Een stemadvies voor als je een radeloze Europese kiezer bent

Tomas Vanheste
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding
Foto: Paul Popper/Getty Images

Wie aan het zweven is bij de Europese verkiezingen, kan altijd nog het Kieskompas of de StemWijzer invullen. Maar waar gaan de stellingen die we voorgeschoteld krijgen nu precies over? En wat doet de Europese Unie eigenlijk aan de besproken issues? Voor wie wel wat hulp kan gebruiken: een stemwijzergids, mét vrijpostig stemadvies.

In de hoop op een verlossend stemadvies, of gewoon voor de lol, vullen miljoenen mensen dezer dagen een online stemhulp voor de Europese verkiezingen van 22 mei in. Alleen, schreef een lezer mij, roepen heel wat vragen radeloosheid op.

Geen idee of ze het wel of niet eens moet zijn met de stelling dat er een minimumtarief voor vennootschapsbelasting moet komen in de Europese Unie. Of met de bewering dat de EU moet stoppen zich met de inrichting van de natuur in alle lidstaten te bemoeien. Wat is de achtergrond van deze stellingen? Wat zijn de voors en tegens? En wat doet de EU nu eigenlijk op deze fronten?

Vandaar haar verzoek eens uit te zoeken welke dilemma’s er schuil gaan achter dergelijke vragen. Ik ging er monter mee aan het werk. Maar al snel bekroop me een gevoel van onbehagen.

Is zo’n stemwijzer wel neutraal?

Bovenaan een staat het Kieskompas. Het werkte voor mij adequaat: er rolde een stemadvies uit dat strookt met de partijvoorkeur die ik van tevoren dacht te hebben. Toch kreeg ik bepaald niet het gevoel dat het Kieskompas een neutrale gids was, die de invuller naar de partij brengt waarmee zijn standpunten het meest overeenkomen.

Dat begon al met de eerste van de dertig stellingen: ‘Nederland moet uit de euro.’ In het Nederlandse politieke landschap is maar één partij te vinden die deze radicale keuze wil maken: de PVV. Een eerste vraag zet de toon. Waarom opent het Kieskompas juist hiermee?

Ook voor enkele andere stellingen gold dat ze rechtstreeks aan het verkiezingsprogramma van de PVV leken te zijn ontleend. ‘Om Nederlandse werknemers te beschermen, moet Nederland zijn grenzen sluiten voor Oost-Europese arbeiders.’ Alleen de formulering al: Nederlanders heten ‘werknemers,’ Oost-Europeanen ‘arbeiders.’

In veel van de vragen is het dilemma ‘in de EU blijven of eruit stappen,’ de mildere variant ‘meer’ of ‘minder,’ of de oordelende versie ‘goed’ of ‘slecht’ opgenomen. Het Kieskompas brengt zo het debat over Europa terug tot ‘voor’ of ‘tegen.’ Vooral de meer uitgesproken pro- of anti-partijen, niet alleen de PVV maar ook bijvoorbeeld D66, willen graag dat het verkiezingsdebat daar over gaat. Maar doe je niet meer recht aan wat er op het spel staat als je ingaat op politieke standpunten over concrete beleidsthema’s waar het Europarlement dat we op 22 mei kiezen daadwerkelijk iets over te zeggen heeft?

Slordige journalistiek

Ik schreef er vorige week een bij dit stuk over. André Krouwel van de Vrije Universiteit Amsterdam, geestelijk vader van het Kieskompas, reageerde fel. ‘Onzin’ en ‘slordige journalistiek’ schreef hij op Twitter. Want deze EU-stemwijzer was de vrucht van een internationaal team van academici en de stellingen werden voorgelegd in álle lidstaten van de Europese Unie.

‘Deze vragenlijst is ontwikkeld door 250 mensen in 28 landen,’ zegt hij aan de telefoon. ‘Het is de grootst mogelijke onzin dat die allemaal met één partij in gedachten die vragenlijst hebben gemaakt. Jullie journalisten hebben zelf een obsessie met Wilders.’

En waarom ‘arbeiders’ bij Oost-Europeanen en ‘werknemers’ bij Nederlanders? ‘Twee keer hetzelfde woord is heel lelijk’

Natelling leert dat grofweg de helft van de stellingen die in Nederland voorliggen ook elders de revue passeren. Maar zelfs als het om dezelfde vraag gaat, zitten er soms markante verschillen in de formulering. Zo is de stelling over arbeidsmigratie veel neutraler geformuleerd: ‘Het recht van EU-burgers om in België te mogen werken, moet worden beperkt.’ Hier geen ‘grenzen sluiten’ en geen ‘arbeiders.’

In de bewoordingen is aansluiting gezocht bij het in de landen levende debat, licht Krouwel toe. ‘Eigenlijk had er zelfs nog beter Roemenen en Bulgaren kunnen staan, want over de Polen is in Nederland nauwelijks meer discussie.’ En waarom ‘arbeiders’ bij Oost-Europeanen en ‘werknemers’ bij Nederlanders? ‘Twee keer hetzelfde woord is heel lelijk.’

Zeker, in deze stelling zit een kleur, erkent Krouwel. Maar dat geldt evengoed voor alle andere. Ze zijn allemaal toegeschreven naar een van de polen op drie assen: van links naar rechts, van progressief naar conservatief en van voor naar tegen de Europese Unie. En dat is allemaal netjes in balans, zegt hij. ‘In het woord ‘armste’ in de stelling ‘Rijkdom moet worden herverdeeld van de rijkste mensen naar de armste’ herken je bijvoorbeeld een links frame.’

Waarom juist deze vraag?

Toch denk je bij een flink aantal stellingen - over het uit de euro en uit de Unie stappen, over islam en multiculturalisme en over arbeidsmigratie - vooral aan één partij: de PVV. En juist die vragen worden in veel andere landen niet of in andere bewoordingen gesteld. De these dat we uit de EU moeten stappen, ontbreek in de ons omringende landen geheel. ‘In bijvoorbeeld Duitsland gaat het debat niet over uittreden,’ verklaart Krouwel. Hier blijkbaar wel.

Maar waarom überhaupt een kwestie aansnijden waar het Europese Parlement nauwelijks iets over te zeggen heeft? geeft lidstaten het recht uit de Europese Unie te stappen. Alleen is dit een nationale beslissing.

‘In bijvoorbeeld Duitsland gaat het debat niet over uittreden,’ verklaart Krouwel. Hier blijkbaar wel

Die kanttekening kunnen we plaatsen bij heel wat stellingen uit het Kieskompas. Neem de tweede: ‘Het moet voor bedrijven makkelijker worden werknemers te ontslaan.’ Ontslagrecht is nationaal beleid. Volgens het is ‘de bescherming van werknemers bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst’ iets waarbij het optreden van de lidstaten door de Europese Unie wordt ondersteund en aangevuld. Voorzover er Europese regels bestaan op dit terrein, leggen die een bodem.

Dat mag zo zijn. Maar de Europese Commissie heeft Nederland in 2013 toch aanbevolen het ontslagrecht te hervormen? Brussel bemoeit zich daar dus toch wel mee? Klopt. In van de Commissie staat dat het om de arbeidsparticipatie te bevorderen zinvol is de ontslagbescherming te hervormen. Daarmee zegt ze niets nieuws: dat vinden Nederlandse regeringen al jaren. Maar over hoe dat te doen, zwijgt de Commissie. Dat laat ze aan Nederland over.

Krouwels uitleg waarom er verschillende stellingen in staan waar de Europese Commissie noch het Europarlement veel over te zeggen heeft: ‘Europese verkiezingen zijn grotendeels nationale verkiezingen. Doordat Europa in crisis is, moet er bezuinigd worden. En een van de bezuinigingen die telkens onderwerp van debat is, is de hervorming van het ontslagrecht.’

Foto’s: George Marks/Getty Images

‘Het zet wel een beetje de toon’

In reactie op mijn vraag waarom precies ‘Nederland moet uit de euro’ als openingsstelling is gekozen, antwoordt hij: ‘Ik weet niet of dat opzettelijk is gedaan.’ Voor de uiteindelijke stellinglijst en de volgorde daarin verwijst hij mij naar een wetenschapper van de Universiteit Twente. Deze is echter in het buitenland en helaas niet te bereiken.

Het effect bij zo’n PVV-formulering kan juist ook omgekeerd zijn. Dat mensen denken: dat gaat ons te ver

Bregje Holleman van de Universiteit Utrecht doet naar het effect van online stemadvies. ‘Voor mijn gevoel zet zo’n eerste stelling wel een beetje de toon,’ zegt ze. Maar ze snapt de keuze ook wel. ‘Je wil toch ook beginnen met een pakkende stelling.’

Ook bij de bewoording van de stelling over arbeidsmigratie kan ze zich wel iets voorstellen. ‘Hier is geprobeerd het issue te concretiseren. Vaak zijn de formuleringen ontzettend abstract. Dat leidt ertoe dat mensen het niet goed begrijpen.’ Ze heeft niet het idee dat de bewoordingen de stemkeuze echt beïnvloeden. ‘Het effect bij zo’n PVV-formulering kan juist ook omgekeerd zijn. Dat mensen denken: dat gaat ons te ver.’

Onderzoek wijst uit dat stemhulpen hoogstens bij twijfel tussen twee partijen een laatste duwtje kunnen geven, zegt Holleman. ‘Het enige effect dat echt aangetoond is, is dat ze leiden tot een hogere opkomst. Ze geven mensen het gevoel dat hun stem op meer kennis is gebaseerd.’ Alleen twijfelt de Utrechtse onderzoeker of dat voor het Kieskompas en andere stemhulpen voor de Europese verkiezingen ook echt geldt. ‘Er wordt een hoop op het bord van Europa gegooid wat er niet ligt. Ik denk niet dat je de burger daarmee helpt.’

Wat betekent ‘één Europese regering’?

Nog niet de helft van de stellingen van het Kieskompas heeft betrekking op inhoudelijke thema’s waar het Europarlement echt zeggenschap over heeft. Nummer twee van het lijstje dan, de StemWijzer. Dat is meteen de grootste die we in Nederland kennen. Bij de Europese verkiezingen van 2009 vulden 1,3 miljoen mensen die in.

Nog niet de helft van de stellingen van het Kieskompas heeft betrekking op inhoudelijke thema’s waar het Europarlement echt zeggenschap over heeft

De openingsstelling uit de StemWijzer is: ‘De EU moet een politieke unie worden met één Europese regering, die door het Europees Parlement wordt benoemd en ontslagen.’ Hier kunnen we weer hetzelfde liedje zingen: willen we dat de EU deze vorm krijgt, dan is een Verdragswijziging nodig. Iets waar de lidstaten samen over gaan, niet het Europarlement. Ook staat dit verlangen nergens in het partijprogramma van een van de politieke partijen. Het woord ‘Europese regering’ komt alleen in het van de SP voor. En dan als een angstbeeld.

Toch is het volgens de StemWijzer iets wat verschillende partijen nastreven. D66 en GroenLinks bijvoorbeeld. Die partijen hebben zelf de kans gekregen daar een toelichting op te geven. Alleen zit tussen die uitleg en de formulering in de stelling aardig wat verschil. Zo legt D66 uit: ‘Voor een vrije en welvarende toekomst moeten we verder bouwen aan een sterk Nederland in een sterk Europa. D66 durft die keuze te maken.’

‘Eén Europese regering,’ wat moeten we daar überhaupt onder verstaan? Dienen we dan aan de Europese Commissie te denken, nu niet veel meer dan een gezelschap veredelde topambtenaren die beleidsvoorstellen doen? Of aan de Europese Raad, de vergadering van de regeringsleiders, die de grote lijnen van het beleid van de Europese Unie uitzet? Of is de strekking van de stelling juist dat de Europese Raad moet sneuvelen?

Geen idee. Stelling 1 van de StemWijzer legt al een keuze voor die niet aan de orde is en waarvan de betekenis nogal onduidelijk is.

Jochum de Graaf van ProDemos, de organisatie de StemWijzer maakt, is het daar niet mee eens. ‘Een stelling moet helder en eenduidig zijn,’ zegt hij aan de telefoon. ‘En deze voldoet daaraan. Iedereen weet wat hij zich bij een regering moet voorstellen.’

Stelling 1 van de StemWijzer legt al een keuze voor die niet aan de orde is

Ook voor veel van de stellingen die volgen - zoals ‘Het Europees Parlement moet het recht krijgen om wetsvoorstellen in te dienen’ en ‘De burgers moeten de voorzitter van de Europese Commissie rechtstreeks kunnen kiezen’ - geldt dat ze een Verdragswijziging vergen en het Europarlement daar dus niet echt over gaat.

Maar het zijn wel de kwesties waar de burger zich druk over maakt, zegt De Graaf. Hij legt uit dat er bij de keuze van de stellingen drie criteria golden: het zijn issues waarover politieke partijen sterk van mening verschillen, waarvan uit onderzoek naar burgerpanels blijkt dat mensen ermee bezig zijn en waar de EU een rol in heeft. ‘Geen vragen over het ontslagrecht dus,’ zegt hij. En ook niet over multiculturalisme en de islam. ‘Uiterst curieus,’ vindt De Graaf het dat die thema’s wel in het Kieskompas passeren. ‘Ik ben ze in de hele verkiezingscampagne nog niet tegenkomen.’

Robin Hood-belasting

Dat is alvast winst: voor de StemWijzer is het een criterium dat de EU iets te zeggen heeft over het besproken onderwerp. En er zitten gelukkig ook heel wat thema’s tussen waar het Europarlement over meebeslist.

Neem nummer vier: ‘De EU moet veel minder geld uitgeven aan de ondersteuning van boeren.’ Daarmee hebben we een zeer belangrijk Europees issue te pakken. Want bijna 40 procent van het EU-budget gaat nog altijd naar landbouw, goeddeels in de vorm van inkomenssteun aan boeren. Tot verdriet die vinden dat we die geldstroom moeten vergroenen en indammen, zijn de contouren en het budget van het gemeenschappelijke landbouwbeleid tot 2020 vastgelegd en is er voorlopig weinig veranderd. Maar het volgende Europarlement zal zich zeker al gaan bezighouden met wat daarna moet gebeuren.

‘De EU moet een belasting op financiële transacties invoeren.’ GroenLinks: een instrument om speculatieve handel tegen te gaan. VVD: symboolpolitiek. Een relevante stelling dus

De vraag of er in de EU een minimumtarief voor winstbelasting moet komen (waar onze lezer geen raad mee wist) is even relevant. In het Europese Verdrag staat het verlangen de belastingen binnen de EU te harmoniseren. In de praktijk is daar nog niet zoveel van gekomen. Er is een felle politieke strijd over waarmee het Europarlement zich bemoeit. De gemiddelde winstbelasting die bedrijven moeten betalen, is in de afgelopen decennia in de Europese Unie flink gedaald. De oorzaak: de lidstaten proberen bedrijven naar hun land te lokken met lage tarieven. Belastingbeleid is een nationale zaak en competitie is gezond, vinden ze op rechts. Aan die neergaande spiraal moet een einde komen, vinden ze op links.

De Europese Commissie maakte in 2012 voor een gemeenschappelijk EU-systeem voor de vennootschapsbelasting. Het is nog niet aangenomen en erg ver gaat het ook niet. ‘EU-landen blijven zelf beslissen over de hoogte van hun belastingen,’ schrijft de Commissie in een Maar de discussie over een minimumtarief voor vennootschapsbelasting staat zonder meer op de Europese politieke agenda. Martin Schulz, de lijsttrekker van de Europese sociaal-democraten, is van een dergelijk minimum.

Eveneens in de sfeer van de centen: ‘De EU moet een belasting op financiële transacties invoeren.’ Een kwestie waarover de meningen politiek scherp verdeeld zijn. GroenLinks ziet het als een instrument om speculatieve handel tegen te gaan en geduldig beleggen te stimuleren. VVD vindt het symboolpolitiek die slecht is voor de economie. De deed in 2013 een voorstel voor wat een ‘Robin Hood-belasting’ is gaan heten. Burgers hadden er recht op dat de financiële sector op zijn minst een deel terugbetaalde van wat zij in reddingsoperaties van de banken hadden gestoken, lichtte de Commissie toe. Onlangs bereikten tien landen uit de eurozone een over de invoering in 2016. Maar de invulling ervan is nog zeer vaag en zal in de komende tijd onderwerp zijn van felle politieke strijd op Europees niveau. Oordeel: een uiterst relevante stelling.

Foto links: H. Armstrong Roberts/Getty Images. Foto rechts: George Marks/Getty Images

Ziekelijke bemoeizucht of noodzakelijke stok?

Dat geldt ook voor die andere stelling die bij onze lezer vragen opriep: ‘De EU moet stoppen met regels voor de manier waarop EU-landen hun natuur moeten inrichten.’ Het hart van het Europese natuurbeleid is Dit netwerk van natuurgebieden heeft als doel de biodiversiteit en rijkdom aan landschapsoorten in Europa te behouden. Sommigen ervaren de daaruit voortvloeiende verplichtingen als ziekelijke Brusselse bemoeizucht. Oud-staatssecretaris van landbouw bijvoorbeeld, toen de Europese Commissie hem dwong de Zeeuwse Hedwigepolder onder water te zetten als natuurcompensatie voor de verdieping van de Schelde. Anderen, onder wie de Nederlandse Europarlementariër van D66, denken juist dat de Europese Commissie de stok veel strenger moet hanteren om te zorgen dat de lidstaten in tijden van bezuinigingen hun natuur niet laten verslonzen.

Ook bevat de stemWijzer twee vragen over asielbeleid. De vraag hoe de EU op een menswaardige manier kan omgaan met de honderdduizenden bootvluchtelingen die vooral in Zuid-Europa aanspoelen is het grote issue waar het in de verkiezingscampagne stil over blijft, onze eigen correspondent Karel Smouter. Winst dus, dat de StemWijzer er stellingen aan wijdt.

Alleen is het de vraag of het de goede zijn. Neem ‘De regels voor toelating van asielzoekers moeten in alle landen hetzelfde zijn.’ Een poging dat voor elkaar te krijgen, is vorig jaar al gedaan in het nieuwe Daar is veel kritiek op. Maar juist het onderdeel dat over het toelaten van asielzoekers gaat, is ook door als ‘een grote stap vooruit’ ervaren. De echte problemen en zitten vooral elders, bijvoorbeeld in het Dublinsysteem, dat erop neerkomt dat het land van aankomst ook de plek is waar de asielprocedure moet worden doorlopen.

Betere aansluiting bij de politieke actualiteit heeft de stelling dat de Europese bewaarplicht voor telefoon- en internetgegevens onmiddellijk moet worden afgeschaft. Onlangs heeft het Hof van Justitie in Luxemburg geoordeeld dat de huidige Europese richtlijn die daartoe verplicht is. De Europese Commissie broedt nu op de gevolgen van het vonnis. Waarschijnlijk zal ze met een aangepaste richtlijn komen, die onderdeel zal zijn van fel politiek debat in het Europarlement. Want de standpunten lopen sterk uiteen. Zo is het CDA het oneens met de stelling omdat het bewaren van data nuttig kan zijn voor de opsporing van criminelen en vindt D66 het juist een niet-effectief middel dat onze persoonlijke vrijheid fundamenteel aantast.

Vrijpostig stemadvies

Wie zich vooral wil laten leiden door kwesties die in het Europese Parlement in de komende jaren zullen spelen, heeft meer steun aan de StemWijzer dan aan het Kieskompas. Als ik zo vrijpostig mag zijn een advies te geven: kijk bij het maken van de StemWijzer vooral naar de stellingen over issues als privacy, asielbeleid, landbouw, natuur en milieu en de financiële sector waar het Europarlement bemoeienis mee heeft. Geef die aan het eind van de rit extra gewicht door aan te vinken dat je ze extra belangrijk vindt. En zie dan waar je uitkomt.

Nog beter: lees de verkiezingsprogramma’s waarin met een beetje geluk staat uitgelegd waarom de partijen bepaalde standpunten innemen.

Het beste: volg bijvoorbeeld op het stemgedrag van Nederlandse Europarlementariërs. Op die site kun je ook de ‘match uw stem’- test doen die je politieke voorkeuren vergelijkt met het feitelijke stemgedrag van de Europese volksvertegenwoordigers.

Leerzaam, want tussen wat partijen hier in campagnetijd verkondigen en wat ze werkelijk in het Europarlement uitspoken, zit soms heel wat licht. Maar dat is weer een ander verhaal dat ik na de verkiezingen zeker ga schrijven.