Hoe pakken we institutioneel racisme aan? Door in maart te stemmen op een kandidaat van kleur

Lex Bohlmeijer
Correspondent Goede gesprekken
Foto door Marijn Smulders (voor De Correspondent)

Het is allang niet meer de vraag of institutioneel racisme bestaat in Nederland. Maar wat kunnen we eraan doen? Zaïre Krieger heeft er uitgesproken ideeën over. Belangrijke voorwaarde: betere representatie in de Tweede Kamer.

Zaïre Krieger is 25 jaar en heeft vele gezichten. Zo ziet ze haar identiteit het liefst: als iets wat bestaat uit allerlei facetten. Ze studeert publiek recht, werkt als journalist, treedt op als spokenwordartiest en is activist – ze was mede-organisator van de demonstraties van Black Lives Matter in Rotterdam.

Haar focus is duidelijk: ze zet zich in voor mensenrechten in het algemeen, en gelijke rechten in Nederland. In haar naam zit het woord ‘strijder’ al opgenomen. Wat haar drijft is woede, pijn, rechtvaardigheid en liefde. Ze kan zich op uitgesproken fel manifesteren.

Ik sprak met haar in de aanloop naar de verkiezingen van maart 2021 over institutioneel racisme. Met als belangrijkste vraag: wat gaan we eraan doen? En zijn er partijen waar je terecht kunt als het over dit onderwerp gaat?

‘In de partijprogramma’s van Bij1 en Denk kom je het woord racisme veel tegen. In het programma van de VVD, ik weet niet waarom ik het las, ik zou het niet aanraden, staat: “Racisme, daar voelen wij veel ongemak bij”. Ze schrijven dat ze ervoor willen zorgen dat iedereen gelijk behandeld wordt. Maar het probleem is, dat moet sowieso, want we hebben een grondwet die zegt dat we allemaal gelijk zijn. Dus…’

Wat is het ongemak? 

‘Dat vind ik een goede vraag, ik weet het niet. Het ongemak is: wij waren altijd comfortabel. Dus wat is eigenlijk het probleem? Als het mij niet raakt dan is het er niet. Maar nu zeg jij dat het er wel is, o, hé, dan krijg ik het gevoel dat ik voordelen haal uit een systeem waar ik niet voor gekozen heb. En dat is ook zo. Niemand heeft ervoor gekozen. De VVD denkt er zo mee klaar te zijn, maar de vraag is, wat ga je doen? Dat is voor de VVD moeilijk, want die helpt al jaren mee aan het systeem en ontkent het steeds.’ 

In je naam zit het woord ‘krijger’.

‘In allebei mijn namen! Zaïre betekent ook krijger.’ 

Dan heb je wel een erfenis meegekregen!

‘Toen ik geboren werd, in 1995, zag mijn moeder de Rwandese genocide overspillen in het toenmalige Zaïre. Zij wilde dat haar dochter zou gaan omkijken naar de mensen waar niemand naar om kijkt. Want de VN keek weg. Mijn moeder was de visionair van mijn levensloop. Zij zag dat ik iets met mensenrechten zou gaan doen. Ik ben ook via een jongerenwerkgroep bij de VN terechtgekomen, maar desillusioned geraakt over de werkwijze. Dat is niet waar ik ga eindigen, omdat mensenrechten niet gebeuren in wetten en rechten.’ 

Waar dan wel? 

‘Op de vloer, in gesprekken. Tussen ons. Daar vindt het plaats. Op het veld. Er is een gap tussen wat er op het veld gebeurt en wat er in de Kamer gebeurt, in de wetgeving, dat is vreemd.’

Je zou zeggen, met hun bagage zijn ze in staat om met een juridische blik te kijken naar bijvoorbeeld institutioneel racisme? 

‘Het is een statische kijk op de wereld. Je moet je voorstellen, wij hebben in Nederland allemaal verschillende mensen, loodgieters, journalisten, kunstenaars, stratenmakers. Die hebben allemaal belangen. Maar er is maar een kleine groep mensen die beslist hoe de levens van al die mensen eruit gaan zien. Dat is focking raar. En als zulke mensen bijvoorbeeld via Bij1 in de politiek proberen te komen, gaan er allemaal raderen draaien. Ze ontdekken dat er in de politiek geen ruimte is om mens te zijn. Romana Vrede, actrice, zei een tijdje geleden iets over haar autistische zoon, Charlie. Het was menselijk, het was donker, ze voelde zich een vermoeide ouder. Op Twitter werd dat uit elkaar gehaald, mensen waren boos. Ik dacht, Romana gaat als kunstenaar de politiek in, en daar mag je geen mens zijn, daar moet alles dichtgetimmerd zijn. Wie is Mark Rutte? I don’t know.

In de politiek leg je je menselijkheid af? 

’In zekere zin wel, ja.’ 

Wat dacht jij toen je hoorde bij de inauguratie van Joe Biden? 

‘Ik ben zelf een technische schrijver, dus ik luister naar haar trucjes. I see greatness. Ze had een paar prachtige regels. Justice isn’t always what just is. Oef, beautiful. Maar ik voelde ook verdriet, omdat ik dacht, hier is geen ruimte voor in Nederland.’ 

Om precies wat te doen?

‘Om politieke spoken word te brengen op grote podia. Wij hebben hier dat zijn mensen die horen wij allemaal te kennen. Zij zijn on the fringes al jaren bezig om te bouwen. Maar ze krijgen de space niet.’

Jij kreeg die ruimte wel van het programma Spijkers met koppen, om een te geven. Die was ambivalent, vond ik

‘Wat mooi dat je dat zag! Ik ging er ook ambivalent in. Ze zeiden, we willen graag dat jij Nederland een zetje in de rug geeft. Nederland moet een stem hebben die mensen samenbrengt.’ 

Ze hadden Gorman gehoord, en gedacht: dit is louter positiviteit. 

‘Dit willen wij ook. Nou, I ripped them a new one. Ze hadden het niet verwacht, maar ik kan niet anders dan mezelf zijn.’

Je zei: 'Waarom moet ik constant een oceaan verder kijken om mezelf te kunnen zien'. Over prachtige lines gesproken, dat is er ook eentje! 

‘Ik kijk naar naar In Amerika ontkennen ze niet dat er een gebrek aan representatie is. Hier wordt vaak gezegd, als het over representatie in de Tweede Kamer gaat, "we moeten de besten hebben". Maar het gaat nier per se alleen over skill, het zijn ook volksvertegenwoordigers. We moeten onszelf allemaal zien in de Kamer. Niet dat het alleen maar witte mensen zijn. Die beslissen over jou en mij. Dat is bizar.’ 

‘Het was een stuk uit frustratie. Want ik wil heel graag houden van dit land. Ik wil dit graag mijn thuis kunnen noemen. Ik wil kunnen vechten voor dit land. Een spokenwordartiest als ik maakt niet zoveel woorden vuil aan Nederland als ze er niet van houdt. Die liefde is er wel. Maar het is een strange relationship, waarbij ik Hugo de Jonge flater na flater zie slaan en denk, waarom ben jij daar? Rutte runt Nederland als een bv. We hadden de coronacrisis veel empathischer aan kunnen pakken.’ 

Wat krijg je dan?

‘Dan redeneer je vanuit de zwaksten in de samenleving. Dan laat je je niet door KLM chanteren. Hij sluit het land om de sterkste te beschermen.’

Zou institutioneel racisme in de aanloop naar de verkiezingen een thema moeten zijn? 

‘Ja. De vraag is, hoe snijd je het aan. Bij het in de Tweede Kamer over institutioneel racisme heb ik nog nooit zoveel onkunde gezien. Iedereen was aan het hakkelen. Niemand wist wat het betekende. En het bizarre is dat je een Kamer vol witte mensen ziet die het hebben over institutioneel racisme. Er zijn niet veel mensen die het zelf hebben meegemaakt. Dat is het gat tussen de politiek en Nederland. En dan begrijp ik dat een PVV-stemmer zegt: “fock Rutte, fock alles”. Omdat we ons niet gerepresenteerd voelen en gek worden.’

Het motief is hetzelfde. Toch zijn jullie wel totaal tegengesteld, natuurlijk.

‘Inderdaad, de redenatie is hetzelfde, maar we komen tot een ander doel. Maar goed, institutioneel racisme wordt nu aangesneden als een groot thema, en ik weet niet of dat de goede manier is. Er is institutioneel racisme op de huizenmarkt, de banenmarkt, bij stages en schooladviezen. Als je dat allemaal probeert te behappen als een groot thema, is dat bijna niet te doen. Je moet per thema bekijken of er bias in zit. In de zorg zit niet alleen raciale bias, maar ook genderbias. Er wordt verschillend naar mannen en vrouwen gekeken. Hartfalen wordt bij vrouwen pas later geconstateerd omdat dokters worden getraind op mannenlichamen. Je moet het dus per thema bespreken. Het is anders te groot, het is een stille killer.’

Hoe moet het dan? 

‘Ik denk dat we moeten gaan stemmen lager op de lijst. Meer op vrouwen en meer op mensen van kleur, daar moet je bewust mee omgaan. Devika Partiman heeft campagne gevoerd met en dat werkt. Er zijn nu meer vrouwen in de Tweede Kamer en in het Europarlement. Ik ga stemmen op een vrouw van kleur lager op de lijst zodat die met voorkeursstemmen wordt gekozen.’ 

Zijn die er?

‘Jaaa. Neem GroenLinks. Hallo Jesse! ben je helemaal van het padje af?! Simion Blom heeft superhard gewerkt. Hij is al lang bezig in de Amsterdamse gemeenteraad, en het is heel raar dat hij zo laag staat.’

21, dat is pretty onverkiesbaar, maar als iedereen op hem stemt … 

‘… dan kan het! Stem allemaal Simion Blom. Ik ga Bij1 stemmen, op nummer 6, Niet omdat ik niet van Sylvana Simons houd.’

Jij studeert, je bent 25. Leeft deze gedachte onder je peers

‘Mijn cirkel is een politiek geëngageerde cirkel. Mijn bubbel is links, dus ik kan niet spreken voor al mijn peers. Ik heb wel het gevoel dat door corona mensen beginnen te zien hoe direct de politiek invloed heeft op je leven. De politiek kan beslissingen maken over wanneer jij uit je huis gaat. Ik voorspel dat we een hoge opkomst zullen hebben, vooral onder jongeren. De eenzaamheid en de psychische problemen onder jongeren zijn heftig. Ik hoop dat veel mensen gaan stemmen.’ 

Langs deze weg kun je concreet verschil maken. 

‘Door te kijken wie er op de lijst staat en hoe je wilt dat de kamer eruitziet.’

Dan verschiet de Kamer van kleur?

‘Ik hoop het. Al heb ik medelijden met de mensen van kleur die er na maart in gaan komen.’

Dat zijn toch de strijders?

‘Zij gaan veel wind vangen. Maar iemand moet de eerste zijn. Unfortunately that’s going to be you. Michantely de Jong, Sylvana Simons, dat zijn de mensen. Kauthar Bouchallikht van GroenLinks zal de eerste vrouw met een hoofddoek zijn die we in de Kamer gaan krijgen waarschijnlijk. Dat zou tof zijn’.

is nummer 6 bij D66. De eerste zwarte persoon is Het is karig, zeker als je het vergelijkt met het percentage mensen van kleur in Nederland’.

Is het de juiste plek, de Tweede Kamer? Jij ademt activisme uit al je poriën, en een soort snelle woede. Op Twitter reageer je soms behoorlijk scherp, zoals laatst over de SGP bij Buitenhof, om maar iets te noemen: je zei dat je met kots in je mond wakker werd. 

‘Nou dat werd ik zeker! Het ging over kinderen baren. En volgens de SGP doen ze het in Hongarije zo goed want daar betalen ze mensen om te baren, als je een vierde of vijfde kind neemt. En dat doen ze omdat ze niet willen dat migranten hun land opvullen. Vrouwen moet baarmachines zijn, dat vind ik goor. En dan noem je jezelf een christelijke partij. Hebben we het nog niet eens over Moria gehad. Ik ben daar nog steeds ziedend over, als je ziet hoe hun tenten er nu uitzien.’

Aan flarden geblazen door de wind

‘Het doet me oprecht pijn. En dan noemen wij onszelf de joods-christelijke traditie... wat is die eigenlijk nog waard?’ 

Maak jij van die pijn en woede iets constructiefs?

‘Honderd procent. Toen ik begon met spoken word was ik boos over alles. Op een gegeven moment kwam ik erachter dat boosheid een primaire emotie is, met veel onderliggende emoties. Onder boosheid zit pijn, en verdriet en frustratie, en wanhoop. En ergens ook wel een beetje hoop. Dus ik schrijf nu vanuit meerdere invalshoeken. Meer uit pijn, iets meer uit hoop ook. Dus toen ik bij Spijkers met Koppen zei, ik wil dat jullie mijn liefde verdienen op 17 maart, was dat een hoopvolle oproep tot actie.’ 

‘Ik probeer uit liefde te schrijven. Want Corey Bush zei ooit tegen mij, rechtvaardigheid is publieke liefde. Justice is love publicised. Ik moet houden van de mensen voor wie ik strijd, en ik moet meer houden van hen, dan dat ik de mensen die het niet goed doen haat. Die balans is er niet altijd bij mij. Daar struggle ik intern mee. En dat zie je op Twitter.’

Wat moet er de komende tijd gebeuren, binnen of buiten de politiek?

‘Wij moeten stoppen in de publieke ruimte (de tv-programma’s, de talkshows) met de vraag of institutioneel racisme bestaat. Want dat is een afleiding. Je lost het probleem niet op als je je steeds gaat afvragen of het probleem er wel is. En dat gebeurt constant in de journalistiek. Jort Kelder deed het over institutioneel racisme. Terwijl we het moeten hebben over de vraag hoe we ervoor zorgen dat ik een huis kan krijgen. Of dat een verhuurder niet discrimineert op wie hij aanneemt. Wat voor beleid kunnen we daarop voeren? Kunnen we ze boetes geven? Dat zijn interessante vragen.’

Dus die eerste vraag moet je consequent overslaan?

‘Het is gewoon klaar nu, alsjeblieft. Jort, Margriet, iedereen. Klaar.’ 

Een interessant onderwerp is identiteit, en identiteitspolitiek. Ik begreep in het begin nooit zo goed wat dat precies was.

‘Dat is ook een afleiding. Voor mij is het een red flag, dan weet ik gelijk waar ze vandaan komen. Mensen zeggen dat het is als je politiek bedrijft op de identiteit van mensen; dus jullie voeren politiek omdat jullie zwart zijn, of omdat jullie moslim zijn, en dat mag niet want het gaat eigenlijk allemaal over klassen en geld. Het gaat om arm tegenover rijk. Waarbij ze vergeten dat klasse ook een raciale component heeft. En een gendercomponent.’ 

‘Het grappige is, iedereen voert identiteitspolitiek. Maar omdat we al jarenlang de identiteitspolitiek van bepaalde partijen voeren voelt dat niet als identiteitspolitiek. Dus als je zegt, wacht eens even, ik ben moslim, of ik ben queer, ik heb een ander belang dan jullie, dan is het opeens identiteitspolitiek. Terwijl ze de hele tijd identiteitspolitiek voeren, op de meerderheid.’

‘Je bent een persoon met identiteit die belangen heeft, die een huis wil hebben. Dat is identiteit en klasse. Sommige mensen vinden zichzelf neutraal en de anderen gekleurd. Daarom is de film van Sunny Bergman, zo belangrijk. Niemand is neutraal. Niemand is objectief.’

Hoe ziet jouw identiteit eruit? 

‘Mijn identiteit is multi-facetted, ik ben veel dingen tegelijkertijd. Ik ben student, ik studeer publiek recht, ik ben spokenwordschrijver, onderzoeksjournalist, ik ben activist. Ik merkte dat mensen een beeld van mij hebben. Dat wil ik kunnen cureren. Ik vind het niet fijn als mensen mij op een manier zien.’ 

Het lijkt een spel, om voortdurend van aangezicht te veranderen. Met je haardracht, letterlijk ook.

’In Amerika heb je mensen als Trevor Noah, de presentator van de Daily Show. Een soort Lubach. Hij is schrijver, een comedian, hij doet ook politieke dingen. Wij in Nederland compartimentaliseren. Als je een comedian bent, dan ben je gewoon een comedian. Dan kan je niet over politiek meepraten. Lubach is zo goed omdat hij politieke thema’s op een grappige manier brengt; en het is educatief, hij geeft mensen broccoli met iets lekkers.’ 

‘Ik dwing mezelf ook om alles te zijn wat ik ben. En wat ik wil. De vraag die ik mezelf stel, kan ik mijn vak als journalist nog steeds serieus uitoefenen als ik op Twitter laat weten dat ik kots in mijn mond voel als ik de SGP nazi-light dingen hoor zeggen? Ja, dat kan, want rechtvaardigheid is ook gewoon dingen benoemen zoals ze zijn. En als advocaat voor de mensenrechten hoor je een activistische kant te hebben.’

Je noemde net een aspect van je identiteit niet: je bent gelovig. Is dat wat je drijft?

‘Zeker, dat is waarin ik geloof, in rechtvaardigheid.’ 

God is rechtvaardigheid?

‘God is liefde, god is rechtvaardig. Als kind was ik door de persoon van Jezus geïnspireerd. De manier waarop hij met mensen omging, met sekswerkers, met vluchtelingen, met kinderen. Met mensen waar niemand naar omkeek. Het vervelende is dat de christelijke partijen, afgezien van de CU, die doet het beter, niet het christendom voorstaan dat ik heb meegekregen.’

Worstel je weleens met je geloof in de context van het debat waar wij over praten? Op het whiteboard daar staat stop worrying, god is love

‘Er staan dingen die ik moet onthouden. Ik heb lichtelijk ADHD-trekjes, als ik dingen niet opschrijf, dan vergeet ik ze ook. Daarom staat er ook een enorme klok tegenover mijn desk. Ik heb geen sense of time. Maar goed, ik worstel er niet meer mee, nee. In het begin, toen ik zestien was, vond ik het moeilijk.’

Wat is er gebeurd op dat traject?

‘Ik ben God tegengekomen zoals hij is.’ 

Waar? 

‘Hier, in mijn kamer. Liefde, dat is wat ik ben.’

Je hebt wat mensen noemen het licht gezien, een inzicht?

‘We hebben allemaal een onderbuik gevoel. Een klein stemmetje, dat is ook God. Op het moment dat jij je purpose in het leven vindt, voel ik God. Of als ik spoken word schrijf. Soms voel ik dat iets door mij heen schrijft. Ik ben maar een vessel. Dat is ook God. Ik struggle niet meer met God, voor mij is nu duidelijk wie hij is, hij is liefde, en rechtvaardigheid. Deze relatie is helemaal duidelijk. Mijn relatie met de mensen en God is een andere. Soms zit ik thuis en schreeuw ik tegen hem: “God, ziet u dit allemaal?” En dan voel ik dat hij zegt: “Maar wat ga jij hieraan doen?” En daar komt mijn activisme uit voort. Ik kan wel gaan schreeuwen, maar ik moet ook iets gaan doen. Anders ben ik nep.’ 

Je bent een keer bijna in een Zuid-Koreaanse sekte terechtgekomen.

‘Direct daarna ben ik God tegengekomen. Ik was in een donkere periode. Heavy anxiety, het was gewoon niet goed. Op Utrecht Centraal liep iemand naar me toe en zei, hé, we doen bijbelstudies. Ik dacht, dit is een sign of God. Maar ze werden al snel possessive over mijn tijd. Ik moest altijd komen. En ze gingen dingen zeggen waar ik het niet mee eens was, over gender en seksualiteit. Bij een oriëntatieles voelde ik een enorme druk in de kamer. Het gevoel dat niemand doet wat-ie wil, maar dat ze het samen besloten hebben. Bizar. Thuis ben ik hun naam gaan googelen, International bible school of zoiets, ik kwam erachter dat het een Koreaanse sekte was. Als je op een hoog level komt moet je om drie uur ’s nachts een bootcamp doen, omdat je klaar moet zijn voor het einde van de wereld. Het is dus een Koreaanse doomsday-cult die al een tijdje actief is in Rotterdam en in Utrecht. Dit mag ook nog wel wat onderzoek hebben, trouwens. En misschien moet ik dat wel doen. Want ik krijg nog steeds reacties van mensen die blij zijn dat ik er een stuk over geschreven heb. Voor sommigen kwam het op het goede moment.’ 

Het bleek te gaan om een soort machtsbeluste messias. 

‘Ja, het is een machtspelletje. Ik heb gevoeld wat grace is, genade, dat je fouten mag maken omdat Jezus voor je gestorven is. En dat je vrij kan bewegen. Er is geen druk en geen moeten. Mijn moeder was blij dat ik God heb leren kennen op mijn eigen manier. Nu kan je het puur en echt doen, zei ze.’ 

‘Ik was lang boos op de kerk. Ik vond dat ze niet genoeg deden, ze zijn zelfs de aanstichters geweest van veel racisme in de historie. Toen zei iemand in de kerk waar ik nu heen ga, "weet je, Zaïre, een kerk is geen gebouw, wij zijn de kerk". Dus, als ik iets doe, iets activistisch, dan doet de kerk dat dus ook! Ik kan wel boos zijn op de kerk, maar ik kan het ook bij mezelf zoeken. Ik hoef niet meer boos te zijn op de kerk.’

Willem Schinkel, de socioloog, Alles is met alles verbonden. Hoe moet je daarmee omgaan?

‘Doe je best. Dat is het beste wat je kan doen. Wie zegt dat hij intersectionaliteit helemaal begrijpt liegt. Het kan niet. Ik ben able-bodied, ik ben een zwarte vrouw, ik ben in Nederland geboren, ik spreek vloeiend Nederlands, ik ben universitair geschoold; er zijn privileges die mij daardoor worden toebedeeld die andere mensen in de global south niet hebben. Intersectionaliteit is eigenlijk zien wat je niet kan zien. Alle dingen zien die jij niet meemaakt. Probeer dat maar eens actief. Het enige wat je kan doen is actief steeds uit jezelf stappen en jezelf bevragen: is mijn ervaring de ervaring van iedereen? Het is bijna onmogelijk om helemaal intersectioneel te zijn. Daarom is vertegenwoordiging ook zo belangrijk. Daarom moeten er mensen in de Tweede Kamer zijn die zwart zijn, die sekswerker zijn, die queer zijn, die een functiebeperking hebben.’ 

Er zijn mensen, zoals Ewald Engelen, die zeggen dat je altijd moet kijken naar de verdeling van armoede en rijkdom, alle andere tegenstellingen kun je daaraan relateren.

‘Dat is niet waar. Mensen beschrijven economie altijd als een soort harde wiskunde. Maar economie bestaat uit beslissingen die wij samen met elkaar maken. Het gaat over waar wij waarde aan toebedelen. Het feit dat de tien rijkste mannen van deze wereld allemaal witte mannen zijn is geen toeval. Waar kennen wij waarde aan toe, daar gaat economie over. Je moet onderkennen dat economie racialised is, dat de global south inderdaad het minste bijdraagt aan klimaatverandering maar het meeste voelt van de gevolgen. Dat is geen toeval.’

Het is mooi dat je zegt: je moet jezelf dus altijd afvragen, wat zie ik niet? 

‘Dat is toch een paradoxale vraag. Het kan eigenlijk niet. Daarom moet je altijd mensen om je heen hebben die jou kunnen wijzen op dingen. En je moet een eerlijke relatie met ze hebben, zodat ze je vertrouwen en kunnen zeggen, ik zit in een rolstoel, als jij daar optreedt kan ik niet naar binnen, dus help mij.’

Iedereen heeft de neiging om een specifiek debat het belangrijkste te vinden. Dat is een listige neiging die we moeten zien te voorkomen?

‘En dat is Jezus dan weer die zei: de grootste onder jullie is de kleinste. The one who serves the most is the biggest in the kingdom of God; it is an upside down kingdom. Wij zeggen hier, degene die het meest heeft is de grootste. Maar als wij ons dienstbaar zouden opstellen ten opzichte van de persoon die onder ons staat dan zouden we een perfecte wereld hebben. Dat is mijn activisme, altijd dienstbaar blijven. Dat lukt niet altijd hoor. Maar ik probeer het wel. En ik denk dat de Tweede Kamer zich ook zo moet blijven opstellen. Wij zijn dienstbaar aan de mensen die wij niet begrijpen en we gaan proberen beleid te maken voor mensen die chronisch ziek zijn bijvoorbeeld, of die al een jaar thuis zitten. Als je beseft dat er mensen zijn die al een jaar noodgedwongen thuis zitten – ik loop leeg als ik daaraan denk.’ 

In de vensterbank staat een cover van OneWorld met jouw foto en een citaat: 'Als ik de wereld veiliger kan maken voor zwarte vrouwen, dan riskeer ik de schande'. Zover moet je willen gaan? 

‘Het is wel goed dat die daar staat, dat is dat dienstbaar willen zijn, en weten dat ik veel haat en wind ga pakken, maar dat ik het wel moet doen.’

Het is ook een prachtige foto. Vol trots. Je staat voor wie je bent. 

‘Het is trouwens niet mijn beste stuk. Het ging over #MeToo in verschillende communities, dus ook in Surinaamse communities. Het is moeilijk om daarover te schrijven, want er zijn doofpotten. Over intersectionaliteit gesproken. Als jij #MeToo in de moslimgemeenschap wil aankaarten is dat een heel ander gesprek dan in de bedrijfswereld. Maar het is wel dezelfde uitwas. Daarom is het nodig om te spreken over intersectionaliteit.’

Ik weet wat je gaat stemmen, en misschien zijn er wel meer mensen die dat nu weten. 

‘Ik hoop het zo. Ik hoop echt dat we een ongelofelijk grote opkomst hebben. Zodat de politiek zich superbekeken voelt. Dat ze allemaal de druk van al die mensen, die democratie voelen op hun schouders. En dat ze dienstbaar gaan zijn, dat hoop ik.’ 

Meer weten?