Koeien worden ziek zonder krachtvoer, zeggen boeren. Maar wacht eens, koeien aten toch gras?
Boeren mogen per 1 september tijdelijk geen eiwitrijk krachtvoer meer aan hun koeien geven. Na kritiek onderzoekt de minister toch nog eens of dat wel gezond is voor koeien. Wat is er gebeurd, dat koeien niet meer genoeg hebben aan gras?
Melkveehouders zijn de grootste uitstoters van stikstof in Nederland.* Maar de enige bindende maatregel voor hen in de nieuwe stikstofwet, die op 1 september ingaat, geldt maar vier maanden. Daarna moet een nog op te stellen vrijwillig veevoerconvenant tussen boerenorganisaties en de overheid ervoor gaan zorgen dat stikstofuitstoot structureel daalt. Toch sprongen boze boeren weer op hun trekkers om tegen de tijdelijke wet te protesteren. En dat wordt breed gesteund door collega’s.
De boeren zeggen dat de maatregel ten koste gaat van de gezondheid van hun koeien. Op Radio 1* stelde boer Erik Luiten uit Aalten in de Achterhoek zelfs dat veel kalfjes dood geboren zullen worden omdat moeder te weinig eiwit zal binnenkrijgen. Na aanhoudende kritiek gaat Schouten nog eens te rade bij dierenartsen,* maar het is de vraag of de uitkomsten bekend zullen zijn voordat de maatregel ingaat.
Voor wie het heeft gemist: minister Carola Schouten (ChristenUnie) van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maximeert de hoeveelheid eiwit in krachtvoer. Ze hoopt dat koeien daardoor minder overtollig eiwit uitplassen in de vorm van stikstof. Het is een kleine aanpassing aan het dieet van koeien, maar omdat Nederland anderhalf miljoen melkkoeien telt,* hoopt de minister toch dat de totale uitstoot van stikstof in Nederland met een halve procent daalt.
Dit nieuws moest ik even verwerken. Hebben koeien krachtvoer nodig om gezond te blijven? De oeros, waaruit de koe is geëvolueerd zoals de hond uit de wolf, koloniseerde Europa al honderdduizenden jaren voordat er mensen uit Afrika kwamen opdagen om ze bij te voeren.
Gras bevat ook eiwit
Elk dier heeft eiwitten nodig om gezond te leven. Voor de botten bijvoorbeeld, en voor het onderhoud van spieren. Kalfjes al helemaal. Die moeten binnen een jaar een heel volwassen skelet bij elkaar zien te sparen uit het voer dat ze eten.
Gelukkig zit eiwit ook in gras. Vooral in jong lentegras. Dit is de reden dat de meeste grasetende dieren van nature in de lente jongen krijgen. Die hebben dan veel eiwit tot hun beschikking, juist op het moment dat ze het nodig hebben.
Koeien halen meer eiwit uit gras dan erin zit
Herkauwers zoals koeien zijn zelfs uitzonderlijk goed toegerust op het destilleren van eiwit uit gras. Sterker nog: ze halen er meer uit dan erin zit.
Hoe dat kan? Symbiose met maagbacteriën. Die zetten de celwanden van gras (cellulose) om in eiwit, wat de bacteriën zelf gebruiken om te groeien en zich voort te planten. Oude bacteriën komen bovendrijven en worden door de koe verhuisd naar een volgende maag. Daarin worden de bacteriën verteerd, en de eiwitten opgenomen in het bloed van de koe.
Een optimaal dieet
Ja, koeien hebben dus genoeg aan gras. ‘Maar het punt is dat moderne koeien 30 tot 40 liter melk per dag geven’, legt Rens Mulder uit. Hij is een jonge veehouder uit Dwingeloo met honderd koeien en zeventig hectare land. ‘In de natuur zou een koe maar 10 of 15 liter hoeven geven, en natuurlijk alleen als ze een kalfje heeft.’
De hoeveelheid melk die een gemiddelde koe produceert, is in de afgelopen 35 jaar enorm toegenomen, van 6.000 liter naar 9.000 liter per jaar. Zo veel melk geven kan alleen met een aangepast dieet.
Een derde van al het land in Nederland wordt door boeren gebruikt om voer voor hun vee te verbouwen. Dat is al twintig jaar min of meer hetzelfde. Maar dankzij kunstmest en de populariteit van snelgroeiend supergras en mais is de opbrengst per hectare toegenomen, ten koste van natuurvriendelijke weilanden.
Daarnaast kopen boeren steeds meer krachtvoer in. Voor de gemiddelde koe is dat nu ongeveer een kwart van het dieet.
‘Ik huur voeradviseurs in’, vertelt Mulder. ‘Bollebozen die met rekenmodellen bepalen wat het optimale dieet is voor mijn koe.’ De ruwe grondstoffen voor dat dieet haalt Mulder voor 80 procent van zijn eigen land: Engels raaigras en snijmais. Dat vult hij aan met soja en bietenpulp, en nu ook met frietaardappelen die door corona zijn blijven liggen. Zo mengt Mulder voor elke koe ‘het optimale rantsoentje’. ‘En dat vinden koeien heerlijk.’
Maar het gaat er natuurlijk niet alleen om wat koeien lekker vinden. Gezondheid is een voorwaarde, melk het doel. ‘Eigenlijk is een koe een autist. Die presteert het best als je haar op stal hebt, met de ideale hoeveelheid licht en lucht, en lekker comfortabele ligbedden. Elke dag hetzelfde prakje op dezelfde tijd. Maar buiten is geen weiland hetzelfde, en door het weer is ook geen dag hetzelfde qua grasgroei.’
Overigens staan de koeien van Mulder ’s zomers wel zes uur per dag in de wei, en soms wat langer. Daarvoor krijgt hij een weidepremie op zijn melk. Op de vraag of hij ook zonder eiwitrijk krachtvoer zou kunnen, antwoordt Rens bevestigend. ‘Je kunt best minder eiwit voeren, maar dan gaat de koe ook minder melk geven. En je zou zelfs met minder eiwitrijk krachtvoer dezelfde melkgift kunnen krijgen, maar dan moet je wel veel meer bijvoeren.’ Dat is niet alleen duur, maar komt ook niet ten goede aan de gezondheid van de koe. Ze zou bijvoorbeeld een overschot aan kali (kalium) kunnen binnenkrijgen, waardoor ze ziek wordt.
Met een drachtige koe aan het eind van de zwangerschap wordt het nog moeilijker. ‘Zo’n koe heeft veel minder energie nodig, omdat ze dan geen melk geeft. Maar ze moet wel veel eiwit hebben voor haar kalf. Met krachtvoer kun je het dieet daarop afstemmen, en met gras en mais is dat veel lastiger.’
Daar kwam dus de uitspraak vandaan van Erik Luiten op Radio 1, al overdreef hij het schielijk. Krachtvoer is het gereedschap van boeren om het dieet van hun koeien te sturen. Daarbij wegen ze de kosten van het voer, de melkgift, en de gezondheid van de koe tegen elkaar af. Zonder krachtvoer is het schipperen.
‘En vergeet niet’, zegt Mulder, ‘als je het eiwit gewoon weer aanvult met ander voer, wordt er geen molecuul minder stikstof uitgestoten.’ Niemand heeft daar baat bij, maar de boekhouding van minister Schouten klopt wel ineens.
Rudi Buis, woordvoerder van minister Schouten, geeft toe dat boeren met het dieet kunnen spelen. ‘Maar koeien krijgen nu vaak te veel eiwit. Als zij actief bezig gaan om met alternatief voer het eiwit in balans te krijgen, dan is dat mooi.’
Koeien die zelf mogen kiezen
Waarom laten we koeien eigenlijk niet zelf bepalen wat ze willen eten? In de natuur kunnen dieren heel goed voor zichzelf zorgen. Van wadvogels is het bijvoorbeeld bekend dat ze heel precies verschillende soorten eten bij elkaar scharrelen om zo binnen te krijgen wat ze nodig hebben. Zou het bij koeien niet ook zo werken?
Je zou verwachten dat er hele vakbladen en onderzoeksafdelingen aan gewijd zijn. Want te weten wat het dier moet eten, dat is de spil in de bedrijfsvoering van elke veehouder, van de Serengeti tot de Argentijnse pampa’s en de hoogvlaktes van Tibet.
Maar niet dus.
De onderzoeken zijn schaars, en de meeste zijn gedaan met twee soorten planten: gras en klaver.* Klaver bevat meer eiwit dan gras, gras relatief meer energie.
Die experimenten suggereren dat koeien in dat geval prima zelf hun eigen kostje kunnen kiezen. Melkkoeien die de keuze krijgen, eten gemiddeld bijna 70 procent klaver, en dus 30 procent gras.* Experimenten met koeienmaagbacteriën laten zien dat dit precies het percentage is waarbij de meeste eiwitten beschikbaar komen voor de koe.
Zwangere koeien gaan meer klaver eten. Koeien die eiwitsupplementen kregen, gingen daarna uit zichzelf relatief meer gras eten.* Wonderlijk detail: koeien die zelf mochten kiezen produceerden gemiddeld meer melk dan koeien die hetzelfde dieet kregen maar het niet zelf mochten kiezen.
En behalve de benodigde voedingsstoffen te eten, zorgen koeien ook nog goed voor hun maagbacteriën in tijden dat ze die minder nodig hebben. Zodat ze ook in de toekomst, als er bijvoorbeeld wat minder klaver is, verzekerd zijn van genoeg eiwit.
Koeien lijken dus heel goed hun eigen rantsoen te kunnen samenstellen in een gevarieerd weiland. Het probleem is alleen dat in moderne weilanden vrijwel alleen maar Engels raaigras staat. En dus hebben koeien daar helemaal niks te kiezen. Vanuit dat oogpunt is het wel te begrijpen dat koeien liever in de stal staan met een rantsoen van gras, soja en mais. Niet omdat het buiten zo wisselvallig is, maar juist omdat het daar zo eentonig is.
Kruidenrijk grasland
Is het mogelijk om een winstgevend bedrijf te runnen met koeien die gewoon buiten in de wei staan, en niet bijgevoerd worden?
Jazeker. Dat bewijst bijvoorbeeld Jaring Brunia, biodynamisch melkveehouder te Raerd in Friesland, met tachtig koeien en tachtig hectare land. ‘Mijn koeien eten alleen maar gras en de kruiden die daartussen groeien, klaver en dat soort dingetjes. Ze staan het grootste deel van het jaar in het weiland, waar ze hun kostje zelf bij elkaar zoeken.’
In de winter eten ze kuilgras: de planten die Brunia in de zomer van het land heeft gemaaid en opgeslagen. Brunia gebruikt geen krachtvoer. Ook niet als de koeien drachtig zijn. ‘Die geef ik gewoon sober ruwvoer, gemaaid gras dus. Alleen het jongvee voer ik een minimale hoeveelheid bij, dan groeien ze toch net wat beter. Maar dat voer heeft niet het hoge eiwitpercentage dat nu verboden wordt.’
Brunia's koeien leven een stuk langer, omdat ze geen melk produceren op de top van hun kunnen
De meeste boeren ploegen elke paar jaar hun grasland om, en zaaien het opnieuw in met raaigras of mais. Tegen onkruid, en goed voor de grasgroei. Brunia doet dat niet. ‘Ik heb blijvend grasland. Elk jaar wordt het diverser.’ Er staan voornamelijk verschillende soorten gras in zijn weilanden, maar ook klaver, weegbree, paardenbloem, hoornbloem, leeuwentand, ereprijs, ga zo maar door. Goed voor de koe. En trouwens ook voor bijen en weidevogels.
Rekenprogramma’s en voeradviseurs zijn niets voor Brunia. ‘Ik hou niet van meten. Ik voel, ik ruik, ik proef liever. En dan weet ik wel wat ik aan mijn koeien moet geven. ’
‘Natuurlijk is er weleens iets. Van de winter had ik moeite om genoeg mineralen in mijn koeien te krijgen. Een ander mengt die mineralen standaard door het voer. Maar toen ze in het voorjaar naar buiten konden was dat zo weer opgelost. Elke boer doet dat op zijn eigen manier.’
De koeien van Jaring Brunia geven twee keer zo weinig melk als die van Rens Mulder. De enige reden dat zijn bedrijf toch uit kan, is dat hij heel weinig dagelijkse kosten heeft: ‘Een trekkertje, een stalletje, en dat is het.’ Hij hoeft geen krachtvoer te kopen, geen kunstmest, bijna geen zaad. Minder dure machines ook. En zijn koeien leven een stuk langer, omdat ze geen melk produceren op de top van hun kunnen.
Bovendien verkoopt hij melk met een biologisch en biodynamisch keurmerk, en deels rechtstreeks vanuit zijn boerderijwinkel. Naast voorbijgangers en mond-tot-mondreclame helpt een website hem verder aan klanten. Zijn melk kost in de winkel zo’n 20 cent per liter meer.
De ene koe is de andere niet
En er is nog een laatste essentieel verschil tussen de bedrijven van Mulder en Brunia: de koeien.
Brunia houdt verschillende koeienrassen, waaronder Friese roodbonte koeien. Dat is een ras dat je vroeger overal in Friesland kon vinden, maar nu zeldzaam is geworden. Het is een rood-wit gevlekte koe met hoorns die er wat steviger uitziet, en dat ook is. Ze staan erom bekend dat ze goed zonder krachtvoer kunnen, ze worden niet snel ziek, zijn gespierd maar niet overdreven zoals vleeskoeien, worden makkelijk tien jaar oud en geven dan ook nog melk. Het zijn zogenaamde dubbeldoelkoeien: ze worden zowel voor melk als voor vlees gehouden. Als ze geen melk meer geven, laat Brunia ze slachten. Het vlees verkoopt hij in de boerderijwinkel. Een leuk extraatje.
Rens Mulder heeft, net als bijna alle melkboeren in Nederland, Holstein-Friesiankoeien. Een echt melkkoeienras uit de Verenigde Staten. De Ferrari onder de koeien als het gaat om melk produceren. ‘Die wíllen gewoon melk geven’, benadrukt zowel Brunia als Mulder.
Gemiddeld leven Holstein-Friesians zo’n vijf jaar, waarvan ze er drieënhalf melk geven. Maar ook daarin maken boeren keuzes, want Holsteins fokken doen ze zelf. Als ze kiezen voor een stier letten ze op ‘melkvererving’: hoeveel melk geven dochters van die stier ten opzichte van hun moeder? Maar ze letten ook op ‘exterieur’: staan zijn nakomelingen stevig op hun poten? Blijven ze lang gezond?
De afweging is aan de boer, en aan niemand anders. Mulder is trots op het feit dat hij ook Holsteins heeft die de tien halen. Toch zitten ook zijn koeien wat minder robuust in elkaar dan een Friese roodbonte. Holsteins zijn zo gefokt dat ze eerder omvallen dan stoppen met melk geven. Ze hebben maar weinig spieren, want spieren onderhouden kost veel eiwit. Holsteins worden ook wat sneller ziek, want een sterk immuunsysteem kost veel energie.
Verandering kan alleen als je het hele systeem verandert
En dus snapt Brunia de situatie waarin boeren zoals Mulder zitten, en vindt ook hij het beperken van krachtvoer een slecht idee.
Je kunt wel in een paar maanden het voer veranderen, maar niet een koe. En al zou je als boer je bedrijf willen veranderen, dan zijn daar generaties koeien voor nodig. Met het land is het precies hetzelfde. Dat kun je niet even omzetten. Het kost nu eenmaal tijd om een kruidenrijk weiland te krijgen. Het is natuur. Biodiversiteit laat zich niet dwingen.
Als wij iets meer geld krijgen voor de melk, dan kunnen we allemaal buiten de hokjes gaan denken
Toch is veranderen best mogelijk, volgens Brunia. ‘Als de grote bedrijven die melk inkopen ons 20 cent meer gaan betalen voor de melk, en dat doorberekenen aan de klant, dan is er geen kip die daar naar kraait. Voor 20 cent kun je zo ontzettend veel anders doen.’
Dan moet de overheid dus aan de slag met die grote melkbedrijven. Met een complete toekomstvisie, met een lange termijn.
Brunia’s toekomstdroom is dat elk gebied weer zijn eigen soort koe krijgt. ‘Niet de koe die de meeste melk produceert, maar elke streek de koe die het best bij het land past.’ Net als vroeger eigenlijk. Maar niet ouderwets. ‘Weet je wat ouderwets is’, zegt hij, ‘om te denken dat je veevoer maar over de hele wereld kan slepen. En dat kunstmest noodzakelijk is. En dat elk bedrijf een maximale hoeveelheid melk produceert.’
Wat vindt Mulder van deze droom? ‘Ja, heel romantisch plaatje. Dat willen alle boeren wel, maar het hangt allemaal om de beloning. Er is nu geen ruimte om wat aan te klooien met de koeien. Als wij iets meer geld krijgen voor de melk, dan kunnen we allemaal buiten de hokjes gaan denken.’
Zelfs Rudi Buis lijkt het wel met die droom eens. ‘We zijn in een systeem beland waar we uit moeten, en dat is ook wat de kringloopvisie van Carola Schouten beoogt. Daarom juist deze tijdelijke wet, want die benadeelt niet de boeren die al richting kringloop gaan.’
Op de vraag hoe deze wet bijdraagt aan een systeemverandering, zegt hij: ‘Nee, dat doet hij niet, maar daar is deze tijdelijke voermaatregel ook niet voor bedoeld. Hij is bedoeld om voor dit jaar de bouwopgave vlot te trekken.’
In dit stuk zijn ook de inzichten verwerkt uit gesprekken met boer/grutto-onderzoeker Ysbrand Galama en veevoer-expert Jan Dijkstra.