Terugkeren naar het ‘normaal’ van vóór corona is waanzin. We mogen het niet laten gebeuren
Na ‘de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog’ zou je daadkracht verwachten van iedereen die echte verandering wil. Wanneer laat de stille meerderheid zich eindelijk horen?
Iedereen weet het. Iedereen weet dat we vóór corona leefden in een economisch systeem dat de kosten van vervuiling, massa-extinctie en klimaatopwarming straal negeerde. Een systeem dat niet of nauwelijks in staat bleek bij te sturen. Een systeem waarin topmannen en een enkele topvrouw van grote vervuilende bedrijven elk jaar meer miljoenen verdienden, terwijl miljarden mensen de eindjes nauwelijks aan elkaar konden knopen.
Een systeem waarin geld boven mensen ging.
De coronacrisis was een ramp in bijna ieder opzicht. Maar ze bood ook een korte opening om dit oneerlijke economische systeem omver te werpen en het te vervangen door een eerlijk, leefbaar alternatief. Gezondheid stond, heel eventjes, centraal. De lucht was schoon. De hele economie stond op pauze. We hadden een milliseconde om na te denken voordat we weer op play drukten.
Wat deden we in die milliseconde? Niets. Het nationale gesprek in Nederland ging over de sportscholen en de terrassen, over het ‘draagvlak’ voor de anderhalve meter,* of we deze zomer gewoon op vakantie konden en of we onze zwembadjes wel mochten blijven vullen nu het zo droog is. Je moet iets met die warmte.
De regering was ondertussen de oude, oneerlijke economie in zijn geheel aan het redden. Belastingontwijkers, grote vervuilers, luchtvaartmaatschappijen – iedereen kreeg steun.
KLM kreeg 3,4 miljard euro omdat de fossiele reus echt, echt, echt niet mocht omvallen. Er werden geen serieuze duurzaamheidseisen aan die steun verbonden,* en sommige voorwaarden pakken eerder negatief uit voor het klimaat. Zo wordt er aangestuurd op de opening van de nieuwe luchthaven Lelystad Airport – dat zou een ‘voorwaarde’ zijn voor de beperking van het aantal nachtvluchten vanaf Schiphol.*
Het klimaat werd direct op de lange baan geschoven. Minister Eric Wiebes van Economische Zaken & Klimaat (VVD) haalde de angel uit de nationale CO2-heffing die de industrie vanaf 2021 tot meer vergroening moest manen: de eerste jaren zou de heffing tot ‘nagenoeg geen lasten’ leiden zodat de industrie, zwaar getroffen door corona, kon blijven uitstoten als voorheen.
Werkgeverslobby VNO-NCW trapte ouderwets op de rem: de uitvoering van het Klimaatakkoord kon alleen doorgang vinden als er ook meer financiering kwam.*
Zo ging het overal. Volgens een inventarisatie van Bloomberg pompten landen wereldwijd tot eind mei zo’n 12 biljoen dollar in het coronaherstel. Slechts 18 miljard was bestemd voor groene sectoren.* Dat is 0,15 procent.
Hoe de schone lucht weer vies werd
In China kregen ambtenaren de opdracht alle mogelijke projecten erdoorheen te rammen om de economie weer aan de praat te krijgen,* ongeacht de gevolgen voor het klimaat. In de eerste helft van 2020 keurde de Chinese overheid meer bouwplannen voor kolencentrales goed dan in heel 2018 en 2019 samen.*
In de VS maakte de regering-Trump doelbewust misbruik van de coronacrisis om het milieubeleid in het land verder te ontmantelen.* Vervuilende bedrijven hoefden de impact van hun activiteiten niet langer te monitoren of te rapporteren,* oliebedrijven kregen bijna 2 miljard dollar belastingkorting,* kolencentrales kregen meer ruimte om kwik uit te stoten,* en milieuagentschap EPA besloot te stoppen met het monitoren van de gevaarlijke stof perchloraat, die schadelijk is voor de hersenontwikkeling van ongeboren kinderen.
Het opportunisme dat hieruit spreekt is ronduit kwaadaardig. Maar van de lompe, ongerichte coronasteun uit de begindagen van de crisis kun je nog zeggen: die was onvermijdelijk.
Toen het virus net in alle hevigheid was losgebarsten en de hele economie op apegapen lag, moesten regeringsleiders vooral snel handelen om massale ontslagen te voorkomen.* Met alleen ‘groene’ steun – uitgedeeld aan de kleine kliek bedrijven die nu al (bijna) helemaal duurzaam zijn – was de economie alsnog kapotgegaan en het banenverlies enorm.
Dus werd het eerste herstel een vies herstel. De gevolgen zijn ernaar. De wereldwijde CO2-uitstoot is weer bijna terug op z’n oude niveau.* China’s herstel is zo vies dat de luchtvervuiling* en de CO2-uitstoot* in mei alweer waren gestegen ten opzichte van een jaar eerder.
De lucht in Europese steden is weer net zo smerig als vóór de crisis* – u weet wel, terug op het ‘normale’ niveau dat elk jaar de vroegtijdige dood van bijna een half miljoen Europeanen inluidt.* Bijna net zo veel, inderdaad, als er wereldwijd aan covid-19 zijn overleden.
Ook in alle andere opzichten gedraagt het systeem zich weer reuze ‘normaal’. Terwijl wereldwijd tientallen miljoenen mensen door corona in acute hongersnood zijn beland of dreigen te belanden, en terwijl honderden miljoenen hun baan zijn kwijtgeraakt,* hebben de rijkste miljardairs het gepresteerd rijker te worden tijdens de crisis.
De onhoudbaarheid van dit gemondialiseerde kapitalisme is zelden zo zichtbaar geweest. Maar gaat het daar ook over? Welnee – althans, niet in Nederland. Zwembadjes. Lekker barbecueën. Waar Robben zijn rentree maakt. Waar Asscher was toen regeringspartijen VVD, CDA en D66 in de Tweede Kamer een loonsverhoging voor de zorg wegstemden.
Ondertussen maken diezelfde regeringspartijen zich op om de publieke sector verder uit te hollen: al vóór corona verzamelden ze nieuwe bezuinigingsopties, die, jawel, vooral de zorg zouden treffen. Zonder bewuste politieke koerswijzigingen in Den Haag én in Brussel zal een nieuw kabinet fiks gaan bezuinigen.
Het eindpunt van dit ‘herstel’ is een doodlopende weg
Als we zo doorgaan, dan zullen we onze kinderen en kleinkinderen moeten navertellen dat we ‘de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog’* meemaakten en dat we daaraan overhielden: meer thuiswerken, een nog schralere verzorgingsstaat en een nog hetere aarde. Maar we konden wel relatief snel weer het terras op!
Vergis je niet: het eindpunt van dit ‘herstel’ is een doodlopende weg: een wereld waarin de buit nog ongelijker verdeeld is, waarin klimaatverandering nog verder uit de hand loopt, en nog meer mensen erdoor ontheemd raken; een wereld met meer ellende en conflict dus, wat de favoriete voedingsbodem is voor xenofobe populisten en autoritaire leiders die het met democratie niet zo nauw nemen en met de rechten van minderheden en vluchtelingen al helemaal niet; een hardvochtige wereld.
Is het moment al verkeken? Kan het nog anders?
Hoe we beter uit de crisis kunnen komen
Natuurlijk kan het nog anders. De economie is er nog lang niet bovenop, het laatste coronareddingspakket voorlopig niet gepresenteerd. En het goede nieuws? Na corona klinkt de roep om een groene omslag luider dan ooit.
Het Internationaal Energieagentschap (IEA) publiceerde half juni in samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een ‘duurzaam herstelplan’ dat de weg vooruit wijst. Overheden zouden de komende drie jaar een biljoen dollar moeten investeren in het opschalen van duurzame technologieën zoals zonne-energie, elektrische auto’s en hogesnelheidslijnen, in de modernisering van stroomnetten, het isoleren van gebouwen en het verder ontwikkelen van batterijen, waterstof en kleine kernreactoren, aldus het IEA.
Voor die biljoen dollar – 0,7 procent van het wereldwijde bbp – zouden we de komende drie jaar naar schatting 1,1 procent economische groei terugkrijgen, 3 miljoen banen creëren en er nog eens 6 miljoen redden. 420 miljoen mensen in ontwikkelende economieën zouden toegang krijgen tot schone kookstellen, zodat ze niet langer op houtskool hoeven te koken, wat slecht is voor hun gezondheid en voor het milieu. Nog eens 270 miljoen mensen zouden voor het eerst in hun leven toegang tot stroom krijgen.
Vooral in de bouw zouden massale investeringen nu veel opleveren. Voor elke miljoen dollar die nu geïnvesteerd wordt in renovatie en efficiënte nieuwbouw, krijgen we 9 tot 30 nieuwe banen terug, aldus het IEA. De energierekening van huishoudens zou daardoor kelderen: met gemiddeld 5 procent (in China) tot 15 procent (in Europa) tegen 2025.* Het wooncomfort zou tegelijkertijd stijgen.
Het zijn allemaal volstrekt logische stappen. Verduurzamen moeten we toch als we niet willen afglijden naar een onleefbare planeet (dat willen we niet). De vraag is of we nu doorpakken of harde ingrepen uitstellen. Als we de coronacrisis gebruiken om veel ambitieuzer klimaatbeleid te voeren, zijn de kosten voor de economie veel lager dan als we langer wachten, zei DNB-directielid Olaf Sleijpen onlangs in NRC Handelsblad. Hij noemde corona ‘een meteoriet’, maar klimaatverandering ‘een botsing tussen planeten’. ‘Als de overheid nu de economie toch gaat steunen met grote investeringen, doe het dan groen.’
Natuurlijk zal dat niet makkelijk zijn: alleen al het vinden van voldoende groene projecten om in te investeren blijkt in de praktijk een horde. Wie een flat wil isoleren, moet eerst de bewoners meekrijgen – en dat lukt niet van vandaag op morgen. Grootschalige zonne- of windparken zijn complexe projecten waarvan de planning soms jaren kost, en waarbij aan belangrijke randvoorwaarden zoals de bescherming van kwetsbare ecosystemen niet zomaar voorbij kan worden gegaan onder het mom van ‘crisis’.
Maar dat is geen excuus om dan maar niets te doen. Er worden nu continu nieuwe, concrete plannen opgeleverd waar beleidsmakers direct mee aan de slag kunnen. De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) publiceerde bijvoorbeeld een lijst met maatregelen die nu versneld ingevoerd kunnen worden. De economische winst van snellere verduurzaming zou genoeg reden moeten zijn om daar nu haast mee te maken, maar het is niet de enige reden: het levert ook gewoon een leefbaarder samenleving op met meer gelijkheid, minder opwarming, minder conflict.
Dat is ook precies wat mensen willen. In een opinieonderzoek in 14 landen in april dit jaar zei 65 procent het belangrijk te vinden dat de overheid ‘klimaatactie prioriteit geeft in het herstel na covid-19’.* Dat de meeste mensen wereldwijd zich zorgen maken over het klimaat en willen dat de overheid er verantwoordelijkheid voor neemt, blijkt al veel langer.
En ook macro-economisch staan de richtingaanwijzers nu maar één kant op. De prijzen van kolen, gas en olie zijn enorm gedaald als gevolg van de lockdowns, wat betekent dat het nu veel minder pijn doet om fossiele subsidies af te bouwen* en CO2-heffingen in te voeren.*
De olie-industrie zit in een ongekende crisis, wat heel vervelend is voor de werknemers die hun baan gaan verliezen, en heel goed voor de transitie. Het besef is doorgedrongen dat het hoogtepunt voor de oliebedrijven nu achter ze ligt, dat sommige fossiele reserves nooit ontwikkeld zullen worden,* en dat een groene omslag onvermijdelijk is.
Hier en daar is zelfs geopperd om oliebedrijven te nationaliseren,* zodat ze stapsgewijs ontmanteld kunnen worden in lijn met wat nodig is om de klimaatdoelen te halen. Zo’n gecontroleerde afbouw is veiliger dan afwachten tot de industrie in elkaar dondert, werknemers plotseling hun baan verliezen en investeerders plotseling hun geld.*
De roep om investerend uit deze crisis te komen klinkt nu steeds luider. De waarschijnlijke Democratische presidentskandidaat Joe Biden wil het.* De Europese Commissie zet er vol op in.* Het IMF dringt erop aan.* Honderden economen hebben uitgelegd waarom investeringen in duurzame sectoren de beste rendementen opleveren voor overheidsbestedingen.* Een alliantie van 250 grote Nederlandse ondernemingen pleit ervoor ‘van duurzaamheid de hoeksteen van de covid-19-herstelmaatregelen te maken’.*
Niet elke sector kan dit overleven
Wie is er eigenlijk nog tégen? Nou, het bedrijfsleven, zodra het om concrete euro’s gaat. De oerconservatieve spreekbuis van de werkgevers, VNO-NCW wil dat het kabinet geen ‘oneigenlijke toeters en bellen’ – duurzaamheidseisen worden daarmee bedoeld – aan coronasteun verbindt. Dan zouden sommige bedrijven het namelijk niet overleven. Voor duurzaamheid is nu geen tijd, ‘eerst moet de brand geblust’, zo vatte een verslaggever van de Volkskrant het VNO-sentiment samen.
Maar het is niet rationeel en niet efficiënt om een volgende brand uit te lokken tijdens het blussen van de huidige. Het feit dat sommige sectoren moeten krimpen om de aarde leefbaar te houden, lijkt bij de werkgevers nog altijd niet te zijn doorgedrongen.
We zouden niet meer moeten aansturen op generieke groei van het bnp, schreef een groep van 170 wetenschappers in een manifest voor een groen herstel.* Beter is het om onderscheid te maken tussen ‘cruciale publieke sectoren’ zoals schone energie, onderwijs en zorg die investeringen nodig hebben, en ‘sectoren die radicaal moeten krimpen’ omdat ze per definitie onhoudbaar zijn en overmatige consumptie aanjagen.
En de mensen die zonder werk komen te zitten dan? In Groot-Brittannië groeit de roep om grote werkgelegenheidsprojecten gericht op natuurherstel* en isolatie van woningen.* Maar je zou ook aan een basisinkomen kunnen denken. In Spanje is in mei een stap in die richting gezet: de kwetsbaarste huishoudens kunnen daar een beroep doen op een ‘inkomensgarantie’ om de coronapijn te verzachten.* Voor Nederland zou een gegarandeerd basisinkomen 4,4 tot 6,6 miljard euro per jaar kosten – minder dan 1 procent van het bbp, een schijntje voor een samenleving waarin iedereen, onvoorwaardelijk, boven de armoedegrens wordt uitgetild.*
Zo zijn er nog veel meer ideeën om tegelijkertijd de klimaatcrisis aan te pakken én ons economische systeem eerlijker en gezonder te maken, van het aanpakken van belastingontwijking tot het in ere herstellen van een sterke, ondernemende staat die het land zelfverzekerd naar veilige wateren stuurt.
En de kosten dan? Het kabinet kan na alle corona-uitgaven toch niet óók nog eens extra investeren in groen en sociaal? Toch wel. Een koor van economen benadrukt dat het snel wegwerken van de hogere staatsschuld op dit moment niet nodig is en de pijn alleen maar erger maakt.* Investeren is nu belangrijker dan bezuinigen en de centrale banken geven overheden rugdekking om dat te doen.* Nederland krijgt nog steeds geld toe als het geld leent op de kapitaalmarkt: een duidelijker aanwijzing dat de investeringen omhoog kunnen gaan we niet krijgen.
Iedereen die nu toch pleit voor voorzichtigheid,* lijkt niet te begrijpen dat dit niet het moment is voor ‘normaal’ fiscaal beleid, want er is niets ‘normaals’ aan de situatie waarin we leven. 2020 is op weg het warmste jaar te worden sinds de metingen begonnen in 1880.* De vijf warmste jaren tot nu toe waren de afgelopen vijf.* De bizarre hittegolven in Siberië zijn nog maar het begin.*
De vijf warmste jaren tot nu toe waren de afgelopen vijf
Nu te weinig doen tegen klimaatverandering en het uitsterven van diersoorten is moedwillig kiezen voor verdere vernietiging van het leven op aarde. Zo simpel is het.
‘Als we over honderd jaar terugkijken op dit historische moment waarin we leven, zal de enige vraag die ertoe doet zijn of we iets deden om klimaatverandering te stoppen.’ Dat schreef The Economist in 2011. Nog steeds waar, met de aantekening dat we sindsdien alweer bijna tien jaar verspeeld hebben en dat de uitstoot bijna ieder jaar is gestegen.
Wat covid-19 ons vertelt over de plek van de mens op aarde
Maar als het meezit, zorgt corona ervoor dat de mondiale CO2-uitstoot dit jaar met 7 procent daalt.* Willen we het klimaatdoel van maximaal anderhalve graad opwarming binnen bereik houden, dan zal die uitstoot de komende tien jaar elk jaar met ruim 7 procent moeten dalen.*
Kunnen we dat? Het zal onwijs moeilijk worden, maar het kan. Juist nu.
Want het coronavirus heeft ons laten zien dat we ons op een doodlopende weg bevinden. Te lang hebben mensen gedaan alsof ze de natuur straffeloos konden domineren en gebruiken. Daarmee riepen we niet alleen klimaatverandering over onszelf af; ook covid-19 was het gevolg van de achteloze uitbuiting van de aarde en alles wat erop leeft. De wildmarkt in Wuhan was daar maar één voorbeeld van.
Het probleem is fundamenteler. Vorige week nog werd bekend dat een nieuwe, mogelijk gevaarlijke griepvariant in de varkensindustrie is ontdekt: we vragen om problemen door de manier waarop we vee houden, verhandelen en vervoeren.* Het bewijs daarvan zagen we recent nog vlakbij: in 2003 brak de vogelgriep in Barneveld uit;* de Q-koorts kwam in 2007 uit geitenstallen in Brabant.
En door wereldwijd steeds meer leefgebieden van wilde dieren te vernietigen of binnen te dringen, heeft de mens zichzelf de afgelopen decennia blootgesteld aan besmettelijke ziektes die zich ooit beperkten tot het dierenrijk. SARS, MERS, zika en ebola – het is alsof we ze uitnodigden om op ons over te springen.
We maken het virussen zo makkelijk, dat er nu gemiddeld één grote uitbraak per jaar is.* De wereldwijde opwarming zal de overdracht van dierenziektes naar mensen waarschijnlijk verder versnellen, naarmate meer dieren migreren richting de polen, weg van de hitte, en hun ziektes meebrengen naar plekken waar mensen wonen.*
Klimaatverandering, het verdwijnen van kwetsbare ecosystemen en het uitsterven van diersoorten zijn niets meer dan de gigantische evenknieën van deze virusuitbraak: problemen die ons erop wijzen dat we niet boven de natuur staan en ons er niet aan kunnen onttrekken, maar ermee verbonden zijn.
Toen de coronacrisis een feit was, kwam die les nog eens binnen. We realiseerden ons dat we niet alleen verbonden zijn met de natuur, grillig en koud als ze kan zijn, maar dat we ook allemaal afhankelijk zijn van elkaar. Dat pakte goed uit. Ineens bleken we samen te kunnen werken om de gezondheid van anderen, die we vaak niet eens kennen, te beschermen. We offerden tijdelijk onze vrijheid op, omdat de wetenschap zei dat het nodig was. En de politiek luisterde naar die wetenschap!
Corona liet bovenal zien hoe snel we kunnen veranderen als de nood aan de man is. Zoals nu.
Na de crisis zijn we allemaal toe aan vakantie; de wereld redden komt nu even niet goed uit. Misschien kunnen we vanuit onze hangmat nadenken over de vraag of we de komende maanden en jaren gaan luisteren naar de stem in ons hoofd die verlangt naar het oude ‘normaal’, of de stem die zegt dat dat niet kan, omdat het nogal raar is om opnieuw te gaan geloven in de waan van de mens die zich onttrekt aan de beperkingen van de natuur als je net met je neus op de onmogelijkheid daarvan bent gedrukt.
De overschakeling naar duurzaamheid zal democratisch zijn, of zij zal niet zijn
De eerste concrete groene herstelmaatregelen zijn al aangekondigd. Duitsland investeert bijvoorbeeld 41 miljard euro in openbaar vervoer, elektrische auto’s en duurzame energie.* Het is nu zaak om zeker te stellen dat er de komende maanden meer van zulke plannen volgen, ook in Nederland. Hoe? Door minder aandacht te besteden aan de laatste tweet van Donald Trump en iets beter te letten op wat de machthebbers in eigen land en in Europa doen.
Ik denk dat te veel mensen zijn zoals ik: ze willen verandering en ze zijn snel verontwaardigd als politici in Den Haag de status quo overeind houden (schandalig die steun voor KLM!). Maar ze hebben geen idee wanneer de Tweede Kamer debatteert over het volgende reddingspakket, of hoe ze daar invloed op kunnen uitoefenen.
Dat moet veranderen. Als het parlement en de ministerraad na het zomerreces de draad weer oppakken, moeten ze de hete adem in hun nek voelen van de stille meerderheid die vergroening wil.
We moeten manieren vinden – naast het tekenen van de zoveelste petitie – om invloed te hebben op de koers van de politiek. Het is aan de mensen die echt verandering willen om zich te laten horen en meer inspraak af te dwingen.
Want regeren per decreet, zoals bij corona, is niet de route om klimaatverandering tegen te gaan. Verdere inbreuk op democratische vrijheden is niet alleen onacceptabel, maar ook contraproductief: het creëert alleen maar weerstand bij mensen die, volkomen terecht, vinden dat zij iets te zeggen hebben over hun toekomst.
Het opgelegd krijgen van een lockdown voelde al niet zo lekker; o wee de politicus die hierna (weer) gaat proberen van hogerhand klimaatbeleid erdoor te duwen. Een recept voor mislukking; de meeste Nederlanders willen geen ‘dingen moeten’ omdat politici het zeggen.
Daarom is dit hét moment om een representatief panel van burgers uit alle geledingen van de maatschappij aan het werk te zetten dat kan meebesluiten over goed klimaatbeleid na corona. Zulke panels hebben in Groot-Brittannië en in Frankrijk al beleidsvoorstellen by the people, for the people opgeleverd. Die kunnen de jeuk wegnemen over ‘wat we allemaal opgelegd krijgen’ en ‘wat er allemaal niet meer mag’, omdat de loodgieter, de bankier en de bioloog de oplossingen dit keer zelf verzinnen.
De overschakeling naar duurzaamheid zal democratisch zijn, of zij zal niet zijn. Corona schreeuwt erom daar werk van te maken. Als we ons niet in slaap laten sussen door de verleidingen van de zomer en het oude ‘normaal’, maken we een kans.