European Green Deal is een mooie naam – hard, helder en duurzaam. Jammer dat het helemaal geen deal ís, dat stokpaardje van Eurocommissaris Klimaat Frans Timmermans. Want afgelopen week hebben het Europese Parlement en de lidstaten ingestemd met een gemeenschappelijk landbouwbeleid voor de komende zeven jaar waarin weinig meer terechtkomt van de Green Deal. De European Green Dream zou je het nu kunnen noemen.

Het belangrijkste onderdeel van de Green Deal is het ambitieuze landbouwonderdeel, genaamd Daarin staat beschreven hoe de gigantische landbouwsubsidies van de EU, met 400 miljard euro meer dan een derde van het complete budget van de EU, besteed zouden moeten worden. Farm to Fork stelt kraakheldere doelen, die een omslag naar een natuurinclusieve manier van landbouw dichterbij brengen. De uitstoot van broeikasgassen moet naar nul in 2050. In 2030 moet 25 procent van de landbouw biologisch zijn. Het gebruik van pesticiden moet zo snel mogelijk gehalveerd.

Landbouwsubsidies onder strenge voorwaarden zouden deze doelen makkelijk kunnen afdwingen, zonder boeren te betuttelen met nieuwe wetgeving. Maar strenge voorwaarden staan niet in het nieuwe beleid. Geen van deze doelen, of zelfs maar een tussentrede op weg naar die doelen, wordt hard geformuleerd in het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid. 

En dat is een ongelofelijke misser, met verregaande gevolgen voor het klimaat en de natuur, ook in Nederland. Landbouw is de grootste de grootste veroorzaker van verlies van en levert een enorme bijdrage aan de uitstoot van  

Het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid is geen kattepis. Het stuurt al sinds de Tweede Wereldoorlog het landbouwbeleid van de lidstaten. Ook in Nederland bestaat grofweg een derde van het inkomen van boeren uit EU-subsidies.

Zonder die hulp zouden veel boeren, en dan vooral de grootste bedrijven, het helemaal niet redden in Nederland. Nederlands geld voor landbouwverduurzaming is er nauwelijks – precies omdat de EU die al dekt. Dat is een van de redenen waarom onze eigen minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, zo weinig slagkracht heeft. Ze heeft het kleinste budget van alle ministeries (op Algemene Zaken na).

Hoe kon het zo mislopen met de deal van Timmermans? 

Hoe het zo finaal kon mislopen? Omdat de Farm-to-Fork-visie van de Europese Commissie stom genoeg níét de basis vormde voor het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid.

De besluitvorming werkt als volgt. Er zijn drie partijen betrokken: het parlement (alle 751 Europarlementariërs), de lidstaten (de landbouwministers van elk land in de Europese Unie), en ten slotte de Europese Commissie (27 leden, verkozen uit het Europarlement). Het is het parlement dat de Europese landbouwwetten maakt, op basis van een voorstel door de Commissie, en met instemming van de lidstaten.

Het punt is: het voorstel dat onder het nieuwe beleid ligt was al geschreven vóór de Green Deal, onder toeziend oog van ex-voorzitter Jean-Claude Juncker. Timmermans vond het niet nodig om dat te herzien – hij vertrouwde dat de lidstaten en het parlement in de geest van zijn Farm-to-Fork-visie zouden handelen. 

Quod non.

Wat doet het nieuwe beleid wél?

Een van de voorwaarden die wel in het nieuwe beleid staan, is om ‘duurzaam’ om te gaan met pesticiden. Wat duurzaamheid in dat kader betekent, wordt niet gespecificeerd. Dat is aan de lidstaten zelf. En dat is rekbaar. Het is onmogelijk om een boer te vinden die naar eigen zeggen níét duurzaam omgaat met bestrijdingsmiddelen.

Biologische landbouw blijft voor boeren een keuze. Een economisch onaantrekkelijke keuze, want daarvoor moeten ze hun hele bedrijfsvoering omgooien. Megastallen, die boeren hebben gefinancierd met hoge leningen, moeten volledig verbouwd worden. Om in 2030 25 procent van alle bedrijven biologisch te laten zijn, zou de Europese Unie vol moeten inzetten op financiering voor boeren om een nieuwe, duurzame bedrijfsvoering op te tuigen.

Biologische landbouw blijft voor boeren een keuze. Een economisch onaantrekkelijke keuze, waarvoor ze hun hele bedrijfsvoering moeten omgooien

In plaats daarvan zal 70 (als het aan het parlement ligt) tot 80 procent (als het aan de lidstaten ligt) van het volledige budget als vanouds naar intensieve landbouw gaan. En zoals vanouds wordt die verdeeld per hectare. Heb je meer land? Krijg je meer geld. Mooi voor de grote jongens, maar niet voor de echt natuurvriendelijke boeren die altijd kleinschalig zijn.

Een deel van het overige geld wordt verdeeld via een puntensysteem, waarmee boeren ‘de kans krijgen’ om hun bedrijf te verduurzamen. Geen voorwaarden dus, maar een fooi voor boeren die zélf besluiten om te verduurzamen. Als grote bedrijven nou ook een duit in het zakje doen, stelt de Europese Unie voor, dan ontstaat voor de boer vanzelf een nieuw

Wild bloemenstrookje hier, beetje schuiven met krachtvoer daar, zo gaat het oude spel van subsidies schrapen door vervuilende landbouwbedrijven gewoon door. En zo ligt de toekomst van de landbouw ook de komende zeven jaar weer in handen van de grote bedrijven. Niks geen omslag.

Uitkomsten goed voor boeren, maar niet heus

De groene partijen in de Europese Unie en milieuorganisaties stellen dat de onderhandelingen zijn gekaapt door de lobbygroepen van de grote bedrijven. Die hebben ervoor gezorgd dat de onderhandelingen plotseling zijn vervroegd, zodat buitenstaanders geen tijd meer hadden om zich fatsoenlijk voor te bereiden. 

De grote voedsel- en veevoerbedrijven zijn dan ook de enige die baat hebben bij het huidige beleid: voor hen betekent meer productie meer geld, en Voor boeren zelf is het handhaven van de status quo misschien op de korte termijn verleidelijk, omdat ze dan gewoon door kunnen gaan. Maar op de langere termijn betekent dit het einde voor veel kleine boerenbedrijven. 

Nog geen maand geleden werd uit een studie van Wageningen, nota bene in opdracht van melkmultinational FrieslandCampina, duidelijk dat een derde van de huidige veehouders zijn bedrijf zal verliezen voor 2030 in het Dat komt omdat het hooghouden of zelfs verhogen van de productie alleen mogelijk is bij verdere bedrijfsuitbreiding. En grotere bedrijven op dezelfde ruimte betekent per definitie ook: minder bedrijven. Naast een letterlijk gebrek aan ruimte is er ook geen stikstofruimte en fosfaatruimte meer. De uitstoot van de landbouw ís al veel hoger dan de Europese wet toestaat.

Is het nu bekeken met de Farm-to-Fork-visie?

Er is nog een mogelijkheid om de Farm-to-Fork-visie te redden. De Europese Commissie kan nog besluiten om haar oude voorstel, de basis voor het nu voorgenomen beleid, in te trekken. Dan moet het Europarlement terug naar de tekentafel, en kan de Commissie een nieuwe opzet meegeven op basis van de Farm-to-Fork-visie. Maar verschillende experts zeggen dat dit onwaarschijnlijk is: zelden doet de Commissie zich zo hard gelden.

Zoals Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks/De Groenen) afgelopen zondag op Radio1 bij Vroege Vogels zei: als het niet via subsidie gaat, dan moet het via de

Dan krijgen protesterende boeren pas echt waar ze nu al boos om zijn: betuttelende regels. 

Helaas zullen ze waarschijnlijk niet boos worden op degenen die het hebben veroorzaakt – zij die de noodzakelijke en op de lange termijn ook voor boeren cruciale omslag naar een toekomstbestendig gemeenschappelijk landbouwbeleid hebben tegengehouden.

Het andere uiterste: veehouders die honger lijden om de natuur te beschermen

De felle boerenprotesten in Nederland afgelopen winter waren een reactie op het handhaven van de stikstofwet, die er is om de natuur te beschermen. Aan de andere kant van het spectrum staat Alais Ole-Morindat. Deze nomadische veehouder uit Tanzania (tevens consultant) vertelde mij over zijn levensfilosofie, en hoe die volledig is vervlochten met de melkveehouderij in Tanzania.

Bijna de hele westerse wereld vindt echter dat die vorm van veehouderij niet meer van deze tijd is, omdat die de wereld niet kan voeden. Zo ook Nederland, dat al decennialang zijn best doet voor het moderniseren van de Tanzaniaanse melkveehouderij, naar huidig Europees model. Precies ja, dat model waar we vanaf moeten.

Lees- en kijktips

  • kwam vorige week met opmerkelijk nieuws: mogelijke positieve effecten van biologisch voer op de gezondheid van kippen werden onder de mat geveegd door onderzoeksinstituut TNO en de Universiteit Wageningen. Onderzoeker Machteld Huber luidt nu de noodklok. Of de claim klopt is nu onderwerp van veel discussie, maar nog veel belangrijker is iets anders. Verder onderzoek naar mogelijke positieve effecten van biologisch voedsel is daarna onterecht stopgezet.
  • Naar aanleiding van mijn stuk over de Nederlandse invloed op de Tanzaniaanse melkveesector kwam een Correspondentlid met een soortgelijk verhaal over Oeganda. Daar rijst het gebruik van antibiotica de pan uit omdat veel boeren zijn overgestapt op Nederlandse koeien. Daar hebben boeren nu spijt van. Bekijk deze productie van
  • Follow The Money kwam deze week ook met een sterk stuk over melk in Afrika: de desastreuze gevolgen van de immer productieverhogende ambities van

Hasta la pasta!