Beste,

Vroeg in de ochtend van de dag waarop later George Floyd vermoord zou worden door een politieagent, loopt Christian Cooper, een zwarte man, met een verrekijker vogels te spotten in Central Park, New York. Door hetzelfde park loopt de witte vrouw Amy Cooper (geen familie) met haar hond. Als de twee elkaar tegenkomen ziet Christian dat de hond losloopt waar dat niet mag, en vraagt Amy om haar hond aan te lijnen. Er volgt een woordenwisseling, en nadat Christian met zijn telefoon begint te filmen, zegt Amy:

De directe aanleiding voor de Black Lives Matter-protesten was de gewelddadige dood van George Floyd. Maar dít filmpje was een katalysator die de opgekropte maatschappelijke woede over racisme in de Verenigde Staten deed

Natuur is voor witte mensen

Wat dit filmpje ook deed: met een klap heel natuurliefhebbend Amerika wakker schudden. Een zwarte vogelaar, dat past zo níét in het plaatje dat mensen hebben van natuurliefhebbers, dat het blijkbaar gelijk verdacht is. 

Binnen een mum van tijd organiseerde Audubon, zeg maar de Vogelbescherming van de VS, om zich in te zetten voor erkenning en representatie van mensen van kleur die de natuur liefhebben en bestuderen.

Zou iets vergelijkbaars niet ook iets voor de Nederlandse Vogelbescherming zijn? De Natuur-Is-Voor-Iedereen-Week.

Uitspraken zoals die van Amy Cooper hoor je in het Vondelpark misschien niet zo snel, maar bestaat bij ons niet ook het vooroordeel dat mensen van kleur geen natuurliefhebbers zijn? 

Dat komt misschien omdat je zelden een zwarte boswachter ziet. In de professionele natuurwereld, van de Waddenvereniging tot Staatsbosbeheer en van de Vogelbescherming tot de Jagersvereniging, moet je met een verrekijker zoeken om mensen met een migratieachtergrond te vinden.

Zomaar een voorbeeld. De fenomenale Vogelatlas van Nederland, met daarin uitgebreide informatie over álle vogelsoorten van Nederland, brengt de crème de la crème van de Nederlandse vogelkenners samen. De soortbeschrijvingen zijn een coproductie van maar liefst 139 experts. Allemaal zijn ze wit, voor zover ik het kan beoordelen. Vrijwel allemaal ook man, trouwens.

Niet bepaald een weerspiegeling van de Nederlandse samenleving.

Diversiteit is noodzaak

Het is niet vol te houden dat de extreme witheid (en deels ook mannelijkheid) van natuurclubs simpelweg een gevolg is van verschillende interesses. Ook de Nederlandse natuurbeweging moet aan het werk om iedereen zich er thuis te laten voelen. En dat is niet alleen belangrijk voor de mensen die nu (vast en zeker onbedoeld) buitengesloten worden.

Mijn punt: diversiteit is essentieel omdat elke bioloog de eigen achtergrond meeneemt in het werk. Om onze denkbeelden over de natuur te verlossen van zo veel mogelijk vooroordelen, zijn de denkbeelden van zo veel mogelijk verschillende soorten mensen nodig.

Om onze denkbeelden over de natuur te verlossen van zo veel mogelijk vooroordelen, zijn de denkbeelden van zo veel mogelijk verschillende soorten mensen nodig

Dat is niet alleen belangrijk voor onze kennis over vogels, maar ook voor veel grotere vragen, zoals de toekomst van de natuur in onze geïndustrialiseerde samenleving. Er woedt in Nederland een verhit debat over de toekomst van de schaarse natuur in ons volgebouwde land. Hoe veranderen we de natuurvernietigende manier van landbouwen? Hoe maken we nog wat van alle kleine versnipperde natuurgebiedjes?

Het zijn allemaal afwegingen met veel grote belangen, die lang niet allemaal worden beslist door het democratisch gekozen parlement. Het gebeurt vooral op allerlei lagere niveaus, waar de belangen van de maatschappij (als het goed is) worden vertegenwoordigd door natuurorganisaties en ecologische adviseurs. Maar die zijn vrijwel allemaal wit, en dus geen afspiegeling van de maatschappij. Dat moet anders. De vraag is: hoe komt dat, en hoe veranderen we het?

Alles begint met de jeugd

Het is een beroemde uitspraak van David Attenborough: ‘De vraag is niet hoe kinderen liefde voor de natuur krijgen, maar hoe ze die kwijtraken.’ Alle kinderen houden van de natuur. Peuters rennen achter duiven aan, kleuters kijken nieuwsgierig onder stenen. Zet een groep kinderen in een bos en je hebt er geen kind meer aan.

Om kinderen geïnteresseerd te houden – en omdat velen van hen het gewoon heel graag willen – doen veel ouders hun kinderen op natuurclubs, en dat is een belangrijke bron van latere natuurprofessionals. Overal in de natuurwereld kennen mensen elkaar van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) of de Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie (JNM).

Bij deze jeugdbonden voor natuurstudie is kamperen in de natuur de voornaamste activiteit: relatief goedkope weekendjes weg, waarbij de jongeren kamperen op natuurcampings (of in scoutinggebouwen als het koud is), en overdag samen de natuur in gaan.

Ook bij deze jeugdverenigingen zijn niet-witte kinderen haast niet te vinden. Ik praatte erover met Isabel Lapoutre, bestuursvoorzitter van de NJN, en Eline Derakhshan, begeleider van kampen van de JNM. Beiden zijn ze zo ongeveer de enige bij hun club met een (deels) niet-westerse achtergrond. Ze vermoeden beiden dat het te maken heeft met de gewoontes die je van huis uit meekrijgt.

Een groot deel van de kinderen komt bij de vereniging omdat hun ouders vroeger ook lid waren. Bovendien zijn kinderen met een migratieachtergrond het om allerlei redenen minder gewend om in vakanties de natuur in te gaan. Ook al wordt in veel culturen in vakanties gekampeerd en van de natuur genoten, veel migranten in Nederland besteden om allerlei redenen hun vakanties vaak op andere manieren. Veel Marokkaans-Nederlandse jongeren bijvoorbeeld gaan in de zomer naar familie in Marokko, in plaats van naar een camping in Nederland.

En als er dan toch een keer iemand van kleur meegaat op kamp, dan voelt die zich minder snel thuis omdat die dan meestal de enige is. Derakhshan ziet ze tot haar spijt telkens afhaken.

Joris Buis van IVN Natuureducatie, een grote club die ook jongerenkampen organiseert, beaamt het allemaal. Hoewel de leden van IVN heel divers zijn wat betreft opleidingsniveau, zitten er erg weinig kinderen tussen met een migratieachtergrond. IVN is afgelopen jaar begonnen om actiever te werven onder jongeren met een migratieachtergrond, maar dat werpt vooralsnog geen vruchten af.

Alle drie zijn ze het met me eens: het wordt tijd dat er serieus werk gemaakt wordt van inclusiviteit in de natuurwereld. De NJN en de JNM zinnen nu op concrete acties. De IVN is voor een van hun jongerenprogramma’s een samenwerking begonnen met de Fawaka Ondernemersschool, een van de weinige Nederlandse organisaties op het gebied van groene educatie waarin diversiteit en inclusie centraal staan.

Wordt vervolgd.

Tips van jullie gevraagd

De komende weken werk ik aan een stuk over duurzame landbouw in de aankomende Tweede Kamerverkiezingen. De meeste verkiezingsprogramma’s zijn nu klaar, en de partijen slijpen hun messen. Allemaal willen ze duurzame landbouw. Maar wat dat is, daar verschillen de meningen over. Wat zijn de concrete beloftes van de partijen, maar ook: wat doen ze daadwerkelijk? Welke belangen hechten de partijen aan natuur, en lopen de verschillende belangen wel langs de vertrouwde verdeling van links naar rechts? Tips en ideeën zijn meer dan welkom!

Mijn kijk- en leestips

Bedankt voor het lezen, en tot de volgende!

Correctie 2 februari 12:00: In een eerdere versie stond dat de IVN vanaf 2013 kinderkampen organiseert. Dat klopt wel, maar de uitspraken van Joris Buis gaan over de jongerenkampen (tegenwoordig vanaf 16 jaar), die de IVN al veel langer organiseert. Dat is aangepast.

Nog geen lid van mijn nieuwsbrief? Schrijf je in en ontvang mijn nieuwsbrief elke maand in je inbox. Meld je hier aan