Always watch the tape (als je de waarheid zoekt)
Bij Schalke, vertelde toenmalig technisch directeur Christian Heidel me eind 2017, kijken ze liever door de achteruitkijkspiegel dan door de voorruit. Ze zijn er meer met het verleden dan met de toekomst bezig, en dat is gevaarlijk, meende Heidel (die overigens sinds vorige maand zelf terug is op een oud honk – Mainz).
Zoals ook nu weer. Schalke, in degradatienood, ziet in de achteruitkijkspiegel allerlei sterren van weleer: Klaas-Jan Huntelaar, Sead Kolašinac, en Rafinha. Op korte termijn valt er wat voor te zeggen: er zijn nú resultaten nodig, en dan is het handig om ervaren spelers te halen die weten hoe de club werkt. Maar zulk beleid is ook risicovol: voor je het weet betaal je veel geld voor prestaties uit het verleden, en ben je dure noodoplossing na noodoplossing aan het uitvoeren. Voor je het weet ben je HSV.
Een boel ervaren en slimme mensen in een voetbalboek
Een paar jaar geleden sprak ik met econometrist Tom Wilms en voetbaltrainer Roy de Vos. Zij waren bezig met onderzoek voor een boek dat onder meer zou draaien om de vraag wat ‘rendement’ is in het voetbal. Ik had hun weinig te vertellen, maar anderen – Louis van Gaal, Peter Bosz, sportpsycholoog Gerald Weltevreden – vertelden hun veel. Eind vorig jaar publiceerden ze de uitkomst, het boek Winnaars van vandaag. Het is het type boek dat de lezer geen kant-en-klare boodschap opdringt, maar wel veel perspectieven aanbiedt op enkele thema’s (‘voetbalintelligentie’, ‘breed opleiden’, ‘invloed van de media’), wat de leesbaarheid zeer ten goede komt. Ik heb geen tijd om er langer bij stil te staan, maar het is zeer de moeite.
Always watch the tape
Zie het screenshot hieronder: is dit een grote kans voor Steven Berghuis? Ik keek Ajax-Feyenoord live en ‘telde hem al’, maar in de herhaling, van achter het doel, bleek de kans opeens een stuk lastiger, en ook een Expected Goals-model gaf de kans achteraf een lage score. Op Twitter hadden enkele voetbalanalisten er een discussie over.
Kijk wat Berghuis voor zich heeft: ik zie eigenlijk vooral veel kansen om een medespeler (Sinesterra) of tegenstander (Blind, Klaassen) te raken. De grootste scoringskans zit nog in de korte hoek, rechts in beeld dus. De bal komt vanaf rechts in het screenshot, keeper Onana beweegt naar links (niet te zien in het screenshot), en dus zou Berghuis hem zo op de verkeerde voet zetten. De andere hoek, de hoek die Berghuis koos, lijkt met binnenkant voet nauwelijks bereikbaar.
Dan de volgende ‘grote kans’. Deze kans is groter, dat zeker, want Daley Blind komt laat en kan het schot dus minder goed blokkeren. Maar dan nog lijkt de verre hoek lastig, terwijl de korte hoek klein blijft. Het verbaast me dan ook niet dat beide schoten voorlangs gingen, mogelijk omdat Berghuis in beide situaties onbewust de druk voelt om niet tegen de verdediger(s) aan te schieten.
Zie in de video hieronder beide situaties in bewegende context. Ergens in de lente kom ik terug op zulke kansen en de waarde van de ‘metriek’ Expected Goals (xG). Het model van mijn voormalig co-auteur Sander IJtsma gaf deze kansen een relatief lage score, die ik eigenlijk wel begrijp.
Wat nog wel leuk is: in de slotfase creëert Feyenoord wat kansjes, met Fer en twee keer Sinisterra. Zoiets gebeurt vaak, en het doet me telkens denken aan wat ik ooit las over voetbaltrainer Graham Taylor in Inverting the Pyramid van Jonathan Wilson: als je met zulk ‘opportunistisch’ alles-of-nietsvoetbal zo veel kansen krijgt, waarom doe je dat dan niet vanaf het begin? Taylor deed precies dat in de jaren zeventig en tachtig met veel succes bij Watford.
Tot de volgende nieuwsbrief.
Lees-, kijk-, luistertips
- Pieter Zwart analyseerde het PSV van Roger Schmidt.
- Rory Smith schreef over de wonderlijke carrière van Bruno Fernandes, dragende speler van Manchester United, de *checks notes* koploper van de Premier League.
- Wat doe je als je levenswerk blijkt te zijn gebaseerd op een foutje? Retraction Watch schreef een mooi stuk over een onderzoeker, Nicola Smith, die precies dit overkwam. Smith koos voor de eerlijke maar moeilijke weg om de fout te herstellen en haar carrière en die van haar mede-onderzoekers schade toe te brengen op de korte termijn.
- Luke Mogelson schreef voor The New Yorker een prachtige reportage over de gebeurtenissen rond en in het Capitool op 6 januari. Mogelson ken ik nog van een stuk van zes jaar geleden, 'The Dream Boat'.
- Collega Jesse vertelde bij Op1 over de toeslagenaffaire en zijn boek daarover (voorpublicatie kun je hier lezen, het boek bestel je hier). Een van de conclusies in het boek is dat een beetje meer aandacht voor enkele artikelen in één of twee wetten veel van de ellende had kunnen besparen. Maar die aandacht was er niet – niet bij Kamerleden en niet bij media. Politiek commentator Joost Vullings gaf in het gesprek met Jesse eerlijk toe dat hij nauwelijks wetten leest, en als hij een wet leest, die tekst dan zo technisch is dat hij hem niet begrijpt (hulde voor de reflectie). De sleutel voor Kamer en media (aldus Jesse): niet belangrijk maken wat spannend is, maar spannend maken wat belangrijk is.
- De Financial Times dook in Duitse slachthuizen. (Met link naar Schalke voor wie hem ziet.)
- Er zijn verspreiders van desinformatie, en er zijn bestrijders van desinformatie, zoals Pepijn van Erp. NRC interviewde hem.
- In een zoektocht naar informatie over corona stuitte ik regelmatig op het blog van Bert Hubert; nieuwsbrieflezer Rick Schrijner wees me er ook op. Lezenswaardig.
- Scott Alexander van Slate Star Codex – een schrijver die het complexe helder en spannend kan maken – blogt weer.