De Holocaust was niet de eerste genocide door Duitsland
Tussen 1904 en 1908 vermoordden Duitse soldaten tienduizenden bewoners van wat nu Namibië heet. Ze deden dat volgens principes die de nazi’s later toepasten tijdens de Holocaust – zoals het onderscheid tussen superieure en minderwaardige mensen en met concentratiekampen. Toch is over deze genocide, zelfs onder historici, weinig bekend.
Aan de kust van Namibië, ingeklemd tussen de Atlantische Oceaan en de uitgestrekte woestijn, ligt een klein en merkwaardig plaatsje. Het heeft een Duitse naam – Lüderitz – en er woont een bevolking van witte en zwarte mensen. De huisjes met hun gele, roze, oranje gevels en knalblauwe daken steken opvallend af tegen het zachte goud van het woestijnzand dat door de straten veegt en tegen de gevels opkruipt.
Toeristen komen er om te wandelen door straten met namen als Bismarck en Von Lindequist, om te eten in Duitse restaurants en zich te verwonderen over hoe de geschiedenis de wereld heeft gevormd. Op een rotsachtig schiereiland, dat de naam Shark Island draagt, kan worden gekampeerd.
Winkeltjes verkopen Duitse memorabilia, die opvallend militaristisch van aard zijn. Wie ernaar vraagt, krijgt van onder de toonbank souvenirs aangeboden met hakenkruizen en andere nazitekens erop.*
Hier, maar ook in de rest van het land dat ooit Duits-Zuidwest-Afrika werd genoemd, vond een bizarre geschiedenis plaats die door de Verenigde Naties en historici wordt erkend als de eerste genocide van de twintigste eeuw.
Het Duitse Keizerrijk onder Wilhelm II vermoordde er in vier jaar tijd zo’n tachtigduizend mensen. Het bleek een voorstudie te zijn voor wat dertig jaar later onder de nazi’s in Europa zou plaatsvinden.
Hoe de Duitsers in Namibië terechtkwamen
Eerst nog wat verder terug in de tijd. De oudste inwoners van het gebied, de San, bewonen al sinds 300 jaar voor Christus de plaats die nu de Twyfelfontein heet. Het grote plateau tussen de Kalahari- en de Namibische woestijn, een plek van onbeschrijfelijke schoonheid met hoge grassen en warmwaterbronnen, is sinds de veertiende eeuw na Chr. van de mensen over wie dit verhaal gaat: de Nama en de Herero, elk met hun eigen gebieden en leiders.
In de loop van de tijd kwam er invloed van buitenaf; zo werd de huidige hoofdstad Windhoek in 1840 gesticht door afstammelingen van witte boeren uit Zuid-Afrika. Vanaf die tijd kwamen er ook Duitsers naar het gebied, met name missionarissen. Zij leefden in vrede met de bevolking toen in 1883 de Duitse koopman Adolf Lüderitz een stuk grond kocht aan de kust.
Lüderitz kon ongestoord de eerste Duitse stad stichten, die hij naar zichzelf vernoemde, omdat de bewoners van het gebied – de Nama en de Herero – met elkaar in oorlog waren. Terwijl zij elkaar om graasgebieden voor hun vee bevochten, werd in 1884 hun land verdeeld. Bij de Koloniale Conferentie van Berlijn eigenden de Britten zich de haven van Walvisbaai toe. De Duitsers namen de rest van het gebied.
Er was ruimte en vee in overvloed. Het enige probleem was dat er al mensen woonden
Het was een traag kolonisatieproces, waarin de eerste jaren niet veel veranderde voor de lokale bewoners. In 1903, twintig jaar na de komst van Lüderitz, woonden er zo’n vierduizend Duitse kolonisten.
De Herero stonden niet direct vijandig tegenover de Duitse kolonisten, van wie velen hun niet tot last waren, maar ze waren geenszins van plan hun vruchtbaarste gronden af te staan aan de nieuwkomers. Dus sloten ze overeenkomsten met de Duitse gouverneur, Theodor Leutwein, waarbij de kolonisten werd toegestaan land en vee van de Herero te huren. De verschillende leiders van de Herero hielden daarbij controle over welk land, en welk vee.
Maar begin twintigste eeuw groeide de onvrede onder veel Duitse kolonisten. Een onvrede die gevoed werd door de overtuiging dat zij het recht hadden om als witte Europeanen hun Lebensraum te vergroten.
Ook toen al: de zoektocht naar Lebensraum
Dit begrip is nu vooral bekend als een overtuiging die volgens de nazi’s de bezetting van Europa rechtvaardigde. Maar het idee dat een mens een zekere hoeveelheid grond nodig heeft, plus voldoende toevoer aan grondstoffen en voedsel, leefde al sterk rond 1900, toen veel Duitsers met honger en armoede kampten.
Dat bij het winnen van die Lebensraum brute kracht nodig was, was een gegeven. ‘Deze wereld wordt opnieuw verdeeld’, schreef een Duitse soldaat, onderweg naar Duits-Zuidwest-Afrika in 1904. ‘We hebben meer ruimte nodig om te kunnen leven. En [die ruimte] kan alleen door geweld worden verkregen.’*
Een van de luitenanten die in Duits-Zuidwest-Afrika de wapens opnam tegen de Herero was Franz von Epp, die later een belangrijk lid werd van de nationaalsocialistische partij. Hij zou jarenlang verdedigen dat het Duitse volk zijn leefruimte moest uitbreiden ten koste van de ‘lagere rassen’, zowel in Afrika als in Oost-Europa.*
De Duitse minachting voor de Afrikanen werd begin vorige eeuw steeds openlijker en schaamtelozer zichtbaar
Wie denkt dat hij het het recht heeft om land, gewassen, vee, grondstoffen af te pakken, gedraagt zich daarnaar. De Duitse minachting voor de Afrikanen werd begin vorige eeuw steeds openlijker en schaamtelozer zichtbaar. Verkrachtingen, mishandeling en uitbuiting van Afrikanen waren aan de orde van de dag,* terwijl de witte daders niet of nauwelijks gestraft werden.
Uit politieverslagen, bewaard gebleven in het nationaal archief van Namibië, spreekt de totale willekeur van het Duitse geweld tegen de Afrikanen. Kolonisten vonden bijvoorbeeld dat de kleinste misstap van Afrikaanse zijde – en dat kon diefstal zijn, maar ook het uitblijven van een antwoord op een vraag – een afranseling met de sjambok rechtvaardigde, een zweep gemaakt van nijlpaardenleer.
Zo werd er in 1902 melding gedaan van een Duitse bakker genaamd Schaeffer, die de oudere Herero-kapitein Assa Riarua ervan beschuldigde niet genoeg respect te betonen. Hij sleurde de oude man uit zijn winkel en ranselde hem op straat af ‘tot er bloed vloeide’.*
Deze vernedering van een hooggeplaatste Herero-leider, iemand op leeftijd nota bene, was een klap in het gezicht van het volk waar hij toe behoorde. Gouverneur Leutwein bemoeide zich er persoonlijk mee, in de hoop dat het niet zou leiden tot wraak van de Herero.
Het mocht niet baten, ook het bemiddelen van Duitse missionarissen niet. De houding van de Duitse soldaten in het algemeen, en van een Duitse generaal in het bijzonder, was de aanleiding voor een bloedige opstand.
Hoe een vermeende opstand alsnog de opstand uitlokt
Ralph Zürn, een jonge generaal met een gewelddadig en onvoorspelbaar karakter, had destijds de leiding over de Schutztruppe, het Duitse koloniale leger in Noord-Hereroland.
Vijf weken voor de Herero-opstand in volle hevigheid losbrak, had deze Duitse generaal de leiders van verschillende Herero-groepen uit het noorden van het land nog bij elkaar geroepen. Hij probeerde ze in zijn fort te overtuigen grote delen van hun grond aan de Duitsers te geven.
Toen ze weigerden, liet hij de mannen – ondanks hun hoge positie – hardhandig het fort uitzetten en zette hij – in de veronderstelling dat ze niet konden lezen en schrijven – een paar kruisjes bij hun naam.*
Het veroorzaakte een nieuwe, hevige golf van verontwaardiging onder de Herero. Een deel van hen begon zich te beraden op verzet. Dat brak vijf weken later, in januari 1904, los na een misverstand in het stadje Okahandja.
Onder de kolonisten aldaar deden geruchten de ronde dat een groep van driehonderd Herero-ruiters onderweg was naar Okahandja. Ze zouden uit zijn op oorlog met de Duitsers, dus de kolonisten verschansten zich in hun fort. Toen na een paar dagen nog steeds niks gebeurde, gingen twee Duitsers op onderzoek uit.
Als de Duitsers oorlog wilden, dan konden ze die ook krijgen
Bij de grenzen van de stad kwamen zij inderdaad gewapende Herero tegen. Ze haastten zich in paniek terug en brachten verslag uit aan generaal Zürn – die zonder aarzelen een alarmerend telegram naar Duitsland stuurde met de mededeling dat er een opstand was uitgebroken.
Er was alleen helemaal geen sprake van een opstand. De gewapende ruiters hadden zich in de nederzetting verzameld voor een belangrijk overleg met Samuel Maharero, de Herero-leider van het gebied – over grondkwesties die niets met de Duitsers te maken hadden.
Toen de Herero erachter kwamen dat de zo gehate generaal Zürn om versterking had gevraagd, en dat er dus nog meer Duitse soldaten uit hoofdstad Windhoek aan zouden rukken, laaide hun woede op.
Ze hadden na de mishandeling van Assa Riarua, het innemen van het land door Zürn en alle geweld op straat genoeg vernederingen doorstaan. Als de Duitsers oorlog wilden, dan konden ze die ook krijgen.
In de dagen erna raasden de Herero als een storm door het land. Gewapend met geweren, knuppels en messen vielen ze Duitse boerderijen binnen, doodden kolonisten terwijl die soms nog lagen te slapen. Ze namen vee terug dat van hen was gestolen en rekenden af met Duitsers die Herero-vrouwen hadden verkracht of Herero-mannen hadden gedood of mishandeld.
Voor de Duitsers stond de ‘suprematie van hun ras’ op het spel
Nu het geweld onder zijn mensen was losgebroken, besefte Maharero dat oorlog onvermijdelijk was. Hij liet een bevel rondgaan waarin de regels van de strijd duidelijk werden aangegeven. Zo mochten vrouwen en kinderen geen slachtoffer worden.
De Herero hielden zich daaraan, blijkt uit de vele verslagen die bewaard zijn gebleven. Toen bijvoorbeeld de Duitse boer Lange op 12 januari 1904 uit zijn huis werd gesleurd en door Herero werd doodgeslagen, lieten opstandelingen de rest van het gezin met rust.
De vrouw rende in paniek het bos in, twee kinderen met zich meesleurend, een derde kind in het huis achterlatend. Een dag later werd mevrouw Lange door patrouillerende Herero opgepikt en bij de Duitse instanties in Okahandja afgezet. Het kind dat achterbleef in het huis werd ontdekt door een Herero-herder, die haar veilig afleverde bij een Duitse missiepost.*
Desondanks werd de Herero door Duitse media afgeschilderd als een beestachtige wildeling voor wie vrouwen en kinderen dienden te vrezen. De angst en afkeer voor de bloeddorst van de Afrikaanse mens ging hand in hand met de overtuiging dat deze het continent niet verdiende.
Het was een uitgelezen kans voor het Tweede Duitse Rijk om op internationaal niveau zijn spierballen te laten zien
Het was zaak om de Afrikaan helemaal uit te moorden, bijvoorbeeld door zijn waterbronnen te vergiftigen, zoals een behulpzame Duitser aan keizer Wilhelm II opperde. ‘We vechten tenslotte niet tegen een vijand die de regels van de eer volgt, maar tegen wilden. Nooit moeten we toestaan dat de zwarten triomferen. De gevolgen van zo’n overwinning zouden verschrikkelijk zijn, omdat ze nu al geloven dat Afrika van hen is.’*
Dat de bevolking van Duitsland zo reageerde, was niet vreemd. Daags na de opstand in Okahandja lanceerde de Duitse Koloniale Vereniging een campagne waarin gewaarschuwd werd dat ‘Europeanen zichzelf alleen kunnen onderscheiden door de suprematie van hun ras te allen tijde te verdedigen’.*
Een grootscheepse militaire interventie was noodzakelijk, vonden de Duitsers, al was het om de suprematie van het Duitse ‘ras’ te bewijzen. Het was bovendien een uitgelezen kans voor het Tweede Duitse Rijk om op internationaal niveau zijn spierballen te laten zien.
De Duitsers wilden oorlog, en kregen oorlog
De oorlog tegen de Herero, en later ook de Nama, was belangrijk voor Duitsland. Het land reserveerde maar liefst 585 miljoen mark voor de beoogde kosten van de operatie. In totaal zouden er zesduizend soldaten ingescheept worden – veel meer dan het aantal kolonisten dat ze moesten verdedigen.*
Vanaf half februari 1904 verliet een gestage stroom aan oceaanstomers de Duitse havens, met aan boord honderden enthousiaste vrijwilligers, doorgewinterde koloniale soldaten en ladingen van de modernste wapens.
Dagboeken en brieven uit die tijd geven een beeld van de drijfveren van de Duitse soldaten. Zo schreef schreef kapitein Maximilian Bayer dat het proces van kolonisatie en uitroeiing van de oorspronkelijke bevolking de wil van God was:
‘Onze Heer heeft de natuurwetten zo gemaakt, dat alleen de sterksten zullen blijven bestaan in de wereld, en zo dat de zwakken en nuttelozen zullen vergaan ten gunste van de sterken. Dit proces wordt uitgevoerd op verschillende manieren, zoals, bijvoorbeeld, het einde van de Amerikaanse Indianen, omdat zij zonder nut waren in de ontwikkeling van een wereld die reikt naar een hoger niveau van beschaving; op dezelfde manier zal de dag aanbreken dat (wanneer) de Hottentot zal uitsterven, het geen enkel verlies zal zijn voor de mensheid omdat zij tenslotte allemaal niet meer dan geboren dieven en rovers zijn, niets meer.’*
Onder leider Maharero hadden zich na de plunderingen inmiddels vierduizend strijders verzameld. De Herero trokken zich terug in het bergachtige gebied Okanjira, waar ze zich beschermd wisten door een wirwar van rotsachtige kloven* en de gewapende mannen van hun leider. Die hadden de taak dertigduizend Herero en een gigantische kudde van zo’n veertigduizend dieren te beschermen.
Ze wachtten of de Duitsers wilden onderhandelen, maar werden meermaals aangevallen. Dat leverde weinig op en na een aantal nederlagen trok gouverneur Leutwein zich terug, tot grote frustratie van de bevelhebbers in Duitsland. Het was van het grootste belang dat deze slag gewonnen zou worden, om redenen die de Herero niet konden voorzien.
De tijd van onderhandeling, en de tijd van een gedeeld bestaan op Zuidwest-Afrikaanse grond was voor de Duitsers voorbij. Besloten werd om de genadeloze Lothar von Trotha als leider aan te stellen.
Het ‘meest bloeddorstige beest’ slaat toe
Lothar von Trotha had ervaring in het bruut neerslaan van koloniale opstanden, van de Boxer Rebellion in China tot de Wahehe-opstand in Duits-Oost-Afrika, waar hij massaexecuties had laten uitvoeren en complete dorpen had laten platbranden.
‘Een tijdgenoot van Von Trotha’, schrijft historicus Tim te Wierik in zijn onderzoek naar de genocide in Namibië, ‘beschreef hem als een “menselijke haai” en “het meest bloeddorstige beest in het Duitse leger”. Het was precies deze reputatie die hem tot een favoriet bij Kaiser Wilhelm II had gemaakt.’
In wat de Slag van Waterberg genoemd zou worden, stierven duizenden Herero door Duitse kogels, kanonnen en granaten
Von Trotha organiseerde in augustus 1904 een grootscheepse militaire actie tegen de Herero, die zich op dat moment 300 kilometer ten noorden van Windhoek ophielden. De plek werd ‘Waterberg’ genoemd en gold als een van de laatste plekken waar nog bronnen te vinden waren voordat de droge zandvlaktes van de Kalahariwoestijn (die de Herero ‘Omaheke’ noemden) begonnen. Hier, tussen eeuwenoude vijgenbomen en in de schaduw van majestueuze rode rotsen, wachtten zij nogmaals tot de onderhandelingen met de Duitsers weer zouden aanvangen.
Dat gebeurde ook hier niet. In wat de Slag van Waterberg genoemd zou worden, stierven duizenden Herero door Duitse kogels, kanonnen en granaten. Von Trotha liet de waterbronnen afschermen en joeg de overlevenden de Omaheke in. Hij wist dat hun in de genadeloze leegte van de woestijn de dood wachtte.
In de Duitse geschiedenisboeken van het begin van de vorige eeuw werd de slag herinnerd als een triomf. ‘[D]e haastige vlucht van de Herero naar het zuidoosten, in de waterloze Omaheke, zou zijn lot bezegelen; de omgeving van zijn eigen land zou hem vernietigen op een manier waarop geen enkel Duits wapen […] dat zou kunnen […]. Zijn doodsrochel en woedende schreeuw van waanzin echode in de sublieme leegte van de eeuwigheid. De klacht van de Herero was tot een einde gebracht en ze waren gestopt te bestaan als een onafhankelijk volk.’*
Een vernietigingsbevel om de Herero ‘uit te wissen’
Dit was niet zomaar een militaire actie, waarbij door een speling van het lot bijna de gehele bevolking omkwam. Lothar von Trotha had niets minder voor ogen dan de volledige uitroeiing van de Herero.
In dagboeken van soldaten, zoals een majoor genaamd Stuhlman, werd daar door historici bewijs voor gevonden. Stuhlman schreef: ‘Ons was vooraf expliciet verteld dat waar we mee te maken hadden de uitroeiing was van de volledige stam. Niets levends mocht gespaard worden.’*
Om zijn plannen voor de manschappen volkomen helder te laten zijn, deed Von Trotha in oktober 1904 een Vernichtungsbefehl uitgaan. In dit bevel tot vernietiging – in het Duits en in Otjiherero opgesteld, de taal van de Herero – stelde hij, ‘de Grote Generaal van de Machtige Keizer’, dat ‘binnen de Duitse grens elke Herero, met of zonder wapen, met of zonder vee, zal worden neergeschoten’.
Hij liet kopieën van de verklaring om de hals van een aantal gevangengenomen Herero binden en joeg hen terug de woestijn in, zodat ze het nieuws onder de hunnen zouden verspreiden.
Von Trotha en zijn bevelhebbers zagen de uitroeiing van de Herero als een onvermijdelijke fase in een bredere rassenoorlog
Er zijn kopieën van het Vernichtungsbefehl bewaard gebleven, in het nationale archief van Botswana onder andere. Historici beschouwen het als een geschreven bewijs dat Duitsland de oorlog niet alleen bedoelde om een opstand de kop in te drukken.
In hun boek The Kaiser’s Holocaust: Germany’s Forgotten Genocide and the Colonial Roots of Nazism schrijven David Olusoga en Casper Erichsen hierover dat ‘het doel was om de Herero als etnische groep uit te wissen […] dan wel door hun uitroeiing, dan wel door hen volledig uit de kolonie te verwijderen.’*
In een tijd waarin ideeën als Lebensraum en raciale zuiverheid in volle overtuiging werden aangehangen, zagen Von Trotha en zijn bevelhebbers de uitroeiing van de Herero als een onvermijdelijke fase in een bredere rassenoorlog.
De Herero en de Nama komen in opstand
Maar de Duitsers onderschatten de weerstand. Generaal Von Trotha had weliswaar een groot deel van de Herero de dood ingejaagd, de overgebleven leden van het volk had hij onderschat. Ook de Nama, met wie de Herero in een slepend conflict verwikkeld waren, verzetten zich nu tegen de Duitsers.
Zij waren kleiner in aantal – tweeduizend tegenover inmiddels vijftienduizend Duitsers – maar kenden in hun leider Hendrik Witbooi een strategisch leider die al decennia een doorn in het oog van Europese bezetters was.
In de hoop dat een dreigement effect zou hebben, vaardigde Von Trotha in april 1905 een nieuw bevel uit. Dit keer was het gericht aan de Nama, en uit de tekst sprak een vergelijkbare intentie als in het vernietigingsbevel dat hij naar de Herero had uit doen gaan.
Kenden de Nama soms niet het lot van de Herero, schreef hij, die door de machtige Duitsers de woestijn ingedreven waren? ‘Ik vraag u: Waar zijn de Herero vandaag? Waar zijn hun koningen vandaag?’
Nama die zich vrijwillig overgaven, zouden gespaard en vergeven worden. Zij die dat niet deden, schreef Von Trotha, wachtte hetzelfde ongelukkige lot als de Herero die ‘in hun blindheid geloofden dat zij een succesvolle oorlog konden voeren met de machtige Duitse keizer en het Grote Duitse volk’.*
De guerilla van ‘der Schwarze Napoleon’
En de Herero? Zij die waren overgebleven, vochten tot hun laatste snik tegen de roof van hun land. Een van de meest succesvolle en meest bewonderde leiders van het verzet onder de Herero was de jonge Jacob Morenga. Onder zijn leiding werd al sinds oktober 1903 een venijnige guerrillaoorlog tegen de Duitsers gevoerd.
Morenga voerde aan de lopende band korte aanvallen uit op Duitse wachtposten en boerderijen en gebruikte de buit om zijn leger te versterken. Patrouilles die hem op de hielen zaten, lokte hij onherbergzame gebieden in totdat ze uitgeput en gedesoriënteerd de achtervolging staakten en terugkeerden.
In een interview met een Zuid-Afrikaanse journalist uit 1905 werd Morenga gevraagd of hij soms niet wist dat hij het opnam tegen een van de grootste militaire machten ter wereld. Dat wist hij heus wel, was zijn antwoord. Maar: ‘De Duitsers kennen ons land niet. Ze weten niet waar ze water kunnen vinden en ze begrijpen guerrilla-oorlogvoering niet.’*
Maximilian Bayer, de kapitein die onderweg naar Namibië in zijn dagboek schreef dat de uitroeiing van een inheems volk de wil van God was, beschreef Morenga als een ‘indrukwekkende persoonlijkheid’ en ‘een vijand die ons respect verdient’.* Zijn militaire succes leverde hem bij de Duitsers de bijnaam der Schwarze Napoleon op.*
En Morenga’s aantrekkingskracht bleef groeien. Niet alleen door zijn succes, maar vooral omdat hij leek te staan voor een verenigd idee van Afrika. Geboren uit een Nama-moeder en een Herero-vader werd hij niet beperkt door de oude vetes tussen de twee volken.
De krijgers die Morenga volgden, sloten zich niet vanuit etnische achtergrond aan, maar vanuit een antikoloniale overtuiging
De krijgers die hem volgden – een aantal dat groeide van slechts elf tijdens zijn eerste aanvallen op de kolonisten in 1903 naar driehonderd tot de tanden bewapende ruiters te paard in 1905 – waren mensen die niet vanuit etnische achtergrond aansloten, maar vanuit een antikoloniale overtuiging. Alleen samen zouden ze de Duitse bezetter weg kunnen werken.
Maar het was een kwestie van tijd voordat zij, sterk uitgedund, de strijd verloren. Namaleider Hendrik Witbooi stierf op 29 oktober 1905 in zijn laatste veldtocht tegen de kolonisten. Hij was 81 jaar en had bijna zijn hele leven gevochten voor behoud van zijn land, en zijn volk.
Jacob Morenga behaalde nog een paar jaar successen tegen de Duitsers. De hulp van een andere imperialistische grootheid – Groot-Brittannië – werd hem fataal. Hij stierf tijdens een gevecht tegen de legers van Duitsland en Zuid-Afrika op 20 september 1907. Hij was 32 jaar en vond de dood op een plek die Eenzaamheid heette.*
De eerste concentratiekampen van de Duitsers
Daar hield de ellende voor de Nama en de Herero niet op. Na een maandenlange klopjacht, waarbij ze werden verdreven naar de onherbergzaamste delen van het land, waar amper iets te eten te vinden was, begonnen de overlevenden zich over te geven. Uitgemergeld en doodsbang doken ze, de meeste van hen kinderen en vrouwen, op in Duitse nederzettingen.
Vanaf februari 1905 begonnen de Schutztruppen hen te verzamelen. Von Trotha keerde, onder grote politieke druk na ophef over zijn optreden, terug naar Duitsland. Friedrich von Lindequist nam het roer over als gouverneur van Zuidwest-Afrika. Onder hem zou de genocide op de Herero en de Nama worden voltooid.
Nu het land bijna volledig gezuiverd was van zijn oorspronkelijke bewoners, en men de beschikking had over machteloze mensen, werd nagedacht over wat zij konden betekenen voor Duitsland. Besloten werd dat ze in afgesloten kampen zouden worden geplaatst en ‘in ruil voor voedsel’ moesten werken.
Per veewagens werden de Herero en de Nama naar deze concentratiekampen gebracht. Duizenden metalen plaatjes werden gedrukt, elk met het wapen van keizer Wilhelm II erop en voorzien van een uniek nummer. De gevangenen kregen het plaatje om hun nek gebonden zodat ze eenvoudig geregistreerd konden worden.
Sommige bedrijven hadden zelfs hun eigen concentratiekampen
De kampen waren gebouwd bij steden en nederzettingen waar arbeid nodig was. In Windhoek werden vierduizend Herero en Nama vastgezet. In Swakopmund werden twee kampen gebouwd waar drieduizend mensen op elkaar gepakt zaten.
Bedrijven kregen de kans om arbeiders te ‘huren’, sommige bedrijven hadden zelfs hun eigen concentratiekampen. De firma Lentz, die een spoorweg aanlegde, had in 1906 2.014 gevangenen tot haar beschikking. Zes maanden later waren daarvan 1.359 overleden.
Dit was een relatief nieuw fenomeen. Er waren concentratiekampen geweest in Zuid-Afrika, op Cuba en in Boven-Digoel, elk met hun eigen gruwelijke geschiedenis. Het grote verschil was dat die het doel hadden om vrijheidsstrijders te isoleren van hun omgeving.
Daar was in Zuidwest-Afrika geen sprake van. De mensen die de Duitsers hier bij elkaar brachten waren gewone mensen, net als de Joodse mensen in de Tweede Wereldoorlog. Het doel van deze kampen was niet om een opstand te onderdrukken. Het doel was volledige onderwerping en uitbuiting van een volk.
Shark Island was een voorbeeld voor later
In het zonnige kuststadje Lüderitz waar dit verhaal begon, met zijn Duitse straatnamen en vrolijk gekleurde huisjes, stond een concentratiekamp dat anders was dan de andere kampen in Namibië. Het stond precies op de plek waar toeristen nu hun tent opslaan tussen de rotsen van het schiereilandje dat uitkijkt op de oceaan: Shark Island.
Het was een plek zonder beschutting tegen de harde oceaanwinden en temperaturen die ’s nachts net boven het vriespunt kwamen. De gevangenen werden tewerkgesteld om een nieuwe kade in de haven van Lüderitz aan te leggen – een plan dat al na een paar maanden gestaakt werd omdat er te veel mensen stierven.
Tot de dag van vandaag is de bodem van de baai van Lüderitz bezaaid met skeletten en verroeste ketens
Sommigen werden in ondiepe graven aan de rand van de stad gegooid, maar de meesten werden eenvoudigweg in zee gedumpt – met als gevolg dat er regelmatig dode, door zeeleeuwen aangevreten lichamen op het strand aanspoelden.* Tot de dag van vandaag is de bodem van de baai van Lüderitz bezaaid met skeletten en verroeste ketens.*
Een van de vele gruwelijke eigenschappen van Shark Island was dat het kamp in het volle zicht van de bewoners van Lüderitz lag. Het stadje kende maar een handvol witte bewoners – zo’n 1.200 mensen – en het kan niet anders dan dat zij in hun dagelijkse bestaan geconfronteerd werden met de verschrikkingen van het kamp.
In de documentaire Genocide and the Second Reich noemt Ben Madley, hoogleraar geschiedenis aan de Yale-universiteit, het een blauwdruk van het concentratiekamp in de Tweede Wereldoorlog. ‘Het idee om mensen te isoleren en ze zo snel mogelijk te vernietigen is waarschijnlijk geboren op Shark Island in Duits-Zuidwest-Afrika.’
Hoe het nazisme voortkwam uit het kolonialisme
Duitsland verloor Zuidwest-Afrika na de Eerste Wereldoorlog aan het Verenigd Koninkrijk. Maar de extreemrechtse beweging die na de ineenstorting van het Tweede Rijk opkwam, bestond voor een deel uit voormalig koloniale soldaten.
De eerste Duitse gouverneur van Zuidwest-Afrika was Heinrich Göring geweest, de vader van het nazikopstuk Hermann Göring. Eugen Fischer, die in Zuidwest-Afrika hoofden op sterk water zette om bewijs te zoeken voor de ‘inferioriteit’ van ‘de Afrikaanse mens’, zou voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog cursussen ontwikkelen voor SS-artsen en talloze artikelen publiceren over ‘rassenzuiverheid’, onder meer bij Joodse en niet-Joodse huwelijken.*
Het totalitaire regime van de nazi’s is niet opeens ontstaan, laat deze geschiedenis zien, het is een ontwikkeling geweest. En een van de belangrijke groeispurten vond plaats in Zuidwest-Afrika, toen opvattingen over de waarde van de ene mens ten opzichte van de andere leidden tot het berekend uitmoorden van een volk.
Zo is Namibië met het nazisme van Adolf Hitler verbonden. Het nazisme was het hoogtepunt van een decennialange ontwikkeling van ideeën en experimenten die Europese wereldmachten in verre uithoeken van de wereld uitvoerden.*
De beweegredenen, theorieën en strategische keuzes van de Duitsers in het verre Afrika en andere gekoloniseerde gebieden staan ook niet los van hoe de nazi’s trachtten Europa te koloniseren.
De manier waarop Duitsland trachtte Europa te koloniseren, was volgens Göring niet heel anders dan hoe het handjevol Europese landen driekwart van de wereld had ingenomen
In het vruchtbare Oekraïne vestigden Duitse boeren zich tijdens de Tweede Wereldoorlog op de grond van Oekraïense families, terwijl Slavische volken, die volgens de nazi’s evenzeer Untermenschen waren als Joden, Roma, Sinti én Afrikanen, in concentratiekampen werden gedreven. *
Wat toen Untermenschen waren, noemde Von Trotha dertig jaar eerder, toen hij het over de Herero en Nama had, ‘Unmenschen’.* De manier waarop de nazi’s in Europa grond inpikten, mensen uit hun huizen verdreven en in concentratiekampen bijeendreven, was een gigantische uitvergroting van de manier waarop dat in Zuidwest-Afrika gebeurde.
Sterker nog, de manier waarop Duitsland trachtte Europa te koloniseren, was volgens Göring niet heel anders dan hoe het handjevol Europese landen driekwart van de wereld had ingenomen. ‘Het Britse rijk is niet gebouwd met enig respect voor de principes van menselijkheid’, zei Hermann Göring in aanloop naar de Neurenbergprocessen. Zoals ook Amerika volgens hem ‘zijn weg naar een rijke Lebensraum had vrijgemaakt door middel van revolutie, bloedbaden en oorlog’.*
Het grote verzwijgen van de genocide op de Nama en de Herero
Hoe liep het af voor de Herero en de Nama? In 1908 werden de Duitse concentratiekampen in Afrika gesloten. Het Duitse rijk had zijn militaire macht met succes bewezen: in vier jaar tijd hadden ze vijfenzestig- van de tachtigduizend Herero uitgemoord en tien- van de twintigduizend Nama.
Zo was het land van de Duitsers geworden. Zuidwest-Afrika werd in het thuisland verkocht als ‘Klein Duitsland onder de Afrikaanse zon’.* De genocide die dit mogelijk had gemaakt, werd genoeglijk vergeten. Een nieuwe geschiedenis werd geschreven: eentje waarin de militaire superioriteit van Duitsland centraal stond.
Voor de gevallen Duitse soldaten werden standbeelden opgericht en blinkende militaire begraafplaatsen aangelegd. De oorspronkelijke bevolking trok zich terug in door Duitsland aangewezen reservaten, waar de grond zo dor en waardeloos was dat ze gedwongen waren naar de steden te trekken en voor de Duitsers te werken.
Nadat op een ander continent een nieuwe genocide was uitgevoerd, en Duitsland na het verlies van de oorlog in het reine moest zien te komen met zijn verleden, werd het verband tussen de twee genocides al helemaal verzwegen. In Europa beschouwde men de Joodse Holocaust als een geïsoleerd kwaad en keek men niet meer om naar die paar jaar dat Duitsland in Afrika was geweest.
In wat na de Duitse overheersing Namibië werd genoemd, tussen de uitgestrekte zandvlakte van de Kalahari en het koude water van de oceaan, bleef de geconstrueerde geschiedenis van een heldhaftig Duitsland intussen in stand. En niemand sprak over de genocide op de Herero en de Nama.
Dat is waarom wie nu naar Namibië gaat, kan kamperen op een plek waar het eerste dodenkamp in de geschiedenis heeft gestaan. Waarom je, met een Duits biertje in de hand, met de voeten in de zee kan staan waarin even verderop honderden skeletten van mannen, vrouwen en kinderen liggen.
Het verzwijgen van de geschiedenis neemt hier hallucinante vormen aan. In Swakopmund, de tweede stad van het land, kun je winkelen in een mall van de firma Woermann Brock op dezelfde plek als waar de firma Woermann hun eigen concentratiekamp exploiteerde. De slogan van de firma luidt: ‘Making your life easier since 1894’. *
Het trauma van de genocide zit zo diep bij de Herero en Nama dat velen er geen woorden aan kunnen geven. Een van de overlevenden die door de Duitsers met haar familie de woestijn ingedreven was, liet optekenen dat ze weigerde terug te denken aan de gruwelijkheden die ze had meegemaakt. Het leek allemaal geen zin te hebben, want: ‘De wind heeft zand over onze voetstappen en tranen geblazen.’*
Met dank aan het onderzoek van Nychenda Fecunda en Tim te Wierik.