Weet jij nog waar je was op 22 juli 2007?
Ik wel. Ik zat te janken in een tram in Den Haag.
Een dag eerder was het laatste boek uit J.K. Rowlings zevendelige Harry Potter-serie uitgekomen. Ik was het met mijn vader gaan kopen in een boekwinkel in Scheveningen, waar ik met mijn ouders op vakantie was. Daarna nam ik in mijn eentje de tram richting het centrum van Den Haag, met de bedoeling het boek op een willekeurig terras in één ruk uit te lezen en daar mijn jeugd achter te laten.
Het moge duidelijk zijn dat het een tranendal zou worden. Vanaf mijn tiende was ik als zovelen betoverd geraakt door Rowlings verhaal over de tovenaarsleerling die het opneemt tegen Voldemort, de duistere magiër die Harry’s ouders vermoordt als hij amper een jaar oud is. Zes keer eerder was ik met Harry in de Zweinsteinexpres gestapt, en vanaf perron 9 ¾ vertrokken naar een wereld vol avontuur, toverkunst en zwerkbal. Aan die reis zou nu – op mijn zeventiende – een einde komen.
Pas in de tram daalde dat besef in. Uit nieuwsgierigheid had ik het boek op mijn schoot al opengeslagen. Harry Potter and the Deathly Hallows is opgedragen aan zeven personen, las ik: aan Rowlings dochter, haar man, haar moeder, aan andere familieleden of vrienden. En tot slot: aan de lezer, die tot het einde aan Harry’s zijde is gebleven.
Om dat laatste moest ik al huilen, zo hard dat verschillende medepassagiers me meewarig aanstaarden. Het was natuurlijk ook wel wat pathetisch. Maar Rowlings opdracht voelde als de ultieme erkenning. Heel even voelde ik me gezien door een schrijfster die geen idee had wie ik was, maar wier boeken voor mij en miljoenen anderen zo enorm veel betekend hadden.
Hoe anders is het nu.
Rowlings kritiek op transgenderactivisme
Zoals zo vaak tegenwoordig, begon het allemaal op Twitter.
Daar ‘likete’ J.K. Rowling in 2017 een tweet die verwees naar een artikel vol kritiek op de transgenderrechtenbeweging van de afgelopen jaren.
Het gevolg: verwarring, ongeloof, en een storm van kritiek en negativiteit. Want door die ene ‘like’ ontstond het sterke vermoeden dat de kinderboekenschrijfster – tot dan toe op het irritante af ‘woke’ – zich had verbonden aan een beweging die bekendstaat om haar openlijke vijandigheid tegen de transgendergemeenschap – een beweging die zichzelf ‘genderkritisch feminisme’ noemt, maar die ook wel bekend staat als ‘trans-exclusionary radical feminism (TERF)’.
‘JIJ BENT VOLDEMORT’, beet een fan haar toe op Twitter. Maar aan Rowlings kant bleef het stil.
‘JIJ BENT VOLDEMORT’, beet een fan haar toe op Twitter. Maar aan Rowlings kant bleef het stil.
Tot 2018. Want toen volgde een nieuwe ‘like’, ditmaal van een tweet waarin trans vrouwen ‘mannen in jurken’ genoemd werden. Opnieuw volgde een stortvloed aan haatberichten en doodsbedreigingen van transgender twitteraars aan het adres van de schrijfster. Én een reactie van Rowling dit keer, die bij monde van een woordvoerder liet weten dat de ‘like’ te wijten was aan een ‘middelbaar momentje’ – ze had haar telefoon verkeerd vastgehouden en per ongeluk op de ‘like’-knop gedrukt.
Maar in 2019 begon Rowling zelf over dit onderwerp te twitteren. Eerst betuigde ze steun aan Maya Forstater (een Britse belastingadviseur wier contract niet werd verlengd vanwege transfobe uitspraken op sociale media), en later had ze kritiek op een ngo die de term ‘mensen die menstrueren’ gebruikte om, nou ja, mensen die menstrueren aan te duiden.
Voor velen werden hun vermoedens over Rowlings transfobie met deze tweets bevestigd. Dit jaar bekende Rowling eindelijk definitief kleur: begin juni publiceerde ze een lange blogpost op haar website, waarin ze niet alleen schrijft over de storm van negativiteit die haar Twittergedrag haar de laatste jaren opleverde, maar waarin ze ook haar zorgen uitspreekt over wat zij ‘het nieuwe trans-activisme’ noemt. Door haar blog is er geen twijfel meer mogelijk: volgens JKR heeft de strijd voor wettelijke, juridische en maatschappelijke erkenning van transgender personen zorgwekkende gevolgen voor cisgender vrouwen als zij.
Rowlings essay is vooral verlammend en verwarrend
In haar essay legt ze uit waarom: door het trans-activisme van de afgelopen jaren ligt het belang van biologische sekse – de geslachtelijke lichaamskenmerken waarmee wij geboren worden – onder vuur. En dat schaadt de positie van vrouwen als politieke klasse. Want als iedereen zichzelf ineens vrouw mag noemen, betekenen de rechten en bescherming van vrouwen als groep niets meer. Zeker niet als ‘geboren mannen’ ook nog eens gebruik mogen maken van damestoiletten of blijf-van-mijn-lijfhuizen, simpelweg omdat ze zich vrouw ‘voelen’. Dat brengt kwetsbare vrouwen ernstig in gevaar, aldus Rowling.
Bovendien maakt ze zich zorgen om de enorme toename van jonge vrouwen die zichzelf man voelen en in transitie gaan. Dat geboren vrouwen zich man zouden voelen, is volgens haar lang niet altijd het gevolg van genderdysforie, maar van de vrouwenonderdrukking waar het feminisme tegen zou moeten strijden. Onder de verderfelijke invloed van het patriarchaat is vrouw-zijn immers elke vrouw weleens tot last.
Zelf zit ik niet op Twitter. En hoewel ik hier en daar wel iets las over JKR’s dubieuze ‘likes’, klonk het vooralsnog als een storm in een glas water – precies het soort ophef waarvoor ik Twitter altijd angstvallig gemeden had.
Maar toen ik Rowlings blog las, voelde het alsof er een behaaglijke deken van mijn naakte lijf getrokken werd. Tegenover de warme nostalgie van de magische wereld uit haar boeken, stond ineens de bijtende kou van de politieke realiteit. Volgens het ‘feminisme’ waar JK zich met haar essay achter schaart, is het activisme dat vecht voor mijn identiteit een gevaar voor de hare.
Sindsdien prikt een stuk over JKR in mijn vingers. Maar ruim twee maanden later kost het me moeite om er iets zinnigs over te tikken. Noem het writer’s block, maar Rowlings essay maakt me moedeloos, verontwaardigd en angstig tegelijkertijd.
Moedeloos, omdat in dit ‘debat’, waarin feitelijk mijn bestaan als trans persoon ter discussie wordt gesteld, niets wat ik kan zeggen voldoende lijkt te zijn om genderkritische activisten van mijn menselijkheid te overtuigen.
Verontwaardigd, omdat een geliefde jeugdheldin zich zo openlijk tegen mij en mijn gemeenschap keert, en dat als begenadigd schrijver ook nog eens brengt op een manier die respectvol en bezorgd klinkt, maar bevooroordeeld en onverdraagzaam is.
En angstig, omdat Rowlings essay mij, ondanks alles, toch doet twijfelen aan mijzelf. Vooral dat verlamt en verwart me. Want hoewel ik feilloos elk transfoob hondenfluitje uit haar essay herken, dacht ik na het lezen ervan toch: wat nou als JKR toch gelijk heeft, en de strijd voor mijn rechten die van haar beknot?
De twee constanten van mijn jeugd: transitie en Harry Potter
Ik was tien toen ik voor het eerst een Harry Potter-boek in handen kreeg. Mijn moeder had de eerste drie delen voor mij gekocht om mee te nemen op vakantie. Als kind met leeshonger en een levendige fantasie zou ik de boeken over een toverschool wel kunnen waarderen, dacht ze. And boy, was she right. In de eerste week verslond ik alle drie de boeken, en de rest van de vakantie speelde ik zwerkbal in de rivier naast de camping, een schepnet tussen mijn benen als Vuurflits.
Misschien is het gepsychologiseer achteraf, maar ik denk dat ik mij aangetrokken voelde tot Rowlings boeken omdat er zo veel parallellen te trekken zijn met de worstelingen van transgender personen.
Ga maar na: een jongen die eigenlijk een tovenaar is, groeit op bij zijn verschrikkelijke oom en tante, die dreuzels (niet-magische mensen) zijn. Diep vanbinnen voelt hij dat hij anders is, maar hij weet niet goed waarom. Tot hij erachter komt dat hij een tovenaar is. Met dat besef gaat er een nieuwe wereld voor hem open – een wereld waarin lang niet alles makkelijk is, maar die wel past bij wie hij is.
Harry Potter is een verhaal over transitie, over thuiskomen in een identiteit die je nog niet kent, maar die onmiskenbaar van jou is.
Als tienjarige wist ik al een tijd dat ik transgender was. Ik was altijd al anders dan andere jongetjes van mijn leeftijd, en vanaf mijn vijfde had ik daarover regelmatig gesprekken met een kinderpsycholoog die gespecialiseerd was in het werken met genderdysfore kinderen.
Harry Potter is een verhaal over transitie, over thuiskomen in een identiteit die je nog niet kent, maar die onmiskenbaar van jou is.
Officieel ging ik op mijn tiende nog als jongen door het leven – zij het een wat zijig jongetje, met lang haar, bloemetjesbroeken en een voorliefde voor barbies. Maar in de jaren die volgden veranderde dat. Ik ging, zoals dat heet, in transitie – ik koos andere voornaamwoorden, ging plassen bij de dames, begon me steeds vrouwelijker te kleden, startte eerst met puberteitsremmers, en later met hormoontherapie.
Het hele proces nam jaren in beslag. En gedurende diezelfde jaren werd de rest van de Potter-reeks gepubliceerd. Mijn tienerjaren kennen zo eigenlijk twee grote constanten: mijn transitie, en het smachten naar het volgende Harry Potter-boek.
Uiteindelijk zou mijn Potter-manie ook na mijn tienertijd nog voortduren. Ik werd volwassen, verhuisde naar Amsterdam, en ging Literatuurwetenschap studeren – een opleiding waar ik oneindig veel betere boeken dan Harry Potter te lezen kreeg. Maar zelfs toen ontsnapte ik nog met regelmaat naar zijn magische wereld. Dan zat ik in de universiteitsbibliotheek te zwoegen aan een paper over Madame Bovary, en luisterde ondertussen heimelijk naar de Potter-audioboeken, voorgelezen door de onvolprezen Stephen Fry.
Maar zoals Harry Potter me toen terugbracht naar de mooie, veilige gedeeltes van mijn jeugd, zo herinnert Rowlings blog me nu aan de lelijkste stukjes – aan de identiteitscrisis die bij trans-zijn hoort, aan de twijfel en onzekerheid die de transitie met zich meebrengt, aan de onverdraagzaamheid van mensen die het niet begrijpen.
Is Rowling nou echt wel zo transfoob?
De argumenten die Rowling in haar blogpost te berde brengt, zijn inmiddels al lang en breed in andere artikelen onderuitgehaald. Zoals de politieke agenda van genderkritische activisten er vooral een is van stropoppen, zo worden ook Rowlings standpunten voornamelijk gestut door desinformatie, verdraaide feiten, en moedwillige leugens die met gemak te weerleggen zijn.
Wie geïnteresseerd is in een nauwgezette analyse waarin de onjuistheden in JKR’s essay stap voor stap worden doorgenomen, en haar transfobe hondenfluitjes worden blootgelegd, raad ik met klem aan dit stuk van Katy Montgomerie voor Medium te lezen, of deze video te bekijken van youtuber Sarah Z.
Het zou gemakkelijk zijn een herhaling van zetten te plegen, door hier met bronnen te zwaaien die Rowlings argumenten weerleggen, te concluderen dat ze transfoob en een TERF is, en mijn laptop tevreden dicht te klappen.
Maar zo’n stuk zou geen recht doen aan het gevoel dat me bekroop toen ik haar essay las. Hoewel ik weet waar haar argumenten een loopje nemen met de werkelijkheid, kreeg ik tijdens het lezen van haar blog meer en meer begrip voor Rowling.
Om dat toe te geven voelt enorm kwetsbaar. Ik weet dat ik woedend zou moeten zijn. Dus waarom voel ik dat dan niet? Ik krijg mijn vinger er maar niet achter.
Ik weet dat ik woedend zou moeten zijn. Dus waarom voel ik dat dan niet?
Misschien komt het door de respectvolle toon waarmee JKR over transgender personen schrijft. Waar andere genderkritische feministen opzettelijk trans personen misgenderen, agressie tegen de transgendergemeenschap downplayen, of suggereren dat met name trans vrouwen haast zonder uitzondering verkrachters zijn, toont Rowling zich opvallend empathisch.
Ze gebruikt consequent ‘zij/ze’ voor de trans vrouwen die ze beschrijft, geeft toe dat in transitie gaan voor sommige trans personen een goede oplossing voor hun genderdysforie is, en leeft duidelijk mee met de trans personen die te maken krijgen met agressie, of die vermoord worden om wie ze zijn.
‘Niet alleen geloof ik dat de meerderheid van de trans-geïdentificeerde mensen geen enkele bedreiging vormt voor anderen’, schrijft ze zelfs, ‘maar ook dat zij bijzonder kwetsbaar zijn [...]. Transgender personen hebben bescherming nodig, en verdienen die ook.’
Voor de goede orde: dit zijn dingen die andere genderkritische activisten nooit zouden zeggen. Hun aanval op transgender-identiteiten begint steevast met de gladde ontkenning ervan, en eindigt vaak in rücksichtslose demonisering. Kunnen we daarom echt zeggen dat Rowling, die in haar essay kiest voor een sympathiekere strategie, net zo transfoob is als haar genderkritische collega’s?
Ik wil ook een samenleving waarin vrouwen veilig zijn
Ja. Want hoewel ze schrijft dat ze wil dat ‘trans vrouwen veilig zijn’, zegt ze tegelijkertijd dat ze ‘geboren meisjes en vrouwen daarmee niet minder veilig wil maken’.
Volgens Rowling en andere genderkritische activisten is de veiligheid van vrouwen sterk afhankelijk van heersende gendernormen – normen die bijvoorbeeld regelen dat mensen met piemels niet in vrouwenkleedkamers en -toiletten komen. Transgender personen zetten die gendernormen op hun kop. En dat is gevaarlijk, vinden genderkritische feministen. Want: als iedereen over zichzelf mag zeggen dat ze vrouw zijn en vervolgens zomaar – penis en al – een vrouwenkleedkamer binnen mogen wandelen, dan is het slechts een kwestie van tijd voordat verkrachters dit gaan misbruiken om vrouwen aan te randen.
Rowlings ‘zorgen’ berusten vooral op een valse tegenstelling
Maar transgender personen gebruiken al tientallen jaren de faciliteiten die overeenkomen met hun gevoelde genderidentiteit, zonder problemen. Er is zelfs onderzocht of het toelaten van trans personen tot de kleedruimtes en wc’s van hun gevoelde gender leidt tot een toename van geweld tegen vrouwen. Spoiler alert: dat is niet het geval.
De veiligheid van vrouwen en de rechten van transgender personen zijn dus geen zero-sum game – het is niet zo dat de ene groep verliest als de andere wint. Rowlings ‘zorgen’ berusten vooral op een valse tegenstelling.
Maar de oorzaak van haar zorgen begrijp ik wel.
De veiligheid van vrouwen in onze samenleving is precair. Van alle Nederlandse vrouwen werd 34 procent ooit slachtoffer van seksueel geweld. In het Verenigd Koninkrijk, waar JKR vandaan komt, krijgt een op de vier vrouwen te maken met huiselijk geweld, en een op de vijf met seksueel geweld. Rowling zelf is hier nota bene een voorbeeld van: in haar essay vertelt ze openlijk over het misbruik dat zij meemaakte in een eerdere relatie.
En toch: gaan we dit probleem écht oplossen door trans vrouwen de toegang tot vrouwentoiletten te verbieden? Want laten we wel wezen: een pictogrammetje op een wc-deur houdt een verkrachter die kwaad wil echt niet buiten. Dus als de veiligheid van vrouwen valt of staat met de integriteit van sekse-gesegregeerde ruimtes, dan is er iets grondig mis met hoe we het probleem van seksueel geweld tegen vrouwen aanpakken.
Net als Rowling wil ook ik leven in een maatschappij waarin vrouwen zich veilig kunnen voelen.
Maar een aanval op de transgendergemeenschap zal niks oplossen.
Mijn kleedkamerdilemma
Dat wil overigens niet zeggen dat ik zelf nooit scrupules heb gehad over het gebruik van female exclusive spaces. Die toiletten en kleedkamers waren nogal een dilemma toen ik naar de middelbare school ging.
Mijn genderidentiteit was op dat moment nog volop in beweging. Ik droeg bijvoorbeeld al ‘fulltime’ meisjeskleding, maar werd wel nog ‘hij/hem’ genoemd, en bezocht als ik aandrang voelde nog altijd het herentoilet. In het traject van jongen naar meisje bevond ik me ergens halverwege. En binnen de kortste keren wist de hele school ervan.
Dus wat te doen met die sekse-gesegregeerde ruimtes? Want een genderidentiteit die ergens tussen man en vrouw in hangt, daar had mijn school geen kleedkamers of toiletten voor.
Met de toiletten was het gauw opgelost. Nadat ik op mijn eerste dag twee keer uit het herentoilet gestuurd was door andere behoeftigen, besloot ik voortaan maar voor het vrouwentoilet te kiezen. Maar met de kleedkamers heeft dat nog een tijd geduurd. Want anders dan in het toilet gaan hier in het bijzijn van anderen kleren uit en worden lijven die bang zijn voor spiedende ogen ontbloot.
De eerste anderhalf jaar kleedde ik me daarom toch maar bij de heren om voor gym, bang dat er meiden zouden zijn die het misschien onprettig zouden vinden, zo’n half jongetje, half meisje in dezelfde kleedruimte als zij. Totdat ik zelf borstprotheses ging dragen en ik me ook niet meer prettig voelde bij de jongens.
Als oplossing kreeg ik van mijn gymdocent de sleutel van een invalidentoilet, waar ik me alleen kon omkleden. Een goede tussenweg, vond ik toen, maar ook behoorlijk eenzaam.
Pas in de derde klas, toen ik door mijn nieuwe klasgenoten letterlijk de meidenkleedkamer ingetrokken werd – ‘Zo! En nu kleed jij je gewoon bij ons om’–, durfde ik het aan. Ik was die meiden enorm dankbaar. Zij vonden mijn aanwezigheid blijkbaar niet zo bedreigend als ikzelf vreesde. Maar tegelijkertijd voelde ik me af en toe nog steeds een indringer. Want wat nou als er meiden van andere klassen waren die het stiekem helemaal niet fijn vonden dat ik daar was, maar daar niks over durfden te zeggen?
Op zulke momenten van twijfel dacht ik vaak aan de betoverde trap naar de meisjesslaapzalen van Griffoendor op Zweinstein, de tovenaarsschool uit de Harry Potterboeken. Vrouwelijke Griffoendors hebben vrij toegang tot de jongensslaapzalen, maar als een jongen de trap naar de slaapzaal voor de meiden betreedt, verandert die in een onbeklimbare glijbaan.
De onvrijwillige vraag die af en toe door mijn hoofd spookte, als ik met mijn klasgenoten de vrouwenkleedkamer binnenliep: had deze ruimte mij wel binnengelaten als ik op Zweinstein had gezeten?
Nu weet ik het antwoord: volgens Rowling hoor ik niet in haar kleedkamer thuis. Zoals een bekend genderkritisch adagium luidt: een vos hoort niet in het kippenhok. Ook niet als hij zich als kip identificeert.
Ik ben Voldemort niet. Echt niet
En zo rakelt Rowlings essay oude gevoelens van onzekerheid op. Een tienertijd lang heb ik geprobeerd mijn identiteit in te passen in een wereld die fundamenteel niet op mij is ingericht. En net als ik denk dat ik er ben, staat er een beweging op die roept dat ik vrouwen in gevaar breng. Door simpelweg te zijn wie ik ben, en te strijden voor een waardig bestaan.
Ondertussen zie ik online een collectieve woede-uitbarsting ontstaan die me evengoed wanhopig maakt. Al sinds het ‘liken’ van haar eerste transfobe tweet ontvangt Rowling dagelijks doodsbedreigingen en rape threats. Het is een woede die ik begrijp, maar die me ook beangstigt. Want hoe hoger de gemoederen tussen transgender-activisten en genderkritische feministen oplopen, hoe verder we van een oplossing verwijderd raken.
De verontwaardiging die JKR met haar blogpost en tweets losmaakt is overigens niet altijd onproductief. Soms levert het sterk en doorwrocht verzet op. Zoals dit stuk van Laurie Penny voor Medium, waarin ze beargumenteert waarom transfobie niet in het feminisme thuishoort. Of het stuk dat collega OluTimehin Adegbeye schreef voor The Correspondent, waarin ze laat zien hoe opzettelijke onwetendheid over de transgendergemeenschap Rowlings machtspositie in stand houdt.
Rowling trapt vanuit haar relatief geprivilegieerde positie als witte, cisgender vrouw naar beneden
OluTimehin kreeg naar aanleiding van haar verhaal veel kritiek, bijvoorbeeld omdat ze Rowling een ‘Karen’ noemt. En eerlijk gezegd: Rowling gedraagt zich ook wel als een Karen – vanuit haar relatief geprivilegieerde positie als witte, cisgender vrouw trapt ze naar beneden, naar een gemeenschap die het vele malen slechter heeft dan zij.
Maar hoewel die trap verkeerd terechtkomt, snap ik wel waarom Rowling trapt. Ze heeft aan den lijve ondervonden hoe gevaarlijk onze patriarchale samenleving voor vrouwen kan zijn. Om dat trauma een plek te geven, kiest ze een zondebok. Haar pavlovreactie is misschien onterecht en oneerlijk, maar dat staat los van het medeleven en de compassie die zij ook verdient.
Laten we zacht zijn voor elkaar
Hoewel Rowlings angst voor trans personen nauwelijks rationeel is, herken ik haar angst voor seksueel geweld, en deel ik haar strijd voor een veiliger wereld voor vrouwen. Maar voor haar ben ík de spreekwoordelijke vos in het kippenhok. De wolf in schaapskleren. De Voldemort in een jurk.
Ik zou tegen haar willen zeggen: ik ben Voldemort niet. Echt niet. En ik geloof zelfs dat jij geen Voldemort bent. Goed en kwaad zijn in het echt lang niet zo binair als in je boeken.
Zoals Albus Perkamentus – schoolhoofd van Zweinstein, en naar ik begrijp óók jouw favoriete personage – in Harry Potter en de Vuurbeker zegt: ‘Onze kracht is even groot als onze eensgezindheid, onze zwakte even groot als onze verdeeldheid. [...] We kunnen onenigheid en vijandschap alleen bestrijden door een even grote mate van vriendschap en vertrouwen te tonen.’
Laten we daarom beginnen met zacht te zijn voor elkaar. Want pas als we de handen ineenslaan wordt de wereld een betere plek voor ons allebei.
Meer lezen?
Hoe voed je je kinderen op tot feminist? (En drie andere belangrijke vragen voor feministen) Vier correspondenten denken na over wat het betekent om feminist te zijn anno 2020 – en stellen de vragen die elke feminist zichzelf zou moeten stellen.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!