School gaat niet om prestaties. School gaat om relaties
De Brief van de Dag in de Volkskrant van vrijdag zou ook best de Brief van het Jaar kunnen zijn.
Hij is geschreven door de 17-jarige scholier Elze van Houtum. Ze weet best dat ze het eindexamen dit jaar met goede cijfers zal halen, en toch heeft dit klotejaar haar paniekaanvallen en depressieve periodes bezorgd. Ze maakt zich geen zorgen over haar diploma, maar over haar suïcidale vrienden.
Gelukkig is er geld. Demissionair onderwijsministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven kondigden afgelopen week een Nationaal Programma aan dat scholen de komende jaren 8,5 miljard euro belooft om corona-achterstanden weg te werken. Daar kunnen ze zomerscholen van inrichten, of weekendscholen, of bijles voor inkopen. De gevolgen voor leerlingen laten zich raden: die zullen na een periode van paniekaanvallen meer tijd aan school moeten besteden om achterstanden in te lopen.
Elze heeft er geen trek in. ‘Heel fijn dat we een extra herkansing krijgen hoor. Precies wat overspannen tieners nodig hebben, nog een toets.’
Hogeropgeleiden zijn rijker, gezonder en gelukkiger
En gelijk heeft ze. Is het echt zo erg dat middelbare scholieren dat ene werkstuk over aardplaten niet maken? Echt zo belangrijk dat leerlingen achterstanden inhalen voor vakken die ze een jaar later toch laten vallen?
Moeten alle achterstanden echt ingehaald worden? En waarom?
Demissionair minister van Onderwijs Arie Slob aan het woord: ‘U zult begrijpen dat er met dit Nationaal Programma alles aan gedaan wordt om de jongste generaties in ons land dezelfde kansen te bieden als de generaties die zonder pandemie naar school gingen, en nog zullen gaan.’
Leerlingen moeten dus net zo veel kennen en kunnen als generaties voor en na hen omdat ze evenveel recht hebben op een carrière, en dat kan alleen als ze gelijke kansen hebben. Dat idee berust op een aanname die zo vanzelfsprekend is dat we ’m nauwelijks nog ter discussie stellen: dat meer kennis en vaardigheden, een hoger diploma, iets is om na te streven.
Nog een keer de vraag: waarom?
Omdat het CBS zegt* dat hogeropgeleiden rijker, gezonder en gelukkiger zijn.
Waarom?
Het CBS antwoordt zelf: hogeropgeleiden zijn minder vaak werkloos, verdienen meer en wonen in kwalitatief goede koopwoningen. Lageropgeleiden hebben minder kans op werk, en materiële onzekerheid zet hun tevredenheid en gezondheid onder druk.
Een hoger diploma maakt in zichzelf dus niet gelukkig, maar maakt gelukkig om de gevolgen ervan. De grotere kans op een baan en een mooi huis, bijvoorbeeld. We maken zelf iets nastrevenswaardigs van een hoger diploma, door mensen zonder zo’n diploma zekerheden te ontzeggen. Maar pak een succesvol zakenman z’n baan, huis en/of vrouw af, en hij belandt in een depressie.
Geen leerachterstand maar een leefachterstand
Demissionair onderwijsminister Arie Slob ziet ook dat jongeren door de coronacrisis last hebben van sociaal-emotionele problemen. In een Kamerbrief* schrijft hij daarover: ‘Hoewel scholen niet verantwoordelijk zijn voor het oplossen van deze problemen, is een gezonde en veilige omgeving, motivatie en sociaal welbevinden een belangrijke basis om te kunnen presteren op school en te herstellen van de gevolgen van de coronacrisis.’ Er komt extra ondersteuning en zorg voor eenzame leerlingen, want ‘dat is ook cruciaal voor hun verdere schoolloopbaan’.
Je moet gezond zijn om te kunnen presteren en wie presteert is gezonder. Het onderwijs verknoopt prestatie en welzijn met elkaar als talkshowtafels en Ab Osterhaus. Geef een puber een onvoldoende en hij gooit z’n toets in de prullenbak. Geef hem tienen en hij springt juichend door de klas.
Dachten we.
Maar in haar ingezonden brief schrijft Elze: ‘Als ik al paniekaanvallen heb, als ík met mijn cum laude rapport mezelf niet vooruit gebrand krijg, wat moeten we dan?’
In deze crisis wordt duidelijk waar school voor leerlingen altijd al toe diende
Die vraag laat zien dat prestaties en welzijn niet per definitie in elkaars verlengde liggen. Leerlingen zeggen niet: ik wil weer naar school want ik wil tienen halen. Ze zeggen: ik wil weer naar school, want ik wil mijn vrienden zien. Of zoals Elze schrijft: ‘Corona geeft ons geen leerachterstand, het geeft ons een leefachterstand. We zijn niet oké. Ook niet als onze cijfers dat wel zijn.’
Veel dieper dan ons verlangen naar prestatie, is ons verlangen naar relatie. Goede cijfers zijn leuk, goede vrienden zijn noodzaak.
Als niet een gebrek aan succes maar een gebrek aan contact ons werkelijk ongelukkig maakt, waarom draait school dan om prestaties en zijn relaties voor in de pauze en achter het fietsenhok?
School leert leerlingen de leugen dat je moet presteren om gelukkig te kunnen zijn. In deze crisis wordt duidelijk waar school voor leerlingen altijd al toe diende: een vriend die naar je luistert, een potje voetbal tegen leerlingen uit andere klassen, kaarten tijdens de les, een beetje dollen met je docent – relaties.
Meer dan een leerachterstand, hebben jongeren een leefachterstand. Beter dan de 17-jarige Elze kan ik het niet verwoorden. Van 8,5 miljard moet je een aardig feestje kunnen geven.