Hoe goudvisjournalistiek leidt tot incidentenpolitiek

Rob Wijnberg
Oprichter

We schrijven 2013, het jaar van de Bulgarenfraude. 

Columnist Nausicaa Marbe vindt dat de Nederlandse overheid ‘een virulent wantrouwen jegens de mens zou moeten koesteren’ om dit soort ‘Oost-Europees jat- en liegwerk’ tegen te gaan.

Columnist Bert Wagendorp verbaast zich dat er bij de VVD ‘kennelijk een groot geloof [heerst] in de oprechtheid van de mens. Dat is op zich te prijzen, maar het kost wel klauwen met geld’.

Columnist Sheila Sitalsing vraagt zich ondertussen af of zij ‘de enige sukkel in het ganse land en ver daarbuiten [is] die níét in een hangmat in Marbella ligt, met dank aan royale voorschotten huur-, kinderopvang- en zorgtoeslag’.

Fast forward naar 2020, het jaar van de toeslagenaffaire.

‘We leven in een land [...] waar bestuurd wordt op basis van wantrouwen en een verstikkende regelzucht gebaseerd op een negatief mensbeeld’, aldus Nausicaa Marbe.

‘Er heerst bij de Belastingdienst een moeilijk uit te roeien zieke cultuur’, namelijk van een ‘onberedeneerde haat tegen de burgers: frauduleuze oplichters die moeten worden gesloopt’, concludeert Bert Wagendorp.

‘Het vijandbeeld dat de boven ons gestelden hebben van ons, de kleine mensen, laat zich lastig afschaffen.’ Was getekend, Sheila Sitalsing.

De ingebakken vergeetachtigheid van nieuws

Je zou het goudvisjournalistiek kunnen noemen: verbolgen zijn over iets en dan niet veel later net zo verbolgen zijn over precies het omgekeerde.

Het is de toeslagenaffaire en de moderne nieuwsvoorziening in een notendop. Nieuws als permanente verontwaardiging zonder richtingsgevoel: alles een schande vinden, nergens de samenhang in zien.

Eerst op hoge toon ‘zero tolerance’ eisen en je een paar jaar later verbijsterd afvragen waar ‘de menselijke maat’ is gebleven. Voortdurend het vertrouwen in mensen als naïef en goedgelovig afschilderen om vervolgens schande te spreken van ons zwartgallige mensbeeld.

Goudvisjournalistiek: verbolgen zijn over iets, dat dan acuut vergeten, en niet veel later net zo verbolgen zijn over precies het omgekeerde

Nu zou ik dat hypocriet kunnen noemen en daar dan zelf weer verontwaardigd over doen: schande, columnisten spreken zichzelf tegen! Maar niet alleen zou ik dan van de kwaal een medicijn proberen te maken, het zou ook te gemakkelijk zijn (al was het maar omdat Marbe, Wagendorp en Sitalsing geweldige columnisten zijn). 

Nee, goudvisjournalistiek is niet zozeer een kwestie van hypocrisie, maar eerder van institutionele vergeetachtigheid: een vorm van geheugenverlies die eigen is aan de hedendaagse nieuwsmachine.

Dat je de ene dag schande kunt spreken van de laksheid waarmee fraude wordt aangepakt en de andere dag van de hardheid waarmee foutjes worden aangezien voor fraude, zit als het ware ook ingebakken in wat nieuws is en hoe het wordt gemaakt. 

Nieuws is namelijk als een dagboek zonder geheugen: het vertelt over vandaag, terwijl het gisteren alweer is vergeten. Nieuws luidt elke dag de noodklok, maar vergeet daarna weer waarvoor – en overziet daardoor het effect van zijn eigen alarmbellen niet.

Dat komt omdat nieuws bijna altijd gaat over gebeurtenissen – incidenten, momentopnames – en veel minder over ontwikkelingen. Nieuws zet elke dag puntjes, maar trekt zelden een lijn. De werkelijkheid wordt daarmee fragmentarisch: alsof dingen in een vacuüm gebeuren. 

Nieuws is als een dagboek zonder geheugen: het vertelt over vandaag, terwijl het gisteren alweer is vergeten

Het gevolg: we zijn voortdurend boos over wat er op dát moment op ons scherm verschijnt – zonder ons af te vragen waar het probleem vandaan komt of waar onze boosheid toe zal leiden. Zoals een baby ook denkt dat alles in zijn blikveld zonder reden verschijnt en ‘weg’ is als het weer uit beeld is verdwenen.  

Nieuws is een blik uit de wieg voor volwassenen: alles komt uit het niets, roept acuut emotie op, en is weer ‘vergeten’ zodra het volgende item zich heeft aangediend. 

Verontwaardiging als emotionele lijm tussen camera en Kamerlid

En het problematische is vooral: onze politiek volgt in dat voetspoor. Van goudvisjournalistiek krijg je al heel gauw incidentenpolitiek. Want Kamerleden moeten zich ‘profileren’, zoals dat heet. Of in gewoon Nederlands: ze moeten in het nieuws komen. En hoe doe je dat?

We schrijven 2014, het Kamerdebat over de Bulgarenfraude:

Pieter Omtzigt: ‘Ik heb me samen met heel Nederland groen en geel geërgerd bij elk bericht over fraude.’

Wouter Koolmees: ‘Het is niet uit te leggen dat belastinggeld wordt gebruikt om frauduleuze toeslagen mee uit te keren.’

Pieter Omtzigt: ‘Deze fraude is de bijl aan de wortel van de sociale zekerheid en de belastingmoraal tegelijk.’

Henk Nijboer: ‘Fraude is vergif voor onze sociale voorzieningen en voor het draagvlak van onze verzorgingsstaat. Fraudeurs moeten hard worden aangepakt.’

Pieter Omtzigt: ‘Het bestrijden van fraude moet topprioriteit zijn.’ [...]  ‘We hebben namelijk genoeg maatregelen voor de bühne gezien. We zien extra strafbaarheidsstellingen, maar worden er nu mensen gepakt?’

Juist, je komt als Kamerlid vooral in het nieuws als je moord en brand schreeuwt over de moord en brand in het nieuws. Verontwaardiging en dadendrang als emotionele lijm tussen camera en Kamerlid. 

Om zes jaar later te constateren:

Henk Nijboer: ‘Mensen zijn echt de vernieling in geholpen, en de commissie heeft dat heel hard en duidelijk opgeschreven.’

Pieter Omtzigt: ‘Relaties zijn stukgelopen, mensen hebben jarenlang in de schuldsanering gezeten en kwamen er nog niet uit, want schulden vervallen niet na drie jaar als je tot fraudeur bestempeld bent door de Belastingdienst.’

Renske Leijten: ‘Ik vind dat je fraude streng moet aanpakken. Ik vind alleen ook dat je het wel moet bewijzen dat iemand fraudeur is.’

Pieter Omtzigt: ‘Je verliest het vertrouwen als je van de Belastingdienst, die je op zich vertrouwt, van de ene op de andere dag hoort dat je gastouder niet deugt, dat het gastouderbureau niet deugt en dat je soms tienduizenden euro’s moet terugbetalen, zonder dat je weet wat er aan de hand is. Kan de Belastingdienst zomaar de toeslag stopzetten?’

Chris van Dam: ‘De wetgeving zat kneiterhard in elkaar en had niet de ruimte om een uitzondering te maken als dat nodig was.’

Ja, hoe zou dat toch zijn gekomen?

Meer vuisten naar uitgestoken handen

Ook hier geldt: het is niet de draai die problematisch is (sterker nog: voortschrijdend inzicht is alleen maar toe te juichen). Maar het is het mechanisme erachter dat zorgen baart: in een mediacratie loont het meer om met je vuist op het katheder te slaan dan je hand uit te steken naar een ander. 

Wie nuanceert, bagatelliseert. Wie begrip toont, praat goed. Wie niet aanpakt, staat toe. Wie niet veroordeelt, kijkt weg.

Wie nuanceert, bagatelliseert. Wie begrip toont, praat goed. Wie niet aanpakt, staat toe. Wie niet veroordeelt, kijkt weg.

Dus worden we bozer en bozer en bozer. Totdat het kabinet over zijn eigen woede valt. En dan beginnen we weer van voren af aan.

Op de dag dat het kabinet Rutte-III zijn ontslag indiende vanwege de toeslagenaffaire, stond er een bericht in De Telegraaf ‘Mogelijk honderden valse aanvragen van coronasteun voor ondernemers’.

Het bleek om 481 mogelijke gevallen op een totaal van 110.000 aanvragen te gaan. Oftewel: 0,4 procent.

Je hoort de Kamervragen al klinken: ‘Heeft de minister de berichtgeving over massale fraude met coronasteun gezien?’

Het kabinet-Rutte IV belooft: zero tolerance voor coronafraudeurs!

Waarop De Telegraaf in 2029 zal melden: KABINET-RUTTE V VALT OVER CORONASTEUN-AFFAIRE

En wij zijn alvast vergeten waarom.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Beeld: Roderik Rotting

Meer lezen?