Een stille ramp aan de Maas

Arjen van Veelen
Correspondent Natuur

‘Binnenschip ramt Willemsbrug te Rotterdam, containers te water’, meldt de Verschillende vrienden sturen me het pushbericht door. Ik zit in mijn schrijfhok, met uitzicht op de brug, te werken aan de voorlopig laatste aflevering van deze serie over Rotterdam. Het moet een groots essay worden, het telt ook al duizenden woorden, maar echt tintelen wil het niet. 

Misschien heb ik een scheepsramp nodig. 

Vijf minuten later sta ik aan de oever. De Willemsbrug is afgezet door de politie met zwaailichten. Nieuwsgierige toeschouwers turen over het water, nieuwsfotografen sjouwen met telelenzen. 

Het ongelukkige binnenvaartschip ligt al aangemeerd tegen de kade van het Noordereiland. De containers staan drie hoog aan boord. Ze zijn geel, er staat MSC op, dezelfde rederij die uitstrooide. 

Volgens een kenner, een oudere heer op een bankje, zijn de containers leeg: het schip ligt erg hoog in het water. Er drijven verder geen containers op de Maas, misschien zijn ze al geborgen. Er is alleen een schip van het havenbedrijf, dat de brug inspecteert.

Meer is er niet te zien. 

Water stroomt naar zee.

Aan de voet van de brug, op een wandelpad langs basaltblokken, loopt een vrouw met grijs haar. Ze heeft een blauwe vuilniszak in de hand en in de andere zo’n grijpstok. Ze raapt afval dat is achtergelaten tussen de basaltblokken. De plastic zooi van flesjes, tasjes, blikjes.

Even verder is een andere vrouw ook in de weer met een grijpstok. Ze kletsen en lachen als hartsvriendinnen, terwijl ze intussen hard werken, met hun rug naar de rivier gekeerd, naar het nieuws van de dag.

Noodgedwongen wonen in hotels

Plasticrapers. Je ziet ze overal, ze vormen een stil protest van mensen die de wereld letterlijk een betere plek maken. Niet lullen, maar poetsen. 

‘Zijn jullie ook van de plasticrapersclub?’ vraag ik. 

Het ligt anders. De vrouwen zijn dakloos geraakt door economische en persoonlijke omstandigheden. Ze logeren nu op een klein cruiseschip dat even verderop ligt aangemeerd, de MS Allegro. Normaliter vaart dat schip naar Duitsland voor Rijnreizen, nu verhuurt de eigenaar zijn schip aan het Leger des Heils. Het Leger organiseert ook deze schoonmaakactie.

Ze stellen zich voor.

Zelfs met een nettosalaris van 2.200 euro vind je in Rotterdam geen goede gezinswoning meer

De een is een alleenstaande Marokkaans-Nederlandse moeder van eind veertig, met twee kinderen. Tot voor kort had ze een prima baan in de administratie, daar verdiende ze 2.200 euro netto mee. Maar ook met een normale baan vind je in Rotterdam geen normale woning. Hooguit eentje die meer dan de helft van je salaris opsnoept. En als je dan je baan kwijtraakt, dan hang je pas echt, geen goed plan.

Enfin, na een scheiding woonde ze noodgedwongen een tijd in hotels. Eind februari raakte ze haar baan kwijt, daarna kreeg ze wel weer een nieuwe – althans zo leek het, maar door de coronacrisis ging het niet door. Toen belandde ze op het punt dat ze de zorgverzekering niet kon betalen. En de inboedelopslag. En tenslotte het eten.

‘Ik stond toen echt met de rug tegen de muur, waar moest ik heen?’ 

Zo kwam ze uiteindelijk op dat cruiseschip, met uitzicht op de Erasmusbrug en de nieuwe skyline van Rotterdam, dat prachtige glitterwoud van onbetaalbare woontorens.

De andere plasticraper is een oudere, witte vrouw van 65, geboren en getogen in de stad. Ze is haar huis uitgezet door de woningcorporatie, zegt ze, haar uitkering is stopgezet, haar huisraad was ze kwijt en ook alle bankpasjes zijn weg.

‘Vroeger hielp de overheid, toen had je sociale woningbouw, maar dat is nu allemaal geprivatiseerd. Dankzij het neoliberalisme – dat weet je zelf toch ook? Dat maakt alles kapot. Waar zijn de huren van 500, 600 euro gebleven?’ 

Het aantal armen zal met 25 procent toenemen

Je legt het beter uit dan de meeste politici, zeg ik. En het klopt dat de overheid niet meer helpt: het aantal daklozen is de laatste jaren als Ook zal het aantal armen de komende jaren met 25 procent toenemen, alles

Dit is de vergeten geschiedenis van het heden, een tamelijk stille ramp. 

Ze ‘centrifugeren’ arme mensen weg uit het centrum van de stad, naar de randen, aldus de oudere vrouw. Dat woord had ze opgepikt uit een scriptie van de Erasmus Universiteit, gevonden in zo’n weggeefbibliotheekje.

‘Ja, de overheid werkt er ook nog eens aan mee’, vult de jongere vrouw aan. ‘Dat is het ergste. Nu is er dan de coronacrisis, dus we worden allemaal een beetje geholpen. Maar over een jaar krijgen we te horen: de belastingen gaan omhoog, de lonen omlaag.’

Ja, de schokgolf moet nog komen.

Met het vuilnis opruimen verdienen ze 1,50 euro per dagdeel van twee uur, omgerekend 75 cent per uur. De jongere vrouw doet het niet voor het geld, maar geeft het aan andere daklozen, zoals haar vriendin hier. Die koopt er soms iets voor zichzelf van, zegt ze, zoals laatst een mooi handgemaakt kammetje, voor drie euro.

Het werk zelf vinden ze leuk. Wat hooguit steekt is dat dit soort werk vroeger een gemeentebaan was, een echte baan, je bouwde er pensioen mee op en zo. Allemaal wegbezuinigd. ‘Dat is toch belachelijk?’

Prullenmand

Inmiddels is de Willemsbrug weer vrijgegeven voor auto’s en fietsers, kennelijk is er geen grote schade.

Terug in mijn schrijfplek klap ik mijn laptop open. Er zijn inmiddels al ruim tien artikelen verschenen over het containerschip. Volgens ooggetuigen zou de kapitein, een Duitser, vlak voor de botsing heel hard ‘Scheisse!’ hebben geroepen.

In mijn essay wil ik schrijven over hoe ik anders ben gaan denken over identiteitspolitiek. Ik wil betogen dat ons jarenlange praten over racisme en #BlackLivesMatter het zicht ontnomen heeft op basale kwesties als volkshuisvesting en armoedebeleid, dat we de verkeerde kant op kijken.

Het moet het definitieve essay worden, vol mooie zinnen.

Ik sleep het essay naar de prullenmand. Ruim ik ook eens wat op.

Wat ik nog wil zeggen is te vatten in een beeld: twee vriendinnen die voor 75 cent per uur, met uitzicht op luxe woontorens, de zooi opruimen van een stad waar ze niet meer kunnen wonen.

Voorlopig werk ik aan een boek dat zal worden uitgegeven door De Correspondent. Mijn serie op het platform staat dus een tijdje op pauze.

Meer lezen?