Je zit in een verhoorkamer. Daar, onder het tl-licht, word je stevig ondervraagd. Er hangt een spiegel. Daarachter staat iemand, denk je. Wie het is, geen idee. Wat die daar doet, geen idee.

Het is een beeld dat werd opgeroepen door schrijver, filosoof en jurist Maxim Februari in De burger zit steeds meer in die verhoorkamer, stelt hij. En achter de spiegel staat de overheid. In een overheidsapparaat dat steeds verder digitaliseert, weet de overheid langzamerhand alles van ons en wij steeds minder van de overheid.

En een nieuw wetsvoorstel duwt ons weer een stukje verder die verhoorkamer in.

Als machines beslissingen voor ons nemen

Het gaat om de die op het moment in de Eerste Kamer ligt. Die wet geeft een wettelijke basis voor publieke en private organisaties om gegevens van burgers onderling uit te wisselen.

Toen Maxim Februari het had over de verhoorkamer, ging het niet over de WGS, maar over het Dat systeem combineerde allerlei data – van gemeenten, UWV, de Sociale Verzekeringsbank, de Belastingdienst – om fraude met sociale voorzieningen op te sporen. Met je uitkering, bijvoorbeeld, of je belastingen.

Volgens Februari en de andere mede-eisers gaat de WGS nog verder dan SyRI

Februari was mede-eiser in een rechtszaak tegen SyRI, samen met schrijver Tommy Wieringa en clubs als Platform Burgerrechten, Privacy First en FNV. Onder de naam Bij Voorbaat Verdacht sloegen zij de handen ineen. Want, zo vertelde Februari in die toespraak in 2018: ons wacht een eeuw waarin machines steeds meer beslissingen voor ons zullen nemen. En dus moeten we nu nadenken over wat dit voor de rechtsstaat betekent.

Op 5 februari 2020 besloot de rechter: SyRI was in strijd met mensenrechten. Maar volgens Februari en de andere mede-eisers gaat de WGS nog verder dan SyRI. Niet voor niets gaven ze het de naam ‘Super SyRI’.

Blauwdruk voor meer toeslagenaffaires

Ging het bij SyRI nog om één systeem – met van tevoren vastgestelde partijen – de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden is veel breder en vager. staat concreet uitgewerkt, maar de wet schept ook ruimte voor nieuwe – nog ongespecificeerde – samenwerkingen om data uit te wisselen.

En waar SyRI zich beperkte tot overheidsorganisaties, biedt de nieuwe wet ook de mogelijkheid om samenwerkingsverbanden te starten met private partijen, zoals banken of telefoonmaatschappijen.

Als ik Tijmen Wisman, voorzitter van Platform Burgerrechten, vraag om een voorbeeld, begint hij over FinPro. Dat was een bigdataproject dat tussen januari 2015 en februari 2016 liep in Rotterdam. Het idee: private partijen en overheidsinstanties leggen data naast elkaar, om te zien of er aanwijzingen zijn voor fraude en criminaliteit.

De WGS gaat niet alleen over grote boeven vangen, maar ook over gewone burgers

Zo vergeleken onder andere het Openbaar Ministerie en zorgverzekeraar DSW hun gegevens over Rotterdammers. In in het Financieele Dagblad uit 2016 wordt een aantal van de bevindingen opgesomd: ‘Kinderdagverblijven die alleen op papier bestaan, drugskoeriers die allemaal van dezelfde huisarts in een ander stadsdeel recepten krijgen, één BSN-nummer op verschillende postcodes of juist tientallen inschrijvingen van volwassenen op één adres.’

FinPro werd gerechtvaardigd met een beroep op een uitzondering Vandaar ook die WGS: die moet dit soort publiek-private samenwerkingen een sterkere juridische basis geven. Prima toch, zou je misschien zeggen. Zulke fraude moet toch ook worden aangepakt?

Maar de WGS gaat niet alleen over grote boeven vangen, maar ook over gewone burgers. Het gaat inderdaad over ‘ernstige vormen van criminaliteit’, staat in de wettekst, maar ook over het ‘grootschalig of systematisch onrechtmatig gebruik van overheidsgelden en overheidsvoorzieningen’. Wisman wijst me op het belang van die ‘of’: het kan dus ook om kleinere bedragen gaan, als het maar systematisch gebeurt.

Dat laatste wekt zorgen bij critici als Februari en Wisman, zeker met de toeslagenaffaire nog vers in het geheugen. Ook toen werden ouders beticht van onrechtmatig gebruik van overheidsgeld, Niet voor niets waarschuwt de coalitie van Bij Voorbaat Verdacht: de WGS is een

Niet elke burger wordt in dezelfde mate doorgelicht

Ik kan uitweiden over de juridische bezwaren tegen het wetsvoorstel, maar de eindredacteur heeft al twee keer het woord ‘doelbinding’ uit deze column En de kern van de bezwaren is te vangen in dat ene beeld: de verhoorkamer. De overheid ziet ons, maar wij zien de overheid niet. 

Als er steeds meer samenwerkingsverbanden als FinPro komen, is het voor een gewone burger niet meer te begrijpen welke gegevens waar worden gebruikt, laat staan dat die ertegen in beroep kan gaan. 

Het gevaar van dit soort tomeloze dataverzameling: burgers voelen zich niet veiliger, maar onveiliger in de samenleving. Want ze voelen zich constant in de gaten gehouden. En daar komt ook nog eens bij dat niet elke Nederlander in dezelfde mate wordt doorgelicht. Dat blijkt wel uit voorbeelden uit het verleden.

Zo is SyRI alleen maar ingezet in armere wijken. ‘Maar in arme wijken zijn toch ook meer uitkeringen?’ vroeg ik aan Christiaan van Veen, die leiding geeft aan het Digital Welfare State and Human Rights Project aan de New York University. ‘Klopt’, antwoordde hij, ‘maar in Bloemendaal ontvangen mensen weer vaker hypotheekrenteaftrek en andere belastingvoordelen, en daar is ook mee te frauderen.’

Van Veen vertelde me over een pilot bij de Belastingdienst, die autokentekens scande om te controleren op fraude met de bijtelling op leaseauto’s. Dat werd al snel teruggedraaid omdat er sprake was van inmenging in de persoonlijke levenssfeer.

‘Wat denk je dat er was gebeurd als dit onderzoek in Amsterdam-Zuid was uitgevoerd?’

‘Bij SyRI was er sprake van een veel significantere inbreuk op de privacy van inwoners van armere wijken’, zei Van Veen. ‘Hele buurten en hun inwoners elektronisch surveilleren mag, maar nummerborden scannen op openbare wegen gaat de overheid blijkbaar te ver. Dat is meten met twee maten.’ 

Ook FinPro werd alleen in bepaalde wijken ingezet. ‘Waar denk je dat ze dat onderzoek hebben uitgevoerd?’ vraagt Tijmen Wisman me, als we het telefonisch over het project hebben. ‘Rotterdam-Zuid. Wat denk je dat er was gebeurd als dit onderzoek in Amsterdam-Zuid was uitgevoerd? Dan hadden die mensen hun duurste advocaten op de staat afgestuurd.’

SyRI en de toeslagenfraude passen bij het beeld van de arme burger als ‘uitkeringstrekker’ die in de gaten moet worden gehouden. Niet als iemand met rechten, goede bedoelingen en waardigheid. Zo ontstaat een digitale onderklasse.

En als we niet oppassen, wordt dat door de WGS alleen maar erger.

De peuter en het pistool

De Tweede Kamer stemde op 17 december voor de WGS. Op diezelfde dag verscheen het rapport over de toeslagenaffaire. Terwijl het kabinet viel over de toeslagenaffaire, viel er niemand over deze nieuwe datawet. Op een paar opiniestukken en een ingezonden brief na, bleef het stil.

Collega Jesse Frederik schrijft in zijn nieuwe boek Zo hadden we het niet bedoeld hoe slechts een op de vijf Nederlandse wetten meer dan één artikel in een landelijk dagblad krijgt. Een nieuwe wet, hoe vergaand ook, is zelden reden tot ophef. Want: saai en ingewikkeld. Geen ruzie, geen slachtoffers, en dus: geen nieuws. En zo krijgt de gewone burger er nauwelijks iets van mee.

Dat terwijl de SyRI-rechtszaak en de toeslagenaffaire fundamentele vragen opriepen die nog geen antwoord hebben. Hoe verhoudt de overheid zich tot de burger? Hoever willen we gaan in fraudebestrijding?

Laten we niet wachten tot ophef over vijf of tien jaar, of de volgende val van een kabinet

Ingewijden hadden niet verwacht dat de WGS het tot de Eerste Kamer zou schoppen. Zoals Maxim Februari laatst in schreef: ‘Het werd me van alle kanten verzekerd. “De boodschap van de toeslagenaffaire en SyRI is aangekomen.”’ Maar het tegendeel blijkt waar. Terwijl de lessen van de toeslagenaffaire nog niet zijn geleerd, bouwt de overheid verder aan een infrastructuur die een nieuwe affaire mogelijk maakt.

Te vaak wint datahonger het van de rechtsbescherming van de burger. Om de beeldspraak van de Welsh-Amerikaanse schrijver Jon Ronson te de staat is als een peuter die op een pistool afkruipt. Gefascineerd door de technologie, maar geen benul van de risico’s.

Het is nog niet te laat. De WGS ligt nu in de Eerste Kamer, en die heeft besloten om het voorstel opnieuw voor te leggen aan de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens. Die instanties lieten zich eerder negatief uit over het wetsvoorstel. En als de Eerste Kamer alsnog voor stemt? ‘Dan stappen wij weer naar de rechter’, verzekerde Tijmen Wisman me.

Een wet als de WGS is saai, dat is het hele probleem. Maar dit gaat over je toekomst, die van Nederland. Dus vind er wat van, bespreek het – aan borreltafels, in krantencolumns, bij de verkiezingen. Laten we niet wachten tot ophef over vijf of tien jaar, of de volgende val van een kabinet.

Delen van deze column verschenen eerder in en in

Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Als correspondent Ontcijferen onderzoek ik de getallenwereld. In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van wat ik schrijf, hoor en lees.  Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief