouter
Journalist, gespecialiseerd in boerenprotesten
Bij deze reeks verhalen over DT&V maakt illustrator Wijtze Valkema een reeks illustraties. Elke aflevering zal de illustratie verder worden aangevuld met elementen die voorkomen in de verhalen. Illustratie (deel 3): Wijtze Valkema (voor De Correspondent)

Deze maand loop ik mee met de Dienst Terugkeer & Vertrek. Die overheidsdienst helpt mensen terug te keren naar hun land van herkomst. Deel 3: de regievoerders.

Stel, je hebt dit weekend een kwartiertje over. Dan doe je er goed aan  eens door te nemen. In deze brochure geeft de Dienst Terugkeer & Vertrek een beeld van zichzelf. Dat levert fascinerend proza op.

In hoofdstukken met titels als ‘Thuiszijn werkt positief op de geestelijke gesteldheid’ vertellen de medewerkers uitgebreid over hun werk. Over ene Ian Smith uit Zamunda bijvoorbeeld, die uiteindelijk toch John Johnson uit Ugondo blijkt te zijn. 

Het heeft een hoog Suske & Wiske-gehalte. Misschien komt het puur door al deze verzonnen namen, maar je hebt geregeld het idee dat je fictie aan het lezen bent. Kafka, om precies te zijn. 

Regie over de cliënt

Er valt te lezen hoe regievoerders "terugkeerprocessen" regisseren die jaren in beslag nemen. Hoe ze terugkeervluchten boeken die ze later bij gebrek aan reisdocumenten weer moeten annuleren. Hoe ze aankloppen bij ambassades, die hen niet willen ontvangen. En hoe ze taalanalyses uitvoeren om bij mensen die dat niet willen vertellen, de plaats van herkomst vast te stellen.

‘Ik weet niet of ik wel zo blij ben met die brochure,’ zegt Peter de Koster. Hij is het hoofd van de afdeling Hoofddorp en onder meer verantwoordelijk voor het contact van DT&V met de grote groep in Amsterdam. ‘Ik zit namelijk wel eens met ons jargon in de knoop. Neem het woord "vreemdeling," dat valt hier natuurlijk geregeld. Ik zou er voor zijn meer het jargon van de sociale sector over te nemen en het over ‘de cliënt’ of ‘de betrokkene’ te hebben, in plaats van ‘de vreemdeling’.’

Ik zou er voor zijn het over ‘de cliënt’ of ‘de betrokkene’ te hebben, in plaats van ‘de vreemdeling’.

Wie de verklarende woordenlijst achterin de brochure doorleest, begrijpt waar hij het over heeft. Er is weinig fantasie voor nodig om je een zin als deze in een dossier voor te stellen: ‘De verwijderbare vreemdeling ging na zijn ontruiming door de vreemdelingenpolitie via de vrijheidbeperkende lokatie naar het uitzetcentrum, voordat wij aan zijn gedwongen vertrek gestalte konden geven.’

Lees zo’n zin eens hardop. Wie niet over de morele implicaties van dit soort taal struikelt, struikelt wel over de woorden zelf. DT&V-directeur Rhodia Maas wijst in een gesprek op de voordelen van dit type taalgebruik. ‘Het is belangrijk dat onze medewerkers overal hetzelfde duidelijke verhaal houden. Dat mensen hier niet kunnen blijven en dus moeten vertrekken. Vroeger viel ons werk onder dat van de  Nu zijn we [sinds 2007, KS] echt herkenbaar als dé terugkeerorganisatie. Zo bestaat er ook bij de vreemdeling en hun hulpverleners geen enkel misverstand over wat wij in onze gesprekken hopen te bereiken.’ 

‘Trekken aan een dood paard’

Toch kan dit het ongemak dat medewerkers bij tijd en wijle zelf bij hun werk ervaren, niet helemaal wegnemen. Een regievoerder, die zelf anoniem wil blijven, brengt dit krachtig onder woorden. ‘Deze mensen kwamen met een droom hiernaartoe. Het kost vaak tijd om mensen te laten inzien dat zij die droom niet zullen realiseren. Soms lijkt het wel alsof we trekken aan een dood paard. Dan kun je het beter laten rusten. Want uiteindelijk moet de knop bij de persoon zélf om. Zij zijn aan zet, wij zijn er slechts om hen te helpen met wegnemen van de obstakels.’

Soms is de situatie zo schrijnend dat een ‘cliënt’ voor een nieuwe asielprocedure in aanmerking komt. Ook wil staatssecretaris Teeven nog wel eens gebruik maken van zijn Maar in het gros van de gevallen staat de uitkomst van een traject al bij aanvang vast: de vreemdeling moet weg. 

De regievoerder is eerlijk over wat dat met haar doet. ‘Vaak is een situatie humaan sneu, maar niet voldoende schrijnend. Dat stemt wel eens triest. De mooie verhalen zijn die van mensen die ons uiteindelijk vanuit Afghanistan schrijven dat ze blij zijn om weer met hun familie herenigd te zijn. Maar heel vaak hoor je ook niets.’ 

Dat hoeft overigens ook weer niet te betekenen dat het dus helemaal fout is gelopen met een gewezen asielzoeker. ‘We horen soms ook hoe iemand die jarenlang heeft beweerd absoluut geen familie of bekenden te hebben, bij terugkomst ineens over een heel netwerk blijkt te beschikken. En we komen ook mensen tegen die plotseling toch ineens heel snel terug willen, omdat een familielid is overleden. Terwijl er in hun asielrelaas van familie geen sprake was en terugkeer eerder absoluut te onveilig was. Niets zo veranderlijk als de mens, denk ik dan maar...’ 

In deel 4 van deze serie: hoe voer je een vertrekgesprek, als je nooit helemaal zeker weet of degene die voor je zit de waarheid spreekt?