Liefde is... een kwestie van perspectief

Furie en fortuin van Lauren Groff is het beste boek dat ik dit jaar las. Een liefdesroman bomvol details, die je laten zien wat er gebeurt als je een verhaal eens vanaf een andere kant bekijkt.
De deadline voor dit verhaal moest een paar keer worden verzet. Ik kreeg het boek dat ik wilde aanbevelen, Furie en fortuin van Lauren Groff, steeds niet uit. Ik las elke bladzijde twee keer. Dan tikte ik wie er maar in de buurt was aan: ‘Hoor dit.’
Want in Groffs bedwelmende roman is een achtjarig meisje ‘zo eenzaam [...] dat ze een week lang een bloedzuiger op haar been had laten zitten’. Krijgt een ander, een dochter ‘uit een gezin van lades vol opgespaarde knopen en lege batterijen’, een volledige studiebeurs, maar komt ze nooit op de universiteit aan. En wordt ze uiteindelijk – voorbestemd door ‘een tijdschrift dat in de trein openlag bij een artikel over Florida, bomen zwaar van gouden vruchten, warmte. Vrouwen met vissenstaarten die golfden in schakeringen van groen’ – professioneel zeemeermin. ‘De paradox van de zeemeermin: hoe lomer ze oogt, hoe harder ze werkt.’
Lauren Groff vertelt het liefdesverhaal van Lotto en Mathilde. Hij, eerstgeboren zoon van een meermin en een waterflesjesmagnaat, heeft alle licht en liefde van de wereld nodig om te kunnen bestaan. Hij verwacht ze ook – niet uit arrogantie, maar uit naïviteit. En waarom ook niet? Hij is wit, man, boomlang, in geld geboren; hij wil gezien en gevierd worden niet om wie hij is, maar om wat hij kan. En hij kan alles. Als hij maar z’n best doet.
Zijn pogingen om bewonderd te worden, eerst als acteur, dan als toneelschrijver, zijn zo oprecht en transparant dat ik hem een Dokus bleef vinden en tóch ook zo week voor hem raakte als de zachte, zilte meisjes- en jongensmonden − ‘druivenkauwgom en warme tong’ − waar hij zich als jongen veelvuldig in verliest.
Op zijn tweeëntwintigste staat hij te brallen in de vensterbank van een studentenhuis als zijn toekomstige vrouw, Mathilde, eigenaar van een pikzwart verleden dat iedereen behalve Lotto lijkt aan te voelen, de kamer binnenloopt en hem completeert. Hij springt van de vensterbank, plet een ander meisje (sorry) en zegt zijn eerste woorden tegen haar.
Hij: ‘Trouw met me.’
Zij: ‘Zeker.’
Twee kegelvormige levens
Het boek is een hoop. Een hoop geschiedenis, een hoop verwijzingen naar boeken en toneelstukken. Maar vooral een hoop perspectieven en visies op een liefde die niet uitdooft en niet bederft, ondanks – dankzij? – de geheimen waarop hun verstandhouding gebouwd is.
Het verhaal van Groff omspant een mensenleven en is een constant spel van licht en donker, goed en kwaad en hoe inwisselbaar die labels eigenlijk zijn wanneer je een verhaal eens vanaf een andere kant bekijkt.
Mathilde beseft dat haar leven kegelvormig is: ‘dat haar verleden uitdijde onder de scherpe punt van het nu waarin ze leefde. Hoe meer leven je had, hoe verder de onderkant zich uitbreidde, zodat het verraad en de kwetsuren die vrijwel onzichtbaar waren op het moment dat ze plaatsvonden als stipjes op een langzaam opgeblazen ballon uitrekten.’
Het is een constant spel van licht en donker, goed en kwaad en hoe inwisselbaar die labels eigenlijk zijn wanneer je een verhaal eens vanaf een andere kant bekijkt
Lotto’s kegel lijkt andersom gekanteld: hij ziet zijn verleden slechts als startpunt en wil steeds groter, steeds meer. Zijn deel van het verhaal, de eerste helft van het boek, is gloedvol, iets om na te vertellen met grootse handbewegingen. Aan het woord is immers de godenzoon, Shakespeare light, denker van grote dingen. Zijn drama kan bestaan bij de gratie van Mathildes ogenschijnlijke kilte en zorgvuldig geconstrueerde fundering van verzwijgingen. Want die zichzelf wegcijferende vrouw uit de eerste helft van het boek, krijgt een onpeilbare diepte zodra ze zelf het woord neemt.
Lotto’s beleving van hun liefde is door kaarsen belicht, bestoven met geparfumeerde talk, gefilmd met zo’n lens waardoor de randjes vaag worden. De waarheid is altijd in de buurt maar te fel om rechtstreeks in te kijken – dus dat doet hij dan ook niet.
Maar na de eerste helft van het boek worden de kaarsen uitgeblazen en de zwarte rook die rest kringelt door de tl-verlichte tweede helft, die plots bestaat uit beknopte zinnen, korte hoofdstukken, vrij is van uitstapjes en mijmeringen. Dit is de vertelling van zijn Mathilde, zijn heilige, de vrouw van wie vooralsnog niemand – hij niet, zijn vrienden niet, de lezer niet – weet of snapt waar ze vandaan komt, wat ze ooit écht ergens van vindt.
Een universum zonder waarheid
Ze gaan me nog lang bijblijven, Lotto en Mathilde en hun leven. Buitenfeestjes in oktober, eigenlijk al te koud, geplette drugs in kontzakken, strandseks, schuurwond op het stuitje, koffie op bed, ruzie, expres de telefoon niet opnemen, het witte buitenhuis, de hond die ze God noemden. Hij, die haar heilig verklaart. Zij, die de donkere onderstroom bij hem weghoudt zodat hij ongeremd en onbeschaamd getergd kan zijn, de heldhaftige, zonder dat er ooit echt iets op het spel staat.
Naast het veranderende perspectief – zowel Lotto en Mathilde als hun vrienden en familie komen aan het woord – is de rode draad in Groffs manier van schrijven: véél.
Verliefdheid is: ‘in een visioen zag hij de zee oprijzen en hun verzwelgen, hun huid afstropen en hun beenderen in de diepte over haar koraalkiezen laten rollen. Hij was dan ook jong, tweeëntwintig, en ze waren die ochtend getrouwd. Enig melodrama was hem gezien de omstandigheden vergeven.’
Een jeugd is: ‘Toen hij vier was, haalde Antoinette hem op een nacht uit bed. In de keuken deed ze cacaopoeder in een kopje, maar ze vergat die aan te lengen. Hij at het poeder met een vork, die hij erin stak en aflikte. Ze zaten daar in het donker. Antoinette had een jaar lang haar schriftelijke cursussen verwaarloosd omwille van een televisiepredikant die eruitzag als een door een kind uit piepschuim uitgesneden en met waterverf beschilderd borstbeeld. Naderhand schreef ze dan gigantische cheques uit, die haar zus vervolgens in de gootsteen verbrandde.’
Bijna alle passages die ik citeerde komen uit de eerste tien bladzijden van het boek. De overdaad aan detail die Groff over je uitstort zorgen ervoor dat het liefdesverhaal per bladzijde meer structuur krijg. Verschillende perspectieven op dezelfde gebeurtenissen maken duidelijk wat tijd en afstand doen met een herinnering en vormen tegen het einde van het boek een volledig universum, waarin iets nooit echt dé waarheid is.