‘Overbevolking’ put de aarde niet uit. Overconsumptie doet dat
‘Wie de ui afpelt, komt tot de kern: de menselijke overbevolking.’
Dat staat op de achterflap van Teveel, een bundel van zo’n veertig korte overpeinzingen van hoogleraar paleontologie Jelle Reumer (Universiteit Utrecht). Of het nou corona, klimaatverandering of natuurvernietiging is, volgens hem is overbevolking de fundamentele oorzaak van elk groot probleem.
Reumer merkt daarbij op* dat we het in Nederland wat dat betreft dus goed doen, omdat wij gemiddeld maar 1,7 kinderen krijgen. ‘In Afrika worden heel veel kindertjes gekregen’, aldus Reumer.
En hij is niet de enige. De Correspondent kan geen zin publiceren over klimaat of natuur zonder dat er onder het artikel reacties van Correspondentleden verschijnen, die al dan niet in hoofdletters schrijven dat het échte probleem overbevolking is. Ook een voordeel, schrijft iemand,* omdat ‘je dus maar op één continent actie hoeft te ondernemen’. Afrika dus.
Ook groten der aarde van de natuurbescherming komen ermee. David Attenborough noemt in zijn nieuwe docu A life on Our Planet overbevolking als de centrale oorzaak van biodiversiteitsverlies, met om het kwartier een dreigend oplopende teller. De beroemdste levende bioloog, Jane Goodall, zegt hetzelfde. Ook de bekende natuurliefhebbende filosoof Peter Singer en collega John Gray* vinden het.
Kranten en de radio in Nederland besteden er ook aandacht aan. Niet alleen in de vele interviews die paleontoloog Reumer over zijn boek mag geven, Ephimenco valt over overbevolking in herhaling in Trouw. Elsevier lust er wel pap van. Op websites van klimaatontkenners is het vaste kost.
Het klinkt ook wel logisch. We zijn ook met steeds meer mensen. Het enige wat eraan mankeert: het is niet zo. Overbevolking is níét de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering en natuurvernietiging.
Om te beginnen: niemand ontkent dat de toegenomen wereldbevolking grote uitdagingen met betrekking tot biodiversiteit en het klimaat met zich meebrengt. Hoe meer mensen, hoe meer ruimte en grondstoffen ze nodig hebben, en hoe meer afval ze daarbij produceren.
Maar toch. De groeiende bevolking is niet de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering en natuurvernietiging. En het tegengaan van bevolkingsgroei niet de beste remedie tegen deze problemen.
Bevolkingsgroei is níét de belangrijkste oorzaak van toenemende energie- en voedselconsumptie
Het werkelijke probleem is niet het aantal mensen op zich, maar de enorme impact die je krijgt als je de ecologische voetafdrukken van alle mensen bij elkaar optelt.
En dat is een belangrijk verschil. Want de grootste veroorzaker van de groeiende totale impact is níét dat er steeds meer mensen zijn die voedsel en energie nodig hebben. Het is dat sommige mensen véél meer voedsel en energie consumeren dan nodig, en daardoor ook véél meer vervuilen dan noodzakelijk. De toegenomen voetafdruk per persoon is het probleem.
Bioloog Jane Goodall, uit het overbevolking-is-het-echte-probleem-kamp, stelt dat natuurvernietiging niet zou bestaan als we met evenveel mensen waren als vijfhonderd jaar geleden (ongeveer 500 miljoen). De Britse journalist George Monbiot weerlegt dat. Als die mensen namelijk net zo’n grote ecologische voetafdruk hadden gehad als de eerste de beste Brit die je in een vliegtuig tegenkomt, dan zou hun totale impact waarschijnlijk zelfs gróter zijn geweest dan de werkelijke impact op dit moment van alle 7,8 miljard mensen.
Dat komt doordat de consumptie van energie extreem ongelijk verdeeld is over de mensheid, en zelfs binnen rijke landen. Zoals Oxfam onlangs berekende: de rijkste 1 procent stoot twee keer zo veel CO2 uit als de complete armste helft van de wereldbevolking.
Wat de gemiddelde Afrikaan in bed doet heeft een bijna verwaarloosbare invloed op de totale menselijke voetafdruk als je dat vergelijkt met wat rijke Europeanen buiten de slaapkamer uitspoken. Er is dus voor Nederlanders geen reden om de schuld af te schuiven op een ander continent.
Dat betekent trouwens niet dat bevolkingsgroei helemaal geen gevolgen heeft; dat heeft het wél. Dus moeten we dan niet óók wat aan bevolkingsgroei doen?
De bevolkingsgroei daalt al
Eerst wat goed nieuws: de percentuele bevolkingsgroei daalt al decennia lang, en blijft verder dalen. We zitten al bijna weer op het niveau van het begin van de vorige eeuw. Nog deze eeuw zal de groei vrijwel zeker omslaan in krimp.
De nieuwste demografische modellen, in juli van dit jaar gepubliceerd in het vooraanstaande medische tijdschrift The Lancet, voorspellen minder groei en zelfs halverwege deze eeuw alweer een daling van het aantal mensen. Dat is het gevolg van preciezer modelleren, mede dankzij de toegenomen rekenkracht van computers.
De grootste verbetering van de nieuwe modellen is dat ze beter rekening houden met onzekerheid in de gegevens waarop het model is gebaseerd, en dat ze veel preciezer kijken naar de gevolgen van onderwijs en toegang tot voorbehoedsmiddelen voor vrouwen. Beide hebben een sterk verlagend effect op het aantal kinderen dat een vrouw waarschijnlijk krijgt. Vrouwen die onderwijs hebben genoten willen zelf minder kinderen, en hebben minder vaak te kampen met ongewenste zwangerschap.
Als de wereld werk maakt van de VN-ontwikkelingsdoelen, voorspellen de modellen voor 2100 een wereldbevolking van 1 miljard mínder mensen dan nu
Deze nieuwe modellen schatten dat er in 2050 9,8 miljard mensen op de wereld zullen zijn, en dat daarmee het grootste aantal mensen op aarde is bereikt. Daarna gaat de wereldbevolking dalen, naar 8,7 miljard mensen in 2100. En dat is in het referentiescenario. Als de wereld werk maakt van de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, waarin onderwijs en toegang tot voorbehoedsmiddelen voor alle vrouwen in 2030 speerpunten zijn, dan voorspellen de modellen in 2100 een wereldbevolking van 6,8 miljard mensen. Een miljard mínder dus dan er nu op aarde rondlopen.
Populatiemomentum
Er is niet extreem veel verschil tussen het referentiescenario en het scenario waarin alle ontwikkelingsdoelen worden gehaald. Hoe kan dat? Dat komt omdat de grootste oorzaak van bevolkingsgroei op dit moment níét, zoals bijvoorbeeld Jelle Reumer tot vervelens toe herhaalt, het aantal kinderen per persoon is (de menselijke R-waarde, welbekend uit de populatiemodellen van covid-19).
Wat het wel is? Het is het toenemende aantal mensen dat kinderen krijgt. Dat legde de bekende Zweedse statisticus Hans Rosling uit (voordat hij afgelopen jaar overleed). Omdat de bevolking in de afgelopen decennia nog flink is gegroeid, zijn er met elke nieuwe lading mensen die jaarlijks de vruchtbare leeftijd bereiken in totaal meer mensen die kinderen krijgen. En bijna alle mensen die in de komende vijftien à twintig jaar kinderen gaan krijgen, zijn nu al geboren. Het is wat demografen het ‘populatiemomentum’ noemen.
Veruit het grootste deel van de bevolkingsgroei in de komende decennia is onontkoombaar. Daarom hebben maatregelen om overbevolking tegen te gaan geen snel effect. Met de urgentie die het redden van klimaat en biodiversiteit heeft, zet het remmen van bevolkingsgroei geen zoden aan de dijk.
De oplossing ligt hoe dan ook bij de consumptie van de rijken
Het is niet voor niets dat het argument van overbevolking juist onder klimaatontkenners en in anti-immigratie-kringen populair is. Zeggen dat niet consumptie maar overbevolking het échte probleem is, schuift onze eigen verantwoordelijkheid af op Afrika, ironisch genoeg het continent met veruit de kleinste ecologische voetafdruk per persoon.* Het neemt de motivatie weg om zelf te stoppen met fossiele brandstoffen, en om eigen natuur beter te beschermen.
Maar ook die redenering is vals. Zelfs al was overbevolking wel het ‘echte’ probleem, ook dan was het nastreven van de ontwikkelingsdoelen de beste oplossing, en daarin spelen westerse consumenten een hoofdrol. De beste manier om onderwijs, toegang tot voorbehoedsmiddelen en alle andere doelen te bereiken, is het verhogen van het inkomen van arme mensen. De door rijke mensen veroorzaakte klimaatverandering heeft door droogte en overstromingen juist daarop de grootste negatieve effecten. En het zijn producten voor rijke (en veelal westerse) mensen die arme mensen in fabrieken voor een hongerloon maken.
Dus het zou hoe dan ook de allergrootste prioriteit moeten hebben om minder CO2 uit te stoten, en de mondiale welvaart zo eerlijk mogelijk te verdelen in plaats van zo goedkoop mogelijk te consumeren. Het is hoe dan ook essentieel dat we harde eisen stellen aan minimum inkomen, minimumleeftijd, veiligheid, gezondheid en onderwijs voor werknemers en hun kinderen in arme landen.
Daar zijn geen demografische modellen voor nodig, en al helemaal geen biologen die roepen dat ze erachter zijn gekomen dat er te veel mensen zijn.