Beste,

Ditmaal is deze nieuwsbrief iets eerder dan normaal, want gisteren zat ik in van het nieuwe programma van de KRO-NCRV, Propaganda. Het onderwerp: de rol van Maurice de Hond in het coronadebat.

De Hond schoof afgelopen jaar geregeld aan bij talkshow Op1, Mark Rutte benoemde zijn ‘zinvolle opmerkingen’ in een persconferentie en in meerdere kranten en tijdschriften De Hond eindejaarsinterviews waarin hij sprak over zijn rol in het coronadebat. Kortom, hij is zelf inmiddels een aanwezige stem geworden in het coronadebat. Daarom is het belangrijk zijn uitspraken kritisch tegen het licht te houden.

Ik ben, samen met presentator Nick Felix, bijna twee maanden bezig geweest met het onderzoek. Dus er is een hoop werk dat niet te zien is in de uitzending. Zo gaat dat nu eenmaal, als je maar beperkte zendtijd hebt.

Daarom wil ik hier nog wat verder ingaan op de vragen die we stelden en de antwoorden die we erop vonden. Om zo wat meer context te geven bij de uitzending.

Spelen aerosolen een rol bij de verspreiding van het coronavirus?

Al sinds april benadrukt De Hond dat ‘aerosolen’ een belangrijke rol spelen bij de verspreiding van het coronavirus en dat daarom ventilatie belangrijk is. Dat terwijl het RIVM sterk de nadruk legde op de verspreiding via grotere druppels en geen bewijs zag voor de rol van aerosolen. Hoe zit dat?

Aerosolen zijn kleine druppels die vrijkomen als je ademhaalt of praat, en ook als je hoest, schreeuwt of zingt. Via Zoom sprak ik Linsey Marr, die aerogene verspreiding van infectieziekten bestudeert aan de Amerikaanse universiteit Virginia Tech (ik sprak haar niet voor de uitzending, maar voor een vervolgstuk).

Marr maakte de vergelijking met sigarettenrook. Aerosolen blijven, net als rook, zweven in de lucht en kunnen verder komen dan anderhalve meter. Als ze besmettelijk virus bevatten, kunnen ze dus ook mensen besmetten die zich verder weg bevinden.

Er wordt verschil gemaakt tussen aerosolen en grote druppels. Ademt iemand anders die grote druppels in – of komen ze via de handen in mond, neus of ogen – dan kan diegene besmet raken. Omdat die grotere druppels binnen afzienbare afstand op de grond vallen, wordt aangeraden om anderhalve meter afstand te houden. Dan blijf je buiten de reikwijdte ervan.

Spelen die aerosolen mee in de verspreiding van het coronavirus, zoals De Hond al vroeg stelde? Ze spelen zeker een rol, vertelt epidemioloog en assistent-professor aan de Amerikaanse George Mason Universitieit Saskia Popescu in een Zoom-gesprek (ze is ook in de uitzending te zien).

‘Er zijn gevallen van, wat ik noem, “situational airborne”. Als mensen zich in een gesloten ruimte bevinden, voor een langere tijd, en al helemaal zonder mondmasker, dan is er een heel groot risico voor hen om de ziekte te krijgen, ook als ze meer dan zes voet [ruim een meter tachtig, SB] afstand houden. En dat is waar aerosolen in het spel komen.’

Ook Marr ziet een rol voor aerosolen. Zij was een van de 239 ondertekenaars van aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in juli 2020 met de titel ‘It Is Time to Address Airborne Transmission of Coronavirus Disease 2019 (COVID-19)’.

Ze vertelt over het indirecte bewijs van superspreading events, waarbij veel mensen in één keer worden besmet, vaak ook op meer dan anderhalve meter afstand. Bijvoorbeeld bij koren, in restaurants, in een bus. Ook is er directer bewijs, zegt ze: laserexperimenten laten zien dat er aerosolen vrijkomen als je praat en er zijn studies die vinden dat het virus lang kan overleven in aerosolen.

Maar is ook aangetoond dat het virus in aerosolen besmettelijk is? ‘Afgelopen augustus en september kwam er uit die liet zien dat er besmettelijk virus in de lucht was gedetecteerd, meer dan vier meter van de patiënt’, vertelt Marr. ‘Dat was voor mij de definitieve nagel aan de doodskist.’

Net als De Hond, benadrukken Popescu en Marr beiden het belang van ventilatie. Popescu: ‘Als je in een ruimte zit met slechte ventilatie, dan vallen de [grote, SB] druppels [op de grond, SB], maar de aerosolen kunnen in de lucht blijven hangen voor een langere periode. Dan is de zorg: hoe kunnen we die eruit ventileren? Hoe kunnen we de oude lucht waar potentieel virus in hangt vervangen door nieuwe lucht? We zagen het belang van ventilatie, nu meer dan ooit.’

Popescu en Marr onderstrepen dus wat De Hond zegt en ze zijn niet de enigen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) het belang van ventileren. In is naast Abstand, Hygiene, Alltagsmaske en App, ook Lüften het devies. En het Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention op de website uitgebreid advies over ventilatie, onder andere met het doel de verspreiding van het coronavirus te voorkomen.

En Nederland? Daar is de houding ambivalent. ‘Het is op dit moment niet duidelijk of de kleine druppels (aerosolen) die in de lucht blijven hangen een rol spelen bij de verspreiding van het virus’, staat te lezen op de ‘Mochten ze een rol spelen in de verspreiding, dan is dit een minder belangrijke verspreidingsroute dan van de grotere druppels. Het beeld van de verspreiding van SARS-CoV-2 is hetzelfde als dat van andere virussen die door grote druppels worden overgedragen.’

Op wordt stilgestaan bij het belang van ventilatie. ‘Goed ventileren is noodzakelijk voor een gezond en prettig binnenklimaat. Het helpt ook om de overdracht van luchtweginfecties, zoals covid-19, te beperken.’

Dus De Hond had gelijk over aerosolen?

Aerosolen lijken inderdaad een rol te spelen, maar hoe groot is die rol? De Hond is daar stellig in: ze zijn de belangrijkste route voor verspreiding van het coronavirus. ‘Er kan een discussie gevoerd worden of het belang van aerosols 60%, 70%, 80%, 90% of 100% is. Zelf denk ik te kunnen aantonen dat het ergens tussen de 90% en 100% is’, hij op 19 juli. 

Saskia Popescu durft de rol van aerosolen niet te kwantificeren. ‘We weten dat het significant is, maar we kunnen er geen getal op plakken. Want het verandert: sommige mensen stoten misschien weinig virus in hun aerosolen uit, anderen hebben misschien hogere niveaus.’

Ook Linsey Marr, die soms door De Hond, benadrukt dat het moeilijk is om zo’n berekening te maken. ‘We weten niet eens het antwoord op die vraag voor de griep, maar als ik gedwongen wordt om een getal te geven – en nogmaals, we weten het niet en het is lastig te zeggen – dan zou ik waarschijnlijk zeggen: meer dan de helft.’ Ze vermoedt dus een sterke rol voor aerosolen, maar is daar een stuk minder stellig in dan De Hond.

Zowel Popescu als Marr legt uit hoe lastig het is om te onderzoeken. ‘Als wij allemaal samen in een kantoor zijn geweest, dan is het heel lastig om een onderscheid te maken tussen een aerosol en een grote druppel wanneer we allemaal ziek worden’, zegt Popescu. Je moet gecontroleerde experimenten doen maar dat is heel lastig, stelt Marr, ook met proefdieren. En zelfs als het lukt, ‘dan zijn de resultaten vaak niet eenduidig, omdat je niet genoeg aantallen hebt om je hypothese te testen’.

Marr en Popescu laten dus meer onzekerheid toe dan De Hond. Waar wetenschappers nog sputterend naar een consensus toe bewegen, was De Hond al vroeg zeker van zijn zaak. Hij suggereerde daarbij, bijvoorbeeld in talkshow dat de anderhalve meter niet zo belangrijk was. Zowel Marr als Popescu benadrukken dat afstand houden belangrijk blijft, en dat een maatregel als ventilatie bovenop andere maatregelen komt, niet in plaats van.

De Hond ‘Afstand houden is belangrijk. Maar realiseer daarbij dat het echte risico is als u langere tijd face-to-face met elkaar spreekt, ook als daarbij een afstand van meer dan 1,5 meter wordt aangehouden. Dat risico wordt sterk verminderd als de lucht gezuiverd wordt via ventilatie en/of luchtvochtigheid en/of luchtreiniging.’

Hoe zit het met andere uitspraken van De Hond?

De Hond spreekt zich niet alleen uit over de rol van aerosolen, maar ook over het gebruik van coronacijfers door het kabinet en het RIVM. In de uitzending gaat het bijvoorbeeld over het verband dat hij legde tussen temperatuur en de verspreiding van het coronavirus. Maar ook een blogpost van De Hond van 13 juni is illustratief voor de stelligheid waarmee hij zich mengt in het coronadebat: ‘We staan op (vrijwel) NUL besmettingen’.

Ik sprak Casper Albers, hoogleraar toegepaste statistiek en datavisualisatie aan de Rijksuniversiteit Groningen over de validiteit van dit soort uitspraken. Uiteindelijk is één voorbeeld uit ons gesprek te zien in de uitzending, dat over temperatuur en het coronavirus.

Bij een temperatuur van tussen de 5 en 11 graden (en een luchtvochtigheid van onder de zes gram per kilogram) zou er meer verspreiding van het coronavirus zijn, liet De Hond zien aan de hand van een temperatuurkaart van de wereld op 18 april in Het lijkt samen op te lopen, maar dat wil nog niet zeggen dat er ook een oorzakelijk verband is.

‘Het zijn ook plekken waar veel mensen wonen en het is mogelijk dat er daarom meer besmettingen zijn’, stelt Albers. Je kunt niet zomaar één verklaring uitkiezen die goed bij je verhaal past en de rest negeren.

Toen er later uitbraken kwamen in warme landen als Ecuador en Brazilië, viel De Honds theorie in duigen. Maar dat was ook te verklaren, vertelde hij aan het ‘Als het regent, gaan mensen met zijn allen binnen zitten. De ramen staan dan wel open, maar het regent zo hard dat de lucht niet weg kan: buiten hangt een soort regengordijn. De ventilator staat vaak uit, uit angst voor kortsluiting. Daardoor ontstaat een situatie waarin aerosolen kunnen blijven hangen.’  

Albers was kritisch op deze achteraf-verklaring voor het verband. ‘Dat is geen wetenschap bedrijven; dat is van het niveau voetbalcommentator die uitlegt dat die wissel in de veertigste minuut toch echt de enige verklaring voor de gelijkmaker in de tachtigste minuut was.’

We bespraken ook met de kop ‘We staan op (vrijwel) NUL besmettingen’. De Hond komt tot die conclusie, omdat er ook vals-positieven kunnen zijn – testen die laten zien dat iemand besmet is met het coronavirus, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.

Albers is positief over de uitleg van De Hond: ‘Hij legt de statistiek goed en duidelijk uit. Hij beschrijft hoe het werkt met vals-positieven en vals-negatieven bij testen. En het klopt: die heb je nu eenmaal als je testen uitvoert, ook als je bijvoorbeeld een zwangerschapstest doet.’

Maar tegen het eind vliegt De Hond uit de bocht, vindt Albers. Dan staat er een formule om uit te rekenen hoeveel procent van de testen klopt. De conclusie van De Hond op basis van zijn eigen berekening: ‘Van de uitslag is 33% goed en 67% fout.’

Maar dat hangt er maar net vanaf welke getallen je erin stopt, vertelt Albers. Wat is de kans op een positief resultaat bij iemand die corona heeft en bij iemand die géén corona heeft? De werkelijke getallen zijn onbekend, dus moet je daar aannames over maken.

‘Als ik die aannames iets aanpas, kom ik bijvoorbeeld op 50/50.’ Een wetenschapper zou verschillende waardes proberen en duidelijk zijn over de onzekerheid in de uitkomsten.

We bespraken ook van De Hond van 15 december: ‘Bingo: Uit de weekcijfers van het RIVM is op te maken dat in de afgelopen week 37% meer testen zijn uitgevoerd!!!! Percentage positieve testen is gestegen van 11,7% naar 12,0%. Dus de grote stijging van de afgelopen week komt door de grote stijging van het aantal testen.’

Weer verwijst hij naar het testbeleid, dat inderdaad van invloed is op de coronacijfers. Alleen gaat zijn conclusie in tegen de logica: als je meer test met evenveel besmettingen, zou het percentage positieve testen juist omláág moeten gaan. Als ik vaker vis in dezelfde vijver, heb ik uiteindelijk minder vaak beet. Dat het percentage nagenoeg hetzelfde en zelfs een tikje hoger wordt, zegt dus juist dat er waarschijnlijk méér besmettingen zijn.

Kortom, De Hond zegt zinnige dingen maar vliegt ook uit de bocht op basis van onwetenschappelijk handelen. En het venijn zit hem in de staart, want het zijn vaak die conclusies waarmee hij aan talkshowtafels terechtkomt en mensen op het verkeerde been zet.

Hoe zit het met de stichting van De Hond?

In de uitzending keken we niet alleen naar de uitspraken van De Hond, maar ook naar de bekostiging van zijn activiteiten. De website maurice.nl, waar de blogs over covid-19 verschijnen, is ‘geplaatst onder de hoede’ van Stichting Oordeel Zelf.

In augustus 2020 veranderde De Hond de statuten van Stichting Oordeel Zelf, die hij in 2019 oprichtte met de doelstelling ‘het bevorderen van rechtvaardigheid en transparantie bij strafzaken...’ De stichting loofde indertijd een beloning van 25.000 euro uit voor een gouden tip in de Deventer Moordzaak.

Maar sinds augustus is de doelstelling veranderd in iets algemeners: ‘Het bevorderen van een tegengeluid bij het optreden van de overheid of overheidsdiensten, in gevallen waarbij die instantie bij haar optreden niet gebaseerd is op feiten en kennis en/of zondigt tegen de principes van integriteit en transparantie...’ Uit navraag bij verschillende juristen blijkt dat dit mag.

We ontdekten dat de donatieknop op maurice.nl leidde naar de privérekening van De Hond. Jurist Cem Kekik legde uit waarom dat problematisch is.

‘Donaties die bestemd zijn voor een stichting mogen niet bij de bestuurder als privépersoon in de zak belanden. Een stichting hoort gewoon een eigen bankrekening te hebben en die te gebruiken’, aldus Kekik. In de statuten van Stichting Oordeel Zelf staat ook: ‘De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden.’

Ook legde hij uit dat het op deze manier lastig is om geldstromen in te zien. ‘Als je nou gewoon een rekening van de stichting hebt, dan hoef je maar op één knop te drukken en je hebt een saldo. Als de Belastingdienst jou vraagt "hoe staat het met de cijfers?" moet je dat in een redelijke termijn laten zien.’

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat De Hond zijn privérekening heeft gebruikt om zelf een slaatje te slaan uit de donaties voor de stichting. Het kan een foutje zijn geweest, of er kan een andere verklaring zijn, en hij kan hierover een goede administratie hebben bijgehouden.

Twee weken voor de uitzending zochten we contact met De Hond, maar al snel besloot hij niet met ons in gesprek te gaan (daarover zo meer). Ook op schriftelijke vragen wilde hij niet antwoorden. Op een laatste poging, afgelopen maandag, kregen we wel antwoord. Hij stelt dat het door technische problemen zo was georganiseerd.

Zijn volledige reactie over het gebruik van zijn privérekening:

Als u kijkt op de site dan kunt u zien dat via die weg het geld daar rechtstreeks naar de rekening van de stichting gaat of via Mollie loopt. Maar die wegen bleken minder reacties op te leveren dan een simpel betaalverzoek van ING.

Dus die hebben we ook op de website geimplenteerd [sic] en toen we dat deden kon het niet via de rekening van Stichting Oordeel Zelf. Die rekening was toen niet toegankelijk voor ons en het duurde een hele tijd voordat ING dat wel voor elkaar had. Dus hebben we het via mijn privé rekening te [sic] laten lopen, waarna ik met grote regelmaat het ontvangen geld overboek naar de rekening van de Stichting.

Ik zal (zonder de bedragen) een print meesturen van mijn privé rekening naar de Stichting Oordeel Zelf, zodat jullie kunnen zien dat het gebeurt en met grote regelmaat is gebeurd (besef daarbij dat ik dat natuurlijk niet per bedrag doe, maar alleen bij een bepaalde hoeveelheid). In circa 5 maanden zijn er 43 keer forse bedragen overgeboekt vanaf mijn prive rekening naar die van de Stichting. Daarmee is o.a. de hele website betaald (en nog steeds kost dat fors geld omdat er veel bezoek is en er nog steeds aanpassingen zijn verricht) en er werken diverse freelancers aan de site mee, plus dat we bepaalde content projecten doen, zoals die over luchtfiltering.

Na onze vragen over het gebruik van zijn privérekening, wijzigde De Hond het betaalverzoek afgelopen week alsnog. Nu gaat de donatieknop wel naar de rekening van de stichting.

Waarom wilde Maurice de Hond niet in gesprek?

Al voordat we inhoudelijke vragen konden stellen, gaf De Hond aan niet in gesprek te willen voor de camera.

Zijn beweegreden: hij is het niet eens met onze keuze voor geïnterviewde hoogleraar toegepaste statistiek Casper Albers. Die schreef in een column in de Volkskrant op 6 juli: ‘Eind juni beweerde Maurice de Hond dat een drukbezochte voetbalwedstrijd in Belgrado niet tot nieuwe besmettingen leidde, terwijl een week eerder al bekend was dat dit wel zo was.’ De Hond schrijft in een e-mail dat Albers ‘zich bij mij al zo gediskwalificeerd [heeft, SB] dat ik niet eens de moeite neem om op camera daar inhoudelijk op te gaan reageren.’

Al deel ik Albers’ analyse in de column, ik vind deze uitspraak in deze context niet van belang: we hebben het niet over de voetbalwedstrijd gehad in het interview. Bovendien heb ik zelf de (statistische) vaardigheden om Albers’ uitspraken te checken. 

Ook benadrukt De Hond dat we ons niet op hem moeten richten, maar ‘op al die “autoriteiten” die eigenlijk maar wat roepen, dingen zeggen die elke logica tart maar die achter het schild van hun universitaire titel klakkeloos overal mogen zeggen en schrijven wat ze willen.’

Het is absoluut belangrijk om ook op anderen kritisch te zijn, bijvoorbeeld op de houding van de overheid ten opzichte van aerosolen en ventilatie, waarover ik binnenkort meer zal schrijven. (Heb je nog tips? Ik hoor het graag.)

Maar ons punt was: De Hond is ook een autoriteit in het coronadebat. En juist daarom wilden we zijn uitspraken kritisch tegen het licht houden.

Volgende keer weer een normale nieuwsbrief, tot dan!

Correctie 2 februari 2021: De rol van luchtvochtigheid in het argument van De Hond in Op1 was niet voldoende benoemd, dat is toegevoegd.