Heeft de glastuinbouw toekomst?
Nogal wat glastuinbouwers waren ontstemd vanwege mijn column over de nieuwe film van David Attenborough, A Life on Our Planet. Wat ik schreef klopt: de Nederlandse glastuinbouw soupeert zo’n 10 procent van het landelijke gasgebruik op,* en is ook een grote bron van pesticiden in het milieu. En dat terwijl de sector nog geen 1 procent* van de Nederlandse economie vertegenwoordigt. En ervan eten doen we ook maar in beperkte mate, want 85 procent van de glastuinbouwproducten gaan naar het buitenland. Maar wat ik er niet bij vermeldde, is dat het netto CO2-verbruik van de glastuinbouw wel is afgenomen in de laatste tien jaar, en een kleine groep koplopers veel duurzamer is dan de rest.
Daarom ging ik gisteren in het Amsterdamse debatcentrum De Balie in gesprek met Stijn Baan van Koppert Cress, een glastuinbouwbedrijf dat waterkers en andere kleine plantjes verbouwt voor exclusieve restaurants wereldwijd. Je kan ons gesprek hieronder integraal en gratis terugkijken. Het inzichtelijke intermezzo van biogeograaf Sietze Norder is ook erg de moeite waard.
Koppert Cress maakt gebruik van warmtewisselaars: in de zomer pompt deze glastuinbouwer overtollige warmte via een lange buis 180 meter onder de grond, en in de winter verwarmen ze daarmee hun kas. Ze gebruiken tijdens de teelt geen fossiele brandstof, geen pesticiden, en relatief weinig water. Wat Stijn me ook vertelde, is dat hij schrok hoeveel CO2 er toch in het vervoer gaat zitten. Hun jonge plantjes reizen per vliegtuig naar Dubai, om ook daar restaurantbezoekers een frisse smaakexplosie te kunnen bezorgen.
Voor tomaten zit de methode van Koppert Cress er bovendien niet in. Die leveren niet genoeg op zonder gebruik van fossiele brandstof, en zijn veel gevoeliger voor plagen. Stijn en ik waren het erover eens dat de bulkproductie van de glastuinbouw in Nederland niet past bij een duurzame toekomst. Daarom zet Koppert Cress nu in op het verkopen van zijn technologie: ook in Japan staat nu een door het bedrijf gepatenteerde kas.
Zo zou de glastuinbouw, op specifieke locaties en voor specifieke producten, best een rol kunnen spelen in het voedselsysteem van de toekomst. Maar ook Stijn Baan kon het niet ontkennen: om de huidige biodiversiteitscrisis en het klimaatprobleem nú aan te pakken, moet de Nederlandse voedselindustrie vooral minderen. Minder vlees, minder import en export, minder kunstmest, minder pesticiden, en zeker ook minder energie.