Hoe het samenspel van schrijver en uitgever tot succes kan leiden
Het was een tijdje stil hier, ik was met zwangerschapsverlof. Niet echt een periode waarin je veel aan lezen toekomt. Nu ben ik weer aan het werk – en lees ik weer boeken. Ik begon onlangs in de roman Summer, het laatste deel van een vierluik van Ali Smith – dat in de herfst van 2016 begon met Autumn, gevolgd door Winter (2017) en Spring (2019). Voor mij als lezer, maar vooral ook als uitgever een heel inspirerende reeks.
Nu ik terug ben, kan ik daar in deze uitgeefnieuwsbrief weer over schrijven. Voortaan zal ik om de week schrijven over hoe het lees- en koopgedrag van de toekomst eruit kan zien – en hoe wij met onze uitgeverij daar op in kunnen spelen.
Ik raakte geïnspireerd door Smith, die zeer voortvarend vier romans in vier jaar tijd publiceerde en van wie er afgelopen week een essay in The Guardian verscheen over hoe zij dat heeft ervaren.
Het begon zo: toen Smith het manuscript van How to Be Both (verschenen in 2014) ver voorbij de deadline inleverde, lukte het haar uitgever Hamish Hamilton (onderdeel van Penguin) alsnog om het boek binnen zes weken te drukken. Meestal duurt het bij Engelstalige uitgevers minstens negen maanden om van manuscript tot gedrukt boek te komen. Maar het kon dus veel sneller.
De lenigheid van haar uitgever zette Smith aan het denken. Want als een boek zo snel en flexibel uitgegeven kan worden, hoe zou het dan zijn om een boek te schrijven in deze tijd, over deze tijd en dat ook uit te geven in deze tijd?
Aangemoedigd door haar uitgever besloot ze een decennia oud plan af te stoffen: in vier jaar vier boeken schrijven over de vier seizoenen. ‘Als we het zo zouden doen, onder tijdsomstandigheden, een soort experiment dat zijn oorsprong vindt in de cyclische tijd, maar tegelijkertijd door de tijd heen gaat’, schrijft Smith, ‘[dan] zou het zeker gaan over hoe het verhaal werkt, maar ook hoe de vorm, en de maatschappij, en de hedendaagse taal zelf – gezien het feit dat de romanvorm op de een of andere manier altijd over al deze dingen gaat – zich in een bepaalde tijd bewegen en vooruitgaan.’
‘Plus’, voegt ze daar aan toe, ‘de romanvorm is vernoemd naar zijn eigen nieuwheid, en naar zijn relatie met het nieuws, het laatste nieuws. Daarom wordt het "novel" genoemd.’
En inderdaad: zelden las ik romans waarin het politieke en maatschappelijke decor en de taal zo actueel zijn: de boeken voelen urgent, noodzakelijk en raak. Ik zal me verder niet aan literaire bespreking wagen, maar voor mij was het een nieuwe leeservaring om live mee te lezen met de seizoenen en de ontwikkelingen die daarin plaatsvinden – van brexit tot covid.
Hoewel de boeken inhoudelijk op zichzelf kunnen staan (in ieder geval de eerste drie, in de vierde komen ze samen), vormen ze qua uitvoering een eenheid. De Engelse kunstenaar David Hockney stelde voor ieder boek een beeld beschikbaar waarop je een geschilderd landschap ziet in het betreffende seizoen.
Door de opeenvolging van de seizoenen wordt het gevoel van een serie versterkt: als het eerste boek (Autumn, dat meteen op de shortlist van de Man Booker Prize 2017 stond) je beviel, is de kans groot dat je het volgende boek ook wil lezen. Mij had ze beet.
Het samenspel van schrijver en uitgever, die samen zoeken naar een vorm en een ritme die passen bij deze tijd: het is het interessantste uitgeefexperiment dat ik de afgelopen tijd ben tegengekomen. Hoopvol is ook dat een uitgever laat zien dat het uitgeefproces soms best een tandje sneller kan – en dat dit kan lonen.
Hoe gaat het met de uitgeverij van De Correspondent?
Vanwege de lange stilte, ook nog een update vanuit onze uitgeverij.
De Engelse voorpublicatie van een hoofdstuk uit De meeste mensen deugen (over de échte Lord of the Flies) ging viral op The Guardian. Het leidde tot een stormloop op de filmrechten, die uiteindelijk werden verkocht aan New Regency (de studio die ook achter de Oscarwinnende film 12 Years A Slave zat).
Dichter bij huis kreeg Rutger Bregman een Gouden Boek voor De meeste mensen deugen, een oorkonde die door het CPNB wordt uitgereikt als er meer dan 200.000 exemplaren van een boek zijn verkocht. Net als in de muziekindustrie. Dit boek staat deze week precies een jaar lang in De Bestseller 60, en dan ook nog op nummer 1.
Ook staat het, samen met Beginnen over het einde van Henk Blanken, op de longlist van de PrinsjesBoekenprijs 2020 voor het beste politieke boek van het jaar, en op de longlist van de Storytel Awards 2020, voor het beste luisterboek en de beste voorlezer. En het zal inmiddels in meer dan 40 andere landen verschijnen.
Eind mei verscheen ons nieuwste boek: Het recht van de snelste van Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet. Dit bijzondere boek laat zien dat hoe we ons verplaatsen enorme invloed heeft op hoe we straten, steden en zelfs onze samenleving inrichten, en zelfs hoe we met elkaar omgaan. Het laat je heel anders kijken naar je eigen straat, en zet wat je als vanzelfsprekend beschouwt in het verkeer op losse schroeven (op een knopje moeten drukken als je de straat over wilt steken, bijvoorbeeld).
Gezien het onderwerp werd het kiezen van een publicatiedatum erg spannend toen de pandemie uitbrak en de straten leger waren dan ooit. Maar wat bleek? De realiteit van stilstaande auto’s en lege snelwegen maakte het makkelijker om je voor te stellen van hoe het anders kan. ‘Een schot in de roos’, schreef de Volkskrant. Deze week verkochten we het tienduizendste exemplaar.
Een fijn moment om weer in te stappen.
Tot de volgende,
Milou