Het ‘nieuwe verhaal’ van Europa blinkt nog steeds uit in vaagheid

Jaap Tielbeke
Journalist & filosoof
Foto: Roel Visser/Hollandse Hoogte

De peilingen voor de Europese verkiezingen voorspellen: de eurosceptische partijen zullen meer stemmen krijgen dan ooit. Hoe komt dat? Volgens de kunstenaars en intellectuelen van het project A New Narrative for Europe omdat het verhaal van de EU niet meer aanspreekt.

Het nieuwe verhaal voor Europa telt vier pagina’s. Op 1 maart jongstleden, tien maanden nadat Europarlementariër Morten Løkkegard had gelanceerd, werd in Berlijn het resultaat van A New Narrative for Europe gepresenteerd. Wetenschappers, intellectuelen en kunstenaars kregen de kans om hun ideeën over de toekomst van Europa voor het Daaruit rolde een manifest getiteld dat onder toeziend oog van Commissievoorzitter Manuel Barroso en Bondskanselier Angela Merkel werd onthuld.

Want Europa heeft een nieuw verhaal nodig, zo was het idee. Het klassieke fundament waarop de Unie rust (vrede en handel) heeft haar aantrekkingskracht verloren. Guy Verhofstadt, lijsttrekker van de liberale fractie in het Europarlement, dat hij de EU niet langer met het vredes-argument verdedigt. Het zegt de huidige generatie Europeanen niets meer. Ook de economische motieven achter de eenwording liggen onder vuur. De interne markt zou ons welvaart brengen, maar ondertussen kampen lidstaten met een hoge werkloosheid en verloopt het economisch herstel van de Eurozone stroef.

Europa is een ‘state of mind’

Tijd om te ‘herbronnen’ dus, zo luidde de consensus onder de De moest worden aangeboord als een bron voor de politiek. Te lang had de EU alleen oog voor economie en geopolitiek, nu zouden ook de Europese kunsten, waarden en idealen aan bod komen. Soft power. Het manifest biedt zodoende geen afgerond verhaal, maar wil een katalysator zijn voor verder debat. Hoe willen die vier pagina’s tekst dat bewerkstelligen?

Het document benoemt concrete uitdagingen (klimaatverandering, jeugdwerkloosheid, databeveiliging), maar bevat ook veel holle frasen (‘Europa is een politieke en morele verantwoordelijkheid’). Het wijst drie scharniermomenten in de Europese geschiedenis aan waaruit we lering moeten trekken (het einde van de Tweede Wereldoorlog, de val van het IJzeren Gordijn en de recente economische crisis), maar schetst vervolgens een nevelige toekomstvisie met termen als ‘renaissance’ en ‘kosmopolitisme.’

Die vaagheid is volgens de Vlaams-Poolse filosoof die pannellid was bij de sessie in Warschau, het grote probleem van het manifest. ‘In veel stukken kun je ‘Europa’ vervangen door ‘Amerika’ en dan klopt het nog steeds. Veel van de begrippen zijn voor meerdere interpretaties vatbaar. Zo staat er in het manifest dat Europa leiders nodig heeft die ‘de taal van Europa als een politiek lichaam begrijpen en spreken.’ Maar als ik aan vier verschillende Europarlementariërs vraag wat zij onder ‘de taal van Europa verstaan,’ krijg ik vier verschillende antwoorden.’

Een terugkerend zinnetje is dat Europa een ‘state of mind’ zou zijn. Gescinska weet niet goed wat ze met die uitdrukking aan moet. ‘In het Engels verwijst het natuurlijk naar ‘staat,’ een taalkundig slimmigheidje. Maar als je dat in het Nederlands vertaalt, betekent het zoiets als ‘ Dat vind ik zo onnozel en vaag klinken. Ik voel mij Europeaan omdat het een realiteit is.’

De band tussen burgers en bestuurders

Het manifest mag dan weinig concrete aanknopingspunten bieden, Gescinska vindt het positief dat A New Narrative werd georganiseerd. ‘Door de crisis zijn burgers in alle landen hun leiderschap gaan bevragen. Je voelt dat mensen bezig zijn met de vraag hoe de burger kan bijdragen aan de politiek. We willen meer transparantie, we willen mensen op het matje kunnen roepen. Er worden ook steeds meer

Je voelt dat mensen bezig zijn met de vraag hoe de burger kan bijdragen aan de politiek. We willen meer transparantie, we willen mensen op het matje kunnen roepen

was als lid van het culturele comité verantwoordelijk voor de organisatie van de bijeenkomsten. Ze hoopt dat het initiatief tegenwicht kan bieden aan het groeiende extremisme in Europa. ‘Die anti-democratische tendensen hebben alles te maken met angst en wantrouwen. Niet alleen met het Europese project, maar met de maatschappij in het algemeen, op het vlak van veiligheid, werkloosheid en immigratie. Het is van belang dat we inzien dat deze kwesties niet exclusief op lokaal niveau opgelost kunnen worden; ze hebben een Europese dimensie.’

Het was een veelgehoord geluid tijdens de sessies: mensen realiseren zich niet voldoende hoeveel goeds Europa eigenlijk voortbrengt. Veel kunstenaars en intellectuelen die hun zegje mochten doen volgden een bekend stramien: de vergeten verdiensten van de Europese integratie in de schijnwerpers zetten. We klagen over immigratie uit arme lidstaten, maar eigenlijk zijn de een godszegen. En kunt u zich dat gehannes bij de wisselkantoren nog herinneren als je vroeger op vakantie ging? Dat heeft de euro toch maar mooi

Hoe nieuw is het nieuwe narratief?

Hoewel de naam van het project doet vermoeden dat het huidige verhaal voor Europa niet meer volstaat, betoogden veel deelnemers dat het wiel niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden. Ook Deventer gelooft niet dat we een nieuw narratief nodig hebben. ‘Het verhaal van Europa bestaat al, maar de verantwoordelijkheid die daarmee gepaard hoort te gaan ontbreekt. Het gaat om de erkenning van bepaalde waarden.’

Je wordt niet als democraat geboren. Iedere generatie moet die waarden bevragen en opnieuw leren inzien

De kernwaarden in het nieuwe verhaal klinken dan ook verrassend vertrouwd. Het traditionele vredes-argument dat volgens Verhofstadt haar kracht heeft verloren, is volgens het manifest nog altijd relevant: ‘Europa is een manier van denken die voortspruit uit gedeelde waarden zoals vrede, vrijheid, democratie en de rechtsstaat.’ Ook de democratische rechtsstaat en het waarborgen van mensenrechten kunnen moeilijk nieuwe uitvindingen genoemd worden. En in de voordrachten keerde de welbekende slogan ‘eenheid in verscheidenheid’ regelmatig Dat klinkt allemaal weinig baanbrekend.

Alleen, zo gaat de redenering verder: wij Europese burgers zijn verwend geraakt. Pas wanneer je geen vrijheid of onafhankelijke rechtsspraak hebt, besef je hoe bevoorrecht wij eigenlijk Dat is volgens Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, dat Oekraïners op het Maidan-plein met EU-vlaggen zwaaiden. Ze hunkeren naar waarden die voor ons vanzelfsprekend zijn. Daarom is het volgens Gescinska van belang dat we deze waarden nieuw leven inblazen. ‘Je wordt niet als democraat geboren. Iedere generatie moet die waarden bevragen en opnieuw leren inzien.’

Het echte werk moet nog beginnen

Blijft de vraag staan wat een project als A New Narrative daadwerkelijk oplevert. Deventer denkt dat het echte werk nog moet beginnen. ‘De president van de Commissie heeft verschillende expert-groepen die hem advies geven, bijvoorbeeld op het gebied van energie en klimaatverandering. Ik geloof dat er ook zo’n groep moet komen van kunstenaars en intellectuelen. Dat zou al een mooie uitkomst zijn van dit initiatief.’ Over het concrete beleid dat daar vervolgens uit voort zou moeten komen, blijft Deventer vaag.

Gescinska hoopt vooral dat het project niet als excuus gebruikt zal worden. ‘Zo van: ‘We hebben jullie aan het woord gelaten. Jullie hebben je kans gehad.’ Als Merkel en Barroso straks besluiten om toch alleen in de economie te investeren, heeft het natuurlijk geen zin. Dat de website vanwege geldgebrek niet meer onderhouden kan worden, belooft volgens Gescinska weinig goeds. De website vertaalt stukken over Europa die in nationale media verschijnen in verschillende talen en probeert zo een Europese pers te creëren. ‘Er staat in het manifest dat we naar elkaars verhalen moeten luisteren. Dat is nu opeens te duur. Misschien hadden ze het geld dat naar het schrijven van het manifest is gegaan beter kunnen gebruiken om die te redden.’

Preken voor eigen parochie

Correspondent David Van Reybrouck bedankte vriendelijk voor de uitnodiging om zijn visie op Europa te delen voor A New Narrative. Niet omdat hij de Europese cultuur onbelangrijk vindt. Maar, zo legt hij in uit: ‘Het gaat niet om mij. Ik hoef niet overtuigd te worden, net zomin als [...] de deelnemende kunstenaars aan A New Narrative for Europe overtuigd moeten worden.’ Het verhaal moet volgens Van Reybrouck niet verteld worden door de intellectuele voorhoede; Europa moet naar haar lageropgeleiden luisteren.

Gescinska vindt het vooral wrang dat er nauwelijks een tegengeluid te horen was. ‘Ik zie het project als een uitgestoken hand, maar die hand werd natuurlijk niet naar iedereen uitgestoken. Er was maar een select gezelschap aanwezig bij die sessies.’ Dat selecte gezelschap had bovendien een uitgesproken pro-Europa profiel. Zo duikt het bekende verwijt weer op dat de Europa-enthousiastelingen voornamelijk

Er wordt wel gesteld dat de populistische klanken alleen maar van eurosceptici komen, maar er zijn genoeg pro-Europese populisten. En aan de andere kant kun je ook deftige en eerlijke kritiek geven op Europa

Deventer ziet dat anders. ‘Ik heb geen telefoonboek met namen waarachter ‘eurosceptisch’ of ‘pro-Europa’ staat. Ik denk niet in die termen. Ik ben meer geïnteresseerd in het voeren van een dialoog met zoveel mogelijk mensen, om een beweging te creëren waarin ik geloof.’

Het gevaar is dat eurosceptici zo worden weggezet als botte slopers die geen waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van het Europese project. Dat is niet terecht, vindt Gescinska. ‘Er wordt wel gesteld dat de populistische klanken alleen maar van eurosceptici komen, maar er zijn genoeg pro-Europese populisten. En aan de andere kant kun je ook deftige en eerlijke kritiek geven op Europa.’

Ze noemt als een voorbeeld van iemand die gegronde kritiek geeft. De Britse conservatieve filosoof vindt ‘nationalisme’ geen vies woord en hekelt het feit dat de bevolking nauwelijks inspraak heeft gehad in de richting waarin de EU zich ontwikkelde. In een in NRC Handelsblad schrijft hij dat de Europese Unie ‘lijdt aan één overheersend gebrek: dat ze nooit de bevolking van Europa heeft overgehaald haar te aanvaarden.’

Volgens Gescinska is het van onschatbare waarde mensen als Scruton te betrekken bij de vraag hoe we Europa kunnen veranderen. ‘Het is veel interessanter om te horen wat iemand verbeterd wilt zien aan de EU, dan om nog eens te horen wat iemand er geweldig aan vindt.’

In dat licht bezien was A New Narrative niet bepaald constructief: vrijwel alle deelnemers staken de loftrompet over ons continent. Europa heeft ongetwijfeld veel moois te bieden: we hebben een rijke historie en een rijke cultuur; we dragen belangrijke waarden terecht hoog in het vaandel.

Maar had het gesprek niet veeleer moeten gaan over de van de Europese eenwording? Niet om het Europese project vervolgens af te schrijven, maar om tot een toekomstplan te komen dat meer biedt dan een ‘renaissance en kosmopolitisme.’