Inzoomen op de kaart over de geschiedenis van de mens: toekomstdenken

Carlijn Kingma
Cartograaf
Fragment uit Het weefsel der mensheid door Carlijn Kingma.

Eind september publiceerde ik een tour door mijn kaart Het weefsel der mensheid. Vandaag zoomen we een laatste keer in op een deel van die kaart, waarin ik laat zien hoe utopieën wél kunnen helpen om de toekomst vorm te geven.

De afgelopen honderd jaar heeft de utopie een slechte naam gekregen. Utopisch denken wordt vaak beschreven als het werkterrein van naïeve fantasten of totalitaire fanaten. Soms lijkt het alsof ieder visionair project van de vorige eeuw, hoe gewelddadig en exclusief ook, bestempeld is als utopie. 

Maar in het verleden heeft utopisch denken ook maar al te vaak geleid tot meetbare vooruitgang, zoals de afschaffing van slavernij, gelijkheid voor de wet, feminisme en de verruiming van het kiesrecht.

Ik ben ervan overtuigd dat wij utopisch denken nodig hebben, juist vandaag, nu we voor zo veel grote vraagstukken staan en onze koers op vele fronten zullen moeten gaan bijsturen. Laten we daarom, in dit laatste fragment uit mijn kaart Het weefsel der mensheid, de goede utopieën van de slechte onderscheiden. Zodat we Utopia weer kunnen toevoegen aan ons instrumentarium voor het koersen naar een betere wereld.

Het verschil tussen een goede en een slechte utopie

Wat is het verschil tussen een goede utopie, die vooruitgang drijft, en een slechte utopie, die leidt tot uitsluiting, geweld en miljoenen doden? 

Destructieve utopieën – nazi-Duitsland, het Sovjet-communisme, IS, maar ook de stadsontwerpen en woonmachines van Le Corbusier – instrueren tot in detail hoe de wereld moet zijn en blijven. De utopische plannen zijn megalomane blauwdrukken van een perfecte wereld, van bovenaf bedacht en uitgetekend door een kleine elite, en vervolgens geprojecteerd op de maatschappij. 

In dergelijke plannen wordt de werkelijkheid gereduceerd tot een generiek systeem of een geoliede machine. De massa wordt verdeeld in ‘ons’ en ‘de ander’, zij die mee mogen doen en zij die worden verbannen. Deze zogeheten blauwdruk-utopie is weliswaar concreet, maar ook eindig en onveranderlijk. Zodra het plan is gerealiseerd, doen alle verdere veranderingen er afbreuk aan. 

Maar, zoals ik eerder beschreef in de mens is geen machine, en de maatschappij is niet te vangen in een generiek systeem. Net als bij de natuurlijke evolutie worden de mensheid en de samenleving juist sterker door variatie en adaptatie. En Utopia moet hieraan appelleren. Een Utopia dat een eindig station beschrijft, een fort van stabiliteit en zekerheid dat zich kan weren tegen alle verdere veranderingen, gaat lijnrecht in tegen de menselijke drang om het hier en nu te overstijgen naar een betere variant.

‘Een kaart van de wereld waarop Utopia niet voorkomt’, schreef Oscar Wilde, ‘is het niet waard om zelfs maar een blik op te werpen.’ 

Maar hoe ziet die utopie er dan uit?

Utopia betekent zowel 'goede plek' als 'geen plek'

Het woord ‘utopia’ betekent in het Oudgrieks zowel ‘goede plek’ als ‘geen plek’. Een utopie, een verbeelding van een onbereikbare ideale toekomst of plek, kan in werkelijkheid dan ook nooit worden bereikt. In plaats daarvan biedt een constructieve utopie bakens aan de horizon om op te koersen, suggesties voor de toekomst als discussiestukken voor veranderende maatschappijen. 

Een constructieve utopie – zoals de werken van of – nodigt de mensheid uit tot een continu proces van ontwikkeling. Deze utopieën zijn inspirerende vergezichten, ze laten ons zien hoe de wereld zou kunnen zijn, zetten aan tot denken, tot debat en tot doen.

Belangrijk: utopische visies zijn niet bedoeld om letterlijk te realiseren, maar om ons te stimuleren de wereld continu te blijven herzien en verbeteren. Een constructieve utopie kan wél verwijzen naar concrete voorbeelden: pioniers die ons laten zien dat het daadwerkelijk anders kan, experimenten waaraan wij de richting waarin wij koersen onderweg kunnen blijven toetsen. 

Zo heb ik Het weefsel der mensheid ook bedoeld.

Niet als eindige en enige bestemming in de toekomst, maar als denkoefening over de vele routes naar de horizon van de tijd. Een kaart om mogelijke scenario’s te verkennen en de wenselijkheid daarvan te bespreken.  

Deze kaart is dus ook maar één mogelijkheid, een persoonlijke, hoogst subjectieve verbeelding van de geschiedenis, het heden en de toekomst van de mens.

In de verte, zien we in dit fragment, staan dan ook andere torens. Dat zijn andere geschiedenissen, andere waarheden en andere manieren van kijken.

Bekijk ook: