Hierdoor werd ik in één klap vegetariër (en jij misschien ook)
In 2017 besloot ik helemaal te stoppen met het eten van vlees. Waarom was ik zo lang blind voor iets wat veel twaalfjarige meisjes intuïtief begrijpen? Het antwoord is simpel: ik wilde het niet weten. Mocht dat ook voor jou gelden, dan hoop ik dat dit artikel de laatste druppel is.
Het gebeurt niet vaak dat een artikel je leven verandert. Iets wat toevallig voorbijkomt op Facebook en vijf minuten later tot een radicale beslissing leidt. Sterker nog, ik geloof niet dat ik het eerder had meegemaakt.
Maar toen las ik het, die korte column, en ik was om. Vanaf die dag besloot ik nooit meer vlees te eten.
Inmiddels vind ik het moeilijk om te begrijpen waarom ik het niet eerder zag. En in dit artikel wil ik jou overtuigen van hetzelfde - geen slap gedoe meer over beter vlees of minder vlees. Vanaf nu gewoon niets meer.
Het grote gelijk van de twaalfjarige paardenmeisjes
Natuurlijk, zoals velen had ik er wel eens over nagedacht. Mijn soort mensen weet heus wel dat de veeteelt slecht is voor het klimaat – we hebben allemaal Cowspiracy gezien. Trouwens, je schijnt er ook kanker van te krijgen. En bekijk even die film van Leonardo DiCaprio. Hij zegt dat kippen veel minder broeikasgassen uitstoten dan koeien.
Minder vlees eten dus, en vooral minder koe. Tuurlijk, doen we! De flexitariër is helemaal hip.
En toch vond ik de echte vega’s altijd een beetje aanstellers. Hoezo helemaal geen vlees meer eten? De mens is toch een omnivoor? De meeste vega’s in mijn omgeving waren vrouwen die rond hun twaalfde waren gestopt met vlees (ze hielden ook van paarden en waren lid van Kids4Animals). En reken maar dat die meisjes geen doorwrochte redenen hadden. Weet je waarom ze het deden? Omdat ze dieren zielig vonden.
Zielig! Kijk, als je nou vega wordt na het lezen van een stevig stuk over klimaatverandering in de wetenschapsbijlage van NRC Handelsblad – respect daarvoor. Maar hou toch op met dat sentimentele gedoe. Moeten we dan ook ingrijpen als een leeuw een zebra opvreet? Moeten we ook medelijden hebben met muizen, mieren en bacteriën? Waar trekken we de grens?
Nee, tot voor kort vond ik het een tikje onnozel om medelijden te hebben met dieren. Een prettige bijkomstigheid was dat ik mijn eigen leven niet hoefde te veranderen. Want ja, die andere argumenten kwamen in de praktijk nauwelijks binnen. Ach, het klimaat – weet je wat, ik eet wat vaker kip. Ach, m’n gezondheid – weet je wat, ik eet nog een mandarijn.
Maar toen kwam dat stuk voorbij in m’n tijdlijn. Voor het eerst besefte ik: die twaalfjarige meisjes hebben altijd gelijk gehad. En meteen begon het aan me te knagen: hoe kon ik al die tijd zo blind zijn geweest?
De redenering die alles veranderde
De redenering van Yuval Noah Harari – de Israëlische historicus die mij in één klap overtuigde – is zo simpel dat ze me nog steeds verbaast. Uiteindelijk gaat het om maar drie stappen, die stuk voor stuk zijn onderbouwd met bergen aan wetenschappelijk onderzoek. Het is makkelijker om de evolutietheorie of klimaatverandering te ontkennen dan om hier een speld tussen te krijgen.
Daar gaan we:
Stap 1: De cijfers. Als we het tegenwoordig over dieren hebben, dan hebben we het eigenlijk over maar vier soorten. Koeien, varkens, schapen en kippen. Als je deze vier soorten op een weegschaal zou zetten, dan zouden ze samen ongeveer 700 miljoen ton wegen. Alle wilde dieren van minstens een paar kilo bij elkaar – giraffen, pinguïns, walvissen, olifanten, leeuwen, noem maar op – wegen bij elkaar slechts 100 miljoen ton.
Er zijn wereldwijd ongeveer 23 miljard kippen, 1,5 miljard koeien, 1,2 miljard schapen en 1 miljard varkens.* Bedenk je vervolgens hoe snel deze dieren worden opgekweekt en opgegeten. Op dit moment zijn er 23 miljard kippen. Over een paar maanden zijn er weer 23 miljard nieuwe kippen. En dan weer. En weer.
Uiteindelijk worden er ongeveer 80 miljard dieren per jaar geslacht.* Ter vergelijking: het aantal mensen dat ooit heeft geleefd (in de afgelopen 50.000 jaar) is ongeveer 110 miljard. We doen er nu minder dan anderhalf jaar over om even veel dieren te slachten.
Stap 2: Het leven van deze dieren is gruwelijk. Het is niet zo moeilijk om aan te tonen dat, wereldwijd, bijna al die koeien, varkens, schapen en kippen afschuwelijk worden behandeld. Iedere dag weer. Ze worden opgesloten in kleine hokken, gescheiden van hun moeder, gecastreerd en volgepompt met voedsel en hormonen.
Als vleeseter is het belangrijk om te beseffen dat dit geldt voor vrijwel al het vlees dat je eet. Natuurlijk, er is ook zoiets als ‘diervriendelijk’ vlees. Sommige dieren worden enigszins normaal behandeld. Maar vergis je niet: dit is een marginaal fenomeen. In Nederland komt bijvoorbeeld slechts 2 procent van de koeien, 4 procent van de kippen, 1,5 procent van de schapen en 0,8 procent van de varkens uit de biologische veeteelt.*
Stap 3: Koeien, varkens, schapen en kippen zijn intelligent en hebben een rijk gevoelsleven. Dit is de stap die de meeste mensen niet zetten, maar waar het wetenschappelijk bewijs zich voor opstapelt.
Kippen kunnen tellen* en zich inleven in de pijn van anderen.
Schapen onderhouden hele sociale netwerken en hebben een uitstekend geheugen.*
Koeien maken snel vrienden* en leren graag nieuwe dingen,* maar kunnen ook depressief worden en rouwen bij het verlies van een naaste.
Varkens spannen de kroon: het zijn speelse, emotionele en empathische wezens.* Ze hebben behoefte aan een moeder, maken graag vrienden en zijn razend nieuwsgierig. Een varken leert in een paar uur tijd zichzelf in de spiegel te herkennen, iets waar een kind maanden over doet. En o ja, varkens zijn erg goed in computerspelletjes, beter nog dan chimpansees.
Uiteindelijk zijn varkens zelfs intelligenter dan peuters, mensen met een verstandelijke beperking en ouderen met dementie* – wezens die we stuk voor stuk met zorg behandelen (en terecht!).
‘Bijna elke week is er wel een nieuwe ontdekking over geavanceerde cognitie bij dieren,’ schrijft de beroemde bioloog Frans de Waal.* Voor wetenschappers is het zo klaar als een klontje dat er geen fundamenteel verschil bestaat tussen ons en hen. De Waal: ‘We spreken openlijk over cultuur bij dieren en over hun empathie en vriendschappen. Niets is meer verboden, zelfs niet de ratio die ooit werd beschouwd als het handelsmerk van de mensheid.’
Dat die miljarden varkens, koeien, schapen en kippen een rijk gevoelsleven hebben, is dus al lang niet meer controversieel. Wie enige waarde hecht aan de wetenschap (wie bijvoorbeeld ook gelooft in de evolutietheorie en de realiteit van klimaatverandering) kan er in ieder geval niet omheen.
De industriële veeteelt behandelt dieren niet als wezens met gevoel, maar als hompen vlees
Maar nu komt het: de industriële veeteelt behandelt dieren niet als wezens met gevoel, maar als hompen vlees. Ja, ze krijgen genoeg voedsel (of eerder: ze krijgen veel te veel te eten – als we ze niet slachten voor hun puberteit gaan ze aan tumoren ten onder). Maar al hun andere natuurlijke behoeftes – aan ruimte, geborgenheid, vriendschap en spel – worden zwaar onderdrukt.
Zo wordt een zeug kunstmatig zwanger gemaakt om 110 dagen later ongeveer vijftien biggen te baren (in de natuur zijn het er vijf à zes), die na drie weken worden weggehaald om te worden vetgemest, waarna de zeug meteen weer zwanger wordt gemaakt. Dit proces kan zich drie jaar herhalen – in een donker hok van een paar vierkante meter – waarna de uitgewoonde zeug – die normaal twintig kan worden – wordt geslacht en verwerkt. Is een afschuwelijker leven denkbaar?
Tel stap 1, 2 en 3 bij elkaar op en ineens is de stelling van die vermaarde historicus Yuval Noah Harari zo gek niet meer: de moderne veeteelt is de grootste misdaad in de menselijke geschiedenis.
Wat kun je hier nu tegen inbrengen?
De drogredenen waarmee ik mezelf eerder nog geruststelde, waren ineens totaal lachwekkend.
‘Ja maar, hoe kom ik anders aan mijn eiwitten?’
‘Ja maar, ik kan echt niet zonder bitterballen.’
‘Ja maar, ik wil anderen niet tot last zijn met mijn dieet.’
Het doet me nu denken aan de slavenhouder die tegen slavernij was, maar bang was iemand voor het hoofd te stoten (en geen zin had om zelf katoen te plukken).
Ook het hele ‘flexitariër’-verhaal viel door de mand – alsof iets minder vlees eten genoeg zou zijn. Je pleit toch ook niet voor deeltijdracisme? We hebben toch ook geen ‘slaafloze maandag’? Minder koe en meer kip is trouwens helemaal een slecht idee. Van één koe kan een gezin een jaar eten, maar kippen moet je in gigantische hoeveelheden slachten.
Tot slot had ik nog dat laatste argument: ‘Ja maar, uiteindelijk is de ethiek alleen bedoeld voor mensen. Die beesten zijn lang niet zo slim als wij, dus mogen we ze uitbuiten.’ Nu realiseer ik me pas hoe onzinnig deze redenering is. Baby’s, peuters, ouderen met dementie en mensen met een verstandelijke beperking zijn ook niet zo slim als ik. En dus? Stel je eens voor dat we honderden miljoenen baby’s zouden opkweken en afslachten.
Ik weet ook wel: die vergelijking is gruwelijk en zal je misschien zelfs verontwaardigen. Maar worden we boos omdat de vergelijking nergens op slaat, of omdat de waarheid te pijnlijk is?
De laatste druppel
Ik heb me vaak afgevraagd welke gewoonten onze kleinkinderen straks barbaars zullen vinden. Zullen zij naar de industriële veeteelt kijken zoals wij terugblikken op de Romeinse gladiatorengevechten? Of op de slavernij?
Nog maar kort geleden werden miljoenen slaven verhandeld en uitgebuit. Maar haat en sadisme waren toen niet de grootste drijfveren. Het werd allemaal mogelijk gemaakt door onverschilligheid. Onze voorouders negeerden de behoeften, de emoties en het leed van de mensen die ze verhandelden. Dat is een constante in de geschiedenis – of het nu over de slavernij gaat of de moderne kledingindustrie. We zien het immense leed dat we aanrichten gewoon niet.
De vleesindustrie is hier perfect voor ontworpen. In Nederland werkt minder dan 2 procent van de beroepsbevolking in de landbouw.* De dieren worden door machines gevoed, gedood, verwerkt, ingepakt en opgestuurd. Ondertussen hoeven wij niet na te denken over het leed van die miljarden koeien, varkens, schapen en kippen.
En dus blijven we ze zien als dingen, terwijl het wetenschappelijke bewijs voor hun rijke gevoelsleven zich opstapelt. Eén ding is zeker: als we voor iedere schnitzel een kort filmpje moeten bekijken over het leven van het geslachte dier, zouden we geen hap door de keel krijgen.
Ik wist genoeg om te weten dat ik niet meer wilde weten
Waarom was ik zo lang blind voor iets wat veel twaalfjarige meisjes intuïtief begrijpen? Het antwoord is simpel: ik wilde het niet weten. Of beter gezegd: ik wist genoeg om te weten dat ik niet meer wilde weten. Zoals onze voorouders niet wilden erkennen dat de aarde om de zon draait, zo lukte het mij niet om koeien, varkens, schapen en kippen als wezens met gevoelens te zien.
Het goede nieuws: er bestaat zoiets als vooruitgang in de geschiedenis. Ideeën veranderen. Ogen gaan open. De kring van wezens waar we om geven, kan groeien.
Ik geef eerlijk toe: ik was er rijkelijk laat bij. Maar ik vermoed dat er nog veel meer mensen zijn zoals ik, die eigenlijk wel weten dat het tijd is om te stoppen met vlees, maar die deze ongemakkelijke waarheid steeds ontwijken.
Mocht dat ook voor jou gelden, dan hoop ik dat dit artikel de laatste druppel was.
Lees ook:
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!