Het oude normaal komt niet meer terug. De keuze die we hebben, is hoe we daarop reageren
‘Ik wil onze normale levens terug.’
Met die verzuchting opende Roy Scranton, auteur van het lezenswaardige boekje Learning to Die in the Anthropocene (heftige titel, heftige inhoud), deze week een scherp opiniestuk in The New York Times.
Scranton ging eten afhalen in een pub die normaal bruist van de gezelligheid, maar nu spookachtig leeg was. Het deed hem inzien hoezeer hij ‘normaal’ mist.
Afgezien van gefrustreerde jongeren die de afgelopen dagen naar vandalisme en plundering grijpen, ondergaan de meeste mensen datzelfde gemis gelaten. We verlangen terug naar feesten, etentjes, cultuur; we verlangen terug naar normaal. Maar de vraag is, schrijft Scranton: ‘what does normal even mean anymore?’
Waarna hij een opsomming geeft van de klimaatdieptepunten van 2020. Die zijn een beetje over het hoofd gezien door corona, maar het waren er nogal wat. 2020 was het op één na warmste jaar ooit gemeten. Het was het op een één na poverste jaar qua hoeveelheid zee-ijs op de Noordpool. Het was het jaar met het drukste Atlantische orkaanseizoen ooit gemeten.
Dus wat betekent teruggaan naar ‘normaal’ nu? Scranton:
‘Teruggaan naar normaal betekent terugkeren op een pad dat de voorwaarden voor menselijk leven overal op aarde ondermijnt. Normaal betekent meer branden, meer orkanen, meer overstromingen, meer droogte, miljoenen meer migranten op de vlucht voor honger en burgeroorlog, meer misoogsten, meer stormen, meer uitstervingen, meer hitterecords. Normaal betekent de groeiende kans op maatschappelijke onrust en ineenstorting van staten, wijdverspreide achteruitgang in de landbouw en de visserij, miljoen mensen die sterven van dorst en honger, nieuwe ziektes, oude ziektes die zich verspreiden naar nieuwe plekken, en de ravage van oorlog. Normaal zou weleens het einde kunnen betekenen van de wereldwijde beschaving zoals we die kennen.’
Scranton is het type schrijver dat je wakker kan schudden, en dat doet hij hier. De komende decennia worden sowieso onrustig, onstabiel en onzeker, schrijft hij. De keuze die we hebben, is hoe we daarop reageren.
Gaan we de ‘roaring twenties’ tegemoet, een decennium van feesten aan de rand van de vulkaan, om te vieren dat corona – nog niet, maar uiteindelijk – achter ons ligt?
Worden het de ‘trembling twenties’ (een term van sciencefictionschrijver Kim Stanley Robinson, over wie binnenkort meer); jaren van angst voor verandering, vasthouden aan wat er was?
Of worden het de ‘transition twenties’, jaren waarin we verandering omarmen en een serieus antwoord beginnen te geven op de milieu- en klimaatcrises?
Waar klimaatbeleid faalt, staan burgers op
Dat brengt me op een gesprek dat ik onlangs voerde met transitie-onderzoeker Derk Loorbach en dat vandaag verschijnt op De Correspondent.
Loorbach heeft een duidelijke boodschap: ja, we zitten in een existentiële crisis. Maar als je alleen daarop inzoomt, mis je de miljoenen ondernemers, activisten, burgers, ambtenaren en onderzoekers die tegen de stroom in gaan om de basis te leggen voor een betere, duurzame samenleving.
Het ondernemerschap van al die burgers is een vorm van directe democratie, vindt Loorbach. En, durft hij voorzichtig te concluderen, het lijkt het er steeds meer op dat al die losse inspanningen samen een ‘revolutionair karakter krijgen op de lange termijn’. We zitten aan het begin van een revolutie in stapjes dus, die goed kan aflopen, ‘als mensen zich daarvoor inzetten’.
Voor wie schrikt van het woord ‘revolutie’: de veranderingen die Loorbach beschrijft, betekenen níét dat iedereen z’n hele leven moet omgooien. ‘Waarschijnlijk zullen de meeste Nederlanders in de toekomst gewoon tussen zes en zeven uur ’s avonds hun warme maaltijd blijven genieten. Alleen verandert de samenstelling op je bord, en dus ook wat je in de supermarkt in je mandje stopt en hoe je kookt.’
De noodzakelijke verandering gaat deels vanzelf, omdat groene alternatieven zoveel aantrekkelijker worden dat het vanzelfsprekend en totaal niet bezwaarlijk wordt om je gedrag aan te passen. Lees hier het hele verhaal:
En verder...
Vorige week publiceerde ik een update over mijn inspanningen voor een burgerberaad. Dat is een manier om een dwarsdoorsnede van Nederlandse inwoners échte inspraak te geven over onze (hopelijk) groene toekomst. Maar wat betekent het voor mijn journalistieke onafhankelijkheid dat ik samen met gelijkgezinden voor deze democratische innovatie pleit?
Tot slot nog een reminder voor de liefhebber: deze woensdagavond 27 januari om 17.00 uur ben ik te gast bij Climate College Tour. Aanmelden kan nog en is gratis. Let op: het gesprek is in het Engels.
Tot de volgende!
Jelmer