Zorgzaamheid laat zich niet afdwingen
‘De samenleving lijkt nog niet veel zorgzamer geworden’, schrijft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een rapport dat gisteren verscheen, een tussentijdse rapportage over de effecten van vijf jaar decentralisatie. Pijnlijk, want dat was wel het idee toen de gemeenten op 1 januari 2015 verantwoordelijk werden voor de zorg voor kwetsbare groepen.
Wanneer niet het Rijk maar de gemeenten zich over de jeugdzorg en de ondersteuning en arbeidsparticipatie van mensen met een beperking ontfermden, zou dit betere zorg opleveren én geld besparen, was de verwachting. Ook zouden burgers er zowel zelfredzamer als zorgzamer van worden, want gemeenten zouden eerst ‘de eigen kracht en het sociaal netwerk’ van mensen met een hulpvraag aanspreken.
Maar de Nederlandse bevolking staat daar ‘ambivalent tegenover’, en de ‘invloed van de overheid op die houding is waarschijnlijk beperkt’, aldus het rapport. Want wat blijkt: we zijn de afgelopen vijf jaar niet ineens méér voor elkaar gaan zorgen; het aandeel mensen dat mantelzorg verleent nam niet toe. Conclusie: zorgzaamheid is ‘niet eenvoudig door de overheid af te dwingen’.
Als je niet kan teleporteren
Het SCP citeert een studie uit 2016, waaruit bleek dat bijna 70 procent van de 16-plussers weliswaar vond dat familieleden elkaar in het geval van gezondheidsproblemen en beperkingen moeten helpen, maar ook dat dit maar tot op zekere hoogte opging. Nog geen kwart van de ondervraagden vond dat zulke hulp zoveel mogelijk van familie, vrienden of buren afkomstig zou moeten zijn, en bijna twee derde zag zorg voor hulpbehoevende ouders ‘meer of vooral als een taak voor de overheid in plaats van de familie’.
Dat heeft waarschijnlijk niet eens zozeer met tegenzin te maken, of met principiële ideeën rondom de zorgplicht van de staat, maar eerder met praktische overwegingen. Of mensen hulp verlenen is volgens het SCP namelijk sterk afhankelijk van ‘belemmeringen die voortkomen uit andere verplichtingen, eigen gezondheidsproblemen en bijvoorbeeld de reisafstand’.
Zorg kost nu eenmaal tijd. En aandacht, en energie. En dat kan niet iedereen opbrengen, zelfs al zouden we het wel willen. Er moet ook brood op de plank komen, de huur of hypotheek moeten betaald, misschien zijn er kinderen om voor te zorgen of misschien woon je ver weg en kan je nog altijd niet teleporteren. Daar verander je niets aan met een appèl op zorgzaamheid alleen; als je als overheid wil dat mensen meer voor elkaar zorgen, dan zal je dat ook mogelijk moeten maken.
The Care Manifesto
Dat is in elk geval het punt dat de Britse professor, schrijver en activist Lynne Segal maakte toen ik haar interviewde voor De Correspondent. Segal is een van de auteurs van The Care Manifesto, een onlangs verschenen pleidooi om zorg centraal te stellen in alle keuzes die we maken, persoonlijk én politiek.
Want hoewel iedereen zorg nodig heeft, en bijna iedereen op een of ander moment zorgverlener zal zijn, gaat zorgen niet vanzelf. Een hoger minimumloon, meer betaalbare woningen, en betaald zorgverlof zijn middelen waarmee de overheid de zorgcapaciteit van burgers kan ondersteunen. Je kan het hele interview hier teruglezen. En het boekje zelf is ook een aanrader; ik las het lekker meta tussen mijn zorgtaken door.

Had ik al verteld dat ik tegenwoordig Correspondent Zorgzaamheid ben? Dat ben ik dus, sinds kort. In die hoedanigheid hoop ik erachter te komen wat zorg ons brengt en wat het ons kost – en wat er allemaal voor nodig is om goed te kunnen zorgen. In dit stuk vertel ik je meer over mijn nieuwe correspondentschap. De bijdragen barsten van de interessante verwijzingen en observaties, lees die vooral ook.
Voorlopig houd ik er een behoorlijk brede definitie van zorg op na – ook onderhoud, reparatie, en duurzaamheid vallen er wat mij betreft onder. Ik heb geen idee hoever je het begrip kan oprekken tot het barst en betekenisloos wordt. Ook dat ga ik uitzoeken – of gewoon: ondervinden.
Tot de volgende,
Lynn.