Hoe arm/rijk zijn ouderen?
‘Senioren worden het hardst gepakt,’ zei Henk Krol (50Plus) maandenlang. Vrijdag stapte hij op. De Volkskrant onthulde dat hij met pensioenpremies heeft gefraudeerd. En toch: onder Krol haalde 50Plus dubbele cijfers in de peilingen. Deze vraag zal voorlopig dus wel actueel blijven:
‘Ouderen vormen de rijkste groep van het land,’ stelde Diederik Samsom een paar maanden terug, om vervolgens naar cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) te verwijzen. ‘Kille rekenmethoden,’ smaalde Krol. ‘Het zal maar net je vader of moeder wezen die daarbuiten valt.’ Met de vergrijzing – eigenlijk nog maar net begonnen – zullen we voortdurend discussies als deze horen.
Al in 2019 is meer dan de helft van de kiezers ouder dan vijftig. En armoede en ouderdom worden vaak met elkaar in verband gebracht. Slechts 40 procent van de Nederlanders denkt dat de armoede onder 65-plussers kleiner is dan onder andere generaties. Drie kwart van alle Nederlanders denkt dat ouderen het nu minder goed hebben dan twintig jaar geleden, zo blijkt uit een peiling van onderzoeksbureau CenterData. Wat zeggen de feiten erover?
Pensioenen worden gekort, de AOW is ook geen vetpot.Dat is zo. Toch klopt het stereotype beeld van de armlastige oudere niet meer. Dat blijkt ten eerste uit eigen zeggen: het aantal ouderen dat stelt (zeer) makkelijk rond te kunnen komen is gestegen van 40 procent in 1991 naar 63 procent in 2011 - hoger dan alle andere leeftijdscategorieën. Ze zijn er dan ook flink op vooruitgegaan. Het doorsnee inkomen van ouderen was in 2010 26 procent hoger dan in 1990 - gecorrigeerd voor inflatie. Het inkomen van mensen onder de 65 steeg in die tijd met 18 procent.
Het wil niet zeggen dat senioren nu veel meer geld binnenkrijgen dan veertigers en vijftigers. Het inkomen van de meeste ouderen is lager dan dat van mensen onder de 65 jaar. 67 procent van de 65-plus-huishoudens heeft een besteedbaar inkomen van minder dan 30.000 euro per jaar. Bij de jongere huishoudens is dat 49 procent.
Lopen ouderen niet een groter risico op armoede?Integendeel, er is geen leeftijdscategorie waar armoede zo weinig voorkomt. In 2000 viel 12 procent van alle ouderen onder de zogenoemde ‘lage inkomensgrens’ van het CBS (960 euro per maand). Nu is dat nog maar 3,5 procent. Ter vergelijking: van alle kinderen in Nederland, groeit ruim 11 procent op in armoede. Ook ten opzichte van andere landen is de armoede onder Nederlandse ouderen klein. Alleen in Luxemburg zijn ze nog beter af.
Heb je een verklaring?Een afkorting van drie letters: AOW. Menig bijstandstrekker smacht naar zijn pensionering alsof het bevrijdingsdag is. De armoede schiet dan ook omlaag bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De koopkracht van ouderen met alleen AOW is sinds 2000 met 5 tot 10 procent gestegen. Overigens zijn er nu nog maar vijfduizend oudere huishoudens met alleen een AOW-uitkering. Bijna alle ouderen hebben een aanvullend pensioen naast hun AOW, al is dat bij sommigen (170.000 huishoudens) wel heel klein: minder dan 250 euro per maand. De helft daarentegen krijgt duizend euro of meer.
En hoe zit het met het vermogen?Hou je vast. Ongeveer 80 procent van al het vermogen (huizen, aandelen, spaargeld) zit bij 50-plussers, 40 procent zit bij 65-plus. En eigenlijk is dat logisch: ouderen hebben veel langer kunnen sparen dan jongeren. Toch is het netto vermogen van ouderen wel heel sterk gegroeid sinds de jaren tachtig, terwijl dat van jongere huishoudens kromp. Volgens De Nederlandsche Bank is de vermogenskloof tussen jong en oud nog nooit zo groot geweest. De oudere generaties hebben maximaal geprofiteerd van de enorme huizenprijsstijging tussen 1984 en 2008. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het gemiddelde vermogen van een huishouden met één 65-plusser nu maar liefst 245 duizend euro.
Mijn opa en oma zijn helemaal niet zo rijk.Dat zou goed kunnen, want de vermogensongelijkheid is gigantisch. Slechts 40 procent van alle ouderen heeft daadwerkelijk een vermogen van meer dan 200.000 euro. En slechts 0,033 procent van de oudere huishoudens heeft maar liefst 31 procent van al het oudere vermogen in handen. Een derde heeft daarentegen minder dan twintigduizend euro.
En zit al dat vermogen niet vast in stenen?Voor een groot deel wel. Samen bezitten alle ouderen 449 miljard euro. Maar zonder het eigen huis zou dat ‘slechts’ 228 miljard zijn. Toch zijn er steeds meer manieren om stenen in geld te veranderen, met bijvoorbeeld een ‘omkeerhypotheek’ die helpt de overwaarde van je huis te verzilveren. In Engeland en de Verenigde Staten is dat al veel langer gebruikelijk. Een andere optie is het verkopen van je huis terwijl je erin blijft wonen als huurder. Er is nu zelfs een ‘Taskforce Verzilveren’ die de mogelijkheden voor het opeten van je eigen huis onderzoekt. Onder het motto: ‘De Nederlander is steenrijk maar geldarm.’
Sorry, ik had geen zin om die hele cijferbrij door te worstelen. Hoe zit het nou?De meeste ouderen hebben een bescheiden inkomen. Dat neemt niet weg dat armoede nauwelijks meer voorkomt onder 65-plussers. Bovendien is er een grote groep, ongeveer 40 procent, die een stuk rijker is geworden in de afgelopen jaren. Zij hebben een flink vermogen opgebouwd, dat weliswaar voor een groot deel vastzit in stenen, maar in de komende jaren kan worden verzilverd. Reken maar dat Den Haag daar op aan het broeden is.