Het corona-dashboard moet geen technische oplossing worden voor een politiek probleem
Het hing al even in de lucht, maar nu is het officieel bekend: Nederland krijgt een ‘dashboard’ voor coronacijfers.
Een plek waar de belangrijkste getallen – ic-opnames, testen, het reproductiegetal, et cetera – te vinden zijn, liefst per regio. Zo kan het kabinet, is het idee, snel ingrijpen als het de verkeerde kant opgaat.
Zo’n dashboard is geen nieuw idee. In Duitsland hebben ze er eentje waarop je de ontwikkelingen ook per deelstaat kunt volgen.
In Hong Kong hebben ze er ook een, waarop je zelfs de individuele gevallen kunt bekijken, inclusief sekse, leeftijd, woonplaats en of het een ‘geïmporteerd’ of ‘lokaal’ geval is.
En nu komt Nederland dus ook met een dashboard. Is dat een goed idee?
Ja, onder drie voorwaarden.
(1) Wees eerlijk over tekortkomingen
Allereerst: in theorie verandert er niet zo heel veel. Minister Hugo de Jonge noemde een paar nieuwe databronnen – zo hoopt hij telecomgegevens te gaan gebruiken om de drukte te meten – maar verder is er weinig nieuws onder de zon. De meeste cijfers zijn vaak ook nu al te vinden. Maar ze liggen verspreid over pdf’jes, presentatieslides, RIVM-pagina’s...
Al die data op een overzichtelijke manier samenbrengen, dat lijkt me geen slecht idee.
Maar we weten het intussen wel: coronacijfers zijn niet altijd even betrouwbaar. Zo zijn de (sterf)gevallen steevast een onderschatting, omdat niet iedereen met klachten wordt getest. En dan heb je ook nog de mensen die niet eens opmerken dat ze iets onder de leden hebben.
Dan zijn er de andere kanttekeningen, die het waard zijn om herhaald te blijven worden. Zo zit er vertraging in de cijfers, omdat de administratie van ziekenhuizen en GGD’s soms even op zich laat wachten.
En zijn er andere zaken die ervoor zorgen dat de cijfers niet zo precies zijn zoals je zou willen. Is iemand bijvoorbeeld overleden aan corona of met corona? Dat heeft invloed op het aantal sterfgevallen. En wanneer is iemand precies ziek geworden? Dat is niet altijd te zeggen, maar wel belangrijk voor de berekening van het reproductiegetal.
Lang verhaal kort: er zitten altijd haken en ogen aan zulke cijfers. Dat maakt ze niet nutteloos, maar zorgt er wel voor dat je een beetje voorzichtig moet zijn met interpreteren.
Want de cijfers zijn niet zo precies als sommige datadashboards doen voorkomen. Van dit YouTube-dashboard word ik dan ook helemaal kriegel.
Een Nederlands dashboard zou dan ook duidelijk moeten zijn over zulke tekortkomingen.
Door, zoals het RIVM nu al doet, te rapporteren dat de data van de laatste dagen niet compleet zijn (of die data überhaupt weg te laten).
Door een voortschrijdend gemiddelde te laten zien, om zo te voorkomen dat mensen afgaan op een dagelijkse gril.
Door op het dashboard aan te geven dat een cijfer als het reproductiegetal altijd achterloopt op de huidige situatie.
Dat klinkt allemaal saai en wollig, maar er zijn genoeg mensen die verstand hebben van goede wetenschapscommunicatie. Je kunt aansprekende grafieken maken zonder de zaken simpeler voor te stellen dan nodig.
Maar zelfs dan...
(2) Rijd niet blind op het dashboard
Het is zoals autorijden. Je hebt je kilometerteller, je toerenteller, je benzinemeter. Maar als je rijdt, zit je niet alleen naar die cijfertjes te staren. Je let op de weg en het verkeer om je heen.
Zo is het ook met het corona-dashboard. Hoe verleidelijk het ook is om die cijfertjes je te laten vertellen wat je moet doen, je moet om je heen blijven kijken en blijven nadenken.
Neem het reproductiegetal. Als dat boven de 1 komt, is het idee, dan moet de versoepeling van de maatregelen weer worden teruggeschroefd. Maar het is belangrijk om je af te vragen: wáárom duikt dat getal weer boven de 1?
Soms valt een getal wat hoger uit, soms wat lager. Gewoon, door toeval
Allereerst zit er altijd ruis in data. Soms valt een getal wat hoger uit, soms wat lager. Gewoon, door toeval. Omdat de werkelijkheid niet altijd netjes in het gareel loopt. Daarom is het ook handig om naar het reproductiegetal van meerdere dagen te kijken om te zien of er sprake is van een structurele verandering.
Dan is het ook nog eens zo dat, als er minder gevallen zijn, de invloed van één uitbraak op het reproductiegetal groot kan zijn. Is er één superspreader die veel mensen heeft besmet? Dan is het verstandiger om die persoon te isoleren en diens contacten op te sporen, dan om het hele land weer op slot te doen.
Een ander voorbeeld. Onlangs kroop de ‘R’ in Duitsland omhoog, maar waarschijnlijk heeft de vleesindustrie daar een rol in gehad. In Duitse slachthuizen zijn honderden besmettingen gevonden. Eén slachthuis telde zelfs 260 gevallen. In zo’n geval kun je beter die bepaalde industrie aanpakken, dan het hele land strengere maatregelen opleggen. Tenzij de toename natuurlijk zo groot is dat er weer op de noodrem getrapt moet worden.
Kruipt het reproductiegetal structureel boven de 1 en wordt dat gestuwd door een toename in gevallen door het hele land, dan is er wel degelijk aanleiding om nationaal weer strengere maatregelen in te voeren.
Zo zie je, een cijfer is informatief, maar zegt nooit alles. Je moet altijd de context snappen. Dat benadrukte De Jonge tijdens de persconferentie ook: ‘Je moet cijfers altijd in onderlinge samenhang zien.’ En minister-president Rutte legde uit dat er altijd een kwalitatieve afweging zal worden gemaakt door deskundigen.
Maar zelfs dan...
(3) Erken dat beslissingen altijd politiek zijn
Aan het begin van de coronacrisis was de situatie duidelijk. We moesten als een gek op de rem gaan staan, om ervoor te zorgen dat de zorg niet overbelast raakte en dat de kwetsbaren in de samenleving beschermd werden. Bijna iedereen was het daarmee eens.
Intussen wordt er steeds meer gemopperd. De sportschooleigenaar wil zijn zaak weer opengooien, de deskundige meent dat het bron- en contactonderzoek eerst beter op orde moet zijn, en iedereen wil op vakantie maar vindt dat de rest thuis moet blijven.
Het uiteindelijke beleid is het resultaat van een afweging van allerlei belangen
En het stomme is: er is niet één juist antwoord. Want het uiteindelijke beleid is het resultaat van een afweging van allerlei belangen.
Er is het belang van de volksgezondheid, wat op zich al niet eenduidig is. De maatregelen waren goed in het bestrijden van corona, maar zorgden er ook voor dat we minder sportten en meer rookten. En dan hebben we het nog niet eens over de geestelijke gezondheid gehad.
Bovendien is volksgezondheid niet het enige dat de kwaliteit van leven en van de samenleving bepaalt, zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau deze week schreef. Het draait ook om sociale contacten, om brood op de plank, om zelfontplooiing... Allemaal belangen die je niet kunt aflezen van een dashboard.
De afweging van al die belangen is niet objectief te maken. Dat is uiteindelijk een politiek besluit. Hoe wegen de belangen tegen elkaar op? Hoeveel risico durven we te nemen? Wat voor land willen we zijn?
Het gevaar van een dashboard is dat het een technische oplossing lijkt voor een politiek probleem. Dat dashboard gaat namelijk niet voor ons beslissen hoe we de ingewikkelde afweging moeten maken tussen al die zaken die we belangrijk vinden.
Dat moeten we zelf doen.