Deze series laten zien hoe onze visie op de politiek veranderd is
Als je naar de Amerikaanse hitserie House of Cards kijkt, zijn alle politici schurken die eigenbelang boven landsbelang stellen. Hoe anders was dat tien jaar geleden in de serie The West Wing, waarin hoofdzakelijk integere intellectuelen de dienst uitmaakten. Wat zegt dit over ons vertrouwen in en onze visie op de politiek?
‘The road to power is paved with hypocrisy… and casualties.’ Kevin Spacey kijkt recht in de camera en vertrouwt de kijker op samenzweerderige toon deze wijsheid toe. In de Netflix-serie House of Cards speelt Spacey het machtsgeile Congreslid Francis Underwood. Een beroepspoliticus, die zich, niet gehinderd door naïef idealisme of een al te sterk geweten, moeiteloos door de slangenkuil van politiek Washington manoeuvreert.
House of Cards toont ons de politiek zoals veel mensen die vandaag de dag ervaren: een club grijze mannen (en een enkele vrouw) die volledig opgaat in machtsspelletjes. Het heersende gevoel dat de politieke elite maling heeft aan haar burgers wordt door de show ondubbelzinnig bevestigd. Eigenbelang gaat boven landsbelang.
Underwood belichaamt al onze negatieve associaties met politiek. Hij is sluw, maakt meedogenloos misbruik van de zwaktes van vriend en vijand en is enkel uit op eigen gewin. Een soort stereotype bankier, met als enige verschil dat het hem niet om geld, maar om macht te doen is.
Underwood wordt door zijn collega’s geroemd om zijn pragmatisme, dat zowaar als de hoogste politieke deugd wordt beschouwd. Zijn fraaie woorden verhullen zijn minder fraaie intenties en hij haalt fratsen uit waar zelfs Machiavelli van zou zijn geschrokken. Realpolitik volgens het boekje.
Genieten van de jungle
Natuurlijk is het genieten de gehaaide Underwood aan het werk te zien. Underwood is eerlijk in zijn egoïsme en heeft een heldere missie voor ogen: hij moet en zal de machtigste man ter wereld worden. De onverbiddelijke discipline waarmee hij zijn doel nastreeft, heeft haast iets bewonderenswaardig.
Een voorbeeld. Wanneer Underwood gepasseerd wordt voor de functie van Secretary of State zint hij op wraak. Hij verleidt een ambitieuze journaliste de juiste verhalen in de pers te laten verschijnen (terwijl hij haar laat geloven dat ze scoops krijgt in ruil voor haar lichaam) en schuift de labiele ex-alcoholist Peter Russo naar voren in een verkiezingsstrijd, alleen maar om hem - zoals gepland - genadeloos af te laten gaan. Telkens staat Underwood op de juiste plek om, langzaam maar zeker, een stap dichter bij zijn doel te komen.
Is niet elke politicus in meer of mindere mate een schurk? Als je de personages uit House of Cards een tijd volgt raak je er steeds meer van overtuigd
Een Congreslid dat eigenhandig zijn tegenstanders uit de weg ruimt is misschien niet realistisch. En toch, is niet elke politicus in meer of mindere mate een schurk? Als je de personages uit House of Cards een tijd volgt, raak je er steeds meer van overtuigd. Zo is daar de slinkse lobbyist Remy Danton, de vleesgeworden invloed van het grote geld. Als voormalig medewerker van Underwood staat Danton symbool voor de draaideurpraktijken in de politiek en de innige banden tussen de beleidsmakers en bedrijfsleven.
Haagse politici bekenden onlangs in NRC Handelsblad praktijken uit de serie te herkennen. En ook in Editie NL trokken Kamerleden parallellen tussen House of Cards en de Nederlandse politiek. De negatieve kanten van het politieke spel worden in de show weliswaar uitvergroot, helemaal uit de lucht gegrepen zijn de taferelen blijkbaar niet.
Wie gaat er niet spontaan lijden aan het Democratische Vermoeidheidssyndroom wanneer we volksvertegenwoordigers zo bezig zien? Wie zou er niet pleiten voor de afschaffing van de verkiezingen om te voorkomen dat de politiek beheerst wordt door dit soort egoïstische carrièretijgers? De huidige democratie is een jungle, waarin enkel de meest geslepen politici overleven. Dat is althans het beeld dat House of Cards ons voorhoudt.
Politiek: samen de schouders eronder
Hoe anders was dit alles ruim tien jaar geleden. Toen werd het Witte Huis nog bevolkt door waardige, integere politici die in de eerste plaats de belangen van het volk behartigden. Volgens serie The West Wing (1999) dan.
In deze serie van Aaron Sorkin, volgen we de charismatische president Josiah Bartlet ( Martin Sheen) en zijn staf. De president is een sympathieke intellectueel die grote idealen aan een gezonde dosis politiek realisme weet te koppelen. Terwijl in House of Cards de machtshonger van het individu centraal staat, toont The West Wing juist de kracht van het collectief. President Bartlet en zijn team zetten gebroederlijk de schouders eronder en werken zich dagelijks een slag in de rondte om het land te besturen. Vaak kunnen ze hun mooie idealen niet waarmaken of raken ze gefrustreerd door de Amerikaanse tweepartijenscheiding.
The West Wing vermijdt de rafelranden van het politieke spel allerminst. De schimmige praktijken en grijze gebieden van het publieke bestuur komen uitgebreid aan bod. Sorkin werkte voor de serie nauw samen met voormalig medewerkers van ex-presidenten. Veel politicologen en (ex-)politici menen dan ook dat de makers er knap in zijn geslaagd de unieke sfeer van het Witte Huis te vangen. Maar hoewel de serie een overtuigend beeld schetst van de politieke heksenketel in Washington, valt ze soms ten prooi aan rooskleurig idealisme.
Politici worden merken
Waar House of Cards politiek reduceert tot machtsstrijd, neigt The West Wing naar makkelijke sentimentaliteit. De serie plaatst de politiek in een wel erg vleiend daglicht en de personages zijn net iets te sympathiek en eloquent. Sommigen - zoals politiek journalist Mark Leibovich - betogen zelfs dat het onverholen narcisme van de huidige inner circle in Washington (waarvan Underwood het toonbeeld is) mede te danken is aan de romantisering van de Amerikaanse politiek door series als The West Wing.
De serie van Sorkin heeft een nieuwe generatie politiek talent geïnspireerd en gemotiveerd, maar leidde tegelijkertijd tot een schromelijke zelfoverschatting van de staffers die eerder op de achtergrond geruisloos hun werk deden. Voor The West Wing hadden veel Amerikanen nog nooit gehoord van functies als deputy chief of staff of communications director. Door het commerciële succes van de show werden deze noeste pencil pushers opeens gezien als bewonderenswaardige idealisten die de toekomst van het land vormgaven.
Volgens Leibovich was het gevolg dat de politieke kantoorklerken een vertekend zelfbeeld kregen. Waar beleidsadviseurs eerder in de anonimiteit gedijden, kregen ze in de politieke pers nu haast het statuut van beroemdheden. En daar gingen ze zich naar gedragen. Politici werden merknamen en merken moeten worden gepromoot; de presentatie werd belangrijker dan de inhoud. Zo begon Washington steeds meer glamour-trekjes van Hollywood te vertonen en veranderde de stad langzaamaan in het incestueze machtscentrum vol opgeblazen ego’s. Inderdaad, zoals we dat kennen uit House of Cards .
De andere kant van democratie
Het verschil in de wijze waarop beide series de politiek benaderen, weerspiegelt een verschuiving in de publieke opinie. House of Cards speelt slim in op de groeiende frustratie en woede van kiezers. Willen wij niet graag ons beeld bevestigd zien dat politici lak hebben aan de burger?
Het lastige is dat de werkelijkheid een stuk gecompliceerder is. The West Wing toont op z’n minst ook die andere zijde van de democratie. Dat er mensen zijn die de politiek ingaan, niet om het geld, niet om de macht, maar om te proberen gezamenlijk een verandering teweeg te brengen en idealen te verwezenlijken. Natuurlijk raken politici regelmatig gedesillusioneerd door de harde realiteit en moeten ze af en toe vuile handen maken om resultaten te boeken. Maar dat betekent nog niet dat ze er stuk voor stuk op uit zijn om zich zo diep mogelijk in het pluche van de macht te nestelen.